Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR462629
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR462629/8
Regeling vervallen per 07-04-2018
Mandaatbesluit algemeen bestuur aan dagelijks bestuur stadsdeel Nieuw-West
Geldend van 14-12-2017 t/m 06-04-2018
Intitulé
Mandaatbesluit algemeen bestuur aan dagelijks bestuur stadsdeel Nieuw-WestMandaatbesluit algemeen bestuur aan dagelijks bestuur stadsdeel Nieuw-West
Het algemeen bestuur besluit:
1. aan het dagelijks bestuur respectievelijk mandaat, ondermandaat en ondermachtiging te verlenen voor het uitoefenen van de bevoegdheden die zijn opgenomen in de bij dit besluit behorende ‘mandaatregister 27 maart 2014';
2. te bepalen dat het dagelijks bestuur bevoegd is aan anderen ondermandaat en ondermachtiging te verlenen van de aan hem gemandateerde en onder-gemandateerde bevoegdheden en verleende ondermachtigingen;
3. Mandaat te verlenen aan het dagelijks bestuur voor een juiste besteding en beheersing van de bij besluit van de gemeenteraad van 13 februari 2014 aan de bestuurscommissies toebedeelde budgetten 2014 voor de bestuurscommissies per programma, welke zijn gebaseerd op de stadsdeelbegrotingen en deel uitmaken van de gemeentebegroting 2014, gecorrigeerd voor de verandering in de verdeling van bevoegdheden en taken zoals uitgewerkt in de bij het bedoelde raadsbesluit behorende nota ‘vaststellen budgetten 2014' naar de omvang van de budgetten voor de periode 19 maart - 31 december 2014 zoals vastgesteld op de bedragen zoals vermeld in kolom 8 van bijlage 1b van genoemde nota;
4. te bepalen dat dit besluit met terugwerkende kracht tot 19 maart 2014 in werking treedt;
5. dat het algemeen bestuur deze mandaatsregeling in de vergadering van januari 2015 opnieuw agendeert om die te kunnen evalueren en eventueel gewijzigd vast te stellen.
Bijlage MANDAATREGISTER 6 december 2017
behorende bij het mandaatbesluit van het algemeen bestuur van de bestuurscommissie van het stadsdeel Nieuw-West d.d. 27 maart 2014
wijzigingen: 7 april 2014, 29 oktober 201, 24 juni 2015, 23 september 2015, 25 mei 2016, 14 september 2016, 23 november 2016, 6 december 2017
Inhoud
0. Algemene bevoegdheden 2
1. Gebiedsontwikkeling en ruimtelijk beheer 7
2. Openbare ruimte, groen en parken 18
3. Afval 25
4. Monumenten en archeologie 27
5. Wonen 31
6. Economie 34
7. Milieu en duurzaamheid 37
8. Wegen 41
9. Parkeren 43
10. Gemeentelijk vastgoed 44
11. Waterbeheer 45
12. Welzijn (incl. jongerenwerk) 45
13. Schuldhulpverlening 46
14. Maatschappelijke ondersteuning 47
15. Jeugdgezondheidszorg 47
16. Vrijwilligerswerk 47
17. Diversiteit en discriminatie 48
18. Kunst in de openbare ruimte en buurtgebonden cultuurinitiatieven 49
19. Sport 50
20. Wet op de lijkbezorging 51
21. Inspraak, initiatief en burgerparticipatie 52
22. Subsidieverlening 53
23. Vergunningverlening, toezicht en handhaving 55
24. Overige gemandateerde bevoegdheden 63
0 Algemene bevoegdheden
Nr |
Omschrijving bevoegdheid |
Grondslag |
Soort overdracht |
Bijzonderheden en beperkingen |
A.1 |
besluiten tot het aangaan van privaatrechtelijke rechtshandelingen van de Gemeente Amsterdam
|
art. 160, lid 1, aanhef en onder e, Gemeentewet
|
ondermandaat |
a. geldt niet voor het oprichten of deelneming in een rechtspersoon b. financiële dekking moet aanwezig zijn in de vorm van een daarvoor bestemde begrotingspost c. het aangaan van de rechtshandeling moet voortvloeien uit de aan de bestuurscommissie expliciet opgedragen taken en bevoegdheden d. de rechtshandelingen vinden plaats binnen stedelijke kaders, dit betekent in elk geval in lijn met de nota inkopen en aanbesteden, de aanbestedings-instructies, de nota 10 wegen, het leningen- en garantiebeleid, de nota doelgericht op afstand 2. e. het aangaan van een rechtshandeling heeft betrekking op het verhaal van kosten van de grondexploitatie bij een ruimtelijk besluit, als bedoeld in artikel 6.24 Wro.
|
A.2
|
verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen (waaronder het ondertekenen van overeenkomsten)
|
art. 171 Gemeente-wet |
n.v.t |
Vz heeft volmacht van burgemeester voor verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen voortvloeiend uit de bevoegdheid bij nr. A.1 |
A.3 |
beslissen op aansprakelijkstellingen van derden
|
art. 160, lid 1, aanhef en onder e, Gemeentewet
|
ondermandaat |
|
A.4 |
besluiten om een derde aansprakelijk te stellen, in gebreke te stellen in het kader van een door de bestuurscommissie ingestelde (rechts-) vordering, voor zover deze vordering, aansprakelijkstelling, ingebrekestelling betrekking heeft op de taken en bevoegdheden van de bestuurscommissie
|
art. 160, lid 1, aanhef en onder e, Gemeentewet
|
ondermandaat |
|
A.5 |
besluiten die betrekking hebben op bestuursrechtelijke geldschulden, voor zover deze betrekking hebben op de taken en bevoegdheden van de bestuurscommissie
|
titel 4.4 Awb |
mandaat |
|
A.6 |
beslissen op ingebrekestellingen wegens het niet tijdig beslissen, voor zover dit betrekking heeft op de taken en bevoegdheden van de bestuurscommissie
|
paragraaf 4.1.3.2 Awb |
mandaat |
|
A.7 |
behandelen en afdoen van klachten als bedoeld in in titel 9.1 Awb, voor zover die betrekking hebben op een aangelegenheid opgenomen in de takenlijst en het bevoegdhedenregister
|
titel 9.1 Awb |
ondermachtiging |
de ondermachtiging omvat niet de verantwoordelijkheid voor een zorgvuldige klachtbehandeling. De kaders voor zorgvuldige klachtbehandeling worden vastgesteld in een stedelijke regeling
|
A.8 |
vervallen
|
vervallen |
vervallen |
vervallen |
A.9 |
Vervangen door reproducties, en vervreemden van archiefbescheiden en opmaken van een verklaring van vervanging door reproducties, en vervreemding van archiefbescheiden
|
art. 7, 8, eerste en tweede lid, Archiefwet art. 6, eerste en tweede lid, 7, eerste en tweede lid, 8, Archiefbesluit
|
ondermandaat |
mandaat is beperkt tot de archiefbescheiden die zien op de taken en bevoegdheden van de bestuurscommissies |
A.10 |
overbrengen en vervroegd overbrengen van archiefbescheiden naar de gemeentelijke archiefbewaarplaats en het opmaken van een verklaring van overbrenging
|
art. 12, eerste lid, art. 13, eerste lid, Archiefwet en art. 8, 9, eerste, tweede en derde lid, Archiefbesluit
|
ondermandaat |
mandaat is beperkt tot de archiefbescheiden die zien op de taken en bevoegdheden van de bestuurscommissies |
A.11 |
verzoeken om een machtiging van Gedeputeerde Staten om overbrenging naar de gemeentelijke archiefbewaarplaats op te schorten
|
art. 13, derde en vierde lid, Archiefwet
|
ondermandaat |
mandaat is beperkt tot de archiefbescheiden die zien op de taken en bevoegdheden van de bestuurscommissies |
A.12 |
opmaken van een verklaring van vernietiging van archiefbescheiden
|
art. 8, Archiefbesluit
|
ondermandaat |
mandaat is beperkt tot de archiefbescheiden die zien op de taken en bevoegdheden van de bestuurscommissies |
A.13 |
stellen van beperkingen aan de openbaarheid van archiefbescheiden
|
art. 15, eerste en tweede lid en art. 16, tweede lid, Archiefwet en art. 10, Archiefbesluit
|
ondermandaat |
mandaat is beperkt tot de archiefbescheiden die zien op de taken en bevoegdheden van de bestuurscommissies |
A.14 |
overdragen van archiefbescheiden van een organisatie-onderdeel aan een ander organisatie-onderdeel
|
art. 4, onder d, van het Besluit informatie-beheer 2010
|
ondermandaat |
mandaat is beperkt tot de archiefbescheiden die zien op de taken en bevoegdheden van de bestuurscommissies |
A.15* |
besluiten om tegen een uitspraak van de bestuursrechter hoger beroep dan wel incidenteel hoger beroep in te stellen, incl. het indienen van een verzoek om een voorlopige voorziening te treffen (inzake besluiten die op grond van een gedelegeerde bevoegdheid zijn genomen)
|
art. 8: 104, lid 2 Awb; art. 8:110, lid 1 AWb |
mandaat |
* (was A.9) |
A.16* |
vertegenwoordigen van het algemeen bestuur bij procedures bij de bestuursrechter waarbij besluiten aan de orde zijn die op grond van een gedelegeerde bevoegdheid zijn genomen
|
|
machtiging |
* (was A.10) |
A.17* |
beslissen op verzoeken om verstrekking van informatie m.b.t. bestuurlijke aangelegenheden als bedoeld in art. 6 Wet openbaarheid van bestuur voor zover die betrekking hebben op de in dit bevoegdhedenregister opgenomen bevoegdheden
|
art. 6 Wob |
mandaat |
*(was A.11) |
A.18* |
beslissen inzake het uit eigen beweging verstrekken van informatie m.b.t. bestuurlijke aangelegenheden zoals bedoeld in art. 8 Wet openbaarheid van bestuur, voor zover die betrekking hebben op
|
art. 8 Wob |
mandaat |
*(was A.12) |
A.19* |
beslissen op bezwaarschriften tegen in ondermandaat van het DB genomen besluiten, gebaseerd op een aan het AB gedelegeerde of gemandateerde bevoegdheid
|
art. 7:11 Awb |
mandaat/ondermandaat |
*(was A.13) a) behandeling vindt plaats overeenkomstig de Verordening behandeling bezwaar- en beroepschriften. b) in geval het dagelijks bestuur afwijkend op een advies heeft besloten, stelt zij het algemeen bestuur op de hoogte van dit besluit. |
1. Gebiedsontwikkeling en ruimtelijk beheer
Algemene beperkingen:
- 1.
Mandaat en ondermandaat geldt niet voor stedelijke gebieden, projecten en belangen, zoals nader aangegeven op bij dit register behorende kaart nr. 1.
- 2.
Mandaat en ondermandaat is beperkt tot projecten tot maximaal € 5 miljoen (investering of opbrengst waarbij de hoogste maatgevend is) dan wel tot projecten waarvan de voorbereiding en uitvoering bij afzonderlijk besluit aan de bestuurscommissie is toebedeeld (minder complexe projecten).
- 3.
Als op grond van onderdeel 7 (Milieu en duurzaamheid) de bevoegdheden o.g.v. de Wabo en milieuregelgeving bij het college blijven, dan blijven de bevoegdheden genoemd in de onderdelen B.12 tot en met B.17 ook bij het college en vindt er dus ook geen mandaatverlening plaats aan het DB
- 4.
Ingeval van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1, lid 1, artikel 2.10 en artikel 2.12, eerste lid, aanhef en onder a, onder 3º Wabo (projectafwijkingsbesluit) blijven de bevoegdheden genoemd onder B.12 tot en met B.17 ook bij het college en vindt er dus geen mandaatverlening plaats aan het DB.
- 5.
Mandaat en ondermandaat geldt niet als de vergunningverlening betrekking heeft op tunnels.
