Richtlijn Drijvende terrassen Waterbuurt Oost en West 2008

Geldend van 19-03-2016 t/m heden

Intitulé

Richtlijn Drijvende terrassen Waterbuurt Oost en West 2008

Richtlijn Drijvende terassen Waterbuurt Oost en West 2008

Ruimtelijke randvoorwaarden

In de erfpachtvoorwaarden van de eigenaren van de waterkavels is opgenomen dat 20% van het totale oppervlak van de kavel open water moet zijn. Hierop mag dus geen drijvend terras gerealiseerd worden. Uitgangspunt voor de ruimtelijke randvoorwaarden is dat het zicht op het water vanaf de steigers en omliggende openbare ruimte zoveel mogelijk gewaarborgd is. Juist daar ligt het onderscheid met buurten op land. Terrassen zijn, in tegenstelling tot woningen, vlakken en geen volumes.

Aanvullende ruimtelijke randvoorwaarden, bovenop reeds in het Handboek Waterkavels vastgelegde randvoorwaarden, waarop vergunningen moeten worden getoetst zijn:

  • a.

    de maximale hoogte van het terras t.o.v. het waterpeil bedraagt 0,90 meter. Maximale diepgang is 1,50 meter onder waterpeil;

  • b.

    beplanting is toegestaan;

  • c.

    hekwerken als afscheiding van het terras zijn toegestaan tot een hoogte van 1,10 meter, gemeten t.o.v. bovenkant vloer van het terras, mits transparant uitgevoerd. Onder transparant wordt verstaan dat de hekwerken voor tenminste 60% doorzichtig moeten zijn;

  • d.

    bergingen bovenop het vlak van het terras zijn toegestaan met een maximale oppervlakte van 5 m2 en een maximale hoogte van 2 meter, gemeten t.o.v. bovenkant vloer van het terras;

  • e.

    op het terras mogen geen bouwwerken, dakvlakken of verticale wanden worden geplaatst, op de onder 4 genoemde bergingen na. Wel zijn pergola's e.d. toegestaan;

  • f.

    het terras mag niet worden gebruikt als parkeerplaats, opslagplaats en er mogen ook geen antennes en/of schotels worden geplaatst;

  • g.

    bij de maatvoering van het terras moet worden voldaan aan de voorwaarde dat 20% van het totale kaveloppervlak open water is.