Regeling vervallen per 31-12-2020

Subsidieregeling Stimuleren van duurzaam meerjarenonderhoud vastgoed met een culturele bestemming

Geldend van 06-09-2017 t/m 30-12-2020

Intitulé

Subsidieregeling Stimuleren van duurzaam meerjarenonderhoud vastgoed met een culturele bestemming

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1.Begripsomschrijvingen

In deze subsidieregeling wordt verstaan onder:

a. college: college van burgemeester en wethouders;

b. cultureel vastgoed: een in Amsterdam gelegen gebouw, dat bestemd is voor het presenteren van culturele activiteiten dat tenminste drie keer per week en minimaal 312 uur per jaar publiek toegankelijk is,

c. culturele instelling: professionele instelling met rechtspersoonlijkheid gevestigd in Amsterdam die activiteiten uitvoert op het gebied van kunst en cultuur;

d. duurzaam onderhoud: onderhoudswerkzaamheden met gebruik van milieuvriendelijk geproduceerde materialen die langdurige mechanische slijtage of verval kunnen weerstaan, gericht op de instandhouding of verbetering van het vastgoed, het verminderen van energiegebruik, het opwekken van energie en/of het verlagen van het verbruik van fossiele brandstoffen en daarmee het verlagen van uitstoot van CO2;

e. duurzaamheidsscan: een scan uitgevoerd door een gespecialiseerde instantie, die inzicht geeft in de nodige investering, het besparingspotentieel ten opzichte van de huidige situatie en de terugverdientijd.

f. eigenaar: de rechtspersoon die het eigendom heeft van het cultureel vastgoed;

g. MOP: Meerjarig Onderhoudsplan voor onderhoud van gemeentelijk vastgoed, voor een periode van minstens 25 jaar bestaande uit:

een overzicht en planning van de noodzakelijke onderhoudswerk-zaamheden aan het vastgoed, teneinde het kwaliteitsniveau van het vastgoed dat met de uitvoering van de werkzaamheden wordt beoogd te bereiken, dan wel te handhaven;

een gespecificeerde meerjaren begroting.

Artikel 2. Algemene Subsidieverordening Amsterdam 2013

De Algemene Subsidieverordening Amsterdam 2013 is van toepassing, tenzij daarvan in deze subsidieregeling uitdrukkelijk wordt afgeweken.

Artikel 3. Doel subsidieregeling

Het doel van deze subsidieregeling is het stimuleren van duurzaam onderhoud van cultureel vastgoed.

Artikel 4. Subsidiabele activiteiten, hoogte van de subsidie en subsidieplafond

  • 1. Het college kan een eenmalige subsidie verlenen ten behoeve van het uitvoeren van een in een MOP gepland duurzaam onderhoud aan cultureel vastgoed.

  • 2. De hoogte van de subsidie als bedoeld in het eerste lid bedraagt maximaal 25% van de kosten in de aanneemsom die verband houden met het onderhoud genoemd in het 1e lid, tot maximaal € 25.000,00.

Artikel 5. Subsidieplafond

Het college stelt voor de periode van 1 oktober 2017 tot en met 31 december 2020 een subsidieplafond vast van € 500.000 voor de activiteiten die op grond van deze subsidieregeling voor subsidie in aanmerking komen.

Hoofdstuk 2 Subsidieaanvraag

Artikel 6. De aanvrager

Subsidie kan uitsluitend worden aangevraagd door een eigenaar van cultureel vastgoed, en door een culturele instelling die het betreffende pand huurt voor zover deze eigenaar of deze huurder verantwoordelijk is voor de uitvoering van het meerjarenonderhoud van het gebouw. De gemeente Amsterdam is uitgesloten als aanvrager op deze regeling.

Artikel 7. Indieningstermijnen

In afwijking van artikel 6 van de ASA 2013 gelden voor het aanvragen van de subsidie de volgende aanvraagtermijnen:

a. 1 april tot 1 juni

b. 1 oktober tot 1 december.

Artikel 8. Bij de subsidieaanvraag in te dienen gegevens

In aanvulling op artikel 5, tweede lid, van de ASA 2013 worden bij de subsidieaanvraag de volgende stukken overgelegd:

a. Informatie waaruit blijkt dat dat aanvrager verantwoordelijk is voor het onderhoud aan het gebouw als bedoeld in artikel 6 van deze subsidieregeling;

b. het MOP van het pand waarvoor de subsidie is aangevraagd, dat moet voldoen aan de volgende voorwaarden:

- een conditiemeting van het pand, maximaal drie jaar oud;

- een meerjarenonderhoudsplanning voor een periode van minimaal 25 jaar waarin alle grotere te onderhouden elementen (gebouw gebonden en niet gebouw gebonden) die voor rekening komen van de aanvrager verwerkt zijn,

- een opgave van het bedrag dat de aanvrager jaarlijks moet reserveren in zijn begroting voor onderhoud om het MOP uit te kunnen voeren.

c. waarbij geldt dat dit plan niet langer dan een jaar voorafgaand aan de subsidieaanvraag is opgesteld, dan wel dat het geactualiseerd is op het gebied van duurzaam onderhoud.

d. een gedetailleerd projectplan of bestek inclusief:

- afhankelijk van de aard van het onderhoud: tekeningen (op schaal 1:100) van de huidige staat en de te realiseren staat van onderhoud;

- een gespecificeerde begroting, waarin inzichtelijk wordt gemaakt welke meerkosten verbonden zijn aan de verduurzaming van het onderhoud;

e. een duurzaamheidsscan of een daarmee vergelijkbaar onderzoek ter onderbouwing van het duurzaamheidsvoordeel dat met het onderhoud wordt beoogd;

f. de naam en het adres van de uitvoerder.

Hoofdstuk 3 Subsidieweigeringsgronden

Artikel 9. Weigeringsgronden

In aanvulling op artikel 9, eerste lid, van de ASA 2013 weigert het college een subsidie te verlenen als:

a. het gebouw geen cultureel vastgoed betreft;

b. de subsidieaanvrager al eerder een subsidie heeft ontvangen op grond van deze regeling

Hoofdstuk 4 Verplichtingen van de subsidieontvanger

Artikel 10. Aanvullende verplichtingen

Naast de verplichtingen op grond van artikel 10 en 11 van de ASA 2013, zijn aan de subsidie de volgende verplichtingen verbonden:

a. de werkzaamheden dienen te worden voltooid binnen twaalf maanden na de datum waarop de subsidie is verleend;

b. de subsidieontvanger draagt zorg voor de benodigde vergunningen, alvorens met de werkzaamheden te beginnen;

c. de subsidieontvanger voert de verbouwing uit conform de daarvoor geldende wet- en regelgeving en uitvoeringsregels.

Hoofdstuk 5 Verantwoording en vaststelling van de subsidie

Artikel 11. Verantwoording

In aanvulling op artikel 14, tweede lid, van de ASA 2013 bevat de aanvraag tot vaststelling van de subsidie een schriftelijke gereed melding en een verslag, opgesteld na inspectie, waaruit blijkt dat de gesubsidieerde onderhoudswerkzaamheden conform de subsidieverlening zijn uitgevoerd. Het College van B&W wijst ten behoeve van de inspectie een toezichthouder aan op grond van de ASA.

Hoofdstuk 6 Slotbepaling

Artikel 12. Inwerkingtreding en duur

Deze subsidieregeling treedt in werking een dag na publicatie in het Gemeenteblad en vervalt van rechtswege op 31 december 2020, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op subsidies die verleend zijn op basis van deze regeling.

Toelichting