Nr |
Omschrijving bevoegdheid |
Grondslag |
Soort overdracht |
Bijzonderheden en beperkingen |
B.1
|
doen van een kennisgeving van het voornemen een bestemmingsplan voor te bereiden
|
art. 1.3.1, lid 1 Besluit ruimtelijke ordening
|
ondermandaat |
|
B.2
|
plegen van vooroverleg
|
art. 3.1.1, lid 1 Besluit ruimtelijke ordening
|
ondermandaat |
|
B.3 |
plegen van vooroverleg i.v.m. voorbereiden van het vaststellen van een wijzigingsplan
|
art. 3.9a Wet ruimtelijke ordening, art. 3.1.1, lid 1 Besluit ruimtelijke ordening
|
ondermandaat |
|
B.4 |
plegen van vooroverleg i.v.m. voorbereiden van het vaststellen van een uitwerkingsplan
|
art. 3.9a Wet ruimtelijke ordening, art. 3.1.1, lid 1 Besluit ruimtelijke ordening
|
ondermandaat |
|
B.5 |
besluiten tot het stellen van nadere eisen
|
art. 3.6, lid 1, aanhef en onder d en lid 4 Wet ruimtelijke ordening
|
mandaat |
|
B.6 |
beslissen tot het toepassen van de coördinatieregeling
|
art. 3.30, lid 2 en lid 3 en art. 3.31 Wet ruimtelijke ordening
|
mandaat/ ondermandaat
|
soort overdracht is afhankelijk van en volgt de bevoegdheid van de te coördineren bevoegdheden
Voor zover een van de te coördineren besluiten een bestemmingsplan, wijzigingsplan, uitwerkingsplan of omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1, lid 1, artikel 2.10 en artikel 2.12, eerste lid, aanhef en onder a, onder 3º Wabo (projectafwijkingsbesluit) betreft, heeft mandaat uitsluitend betrekking op: * de beslissing om de coördinatieregeling toe te passen * beslissingen en handelingen die samenvallen/samenlopen met beslissingen in het kader van de voorbereiding van het bestemmingsplan, wijzigings- en uitwerkingsplan en projectafwijkijkings-besluit
|
B.7
|
beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van een vergoeding voor planschade (incl. sluiten van een overeenkomst)
|
art. 6.1 (m.u.v. het bepaalde onder lid 2, aanhef en onder a) en 6.4a Wet ruimtelijke ordening, art. 6.1.3.1 en 6.1.3.2 Besluit ruimtelijke ordening
|
mandaat |
mandaat geldt alleen als het schadeveroorzakend besluit door de bestuurscommissie genomen is |
B.8 |
verbinden voorschriften exploitatiebijdrage aan omgevingsvergunning en stellen termijn exploitatiebijdrage
|
art. 6.17 Wet ruimtelijke ordening |
mandaat |
mandaat geldt alleen als de omgevingsvergunning door de bestuurscommissie is verleend |
B.9 |
stilleggen bouw bij niet voldoen betalen exploitatiebijdrage
|
art. 6.21, lid 1, Wet ruimtelijke ordening
|
mandaat |
mandaat geldt alleen als de omgevingsvergunning door de bestuurscommissie is verleend
|
B.10 |
invorderen exploitatiebijdrage bij dwangbevel
|
art. 6.21, lid 2, Wet ruimtelijke ordening
|
mandaat |
mandaat geldt alleen als de omgevingsvergunning door de bestuurscommissie is verleend
|
B.11 |
geheel of gedeeltelijk intrekken van een omgevingsvergunning bij niet betalen van exploitatiebijdrage
|
art. 6.21, lid 3, Wet ruimtelijke ordening |
mandaat |
mandaat geldt alleen als de omgevingsvergunning door de bestuurscommissie is verleend
|
B.11a
|
het opnemen van de in artikel 6.24 Wro genoemde bepalingen in (anterieure en posterieure) overeenkomsten; het publiceren van de kennisgeving van de overeenkomst; het ter inzage leggen van een zakelijke beschrijving van de inhoud van de overeenkomst. |
art. 6.24 Wet ruimtelijke ordening en art. 6.2.12 Besluit ruimtelijke ordening |
ondermandaat en -machtiging |
|
B.12 |
beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van een omgevingsvergunning voor het bouwen van een bouwwerk (incl. weigeren, wijzigen, stellen van voorschriften, aanhouden beslissing, overdracht, verlengen beslistermijn en alle voorbereidende en uitvoerende besluiten)
|
art. 2.1, lid 1, aanhef en onder a, art. 2.5, art. 2.6, art. 2.20, lid 1, art. 2.22, art. 2.23, art. 2.24, 2.25, lid 3, art. 2.26, art. 2.29, art. 2.31, art. 3.1 t/m 3.6, art. 3.8, art. 3.9, art. 3.10, art. 3.11, art. 3.12, art. 3.15 Wabo |
mandaat |
|
B.13 |
beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden, in gevallen waarin dat bij een bestemmingsplan, beheersverordening, exploitatieplan of voorbereidingsbesluit is bepaald (incl. weigeren, wijzigen, stellen van voorschriften, aanhouden beslissing, overdracht, verlengen beslistermijn en alle voorbereidende en uitvoerende besluiten)
|
art. 2.1, lid 1, aanhef en onder b, art. 2.5, art. 2.6, art. 2.20, lid 1, art. 2.22, art. 2,23, art. 2.24, 2.25, lid 3, art. 2.26, art. 2.29, art. 2.31, art. 3.1 t/m 3.6, art. 3.8, art. 3.9, art. 3.10, art. 3.11, art. 3.12, art. 3.15 Wabo
|
mandaat |
|
B.14 |
beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van een omgevingsvergunning voor het gebruiken van gronden en bouwwerken in strijd met een bestemmingsplan, een beheersverordening, een exploitatieplan, de regels gesteld krachtens art. 4.1, lid 3 of art. 4.3, lid 3 van de Wet ruimtelijke ordening of een voorbereidingsbesluit voor zover toepassing is gegeven aan art. 3.7, lid 4, tweede volzin, van die wet (incl. weigeren, wijzigen, stellen van voorschriften, aanhouden beslissing, overdracht, verlengen beslistermijn en alle voorbereidende en uitvoerende besluiten)
|
art. 2.1, lid 1, aanhef en onder c, art. 2.5, art. 2.6, art. 2.12, art. 2.20, lid 1, art. 2.22, art. 2.23. art. 2.24, art. 2.26, art. 2.29, art. 2.31, art. 3.1 t/m 3.6, art. 3.8, art. 3.9, art. 3.10, art. 3.11, art. 3.12, art. 3.15 Wabo |
mandaat |
mandaat geldt niet als sprake is van een aanvraag voor het verkrijgen van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1, lid 1, artikel 2.10 en artikel 2.12, eerste lid, aanhef en onder a, onder 3º Wabo (projectafwijkingsbesluit) (dan is sprake van een collegebevoegdheid)
|
B.15 |
beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van een omgevingsvergunning voor het in gebruik nemen of gebruiken van een bouwwerk met het oog op de brandveiligheid bij algemene maatregel van bestuur aangewezen categorieën gevallen (brandveilig gebruik) (incl. weigeren, wijzigen, stellen van voorschriften, aanhouden beslissing, overdracht, verlengen beslistermijn en alle voorbereidende en uitvoerende besluiten)
|
art. 2.1, lid 1, aanhef en onder d, art. 2.5, art. 2.6, art. 2.20, lid 1, art. 2.22, art. 2.23, art. 2.24, 2.25, lid 3, art. 2.26, art. 2.29, art. 2.31, art. 3.1 t/m 3.6, art. 3.8, art. 3.9, art. 3.10, art. 3.11, art. 3.12, art. 3.15 Wabo
|
mandaat |
|
B.16 |
beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van een omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk in gevallen waarin dat in een bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald (incl. weigeren, wijzigen, stellen van voorschriften, aanhouden beslissing, overdracht, verlengen beslistermijn en alle voorbereidende en uitvoerende besluiten)
|
art. 2.1, lid 1, aanhef en onder g, art. 2.5, art. 2.6, art. 2.20, lid 1, art. 2.22, art. 2.23, art. 2.24, art. 2.25, lid 3, art. 2.26, art. 2.29, art. 2.31, art. 3.1 t/m 3.6, art. 3.8, art. 3.9, art. 3.10, art. 3.11, art. 3.12, art. 3.15 Wabo jo art. 21 Erfgoedverordening
|
mandaat |
|
B.16a |
beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van een omgevings-vergunning voor het slopen van een bouwwerk in een beschermd stads- of dorpsgezicht (incl. weigeren, wijzigen, stellen van voorschriften, aanhouden beslissing, overdracht, verlengen beslistermijn en alle voorbereidende en uitvoerende besluiten)
|
art. 2.1, lid 1, aanhef en onder h, art. 2.5, art. 2.6, art. 2.20, lid 1, art. 2.22, art. 2.23, art. 2.24, art. 2.25, lid 3, art. 2.26, art. 2.29, art. 2.31, art. 3.1 t/m 3.6, art. 3.8, art. 3.9, art. 3.10, art. 3.11, art. 3.12, art. 3.15 Wabo |
mandaat |
|
B.16b |
beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van een omgevings-vergunning voor het slopen van een bouwwerk in een beschermd stads- of dorpsgezicht (incl. weigeren, wijzigen, stellen van voorschriften, aanhouden beslissing, overdracht, verlengen beslistermijn en alle voorbereidende en uitvoerende besluiten)
|
art. 2.2, lid 1, aanhef en onder c, art. 2.5, art. 2.6, art. 2.20, lid 1, art. 2.22, art. 2.23, art. 2.24, art. 2.25, lid 3, art. 2.26, art. 2.29, art. 2.31, art. 3.1 t/m 3.6, art. 3.8, art. 3.9, art. 3.10, art. 3.11, art. 3.12, art. 3.15 Wabo juncto art. 21 Erfgoedverordening 2013
|
mandaat |
|
B.16c |
beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van een omgevings-vergunning voor het maken, hebben of veranderen van een uitweg of het gebruik daarvan te veranderen (incl. weigeren, wijzigen, stellen van voorschriften, aanhouden beslissing, overdracht, verlengen beslistermijn en alle voorbereidende en uitvoerende besluiten)
|
art. 2.2, lid 1, aanhef en onder e, art. 2.5, art. 2.6, art. 2.20, lid 1, art. 2.22, art. 2.23, art. 2.24, art. 2.25, lid 3, art. 2.26, art. 2.29, art. 2.31, art. 3.1 t/m 3.6, art. 3.8, art. 3.9, art. 3.10, art. 3.11, art. 3.12, art. 3.15 Wabo juncto art. 3 garageveror-dening
|
mandaat |
mandaat geldt niet als sprake is van een aanvraag voor het verkrijgen van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1, lid 1, artikel 2.10 en artikel 2.12, eerste lid, aanhef en onder a, onder 3º Wabo (projectafwijkingsbesluit) (dan is sprake van een collegebevoegdheid)
|
B.16d |
afhandelen van een sloopmelding en stellen en wijzigen van voorschriften. college delegatie AB |
art. 1.27 t/m 1.30 Bouwbesluit 2012
|
mandaat |
|
B.17 |
vervallen |
vervallen |
vervallen |
Vervallen
|
B.18 |
intrekken van een omgevingsvergun-ning
|
art. 2.33, art. 3.23 Wabo |
mandaat |
mandaat geldt alleen als de omgevingsvergunning door de bestuurscommissie is verleend
|
B.19 |
beslissen tot het nemen van verhaal op de krachtens art. 4.1 Wabo gestelde financiële zekerheid bij niet-nakoming verplichting (incl. invorderen bij dwangbevel)
|
art. 4.1, lid 3 Wabo |
mandaat |
mandaat geldt alleen als de omgevingsvergunning door de bestuurscommissie is verleend |
B.20 |
beslissen op verzoeken tot toekennen van een naar billijkheid te bepalen vergoeding in de gevallen genoemd in art. 4.2, lid 1 Wabo
|
art. 4.2 Wabo |
mandaat |
mandaat geldt alleen als de omgevingsvergunning door de bestuurscommissie is verleend |
B.20a |
afhandelen gebruiksmelding alsmede stellen en wijzigen nadere voorwaarden
|
art. 1.20 t/m 1.22 Bouw-besluit 2012 |
mandaat |
mandaat geldt alleen als de omgevingsvergunning door de bestuurscommissie is verleend |
B.21 |
beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van een ontheffing geluidhinder bij bouw- en sloopwerkzaam-heden
|
hoofdstuk 8 Bouwbesluit 2012 |
mandaat |
mandaat geldt alleen als de omgevingsvergunning door de bestuurscommissie is verleend |
B.22 |
beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van een ontheffing trillingshinder bij bouw- en sloopwerkzaamheden
|
hoofdstuk 8 Bouwbesluit 2012 |
mandaat |
mandaat geldt alleen als de omgevingsvergunning door de bestuurscommissie is verleend |
B.23 |
beslissen dat het uiterlijk van de bouwwerken genoemd in artikel 12, lid 1, aanhef en onder a en b in ernstige mate in strijd is in met redelijke eisen van welstand, beoordeeld naar de criteria opgenomen in de welstandsnota, bedoeld in artikel 12, eerste lid, 12a, eerste lid, onderdeel b Woningwet |
art. 12, lid 1, en 12a, eerste lid, onderdeel b Woningwet
|
mandaat |
|
B.24
|
beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van een ontheffing van in het Bouwbesluit gegeven voorschriften omtrent het slopen of het uitvoeren van bouw- of sloopwerkzaamheden, voor zover dat bij of krachtens Bouwbesluit is toegestaan
|
art. 6, lid 2, art. 2, lid 2 en 3 Woningwet
|
mandaat |
mandaat geldt alleen als de omgevingsvergunning door de bestuurscommissie is verleend
|
B.25
|
verlenen van de verklaring (als bedoeld in art. 2.4 Wabo) waarin wordt verklaard dat de omgevingsvergunning voor bouwen wordt verleend als de ontheffing van het Bouwbesluit door de minister wordt verleend
|
art. 7, lid 2 Woningwet |
mandaat |
mandaat geldt alleen als de omgevingsvergunning door de bestuurscommissie is verleend
|
B.26
|
het bij omgevingsvergunning expliciet toestaan een bouwwerk te bouwen, dan wel deel daarvan in stand te laten voor zover daarbij niet wordt voldaan aan de op dat bouwen van toepassing zijnde voorschriften in de Bouwverordening omtrent het tegengaan van het bouwen van een bouwwerk op verontreinigde bodem alsmede de bouwverordening kan voorschriften bevatten van steden-bouwkundige aard.
|
art. 7b, lid 1 en 2 art 8, lid 2 en lid 5 Woningwet
|
mandaat |
mandaat geldt alleen als de omgevingsvergunning door de bestuurscommissie is verleend
|
B.27 |
vervallen |
vervallen |
vervallen |
vervallen |
B.28 |
vaststellen standplaatsen en ligplaatsen en afbakenen panden, verblijfsobjecten, standplaatsen en ligplaatsen
|
art. 6, lid 2 en lid 3 Wet basisregistraties adressen en gebouwen (BAG) en art. 4, lid 1, aanhef en onder c, Verordening op de vastgoed-registratie Amsterdam 2011
|
mandaat |
Bevoegdheid van de bestuurscommissie en mandaat aan het DB inzake panden en verblijfsobjecten geldt alleen als de omgevingsvergunning door de bestuurscommissie is verleend
|
B.29 |
vervallen
|
vervallen
|
vervallen |
vervallen |
B.30 |
aanwijzingen geven voor het aanbrengen van naamborden
|
art. 5 Verordening op de vastgoed- registratie Amsterdam 2011
|
mandaat |
|
B.31 |
aanwijzingen geven voor het aanbrengen van (huis)nummerborden op objecten door rechthebbenden
|
art. 6 Verordening op de vastgoed-registratie Amsterdam 2011
|
mandaat |
|
B.32 |
vaststellen van ontwerpen voor de (her)inrichting van de openbare ruimte (waaronder een programma van eisen, voor zover de vaststelling van deze plannen een feitelijke handeling betreft |
|
machtiging |
De machtiging is beperkt tot die gevallen waarin de uitvoering aan de bestuurscommissies is opgedragen; Het algemeen bestuur geeft middels een piep-systeem1 aan over het ontwerp voor de herinrichting te willen besluiten; Indien de voorgestelde herinrichting van de openbare ruimte afwijkt van de vastgestelde kaders, zal dit worden voorgelegd aan het algemeen bestuur. 1Ten behoeve hiervan ontvangt de bestuurscommissie het definitief ontwerp via de e-mail, indien minimaal drie leden binnen één week bij de bestuursondersteuning aangeven het te willen bespreken zal de definitieve besluitvorming via het algemeen bestuur verlopen. (Ab-besluit 2014/int/1543 26-11-2014) |
2. Openbare ruimte, groen en parken
Algemene beperking: mandaat is beperkt tot situaties die zich geheel binnen de grenzen van een stadsdeel voordoen
Nr |
Omschrijving bevoegdheid |
Grondslag |
Soort overdracht |
Bijzonderheden en beperkingen |
C.4 |
beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van een omgevings-vergunning voor het vellen of doen vellen van een houtopstand (incl. weigeren, wijzigen, stellen van voorschriften, aanhouden beslissing, overdracht, verlengen beslistermijn en alle voorbereidende en uitvoerende besluiten)
|
art. 2.2, lid 1, aanhef en onder g, art. 2.5, art. 2.6, art. 2.25, lid 3, art. 2.26, art. 2.29, art. 2.31, art. 3.1 t/m 3.6, art. 3.8, art. 3.9, art. 3.10, art. 3.11, art. 3.12, art. 3.15 Wabo juncto art. 3, eerste lid Bomenverordening 2014
|
mandaat |
a. zie algemene beperkingen nummer 3, 4 en 5 genoemd bij onderdeel 1. Gebiedsontwikkeling en ruimtelijk beheer b. mandaat geldt niet indien sprake is van een aanvraag voor het verkrijgen van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1, lid 1, artikel 2.10 en artikel 2.12, eerste lid, aanhef en onder a, onder 3º Wabo (projectafwijkingsbesluit) |
C.4a
|
alle overige besluiten ter uitvoering van de Bomenverordening, met uitzondering van de aanwijzing van toezichthouders
|
Bomenver-ordening 2014
|
mandaat |
|
C.5
|
beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van een ontheffing om voorwerpen aan te brengen boven of over de weg of vast te maken aan bomen of aan objecten die zijn bestemd voor of gebruikt worden ten behoeve van de openbare dienst
|
art. 4.2, lid 2, APV |
mandaat |
|
C.6 |
beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van een vergunning om voorwerpen of stoffen op, aan, in of boven de weg te plaatsen, aan te brengen, te hebben of te storten
|
art. 4.3, lid 1, APV |
mandaat |
|
C.7 |
het stellen van nadere regels en het aanwijzen van wegen en weggedeelten als bedoeld in art. 4.5 APV
|
art. 4.5, lid 2 en lid 3, APV |
Niet gemandateerd |
|
C.8 |
aanwijzen van aanplakobjecten voor het aanbrengen van meningsuitingen die geen reclame zijn; stellen van nadere regels voor het gebruik van de aangewezen aanplakobjecten
|
art. 4.8, lid 1 en lid 4, APV |
Niet gemandateerd |
|
C.9 |
1. beoordelen van mededelingen inzake de toelaatbaarheid van reclame aan 2. onroerende zaken; stellen van nadere regels over de toelaatbaarheid van reclame aan roerende zaken; 3. vaststellen van de vereisten waaraan een mededeling moet voldoen
|
art. 4.10 APV |
1. mandaat
2. niet geman-dateerd
3. niet geman-dateerd
|
|
C.10 |
beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van een ontheffing voor het maken van reclame op of aan de weg
|
art. 4.11, lid 3, APV |
mandaat |
|
C.11 |
beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van een ontheffing voor het verspreiden van voorwerpen voor reclamedoeleinden
|
art. 4.12, lid 2, APV |
mandaat |
|
C.12 |
beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van een ontheffing voor werkzaamheden op of in de weg
|
art. 4.13, lid 2, APV |
mandaat |
|
C.13 |
aangeven van de afmetingen waarbinnen beplantingen op of in de weg moeten worden teruggebracht
|
art. 4.14, lid 2, APV |
mandaat |
|
C.14 |
beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van een ontheffing voor het parkeren van voertuigen van autobedrijven e.d.
|
art. 4.20, lid 2, APV |
mandaat |
|
C.15 |
1. aanwijzen van weg of weggedeelten waarop het verboden is voertuigen te koop aan te bieden; 2. beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van een ontheffing voor het te koop aanbieden van voertuigen
|
art. 4.21, lid 2 en 3, APV |
1. niet man-dateren
2. mandaat |
|
C.16 |
beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van een ontheffing voor het parkeren van reclamevoertuigen
|
art. 4.23, lid 2, APV |
mandaat |
|
C.17 |
beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van een ontheffing voor het parkeren van grote voertuigen
|
art. 4.24, lid 3, APV |
mandaat |
|
C.18 |
beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van een ontheffing voor het parkeren van caravans e.d.
|
art. 4.25, lid 2, APV |
mandaat |
|
C.19 |
1 uitoefenen bevoegdheden inzake het parkeren van fietsen, bromfietsen en gehandicapten-voertuigen
2 aanwijzen van gebieden waarin fietsen of bromfietsen uitsluitend in een daarvoor bestemde voorziening mogen worden geparkeerd
|
1 art. 4.27, lid 1, 2 en 4 APV
2 art. 4.27, lid 3, APV |
1. mandaat
2. Niet gemandateerd |
Beperking NS-stations vervallen mandaat geldt vanaf 1 januari 2015 in ieder geval niet voor gebieden bij NS-stations |
C.20 |
beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van een vergunning voor het gebruik van explosieven
|
art. 5.4, lid 1, APV |
mandaat |
|
C.21 |
beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van een ontheffing voor veroorzaken hinder door toestellen, geluidsapparatuur en machines in werking te hebben of andere handelingen te verrichten
|
art. 5.5, lid 2, APV |
mandaat |
|
C.22
|
aanwijzen van ten hoogste twaalf dagen of delen van dagen per kalenderjaar waarop de in het Activiteitenbesluit opgenomen lichthindervoorschriften ten behoeve van incidentele festiviteiten en activiteiten binnen een inrichting voor sportactiviteiten niet van toepassing zijn |
art. 5.6, lid 3 onder b, APV |
n.v.t. |
Is door burgemeester gemandateerd aan Vz
mandaat heeft uitsluitend betrekking op inrichtingen in de zin van art. 1.1, vierde lid Wet milieubeheer, die op 1 januari 2013 niet behoren tot een categorie van inrichtingen waarvoor een vergunning is benodigd op grond van artikel 2.1 lid 1 onder e Wabo. |
C.22a |
aanwijzen van ten hoogste twee dagen of delen van dagen per kalenderjaar waarop de in het Activiteitenbesluit opgenomen geluidsvoorschrifte n ten behoeve van incidentele festiviteiten binnen een inrichting voor horeca-activiteiten niet van toepassing zijn. |
art. 5.6, lid 2 onder c, APV |
n.v.t. |
Is door burgemeester gemandateerd aan Vz
|
C.22b |
aanwijzen van ten hoogste twaalf dagen of delen van dagen per kalenderjaar waarop de in het Activiteitenbesluit opgenomen geluidsvoorschrifte n ten behoeve van incidentele festiviteiten binnen een inrichting voor sport- en recreatieinrichtingen niet van toepassing zijn. |
art. 5.6 lid 2 onder d, APV |
n.v.t. |
Is door burgemeester gemandateerd aan Vz
mandaat heeft uitsluitend betrekking op inrichtingen in de zin van art. 1.1, vierde lid Wet milieubeheer, die op 1 januari 2013 niet behoren tot een categorie van inrichtingen waarvoor een vergunning is benodigd op grond van artikel 2.1 lid 1 onder e Wabo |
C.23 |
1. aanwijzen van plaatsen waar met een motorvoertuig of een bromfiets een wedstrijd mag worden gehouden; 2. stellen van regels over het gebruik van de onder punt 1 bedoelde plaatsen
|
art. 5.8, lid 2, APV |
Niet gemandateerd |
|
C.24 |
1. aanwijzen van groenvoorzieningen waarin het verboden is zich daarin te bevinden; 2. beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van een ontheffing voor gebruik groen-voorzieningen
|
art. 5.9, lid lid 2 en lid 5, APV
|
1. mandaat
2. mandaat |
|
C.25 |
aanwijzen van plaatsen waarop de opruimplicht voor uitwerpselen van honden niet van kracht is
|
art. 5.12, lid 2, onder a, APV |
Niet gemandateerd |
|
C.26 |
aanwijzen van plaatsen waar het aanlijngebod voor honden niet van kracht is
|
art. 5.13, lid 3, APV |
Niet gemandateerd |
|
C.27 |
aanwijzen van plaatsen waar het verboden is voor honden
|
art. 5.14 APV |
Niet gemandateerd |
|
C.28 |
beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van een ontheffing voor de verkoop van duivenvoer
|
art. 5.16, lid 3, APV |
mandaat |
|
C.29 |
beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van een vergunning voor het uitvoeren van werkzaamheden in de openbare ruimte (incl. aanhouden, intrekken en overschrijven)
|
art. 8, lid 1, art. 9, art. 14. art. 19 en art. 21 Verorde-ning werken in de open-bare ruimte |
mandaat |
mandaat geldt niet als de openbare ruimte betrekking heeft op het hoofdnet auto of het hoofdnet rail
|
C.30 |
beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van een instemmingsbesluit voor het uitvoeren van werkzaamheden in of op openbare gronden in verband met de aanleg, instandhouding of opruiming van kabels
|
art. 5.4, lid 1, aanhef en onder b, Telecom-municatiewet |
mandaat |
mandaat geldt niet als de openbare ruimte betrekking heeft op het hoofdnet auto of het hoofdnet rail
|
C.31 |
1. aanwijzen van wegen waarop het verboden is zich op of aan de weg op te houden met het kennelijke doel anderen te bewegen een abonnement te nemen op een krant, blad of andere publicatie, een steunver-klaring te geven, om lid of donateur te worden van een organisatie of om deel te nemen aan een onderzoek of enquête; 2. beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van een ontheffing voor het aanbieden van diensten op de openbare weg
|
art. 2.50, lid 3 en lid 4 APV |
1. niet geman-dateerd
2. mandaat |
|
3. Afval
Nr |
Omschrijving bevoegdheid |
Grondslag |
Soort overdracht |
Bijzonderheden en beperkingen |
D.1 |
besluiten dat inzameling van huishoudelijke afvalstoffen nabij elk perceel plaatsvindt
|
art. 4, lid 2 Afvalstoffen-verordening 2009 |
Niet gemandateerd |
|
D.2 |
besluiten dat huishoudelijke afvalstoffen minder vaak dan 1 keer per week worden ingezameld
|
art. 4, lid 3 Afvalstoffen-verordening 2009 |
Niet gemandateerd |
|
D.3 |
aanwijzen met behulp van welk al dan niet van gemeentewege verstrekt inzamelmiddel of met behulp van welke inzamelvoorziening de inzameling van een bepaalde categorie huishoudelijke afvalstoffen ten behoeve van de gebruiker van een perceel plaatsvindt
|
art. 4, lid 4 Afvalstoffen-verordening 2009 |
Niet gemandateerd |
|
D.4 |
stellen van regels omtrent het gebruik van een van gemeentewege verstrekt inzamelmiddel
|
art. 8, lid 3 Afvalstoffen-verordening 2009 |
Niet gemandateerd |
|
D.5 |
stellen van regels omtrent de plaats en wijze waarop huishoudelijke afvalstoffen moeten worden aangeboden
|
art. 8, lid 4 Afvalstoffen-verordening 2009 |
Niet gemandateerd |
|
D.6 |
vaststellen van de dagen en tijden waarop categorieën huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling mogen worden aangeboden
|
art. 9, lid 1 Afvalstoffen-verordening 2009 |
Niet gemandateerd |
|
D.7 |
stellen van regels omtrent het in bijzondere gevallen ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen aan de inzameldienst of andere inzamelaars
|
art. 10, lid 1 Afvalstoffen-verordening 2009 |
Niet gemandateerd |
|
D.8 |
stellen van regels omtrent de dagen, tijden, wijzen en plaatsen waarop de krachtens artikel 13 aangewezen bedrijfsafvalstoffen aan de inzameldienst ter inzameling kunnen worden aangeboden
|
art. 14, lid 3 Afvalstoffen-verordening 2009 |
Niet gemandateerd |
|
4. Monumenten en archeologie
Algemene beperking:als op grond van onderdeel 7 (Milieu en duurzaamheid) de bevoegdheden o.g.v. de Wabo en milieuregelgeving bij het college blijven, dan blijven de bevoegdheden genoemd in dit onderdeel ook bij het college en vindt er dus ook geen mandaatverlening plaats aan het DB
Nr |
Omschrijving bevoegdheid |
Grondslag |
Soort overdracht |
Bijzonderheden en beperkingen |
E.1 |
beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van een omgevings-vergunning voor het verstoren, verplaatsen of in enig opzicht wijzigen van een beschermd monument of het herstellen, gebruiken of laten gebruiken van een beschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar wordt gebracht
|
art. 2.1, lid 1, aanhef en onder f, art. 2.5, art. 2.6, art. 2.25, lid 3, art. 2.26, art. 2.29, art. 2.31, art. 3.1 t/m 3.6, art. 3.8, art. 3.9, art. 3.10, art. 3.11, art. 3.12, art. 3.15 Wabo |
mandaat
|
b. zie algemene beperkingen nummer 3, 4 en 5 genoemd bij onderdeel 1. Gebiedsontwikkeling en ruimtelijk beheer c. mandaat geldt niet indien sprake is van een aanvraag voor het verkrijgen van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1, lid 1, artikel 2.10 en artikel 2.12, eerste lid, aanhef en onder a, onder 3º Wabo (projectafwijkingsbesluit)
|
E.2 |
beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van een omgevingsvergunning voor het verstoren, verplaatsen of in enig opzicht wijzigen van een gemeentelijk monument of het herstellen, gebruiken of laten gebruiken van een gemeentelijk monument op een dusdanige wijze waardoor het wordt ontsierd of de monumentale waarden in gevaar worden gebracht
|
art. 2.2, lid 1, aanhef en onder b, art. 2.5, art. 2.6, art. 2.25, lid 3, art. 2.26, art. 2.29, art. 2.31, art. 3.1 t/m 3.6, art. 3.8, art. 3.9, art. 3.10, art. 3.11, art. 3.12, art. 3.15 Wabo juncto art. 10 Erfgoedver-ordening Amsterdam |
mandaat |
a. zie algemene beperkingen nummer 3, 4 en 5 genoemd bij onderdeel 1. Gebiedsontwikkeling en ruimtelijk beheer b. mandaat geldt niet indien sprake is van een aanvraag voor het verkrijgen van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1, lid 1, artikel 2.10 en artikel 2.12, eerste lid, aanhef en onder a, onder 3º Wabo (projectafwijkingsbesluit) |
E.3 |
intrekken van een omgevingsvergunning voor het verstoren, verplaatsen of in enig opzicht wijzigen van een beschermd monument of gemeentelijke monument of het herstellen, gebruiken of laten gebruiken van een beschermd monument of gemeentelijk monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar wordt gebracht
|
art. 2.33 Wabo en art.14 Erfgoedver-ordening Amsterdam |
mandaat |
- zie algemene beperkingen nummer 3, 4 en 5 genoemd bij onderdeel 1. Gebiedsontwikkeling en ruimtelijk beheer - mandaat geldt niet indien sprake is van een aanvraag voor het verkrijgen van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1, lid 1, artikel 2.10 en artikel 2.12, eerste lid, aanhef en onder a, onder 3º Wabo (projectafwijkingsbesluit) |
E.4 |
toepassen van de artikelen 3:11 tot en met 3:17 van de Awb ten behoeve van een door de minister te nemen besluit op een aanvraag voor een vergunning voor het slopen, verstoren, verplaatsen of in enig opzicht wijzigen van een archeologisch monument dan wel een vergunning voor het herstellen, gebruiken of te laten gebruiken op een wijze, waardoor het archeologisch monument wordt ontsierd of in gevaar gebracht van een archeologisch monument
|
art. 14a Monumentenwet 1988 |
mandaat |
|
E.5 |
1) aanwijzen, intrekken en wijzigen van een aanwijzing van een gemeentelijk monument
2) voorbereiding besluit als bedoeld onder 1)
|
1) art. 3, lid 1, art. 8, lid 1 en art. 9, lid 1, Erfgoedver-ordening Amsterdam
2) Afd. 3.4 Awb |
1) Niet gemandateerd 2) mandaat |
2) Het mandaat geldt voor het opstellen van het ontwerpbesluit, behandeling zienswijze. Het AB beslist over het al dan niet nemen van een besluit tot aanwijzing, intrekken en wijzigen van een gemeentelijk monument. |
E.6 |
bepalen dat een beschrijving wordt opgesteld van het beoogde aan te wijzen gemeentelijk monument
|
art. 3, lid 4, Erfgoedver-ordening Amsterdam |
mandaat |
|
E.7 |
bepalen dat een gemeentelijk monument gedocumenteerd moet worden
|
art. 9, lid 5, Erfgoedver-ordening Amsterdam |
mandaat |
|
E.8 |
beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van nadeelcompensatie
|
art. Erfgoedver-ordening Amsterdam
|
mandaat |
|
E.9 |
aanwijzen van stads- en dorpsgezichten als gemeentelijk stads- en dorpsgezicht
|
art. 16 Erfgoedver-ordening Amsterdam |
Niet gemandateerd |
zie ook E.13 |
E.10 |
registreren van gemeentelijke stads- en dorpsgezichten op de lijst van gemeentelijke stads- en dorpsgezichten
|
art. 17 Erfgoedver-ordening Amsterdam |
mandaat |
|
E.11 |
wijzigen van de aanwijzing van gemeentelijke stads- en dorpsgezichten
|
art. Erfgoedver-ordening Amsterdam |
Niet gemandateerd |
|
E.12 |
intrekken van de aanwijzing van gemeentelijke stads- en dorpsgezichten
|
art. 19 Erfgoedver-ordening Amsterdam |
Niet gemandateerd |
|
E.13 |
reageren op een voornemen tot aanwijzing van stads- en dorpsgezichten als gemeentelijk stads- en dorpsgezicht of wijziging van een aanwijzing als gemeentelijk stads- en dorpsgezicht
|
art. 16 en 18 Erfgoedver-ordening Amsterdam |
mandaat |
zie ook E.9
|
E.14
|
het nemen van een selectiebesluit conform de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie
|
art. 24, lid 1 Erfgoedverordening Amsterdam |
ondermandaat |
de RVE Monumenten en Archeologie stelt vast of een archeologisch rapport (artikel 39, lid 2 van de Monumentenwet) voldoet aan de kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie en het Kwaliteitshandboek van de afdeling Archeologie van de RVE Monumenten en Archeologie. De RVE Monumenten en Archeologie stelt aan de hand van een archeologisch rapport ook het selectiebesluit op
|
E.15 |
het vaststellen van een programma van eisen conform de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie
|
art. 24, lid 3 Erfgoedverordening Amsterdam |
ondermandaat |
|
E.16
|
het vaststellen of een bouwhistorisch onderzoek of rapport voldoet aan de Richtlijnen Bouwhistorisch Onderzoek
|
art. 1, lid 1 en artikel 3, lid 4 Erfgoedverordening Amsterdam |
ondermandaat |
|
F. Wonen
Nr |
Omschrijving bevoegdheid |
Grondslag |
Soort overdracht |
Bijzonderheden en beperkingen |
F.1 |
beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van een onttrekkingsvergunning alsmede het overschrijven van een vergunning
|
art. 21, lid 1, onder a, Huisvestings-wet 2014 en hoofdstuk 3, afdeling I, paragrafen 1 tot en met 3 van de Huisvestingsverordening Amsterdam 2016 |
mandaat |
de bevoegdheid om te handhaven op grond van artikel 30 van de Huisvestingswet valt niet onder de bevoegdheid van de bestuurscommissie |
F.2 |
intrekken van een (tijdelijke) onttrek-kingsvergunning
|
art. 26 Huisvestings-wet 2014 en art. 3.3.3 van de Huisvestingsverordening Amsterdam 2016
|
mandaat |
|
F.3 |
vervallen
|
vervallen
|
Vervallen
|
Vervallen
|
F.4 |
beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van een samenvoegings-vergunning alsmede het overschrijven van een vergunning
|
art. 21, lid 1, onder b, Huisvestings-wet 2014 en hoofdstuk 3, afdeling I, paragrafen 1 tot en met 3 van de Huisvestingsverordening Amsterdam 2016
|
mandaat |
de bevoegdheid om te handhaven op grond van artikel 21 van de Huisvestingswet valt niet onder de bevoegdheid van de bestuurscommissie |
F.5 |
intrekken van een samenvoegings-vergunning
|
art. 26 Huis-vestingswet 2014 art. 3.3.3 van de Huisvestingsverordening Amsterdam 2016
|
mandaat |
|
F.6 |
beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van een omzettingsvergunning alsmede het overschrijven van een vergunning
|
art. 21, lid 1, onder c, Huis-vestingswet 2014 en hoofdstuk 3, afdeling I, paragrafen 1 tot en met 3 van de Huisvestingsverordening Amsterdam 2016 |
mandaat |
de bevoegdheid om te handhaven op grond van artikel 21 van de Huisvestingswet valt niet onder de bevoegdheid van de bestuurscommissie |
F.7 |
intrekken van een omzettingsvergunning
|
art. 26 Huis-vestingswet 2014 art. 3.3.3 van de Huisvestingsverordening Amsterdam 2016
|
mandaat |
|
F.8 |
beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van een vergunning voor woningvorming alsmede het overschrijven van een vergunning
|
art. 21, lid 1, onder d, van de Huisvestings- wet 2014 en hoofdstuk 3, afdeling I, paragrafen 1 tot en met 3 van de Huisvestingsverordening Amsterdam 2016
|
mandaat |
de bevoegdheid om te handhaven op grond van artikel 21 van de Huisvestingswet wordt niet gedelegeerd |
F.9 |
intrekken van een vergunning voor woningvorming
|
art. 26 Huis-vestingswet 2014 art. 3.3.3 van de Huisvestingsverordening Amsterdam 2016
|
mandaat |
|
F.10 |
beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van een splitsingsvergunning alsmede het overschrijven van een vergunning
|
art. 22 Huisvestings-wet 2014ergen Hoofdstuk 4, afdeling I, paragrafen 4 tot en met 6 van de Huisvestingsverordening Amsterdam 2016
|
mandaat |
|
F.11 |
intrekken van een splitsingsvergunning
|
art. 26 Huisvestings-wet 2014 en art. 3.6.5 van de Huisvestingsverordening Amsterdam 2016
|
mandaat |
|
6. Economie
Nr |
Omschrijving bevoegdheid |
Grondslag |
Soort overdracht |
Bijzonderheden en beperkingen |
G.1 |
beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van een ontheffing die betrekking heeft op de openingstijden van een winkel c.a.
|
alle ontheffings-mogelijk-heden genoemd in art. 6 Winkel-tijdenwet, het Vrijstellingen besluit Winkeltijden-wet en de Verordening Winkeltijden Amsterdam 2010
|
mandaat |
mandaat heeft geen betrekking op het stellen van regels ten aanzien van de verdeling van avondwinkels (art. 5, lid 4 Verordening Winkeltijden Amsterdam 2010)
|
G.2 |
uitvoering geven aan de Marktverordening
|
art. 3.1, art. 3.3 art.3.6 onder d, e, g, h, i,en j , art. 3.7, art. 3.8, art. 3.9, art. 3.10, art. 3.11, art. 3.12, art. 3.13, art. 3.14, art. 3.15, art. 3.16, art. 3.17, art. 3.18, art. 3.19, art 3.20, art. 3.22, art. 3.23, art. 3.24, art. 3.25, art. 3.26, art. 3.27, art. 3.28, art. 3.29, art. art, 5.1, art. 5.2, art. 6.1, art. 6.2 lid 1 en lid 2 onder f, h, i en j, art. 7.2 (voor zover het gedelegeerde bevoegdheden betreft)art. 7.4 (voor zover deze betrekking heeft op de art. 3.15 art 8.2, art. 8.4 (voor zover deze betrekking heeft op de art. 3.13, 4.6 en 4.7)
|
mandaat |
|
G.2a
|
Uitvoering geven aan de Verordening op de staan- en ligplaatsen buiten de markt en venten |
art. 3.1, art. 3.4, art. 3.7, art. 3.8, art. 3.9, art. 3.11, art. 4.2, art. 4.5, art. 5.1, art. 6.1 lid 1, lid 2, lid 5 onder g (met uitzondering van venten) en onder h sub 1, 2, 3 en 5, art. 7.2 (voor zover het gedelegeerde bevoegdheden betreft), art. 7.4
|
mandaat |
|
G.3 |
instellen, afschaffen of veranderen van jaarmarkten of gewone marktdagen
|
art. 160, lid 1, aanhef en onder h Gemeente-wet
|
Mandaat |
|
G.4 |
Vervallen (vaststellen van nadere regels voor economische subsidies voor wat betreft subsidies aan winkeliersverenigin-gen en bedrijven-groepen voor gezamenlijke activiteiten)
|
|
|
|
G.5 |
Vervallen (vaststellen van een subsidieplafond en vaststelling van wijze waarop subsidieaanvragen worden beoordeeld)
|
|
|
|
G.6 |
vervallen (beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van een economische subsidie aan winkeliersverenigingen en bedrijvengroepen voor gezamenlijke activiteiten)
|
|
|
|
G.7 |
Vervallen (beslissen op aanvragen van individuele ondernemers voor het verkrijgen van subsidie) |
|
|
|
H. Milieu en duurzaamheid
Algemene beperking:
- 1.
als sprake is van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1, lid 1, artikel 2.10 en artikel 2.12, eerste lid, aanhef en onder a, onder 3º Wabo (projectafwijkingsbesluit) of
- 2.
als sprake is van een inrichting waarvoor op 1 januari 2013 een vergunning benodigd is op grond van artikel 2.1, lid 1, onder e Wabo
blijven de bevoegdheden tot het beslissen op aanvragen om een omgevingsvergunning ook bij het college en vindt er geen mandaatverlening plaats aan het DB
Nr |
Omschrijving bevoegdheid |
Grondslag |
Soort overdracht |
Bijzonderheden en beperkingen |
H.1
|
vervallen |
vervallen |
vervallen |
|
H.2 |
beslissen op aanvragen voor een omgevingsvergunning ex artikel 2.1, lid 1 onder i Wabo, voor andere activiteiten die behoren tot een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving
|
art. 2.1, lid 1, onder i Wabo art. 2.2a Bor
|
mandaat |
|
H.3
|
vervallen |
vervallen |
vervallen |
Vervallen
|
H.4
|
vervallen |
vervallen |
vervallen |
Vervallen
|
H.5 |
vervallen |
vervallen |
vervallen |
Vervallen
|
H.6 |
vervallen |
vervallen |
vervallen |
Vervallen
|
H.7 |
alle voorbereidings-besluiten en –handelingen ten behoeve van het vaststellen van hogere geluidwaarden
|
art. 45 e.v, art. 55, lid 4, art. 110a t/m art. 110c Wet geluidhinder |
mandaat/onder-mandaat |
mandaat geldt uitsluitend als de bevoegdheid tot het nemen van het besluit, waarop het besluit tot vaststellen van hogere waarden betrekking heeft, is gedelegeerd aan het algemeen bestuur
ondermandaat voor het voorbereiden van besluit hogere waarden volgt de bevoegdheidsverdeling van de besluiten waarop voor het besluit hogere waarde ziet
|
H.8 |
vervallen |
vervallen |
vervallen |
Vervallen
|
H.9 |
besluiten over milieu- en klimaatgerelateerde subsidies (energiemaatregelen)
|
ASA |
ondermandaat |
ondermandaat geldt tot 1 januari 2015 en voor de periode hierna die nodig is voor de afhandeling van subsidiebeschikkingen |
H.10 |
voorbereiden en opstellen van milieueffecten-beoordelingen
|
artt. 7.2, lid 1 onder b en 7.16 Wet milieubeheer en Besluit milieu-effecten-rapportage
|
mandaat/onder-mandaat |
bevoegd gezag hangt af van besluit waarvoor de beoordeling van de milieu-effectenrapportage wordt verricht.
mandaat geldt alleen voor zover het besluit /plan waarvoor de beoordeling van de milieu-effecten-rapportage wordt verricht, is gedelegeerd aan het algemeen bestuur
ondermandaat tot het voorbereiden van de beoordeling van de milieu-effectenrapportage volgt de bevoegdheidsverdeling van het besluit waarvoor de beoordeling van de milieu-effectenrapportage wordt opgesteld.
ondermandaat heeft geen betrekking op de beslissing omtrent de vraag of bij de voorbereiding van het betrokken besluit voor de activiteit, vanwege de belangrijke nadelige gevolgen die zij voor het milieu kan hebben, een milieu-effectrapport moet worden gemaakt.
|
H.11 |
voorbereiden en opstellen van het milieueffecten-rapportage
|
artt. 7.2, 7.2a, 7.7, 7.16 t/m 7.19, 7.22, 7.24, 7.25, 7.27 Wet milieubeheer en Besluit milieueffecten-rapportage
|
mandaat/onder-mandaat |
bevoegd gezag: hangt af van besluit waarvoor milieueffectenrapportage wordt opgesteld.
mandaat geldt alleen voor zover het besluit /plan waarvoor de milieueffectenrapportage moet worden opgesteld, is gedelegeerd aan het algemeen bestuur
ondermandaat van de voorbereiding van het milieueffectenrapportage: volgt de bevoegdheidsverdeling van het besluit waarvoor het milieu-effectenrapportage wordt opgesteld.
ondermandaat ziet niet op het advies omtrent reikwijdte en detailniveau van de informatie ten behoeve van een milieu-effecten-rapportage als bedoeld in art. 7.24, lid 2 en 3, art .7.27, lid 2 Wet milieubeheer
|
H.12 |
uitoefenen van bevoegdheden en uitvoeren van taken op grond van het Activiteitenbesluit milieubeheer en de Activiteitenregeling milieubeheer |
Activiteiten-besluit milieu-beheer en Activiteiten-regeling milieubeheer |
mandaat |
De bevoegdheid van de bestuurscommissie heeft uitsluitend betrekking op inrichtingen * waarvoor op 1 januari 2013 geen vergunning benodigd is op grond van artikel 2.1, lid 1, onder e, Wabo, en * waarbij geen sprake is van een vergunningplicht als bedoeld in artikel 2.1 lid 1 onder i Wabo, waarbij het college bevoegd is op grond van de onder 1. van dit hoofdstuk genoemde algemene beperking |
H.13 |
uitoefenen van bevoegdheden en uitvoeren van taken op grond van bij of krachtens hoofdstuk 8, 10, 17, 19 van de Wet milieubeheer (Wm) gestelde regels |
Wet milieubeheer |
Mandaat |
voor zover de taken en bevoegdheden betrekking hebben op inrichtingen, heeft de bevoegdheid van de bestuurscommissie uitsluitend betrekking op inrichtingen * waarvoor op 1 januari 2013 geen vergunning benodigd is op grond van artikel 2.1, lid 1, onder e, Wabo, en * waarbij geen sprake is van vergunningplicht als bedoeld in artikel 2.1 lid 1 onder i Wabo, waarbij het college bevoegd is op grond van de onder 1. van dit hoofdstuk genoemde algemene beperking |
H.14 |
uitoefenen van bevoegdheden en uitvoeren van taken op grond van het Besluit lozen buiten inrichtingen |
Besluit lozen buiten inrichtingen |
mandaat |
met uitzondering van bevoegdheden en taken die betrekking hebben op * het lozen van grondwater bij bodemsaneringen en proefboringen als bedoeld in artikel 3.1; * het lozen van grondwater bij ontwateringen als bedoeld in artikel 3.2 |
8. Wegen
Nr |
Omschrijving bevoegdheid |
Grondslag |
Soort overdracht |
Bijzonderheden en beperkingen |
I.1
|
nemen van verkeersbesluiten en het plaatsen van verkeersborden op het onderliggende wegennet en hoofdnet OV, hoofdnet fiets en overige wegen en tot 1 januari 2015 op het hoofdnet auto en het hoofdnet rail (zie bijzonderheden)
|
art. 15 en art. 18 Wegen-verkeerswet |
mandaat |
Bevoegdheid van het AB en mandaat geldt niet indien sprake is van een door het college aan te wijzen grootstedelijk project dan wel wanneer overige uitvoering, zijnde beheer, onderhoud, vervanging en uitbreiding van assets, een stedelijke taak betreft of een stedelijk belang heeft
|
I.2 |
besluiten over ontheffingverlening
|
art. 87 Reglement Verkeers-regels en Verkeers-tekens 1990
|
mandaat |
Bevoegdheid van het AB en mandaat is beperkt tot situaties die zich geheel binnen de grenzen van een stadsdeel voordoen |
I.3 |
dagelijks beheer, onderhoud en gladheidsbestrijding aan wegen
|
art. 15 Wegenwet |
mandaat |
Bevoegdheid van het AB en mandaat is beperkt tot de wegen en werkzaamheden die tot de taken van de bestuurscommissie behoren
|
I.4 |
1) onttrekken van wegen aan het openbaar verkeer
2) voorbereiding besluit als bedoeld onder 1) |
1) art. 9 Wegenwet
2) Afd. 3.4 Awb |
1) mandaat*
2) mandaat |
1) *mandaat is van toepassing op onttrekkingsbesluiten die voortkomen uit een eerder vastgesteld bestemmingsplan (of omgevingsvergunning ex artikel 2.12 lid 1 onder a Wabo), uitwerkingsplan, herinrichtingsplan of investeringbesluit (AB-besluit 23-11-2016, 2016/int/1418);
2) Het mandaat geldt voor het opstellen van het ontwerpbesluit, het publiceren van het ontwerpbesluit, het opstellen van een nota van beantwoording zienswijze
Bevoegdheid van het AB en een eventueel mandaat geldt niet als de weg onderdeel uit maakt van het hoofdnet auto of het hoofdnet rail (deze beperking geldt vanaf 1 januari 2015)
|
I.5 |
besluiten omtrent gevraagde medewerking aan het geven van de bestemming openbare weg aan een weg
|
art. 5 Wegenwet |
Niet gemandateerd |
Bevoegdheid van het AB en een eventueel mandaat geldt niet als de weg onderdeel uit maakt van het hoofdnet auto of het hoofdnet rail (deze beperking geldt vanaf 1 januari 2015 |
I.6 |
ter inzage leggen en mededeling daarvan doen van een afschrift van een uitspraak in beroep waarbij een weg aan het openbaar verkeer wordt onttrokken
|
art. 12 Wegenwet |
mandaat |
Bevoegdheid van het AB en mandaat geldt niet als de weg onderdeel uit maakt van het hoofdnet auto of het hoofdnet rail (deze beperking geldt vanaf 1 januari 2015) |
I.7 |
het onderhoud van een binnen de gemeente liggende weg ten laste van de gemeente brengen; het opleggen van de verplichting tot afkoopbare jaarlijkse uitkeringen aan degene, die van het onderhoud of het geven van bijdragen tot het onderhoud bevrijd worden.
|
art. 20 Wegenwet |
mandaat |
Bevoegdheid van het AB en mandaat geldt niet als de weg onderdeel uit maakt van het hoofdnet auto of het hoofdnet rail (deze beperking geldt vanaf 1 januari 2015)
|
9. Parkeren
Nr |
Omschrijving bevoegdheid |
Grondslag |
Soort overdracht |
Bijzonderheden en beperkingen |
J.1
|
beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van een gehandicapten-parkeerkaart alsmede het beperken van de geldigheidsduur, het verstrekken van een duplicaat en het ongeldig verklaren van een dergelijke kaart
|
artt. 49, 51, 52 en 53 BABW en de Regeling gehandi-capten-parkeerkaart
|
mandaat |
|
10. Gemeentelijk vastgoed
Nr |
Omschrijving bevoegdheid |
Grondslag |
Soort overdracht |
Bijzonderheden en beperkingen |
K.1
|
verhuren, ontruimen, kopen en verkopen en het vaststellen van huurprijzen van gemeentelijk vastgoed dat is opgenomen in een door het college goedgekeurd gebiedsplan
|
art. 160, lid 1, aanhef en onder e, Gemeente-wet |
mandaat |
door goedkeuring van het gebiedsplan verkrijgt de bestuurscommissie het “economisch eigendom” van het betreffende gemeentelijk vastgoed |
K.1a |
vervallen
|
vervallen |
vervallen |
vervallen |
K.1b |
vervallen
|
vervallen |
vervallen |
vervallen |
11. Waterbeheer
Nr |
Omschrijving bevoegdheid |
Grondslag |
Soort overdracht |
Bijzonderheden en beperkingen |
L.1
|
beschikkingen op grond van de Verordening op het binnenwater 2010, met uitzondering van de beschikkingen op grond van de artt. 2.1.1, 2.1.2, lid 3, 2.1.3, 2.3.5, lid 3 en lid 4, 2.4.1. lid 2 sub b, 2.4.5 (tenzij de exploitatie op een afgesloten water in het stadsdeel plaatsvindt), 2.5.1, lid 1 en 2lid 3 (bij de aanpak van verwaarloosde vaartuigen), 3.2.1, 3.2.2, 3.2.3, 3.3.1, 3.3.4, 3.3.5, 3.3.6, 3.3.7, 3.3.8, 3.4.1 en 3.4.2
|
Verordening op het binnenwater 2010 |
mandaat |
De bevoegdheid besluiten van algemene strekking te nemen (o.a. nadere regels), is niet aan het AB gedelegeerd en is dus ook niet aan het DB gemandateerd |
L.2 |
intrekken of wijzigen van verleende ontheffingen of vergunningen op grond van de Verordening op het binnenwater 2010 (binnen de beperkingen van onderdeel L.1)
|
art. 1.2.8 Verordening op het binnenwater 2010 |
mandaat |
|
12. Welzijn (incl. jongerenwerk)
Nr |
Omschrijving bevoegdheid |
Grondslag |
Soort overdracht |
Bijzonderheden en beperkingen |
M.1 |
zorgdragen voor de kwaliteit en de continuïteit van de maatschappelijke ondersteuning op het gebied van wijkgericht welzijnswerk (opbouwwerk), activering en participatie, ondersteuning bewonersinitiatieven, bestrijden armoede en preventie en signalering rond de aandachtsgebieden gezondheid, sociaal isolement/eenzaamheid en armoede
|
art. 9a Wet maatschap-pelijke onder-steuning |
mandaat |
|
M.2 |
waarborgen van de kwaliteit en de continuïteit van de maatschappelijke zorg op de onder M.1 genoemde gebieden, als het verlenen van desbetreffende maatschappelijke ondersteuning door derden wordt verricht
|
art. 9a en art. 10 Wet maat-schappelijke onder-steuning |
mandaat |
|
13. Schuldhulpverlening
Nr |
Omschrijving bevoegdheid |
Grondslag |
Soort overdracht |
Bijzonderheden en beperkingen |
N.1 |
mede uitvoering geven aan het door de gemeenteraad vast te stellen plan dat richting geeft aan de integrale schuldhulpverlening aan de inwoners van de gemeente
|
art. 3 Wet gemeente-lijke schuldhulp-verlening |
mandaat |
mandaat is beperkt tot de stadsdeeldoelgroepen en geldt niet GKA (Gemeentelijke Kredietbank Amsterdam) en crediteurenmanagement |
N.2
|
beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van reguliere schuldhulpverlening
|
art. 3 en art. 4 Wet gemeente-lijke schuldhulp-verlening
|
mandaat |
mandaat is beperkt tot de stadsdeeldoelgroepen |
14. Maatschappelijke ondersteuning
Nr |
Omschrijving bevoegdheid |
Grondslag |
Soort overdracht |
Bijzonderheden en beperkingen |
O.1 |
vervallen
|
vervallen |
vervallen |
vervallen |
O.4 |
vervallen
|
vervallen |
vervallen |
vervallen |
15. Jeugdgezondheidszorg
Nr |
Omschrijving bevoegdheid |
Grondslag |
Soort overdracht |
Bijzonderheden en beperkingen |
P.1 |
zorgdragen voor de uitvoering (opdrachtverlening en bekostiging) van de jeugdgezondheidszorg en opvoedondersteuning in samenwerking met de OKC’s (inclusief schoolmaatschappelijk werk)
|
mandaat geldt tot 1 januari 2015 (i.v.m. decentralisatie AWBZ)
|
ondermandaat |
ondermandaat geldt tot 1 januari 2015
|
16. Vrijwilligerswerk
Nr |
Omschrijving bevoegdheid |
Grondslag |
Soort overdracht |
Bijzonderheden en beperkingen |
Q.1 |
zorgdragen voor de kwaliteit en de continuïteit van de maatschappelijke ondersteuning op het gebied van vrijwilligerswerk
|
art. 9a Wet maatschap-pelijke onder-steuning |
mandaat |
|
Q.2 |
waarborgen van de kwaliteit en de continuïteit van de maatschappelijke zorg op het onder Q.1 genoemde gebied, als het verlenen van desbetreffende maatschappelijke ondersteuning door derden wordt verricht
|
art. 9a en art. 10 Wet maat-schappelijke onder-steuning |
mandaat |
|
17. Diversiteit en discriminatie
Nr |
Omschrijving bevoegdheid |
Grondslag |
Soort overdracht |
Bijzonderheden en beperkingen |
R.1
|
besluiten tot het aangaan van privaatrechtelijke rechtshandelingen op het gebied van samenwerking |
|
|
zie onderdeel 0. Algemeen |
R.2 |
informatie verstrekken aan inburgeraars
|
art. 2 Verordening inburgering Amsterdam 2013
|
mandaat |
mandaat geldt niet als de inburgeraar onder de verantwoordelijkheid van de Dienst Werk en Inkomen valt |
R.3 |
aanbieden van een inburgeringsvoorziening of taalkennis-voorziening
|
art. 3 Verordening inburgering Amsterdam 2013
|
mandaat |
mandaat geldt niet als de inburgeraar onder de verantwoordelijkheid van de Dienst Werk en Inkomen valt |
R.4
|
uitreiken bevestiging verkrijging Nederlanderschap |
art. 11, 17, 23, 29, 60a en 60b Besluit verlies en verkrijging Nederlanderschap
|
n.v.t. |
Is door burgemeester gemandateerd aan Vz |
18. Kunst in de openbare ruimte en buurtgebonden cultuurinitiatieven
Nr |
Omschrijving bevoegdheid |
Grondslag |
Soort overdracht |
Bijzonderheden en beperkingen |
S.1
|
omgevingsvergunningen voor het realiseren van kunst
|
Wabo |
|
Zie onderdeel 1. Gebiedsontwikkeling |
S.2 |
uitvoeren van het Kunstenplan 2013 – 2016 (subsidiëring)
|
ASA |
ondermandaat |
ondermandaat geldt tot 1 januari 2017 en voor de periode hierna die nodig is voor de afhandeling van subsidiebeschikkingen
|
S.3 |
Vervallen (subsidiëren van buurtgebonden kunstinitiatieven, die niet in aanmerking komen voor bekostiging op grond van het Kunstenplan)
|
|
|
|
19. Sport
Nr |
Omschrijving bevoegdheid |
Grondslag |
Soort overdracht |
Bijzonderheden en beperkingen |
T.1 |
besluiten tot het aangaan van privaatrechtelijke rechtshandelingen |
art. 160, lid 1, aanhef en onder e, Gemeentewet
|
ondermandaat |
zie onderdeel 0. Algemeen Vanaf 1 januari 2015 geldt het mandaat niet voor de inkoop die aan sportaccommodaties verbonden is alsmede het bepalen van de tarieven voor de verhuur. Vanaf 1 juli 2015 geldt het mandaat niet voor de verhuur van sportaccommodaties
|
T.2 |
Vervallen (beslissen op subsidieaanvragen voor sportactiviteiten die deel gaan uitmaken van stedelijke subsidieprogramma’s)
|
|
|
|
20. Wet op de lijkbezorging
Nr |
Omschrijving bevoegdheid |
Grondslag |
Soort overdracht |
Bijzonderheden en beperkingen |
U.1 |
nemen maatregelen ten behoeve van de identificatie en opsporing, voordat een graf van een onbekende wordt geruimd
|
art. 31, lid 5 Wet op de lijkbezorging |
n.v.t. |
Is door burgemeester gemandateerd aan Vz
wellicht nadere regels en aanvullende criteria ten behoeve van stedelijke regie |
U.2 |
beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van een vergunning voor het in gebruik nemen van een bewaarplaats voor urnen buiten een crematorium of begraafplaats
|
art. 64 Wet op de lijkbezorging |
mandaat |
|
U.3 |
beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van een vergunning voor het bestemmen van een terrein om permanent as te verstrooien
|
art. 66b Wet op de lijkbezorging |
mandaat |
wellicht nadere regels en aanvullende criteria ten behoeve van stedelijke regie |
U.4 |
in ontvangst nemen van en beslissen op aanvragen om verkorting of verlenging van de termijn voor lijkbezorging
|
art. 17 Wet op de lijkbezorging |
n.v.t. |
Is door burgemeester gemandateerd aan Vz
wellicht nadere regels en aanvullende criteria ten behoeve van stedelijke regie |
U.5 |
in ontvangst nemen van en beslissen op aanvragen om ontleding van een stoffelijk overschot
|
art. 68 Wet op de lijkbezorging |
n.v.t. |
Is door burgemeester gemandateerd aan Vz
wellicht nadere regels en aanvullende criteria ten behoeve van stedelijke regie |
U.6 |
in ontvangst nemen van en beslissen op aanvragen om opgraving van een lijk |
art. 29 Wet op de lijkbezorging |
n.v.t. |
Is door burgemeester gemandateerd aan Vz
wellicht nadere regels en aanvullende criteria ten behoeve van stedelijke regie |
U.7 |
in ontvangst nemen van en beslissen op aanvragen om een laissez-passer
|
art. 11 Besluit op de lijkbezorging |
n.v.t. |
Is door burgemeester gemandateerd aan Vz
wellicht nadere regels en aanvullende criteria ten behoeve van stedelijke regie |
U.9 |
uitvoeren van de beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen en crematoria Amsterdam
|
Beheers-verordening gemeente-lijke begraaf-plaatsen en crematoria Amsterdam
|
mandaat |
|
21. Inspraak, initiatief en burgerparticipatie
Nr |
Omschrijving bevoegdheid |
Grondslag |
Soort overdracht |
Bijzonderheden en beperkingen |
V.1 |
uitvoeren van de Inspraakverordening bij het verlenen van inspraak van beleidsvoornemens van de bestuurscommissies
|
Inspraak-verordening 2003 |
mandaat |
momenteel zijn er acht Inspraakverordeningen, delegatie gaat uit van uitvoering van één centrale Inspraakverordening.
|
V.2 |
uitvoeren van de Verordening op het burgerinitiatief, het volksinitiatief en het referendum bij het (beoordelen van een verzoek om of een voornemen tot het) houden van een burgerinitiatief, volksinitiatief of referendum
|
Verordening op het burger-initiatief, het volksinitiatief en het referendum
|
mandaat |
momenteel zijn er zeven referendumverordeningen, delegatie gaat uit van uitvoering van één centrale referendumverordening. |
22. Subsidieverlening
Nr |
Omschrijving bevoegdheid |
Grondslag |
Soort overdracht |
Bijzonderheden en beperkingen |
W.1 |
uitvoeren ASA 2012 en titel 4.2 Awb binnen taken, bevoegdheden en budgetten bestuurscommissies
|
ASA en titel 4.2 Awb |
mandaat |
zolang de Algemene subsidieverordeningen van de voormalige stadsdelen gelden, vindt de uitvoering plaats op grond van deze verordeningen
|
W.2 |
uitvoeren bijzondere stedelijke subsidie-verordeningen
|
diverse bijzondere stedelijke subsidie-verorde-ningen en stedelijke subsidieregelingen.
|
mandaat |
mandaat is beperkt tot die gevallen waarin de uitvoering aan de bestuurscommissies is opgedragen |
W.3 |
vaststellen en uitvoeren van subsidieregelingen en beleidsregels
|
diverse bijzondere subsidiever-ordeningen, nadere regels en beleids-regels
|
Mandaat/ondermandaat |
Bevoegdheid van het AB en (onder) mandaat is beperkt tot die gevallen waarin een stedelijk kader voor een bepaald beleidsterrein met zoveel woorden voorziet in de mogelijkheid tot het vaststellen van eigen subsidieregels
|
W.4
|
Vervallen (vaststellen nadere regels en beleidsregels)
|
|
|
|
W.5 |
alle besluiten ter uitvoering van de Bijzondere subsidieverordening fractieondersteuning bestuurscommissies 2014
|
Bijzondere subsidiever-ordening fractieonder-steuning bestuurs-commissies 2014
|
mandaat |
|
23. Vergunningverlening, toezicht en handhaving
Voor alle taken en bevoegdheden die op grond van de takenlijst en dit register zijn gedelegeerd geldt dat de bevoegdheid om toezicht te houden of te handhaven onderdeel van de delegatie is tenzij anders is bepaald.
Verder geldt in het algemeen de beperking voor de bevoegdheden in dit hoofstuk dat vergunningverlening, toezicht en handhaving aleen geldt in relatie tt de overige gedelegeerde en gemandateerde bevoegdheden met de daarbij vastgelegde beperkingen en met dien verstande dat de handhavingscapaciteit van de bestuurscommissies en organisatieonderdelen flexibel ten behoeve van stedelijke hadhavingsprioriteiten zal worden ingezet conform de bestuurlijk afspraken.
Nr |
Omschrijving bevoegdheid |
Grondslag |
Soort overdracht |
Bijzonderheden en beperkingen |
X.1 |
alle voorbereidings- en uitvoeringshandelingen en besluiten die verband houden met vergunningverlening c.a. waarvoor delegatie en mandaat is verleend aan de bestuurscommissie
|
Awb |
mandaat/onder-mandaat en machtiging/ ondermachti- ging (voor zover het geen bevoegdheden van de burgemeester betreft)
|
nadere regels en aanvullende criteria ten behoeve van stedelijke regie
|
X.2a |
geven van een machtiging tot binnentreden in een woning voor de uitvoering van de toezicht- en die aan de bestuurscommissies zijn gemandateerd of gedelegeerd (andere doeleinden dan strafvordering)
|
art. 2 en 3, lid 2 Algemene wet op het binnen-treden |
|
Is door burgemeester gemandateerd aan de VZ voor zover het diens bevoegdheden betreft |
X.2b |
geven van een machtiging tot binnentreden in een woning voor de toepassing van bestuursdwang ten aanzien van de taken en bevoegdheden die aan de bestuurscommissies zijn gemandateerd of gedelegeerd (andere doeleinden dan strafvordering)
|
art. 5:27, lid 2 Algemene wet bestuurs-recht en art 2 en 3, lid 2 Algemene wet op het binnen-treden
|
Mandaat en ondermandaat aan de voorzitter |
de bevoegdheid is gedelegeerd aan het algemeen bestuur voor zover die betrekking heeft op taken en bevoegdheden die aan de bestuurscommissies zijn gedelegeerd. De bevoegdheid is gemandateerd aan het algemeen bestuur voor zover die betrekking heeft op taken en bevoegdheden die aan de bestuurscommissies zijn gemandateerd. Voor de bevoegdheid kan, zowel bij de gedelegeerde als de ge mandateerde bevoegdheden alleen ondermandaat worden verleend aan de voorzitter |
X.3 |
toepassen van bestuursdwang, die dient tot handhaving van regels waarvan de uitvoering aan de bestuurscommissie is gedelegeerd door het college (incl. alle voorbereidings- en uitvoeringshandelingen en -besluiten)
|
art. 125, lid 1 en lid 2, Gemeente-wet, afd. 5.3.1 Awb, titel 4.4 Awb |
mandaat en machtiging |
nadere regels en aanvullende criteria ten behoeve van stedelijke regie
|
X.3a |
opleggen van een last onder dwangsom, die dient tot handhaving van regels waarvan de uitvoering aan de bestuurscommissie is gedelegeerd door het college (incl. alle voorbereidings- en uitvoeringshandelingen en –besluiten)
|
art. 125, lid 1 en lid 2 Gemeente-wet, afd. 5.3.1 Awb, titel 4.4 Awb |
mandaat en machtiging |
nadere regels en aanvullende criteria ten behoeve van stedelijke regie
|
X.4 |
toepassen van bestuursdwang, die dient tot handhaving van regels waarvan de uitvoering aan de bestuurscommissie is gemandateerd door het college (incl. alle voorbereidings- en uitvoeringshandelingen en -besluiten)
|
art. 125, lid 1 en lid 2 Gemeente-wet, afd. 5.3.1 Awb, titel 4.4 Awb |
ondermandaat en ondermachtiging |
nadere regels en aanvullende criteria ten behoeve van stedelijke regie
|
X.5 |
opleggen van een last onder dwangsom, die dient tot handhaving van regels waarvan de uitvoering aan de bestuurscommissie is gemandateerd door het college (incl. alle voorbereidings- en uitvoeringshandelingen en -besluiten)
|
art. 125, lid 2 Gemeente-wet, afd. 5.3.2 Awb, titel 4.4 Awb |
ondermandaat en ondermachtiging |
nadere regels en aanvullende criteria ten behoeve van stedelijke regie
|
X.6 |
toepassen van bestuursdwang, die dient tot handhaving van regels waarvan de uitvoering aan de bestuurscommissie is gemandateerd door de burgemeester (incl. alle voorbereidings- en uitvoeringshandelingen en -besluiten)
|
art. 125, lid 3 Gemeente-wet, afd. 5.3.1 Awb, titel 4.4 Awb |
n.v.t. |
Is door burgemeester gemandateerd aan Vz |
X.7 |
opleggen van een last onder dwangsom, die dient tot handhaving van regels waarvan de uitvoering aan de bestuurscommissie is gemandateerd door de burgemeester (incl. alle voorbereidings- en uitvoeringshandelingen en -besluiten)
|
art. 125, lid 3 Gemeente-wet, afd. 5.3.2 Awb, titel 4.4 Awb |
n.v.t. |
Is door burgemeester gemandateerd aan Vz |
X.8 |
handhaven van redelijke eisen van welstand in het kader van de excessen-regeling als bedoeld in 3.4 van de welstandsnota bedoeld in artikel 12, eerste lid, 12a, eerste lid, onderdeel b Woningwet
|
art. 12, lid 1 Woningwet |
mandaat |
|
X.9 |
opleggen van de verplichting tot het laten opstellen van een onderhoudsplan door een deskundig persoon of een deskundige instantie aan een vereniging van eigenaars ten behoeve van een bij haar in beheer zijnd gebouw
|
art.12d Woningwet
|
mandaat |
|
X.10 |
opleggen van de verplichting tot het binnen een te bepalen termijn treffen van voorzieningen waardoor de staat van dat gebouw of dat bouwwerk komt te liggen op een niveau dat hoger is dan het niveau dat overeenkomt met de voorschriften, bedoeld in artikel 1b, tweede lid,
|
art. 13, lid 1 en 2,art.1b, lid,2 art. 12d, lid 1 Woningwet
|
mandaat |
|
X.11 |
opleggen van de verplichting tot het binnen een te bepalen termijn treffen tot het treffen van voorzieningen vanwege redelijke eisen van welstand
|
art. 13a, Woningwet
|
mandaat |
|
X.12 |
beslissen tot het in gebruik geven c.q. beheer geven van een gebouw, open erf of terrein dat op grond van artikel 17 Woningwet , artikel 174a van de Gemeentewet, een verordening als bedoeld in artikel 174 van die wet of artikel 13b van de Opiumwet is gesloten
|
art. 14 Woningwet 174,174a Gemeente-wet, art. 13b van de Opiumwet
|
mandaat |
|
X.13 |
besluit tot sluiten van gebouw, open erf of terrein, indien overtreding van de bij of krachtens hoofdstuk I, II, of III Woningwet gegeven voorschriften met betrekking tot de staat of het gebruik van een gebouw, open erf of terrein gepaard gaat met een bedreiging van de leefbaarheid of een gevaar voor de veiligheid of de gezondheid, en er een klaarblijkelijk gevaar is op herhaling van de overtreding
|
art. 17 Woningwet |
mandaat |
|
X.14 |
bestuursrechtelijk toezicht en handhaving van het bepaalde bij of krachtens de hoofdstukken I tot en met III Woningwet, het Bouwbesluit en Bouwverordening
|
art. 92 Woningwet, Bouwbesluit 2012 en Bouwverordenin g |
mandaat |
|
X.15 |
beslissen tot verkoop in het openbaar van de overblijvende materialen indien toepassing van bestuursdwang ter handhaving van de bij of krachtens deze wet gegeven voorschriften leidt tot het slopen van een bouwwerk, tenzij, naar redelijkerwijs is te verwachten, bij onderhandse verkoop een hogere opbrengst kan worden verkregen
|
art. 104 Woningwet
|
mandaat |
|
X.16 |
toezicht en handhaving schade en hinder door voorwerpen
|
art. 4.6 APV |
ondermandaat |
|
X.17 |
Vervallen
|
vervallen |
vervallen |
|
X.18 |
toezicht en handhaving illegaal aangebrachte aanplakbiljetten, afbeeldingen of teksten
|
art. 4.7, lid 1 APV |
ondermandaat |
|
X.19 |
Vervallen (toezicht en handhaving illegaal of hinderlijk aangebrachte beplanting)
|
|
|
|
X.20 |
toezicht en handhaving veroorzaken hinder door motorvoertuigen en bromfietsen
|
art. 5.7 APV |
ondermandaat |
|
X.21 |
Vervallen (toezicht en handhaving bepalingen omtrent staanplaatsen buiten de markt en venten die gedelegeerd zijn op grond van G.2a)
|
|
|
|
X.21a
|
Vervallen (toezicht en handhaving bepalingen omtrent markten die gedelegeerd zijn op grond van G.2)
|
|
|
|
X.22 |
toezicht en handhaving hinderlijk gebruik alcohol op de openbare weg
|
art. 2.17 APV |
n.v.t. |
Is door burgemeester gemandateerd aan Vz
|
X.23 |
hinderlijk gedrag in of bij gebouwen
|
art. 2.18 APV |
n.v.t. |
Is door burgemeester gemandateerd aan Vz |
X.24 |
toezicht en handhaving verbod doen van natuurlijke behoefte buiten een urinoir c.a.
|
art. 5.11 APV |
ondermandaat |
|
X.25 |
toezicht en handhaving bespiedingsverbod
|
art. 2.25, lid 2 APV |
n.v.t. |
Is door burgemeester gemandateerd aan Vz |
X.26 |
toezicht en handhaving bij het bestrijden van gladheid
|
art. 4.19, lid 1 APV |
ondermandaat |
|
X.27 |
toezicht en handhaving Colportagewet
|
Colportage-wet |
ondermandaat |
|
X.28 |
toezicht en handhaving gevaarlijke honden
|
art. 5.15 APV |
ondermandaat |
|
X.29 |
toezicht en handhaving gebruik gedenktekens
|
art. 4.16 APV |
ondermandaat |
|
X.30 |
toezicht en handhaving verontreiniging van de weg en het water
|
art. 4.17 APV |
ondermandaat |
|
X.31 |
toezicht en handhaving openlijk gebruik en handel in harddrugs en andere stimulerende middelen
|
art. 2.7 APV |
n.v.t. |
Is door burgemeester gemandateerd aan Vz |
X.32 |
vervallen
|
vervallen
|
vervallen
|
vervallen
|
X.33 |
vervallen
|
vervallen
|
vervallen
|
vervallen
|
X.34 |
toezicht en handhaving verbod spelen om geld op de weg
|
art. 2.19 APV |
n.v.t. |
Is door burgemeester gemandateerd aan Vz |
X.35 |
toezicht en handhaving speelcasinovergunning
|
art. 27h Wet op de Kansspelen
|
ondermandaat |
|
X.36 |
toezicht en handhaving plaatsing bewakingsapparatuur
|
art. 2.25, lid 1 APV |
n.v.t. |
Is door burgemeester gemandateerd aan Vz |
X.37 |
toezicht en handhaving over het bezigen van vuurwerk
|
art. 5.3 APV |
ondermandaat |
uitvoering decentraal, aanvullende criteria ten behoeve van stedelijke regie |
X.38 |
toezicht en handhaving garages en uitritten
|
Garagever-ordening |
ondermandaat |
|
X.39 |
toezicht en handhaving parkeeroverlast
|
Wegenver-keerswet, Wet Mulder
|
ondermandaat |
wegsleep: beleid en uitvoering toenemend centraal, vraag decentraal |
X.40 |
vervallen
|
vervallen |
vervallen |
vervallen |
X.41 |
toezicht en handhaving bestemmingsplannen, grondexploitatieplannen en omgevingsvergun-ningen
|
Wet ruimtelijke ordening en Wabo |
ondermandaat |
* dit mandaat geldt alleen als de primaire bevoegdheid door het college aan de bestuurscommissie of de stadsdeelsecretaris is gemandateerd. Als een bevoegdheid is gedelegeerd is de bevoegdheid voor het toezicht en de handhaving ook gedelegeerd. * meer centrale regie, uitvoering lokaal en centraal nader op elkaar afstemmen |
X.42 |
Vervallen
|
Vervallen
|
Vervallen
|
Vervallen
|
X.43 |
Vervallen
|
Vervallen
|
Vervallen
|
Vervallen |
X.44 |
toezicht en handhaving bij openbare manifestaties en betogingen
|
art. 2.32 t/m art. 2.36 APV |
n.v.t. |
Is door burgemeester gemandateerd aan Vz |
X.45 |
vervallen
|
vervallen
|
vervallen |
vervallen |
X.46 |
vervallen
|
vervallen
|
vervallen |
vervallen |
X.47 |
vervallen
|
vervallen
|
vervallen |
vervallen |
X.48 |
toezicht en handhaving inrichtingen die geen bouwwerk zijn
|
Brandbeveili-gingsveror-dening |
ondermandaat |
|
X. 49 |
toezicht en handhaving wrakken en verwaarloosde voertuigen op of aan de weg.
|
Art. 4.22 APV |
mandaat |
Het verbod geldt niet voor zover in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien bij of krachtens de Wet milieubeheer. |
X.50 |
toezicht en handhaving blokkeren parkeerruimte voor reservering |
Art. 4.26 APV |
mandaat |
|
24. Overige gemandateerde bevoegdheden
Nr |
Omschrijving bevoegdheid |
Grondslag |
Soort overdracht |
Bijzonderheden en beperkingen |
Y.0
|
aanwijzen van wegen of weggedeelten waar het verboden is alcoholhoudende drank te nuttigen of bij zich te hebben in aangebroken flesjes, blikjes e.d. als-mede het aanwijzen van plaatsen en tijden waarop het verbod niet geldt
|
art. 2.17, lid 2 en lid 4 APV |
n.v.t. |
Is door burgemeester gemandateerd aan Vz |
Y.1 |
beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van een ontheffing voor slapen op of aan de weg
|
art. 2.20, lid 2 APV |
ondermandaat |
|
Y.2 |
aanwijzen van wegen en tijden waarop het verbod om fietsen te verkopen op of aan de weg niet geld
|
art. 2.22, lid 3 APV |
Niet gemandateerd |
|
Y.3 |
mededeling doen van het oprichten c.a. van een inrichting voor het aanbieden van nachtverblijf en het vaststellen van een model-nachtregister
|
art. 2.26, lid 2 en lid 3 APV |
ondermandaat |
|
Y.4 |
vaststellen model-verkoopregister; waarmerken opkoopregister; ontvangen mededeling van een handelaar dat hij van het opkopen zijn beroep of gewoonte maakt; verlengen van de termijn waarbij het verboden is een door opkoop verworven zaak over te dragen of daaraan wijzigingen aan te brengen
|
art. 2.28 t/m 2.30 APV en art. 2 uitvoerings-besluit ex artikel 437, eerste lid, Wetboek van Strafrecht
|
ondermandaat |
|
Y.5 |
beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van een vergunning of vrijstelling voor het houden van een openbare inzameling (collectevergunning)
|
art. 2.52. lid 1 en lid 4 APV |
ondermandaat |
|
Y.6 |
aanwijzen van wegen of gedeelten daarvan, waarop het verboden is geschreven of gedrukte stukken of afbeeldingen te verspreiden, aan te bieden of bekend te maken alsmede het beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van een ontheffing van dit verbod
|
art. 2.53, lid 1 en lid 2 APV |
Niet gemandateerd |
|
Y.7 |
beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van een loterijvergunning
|
art. 3, lid 1 Wet op de kansspelen |
ondermandaat |
|
Y.8 |
aanwijzen van het huis der Gemeente (trouwlocaties)
|
art.106 en art. 147 Gemeente-wet |
ondermandaat |
|
Y.9 |
beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van een vergunning voor een evenement en het stellen van een andere termijn voor het indienen van een aanvraag
|
art. 2.40, lid 1 en lid 3 APV |
n.v.t. |
Is door burgemeester gemandateerd aan Vz
dezelfde verhouding centraal-decentraal: aanscherping criteria evenementenbeleid, dit in verband met spanning lokale rust versus stedelijke uitstraling. Soms ook in verband met gevaarzetting. Na aanscherping criteria discussie over mate en wijze van handhaven
|
Y.10 |
verbieden van een evenement als hiertegen bezwaren bestaan
|
art. 2.41, lid 5 APV |
n.v.t. |
Is door burgemeester gemandateerd aan Vz
dezelfde verhouding centraal-decentraal: aanscherping criteria evenementenbeleid, dit in verband met spanning lokale rust versus stedelijke uitstraling. Soms ook in verband met gevaarzetting. Na aanscherping criteria discussie over mate en wijze van handhaven
|
Y.11 |
aanwijzen van gebieden en periodes waarvoor beperkingen worden gesteld aan het aantal te houden evenementen
|
art. 2.41, lid 6 APV |
n.v.t. |
Is door burgemeester gemandateerd aan Vz
dezelfde verhouding centraal-decentraal: aanscherping criteria evenementenbeleid, dit in verband met spanning lokale rust versus stedelijke uitstraling. Soms ook in verband met gevaarzetting. Na aanscherping criteria discussie over mate en wijze van handhaven
|
Y.12 |
aanwijzen van plaatsen waarvoor de vergunningplicht voor het houden van evenementen niet geldt
|
art. 2.42, lid 1 APV |
n.v.t. |
Is door burgemeester gemandateerd aan Vz
nadere regels en aanvullende criteria ten behoeve van stedelijke regie |
Y.13 |
verbinden van voorschriften en beperkingen aan een evenementen-vergunning alsmede het bepalen dat een borgsom wordt betaald in het belang van deze voor-schriften een en ander voor zover het evenement binnen één stadsdeel plaats vindt
|
art. 2.44, lid 1 en lid 2 APV |
n.v.t. |
Is door burgemeester gemandateerd aan Vz
nadere regels en aanvullende criteria ten behoeve van stedelijke regie |
Y.14 |
beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van een vergunning voor een voor publiek toegankelijk evenement in een gebouw of vaartuig
|
art. 2.47, lid 1 APV |
n.v.t. |
Is door burgemeester gemandateerd aan Vz
nadere regels en aanvullende criteria ten behoeve van stedelijke regie |
Y.15 |
aanwijzen van wegen en tijden waar niet als straatartiest mag worden opgetreden of waar geen muziek ten gehore mag worden gebracht en het beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van een vergunning als straatartiest of voor het ten gehore brengen van muziek
|
art. 2.49, lid 1 en lid 2 APV |
n.v.t. |
Is door burgemeester gemandateerd aan Vz
wellicht aanvullende criteria stedelijke regie: spanning lokale rust versus stedelijke uitstraling |
Y.16 |
beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van een exploitatievergunning voor een horecabedrijf
|
art. 3.8, lid 1 APV |
n.v.t. |
Is door burgemeester gemandateerd aan Vz
nadere regels en aanvullende criteria stedelijke regie (horecahandhaving en alcoholbeleid)
|
Y.17 |
beperken van de openingstijden van horecabedrijven en het ingeval van bijzondere omstandigheden of van bijzondere horecabedrijven verruimen van de openingstijden
|
art. 3.15, lid 1 en lid 3 APV |
n.v.t. |
Is door burgemeester gemandateerd aan Vz
wellicht nadere regels in kader scherper alcoholbeleid en 24-uurseconomie
|
Y.18 |
wijzigen of intrekken van een exploitatie-vergunning voor een horecabedrijf
|
art. 3.24 APV |
n.v.t. |
Is door burgemeester gemandateerd aan Vz
nadere regels en aanvullende criteria ten behoeve van stedelijke regie
|
Y.19 |
beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van een vergunning voor de ingebruikneming van de weg ten behoeve van een terras alsmede het aan-wijzen van wegen waar geen terras mag worden geëxploiteerd alsmede het vaststellen van beleidsregels ten aanzien van de ingebruikneming van de weg ten behoeve van een terras
|
art. 3.17 en art. 3.18 APV |
n.v.t. |
Is door burgemeester gemandateerd aan Vz
nadere regels en aanvullende criteria ten behoeve van stedelijke regie |
Y.20 |
beslissen op een aanvraag voor een vergunning voor een prostitutiebedrijf
|
art. 3.3, art. 3.27, eerste lid en art. 3.32 APV |
n.v.t. |
Is gemandateerd aan de voorzitter van de bestuurscommissie in stadsdeel Centrum voor alle bestuurscommissies met nadere regels en aanvullende criteria ten behoeve van stedelijke regie
|
Y.21 |
beperken van de openingstijden van een prostitutiebedrijf
|
art. 3.35 APV |
n.v.t. |
Is gemandateerd aan de voorzitter van de bestuurscommissie in stadsdeel Centrum voor alle bestuurscommissies met nadere regels en aanvullende criteria ten behoeve van stedelijke regie
|
Y.22 |
intrekken van een vergunning voor een prostitutiebedrijf
|
art. 3.36 APV |
n.v.t. |
Is gemandateerd aan de voorzitter van de bestuurscommissie in stadsdeel Centrum voor alle bestuurscommissies met nadere regels en aanvullende criteria ten behoeve van stedelijke regie
|
Y.23 |
beslissen op een aanvraag voor een vergunning voor een escortbedrijf
|
art. 3.40 en 3.43 APV |
n.v.t. |
Is gemandateerd aan de voorzitter van de bestuurscommissie in stadsdeel Centrum voor alle bestuurscommissies met nadere regels en aanvullende criteria ten behoeve van stedelijke regie
|
Y.23a |
beslissen op een aanvraag voor een vergunning voor een escortbedrijf dat niet in een voor publiek toegankelijk gebouw is gevestigd |
art. 3.2, 3.40 en 3.43 APV |
n.v.t. |
Is gemandateerd aan de voorzitter van de bestuurscommissie in stadsdeel Centrum voor alle bestuurscommissies met nadere regels en aanvullende criteria ten behoeve van stedelijke regie |
Y.24 |
intrekken van een vergunning voor een escortbedrijf
|
art. 3.44 APV |
n.v.t. |
Is gemandateerd aan de voorzitter van de bestuurscommissie in stadsdeel Centrum voor alle bestuurscommissies met nadere regels en aanvullende criteria ten behoeve van stedelijke regie
|
Y.24a |
intrekken van een vergunning voor een escortbedrijf dat niet in een voor publiek toegankelijk gebouw is gevestigd
|
art. 3.2 en 3.44 APV
|
n.v.t. |
Is gemandateerd aan de voorzitter van de bestuurscommissie in stadsdeel Centrum voor alle bestuurscommissies met nadere regels en aanvullende criteria ten behoeve van stedelijke regie |
Y.25 |
beslissen op een aanvraag voor een seksinrichting
|
art. 3.3, art. 3.47 en art. 3.49 APV |
n.v.t. |
Is gemandateerd aan de voorzitter van de bestuurscommissie in stadsdeel Centrum voor alle bestuurscommissies met nadere regels en aanvullende criteria ten behoeve van stedelijke regie
|
Y.26 |
intrekken van de vergunning voor een seksinrichting
|
art. 3.52 APV |
n.v.t. |
Is gemandateerd aan de voorzitter van de bestuurscommissie in stadsdeel Centrum voor alle bestuurscommissies met nadere regels en aanvullende criteria ten behoeve van stedelijke regie
|
Y.27 |
meedelen dat de wijze van tentoonstellen, aanbieden of aanbrengen van zaken, opschriften, aankondigingen, gedrukte of geschreven stukken, afbeeldingen van erotisch-porno-grafische aard de openbare orde of het leefklimaat in gevaar brengt
|
art. 3.53, eerste lid APV |
n.v.t. |
Is gemandateerd aan de voorzitter van de bestuurscommissie in stadsdeel Centrum voor alle bestuurscommissies met nadere regels en aanvullende criteria ten behoeve van stedelijke regie
|
Y.28 |
verlenen van een gedoogverklaring inzake de verkoop van softdrugs aan horecabedrijven bedoeld in het besluit van de burgemeester van 4 april 1995, nr. 953306
|
|
n.v.t. |
Is door burgemeester gemandateerd aan Vz
nadere regels en aanvullende criteria ten behoeve van stedelijke regie (in ieder geval maatwerk bij te verplaatsen en te sluiten coffeeshops; nauwe samenwerking transformatie en transitie en uitvoering nieuwe screening Bibob)
|
Y.29 |
vaststellen van een formulier voor de aanvraag voor een gedoogverklaring als bedoeld in Y.28
|
art. 4:4 Awb |
n.v.t. |
Is door burgemeester gemandateerd aan Vz
nadere regels en aanvullende criteria ten behoeve van stedelijke regie |
Y.30 |
beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van een ontheffing voor het houden van openbare vermakelijkheden op zondag voor 13.00 uur
|
art. 4, lid 3 Zondagswet |
n.v.t. |
Is door burgemeester gemandateerd aan Vz
nadere regels en aanvullende criteria ten behoeve van stedelijke regie |
Y.31 |
beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van een vergunning voor het uitoefenen van een horecabedrijf of slijtersbedrijf (incl. het verbinden van voorschriften en het beperken tot het verstrekken van zwak-alcoholische drank)
|
art. 3, lid 1 Drank- en Horecawet |
n.v.t. |
Is door burgemeester gemandateerd aan Vz
nadere regels en aanvullende criteria ten behoeve van stedelijke regie (in kader van scherper alcoholbeleid) |
Y.32 |
beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van een ontheffing van de bij of krachtens artikel 4 Drank- en Horecawet gestelde regels met het oog op bijzondere gelegenheden van zeer tijdelijke aard voor een aaneengesloten periode van ten hoogste twaalf dagen
|
art. 4, lid 4 Drank- en Horecawet |
n.v.t. |
Is door burgemeester gemandateerd aan Vz
nadere regels en aanvullende criteria ten behoeve van stedelijke regie |
Y.33 |
raadplegen van het register als bedoeld in artikel 8, lid 5 van de Drank- en Horecawet bij het verlenen van een vergunning op grond van artikel 3, bij het verlenen van een ontheffing op grond van artikel 35 en bij een melding als bedoeld in artikel 30a van de Drank- en Horecawet
|
art. 8, lid 5, aanhef en onder a Drank- en Horecawet |
n.v.t. |
Is door burgemeester gemandateerd aan Vz
nadere regels en aanvullende criteria ten behoeve van stedelijke regie |
Y.34 |
de natuurlijke persoon of de rechtspersoon die een bedrijf exploiteert als bedoeld in artikel 18, tweede lid, of artikel 19, tweede lid, onder a, en die in een periode van 12 maanden drie maal artikel 20, eerste lid, heeft overtreden, de bevoegdheid ontzeggen zwak-alcoholhoudende drank te verkopen vanaf de locatie waar bedoeld gedrag heeft plaatsgevonden
|
art. 19a, lid 1 Drank- en Horecawet |
n.v.t. |
Is door burgemeester gemandateerd aan Vz
nadere regels en aanvullende criteria ten behoeve van stedelijke regie |
Y.35 |
opleggen van een last onder bestuurs-dwang ter hand-having van een krachtens artikel 19a Drank- en Horecawet opgelegde ontzegging
|
art. 19a, lid 3 Drank- en Horecawet |
n.v.t. |
Is door burgemeester gemandateerd aan Vz
nadere regels en aanvullende criteria ten behoeve van stedelijke regie |
Y.36 |
in ontvangst nemen van de melding van een wens van de vergunninghouder als bedoeld in artikel 30a, lid 1 Drank- en Horecawet, bevestigen van de melding en het weigeren van de wijziging van het aanhangsel
|
art. 30a Drank- en Horecawet |
n.v.t. |
Is door burgemeester gemandateerd aan Vz
nadere regels en aanvullende criteria ten behoeve van stedelijke regie |
Y.37 |
intrekken van een vergunning als bedoeld in artikel 3 Drank- en Horecawet
|
art. 31 Drank- en Horecawet |
n.v.t. |
Is door burgemeester gemandateerd aan Vz
nadere regels en aanvullende criteria ten behoeve van stedelijke regie
|
Y.38 |
schorsen van een vergunning voor een periode van ten hoogste 12 weken in de gevallen bedoeld in artikel 31, lid 2 en lid 3 Drank- en Horecawet
|
art. 32 Drank- en Horecawet |
n.v.t. |
Is door burgemeester gemandateerd aan Vz
|
Y.39 |
beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van een ontheffing ten aanzien van het verstrekken van zwak-alcohol-houdende drank bij een in de beschikking aangewezen bijzondere gelegenheid van zeer tijdelijke aard voor een aaneengesloten periode van ten hoogste twaalf dagen en de mogelijkheid om voor jaarlijks terugkerende identieke bijzondere gelegenheden van zeer tijdelijke aard, besluiten één ontheffing te verlenen, mits de verstrekking van zwak-alcohol-houdende drank telkenmale geschiedt onder onmiddellijke leiding van dezelfde persoon
|
art. 35 Drank- en Horecawet |
n.v.t. |
Is door burgemeester gemandateerd aan Vz
nadere regels en aanvullende criteria ten behoeve van stedelijke regie |
Y.40 |
toegang ontzeggen aan andere personen dan hen, die wonen in de ruimte, waarin in strijd met de Drank- en Horecawet alcoholhoudende drank wordt verstrekt
|
art. 36 Drank- en Horecawet |
n.v.t. |
Is door burgemeester gemandateerd aan Vz
nadere regels en aanvullende criteria ten behoeve van stedelijke regie |
Y.41 |
opleggen van een bestuurlijke boete ter zake van overtreding binnen het stadsdeel van het bij of krachtens de artikelen 3, 4, 9, lid 3, lid 4 en lid 5, 12 tot en met 19, 20, lid 1 t/m 4, 22 lid 1, lid 2, 24 en 25, behoudens het gestelde in lid 3, 25a t/m 25d, 29, lid 3, 35, lid 2 en lid 4 of 38 van de Drank- en Horecawet
|
art. 44a Drank- en Horecawet |
n.v.t. |
Is door burgemeester gemandateerd aan Vz
nadere regels en aanvullende criteria ten behoeve van stedelijke regie |
Y.42 |
afwijken van artikel 3 en 4 van het Besluit eisen inrichtingen Drank- en Horeca-wet, indien er sprake is van een lokaliteit die gevestigd is in een beschermd monument als bedoeld in artikel 1.1 van de Erfgoedwet
|
art. 4a Besluit eisen inrichtingen Drank- en Horecawet |
n.v.t. |
Is door burgemeester gemandateerd aan Vz
nadere regels en aanvullende criteria ten behoeve van stedelijke regie |
Y.43 |
toepassen van bestuursdwang ter handhaving van de bij artikel 5:20, lid 1, van de Awb gestelde verplichting
|
art. 44 Drank- en Horecawet |
n.v.t. |
Is door burgemeester gemandateerd aan Vz
nadere regels en aanvullende criteria ten behoeve van stedelijke regie |
Y.44 |
beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van een vergunning voor het aanwezig hebben van een speelautomaat met inachtneming van hetgeen in de artikelen 2 en 3, lid 1 en lid 2 van de Verordening kansspeelautomaten en speelautomatenhallen, incl. het verbinden van voorschriften en beperkingen aan een vergunning, het weigeren en intrekken van een vergunning
|
art. 30b, art. 30c, art. 30d, art. 30e en art. 30f Wet op de kansspelen |
n.v.t. |
Is door burgemeester gemandateerd aan Vz
nadere regels en aanvullende criteria ten behoeve van stedelijke regie |
Y.44a
|
afhandelen melding klein kansspel en verbieden klein kansspel |
art. 7c Wet op de Kansspelen |
mandaat |
|
Y.45 |
opleggen van een bestuurlijke boete
|
art. 35c Wet op de kansspelen |
n.v.t.
|
Is door burgemeester gemandateerd aan Vz
nadere regels en aanvullende criteria ten behoeve van stedelijke regie
|
Y.46 |
beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van een vergunning voor de exploitatie van een speelautomatenhal (incl. wijzigen en intrekken)
|
art. 4 en art. 9 Verordening speelauto-maten(hallen) |
n.v.t. |
Is door burgemeester gemandateerd aan Vz
nadere regels en aanvullende criteria ten behoeve van stedelijke regie |
Y.47
|
opvragen van strafregistergegevens en het vragen van inlichtingen uit de algemene documentatieregisters op grond van de artikelen 9 tot en met 13 van de wet en van artikel 13 van het Besluit justitiële gegevens ten behoeve van: - het nemen van besluiten op grond van de Wet op de kansspelen - ten behoeve van het nemen van besluiten op grond van de Drank- en Horecawet - ten behoeve van het nemen van besluiten voor het exploiteren van een prostitutie-bedrijf of een seksinrichting; - ten behoeve van het nemen van besluiten voor het exploiteren van een horecabedrijf, een prostitutiebedrijf, een seksinrichting of een speelautomatenhal op grond van de Wet Bibob
|
artt. 9 t/m 13 Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens, art. 13 Besluit justitiële en strafvorderlijke gegevens |
n.v.t. |
Is door burgemeester gemandateerd aan Vz
nadere regels en aanvullende criteria ten behoeve van stedelijke regie
als het mandaat betrekking heeft op prostitutiebedrijven of seksinrichtingen geldt het mandaat alleen voor de voorzitter van de bestuurscommissie in stadsdeel Centrum |
Y.48 |
opvragen van strafregistergegevens en het vragen van inlichtingen uit de algemene docu-mentatieregisters op grond van artikelen 9 tot en met 13 van de wet en artikel 15 van het Besluit justitiële gegevens ten behoeve van: - artikel 7, eerste en tweede lid Wet Bibob juncto artikel 3, eerste lid Wet Bibob en artikel 4 Besluit Bibob en de APV (een horecabedrijf , een prostitutiebedrijf, een seksinrichting, of een speelautomatenhal) - artikel 27, derde lid Drank- en Horecawet juncto artikel 3 Wet Bibob; - artikel 31, tweede lid en derde lid Drank en Horecawet juncto artikel 3 Wet Bibob - artikel 30c, eerste lid onder c, artikel 30e, derde lid, artikel 30f, derde lid en artikel 30k, vierde lid Wet op de Kansspelen juncto artikel 3 WetBibob.
|
artt. 9 t/m 13 Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens, art. 13 en 15 Besluit justitiële en strafvorderlijke gegevens
|
n.v.t. |
Is door burgemeester gemandateerd aan Vz
nadere regels en aanvullende criteria ten behoeve van stedelijke regie
|
Y.49 |
opvragen van strafregistergegevens en het vragen van inlichtingen uit de algemene documentatieregisters op grond van artikelen 9 tot en met 13 van de wet en artikel 15 van het Besluit justitiële gegevens ten behoeve van: - artikel 2.20, lid 1 en lid 2 Wabo; - artikel 2.20, lid 1 en lid 2 Wabo juncto artikel 5.19, lid 4, onder b Wabo
|
artt. 9 t/m 13 Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens, art. 13 en 15 Besluit justitiële en strafvorderlijke gegevens
|
n.v.t. |
Is door college gemandateerd aan Vz
nadere regels en aanvullende criteria ten behoeve van stedelijke regie
|
Y.50 |
vragen van politiegegevens in verband met de beoordeling van het levensgedrag als bedoeld in de artikelen: - 3.10, eerste lid, onder b; - 3.11, derde lid, onder e; - 3.24, aanhef en onder b; - 3.29, eerste lid, onder b van de APV 2008 en; - 4, lid 1, onder b van het Speelauto-matenbesluit 2000
|
Wet politiegegevens, Besluit politiegegevens |
n.v.t. |
Is door burgemeester gemandateerd aan Vz
nadere regels en aanvullende criteria ten behoeve van stedelijke regie
|
Y.51 |
vragen van politiegegevens op grond van artikel 4:3, eerste lid, onder l Besluit politiegegevens in verband met de beoordeling op grond van de Wet Bibob als bedoeld in: - artikel 7, eerste en tweede lid Wet Bibob juncto artikel 3, eerste lid Wet Bibob en - artikel 4 Besluit Bibob; - artikel 27, derde en vierde lid Drank- en Horecawet juncto artikel 3 Wet Bibob; - artikel 31, tweede lid Drank- en Horecawet juncto artikel 3 Wet Bibob
|
art. 4:3, lid 1, aanhef en onder l, Besluit politiegegevens |
n.v.t. |
Is door burgemeester gemandateerd aan Vz
|
Y.52 |
vragen van politiegegevens op grond van artikel 4:3, eerste lid, onder l Besluit politiegegevens in verband met de beoordeling op grond van de Wet Bibob als bedoeld in: - artikel 2.20, lid 1 Wabo; - artikel 2.20, lid 1 juncto - artikel 5.19, lid 4, onder b Wabo
|
art. 4:3, lid 1, aanhef en onder l van het Besluit politie-gegevens |
n.v.t. |
Is door College gemandateerd aan Vz |
Y.53 |
aanwijzen van ambtenaren voor het in ontvangst nemen van het proces-verbaal met de verzegelde pakken, bedoeld in artikel N 2 en artikel N 9Kieswet
|
art. N 11 Kieswet |
n.v.t. |
Is door burgemeester gemandateerd aan Vz
betreft overige verkiezingen en referenda; wellicht nadere regels en aanvullende criteria ten behoeve van stedelijke regie
|
Y.54 |
aanwijzen van ambtenaren voor het in ontvangst nemen en aftekenen van ondersteuningsver-klaringen
|
art. H 4 Kieswet |
n.v.t. |
Is door burgemeester gemandateerd aan Vz
betreft overige verkiezingen en referenda; wellicht nadere regels en aanvullende criteria ten behoeve van stedelijke regie
|
Y.55 |
behandelen van aanvragen voor het verkrijgen van een vervangende stempas
|
art. J 8 Kieswet |
n.v.t. |
Is door burgemeester gemandateerd aan Vz |
Y. 56
|
het verkorten van de aanmeldingstermijn voor een optocht, het geven van voorschriften en het verbieden van een optocht |
art. 2.34, lid 3, 2.35, 2.36, lid 1 APV |
n.v.t. |
Is door burgemeester gemandateerd aan Vz
betreft overige verkiezingen en referenda; wellicht nadere regels en aanvullende criteria ten behoeve van stedelijke regie
|
y.57
|
vervallen |
vervallen |
vervallen |
|
Y.58 |
beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van een geschiktheids-verklaring voor een pand als prostitutiebedrijf
|
hoofdstuk 6A Bouw-verordening 2003 |
mandaat |
|
y.59 |
Adviseren college adviseren over voorstellen tot vaststelling en benoeming van een openbare ruimte als bedoeld in de Wet basisregistraties adressen en gebouwen, artikel 6, en de Verordening op de vastgoedregistratie Amsterdam 2011, artikel 4 |
Wet basisregi-straties adressen en gebouwen, artikel 6, en de Verordening op de vastgoed-registratie Amsterdam 2011, artikel 4 |
machtiging |
Deze machtiging kan slechts worden uitgeoefend met inachtneming van het gestelde in, en in overeenstemming met de beperkingen van het Reglement vastgoedregistratie Amsterdam 2011
Het algemeen bestuur geeft middels een piep-systeem1 aangeeft advies te willen besluiten
1 Ten behoeve hiervan ontvangt de bestuurscommissie het advies via de e-mail. Indien minimaal drie leden binnen één week bij de bestuursondersteuning aangeven het te willen bespreken zal de advisering via het algemeen bestuur verlopen. (Ab-besluit 2015/int/1152 23-09-2015) |
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl