Verordening voorzieningen leden dagelijks bestuur en stadsdeelcommissies

Geldend van 24-03-2022 t/m heden

Intitulé

Verordening voorzieningen leden dagelijks bestuur en stadsdeelcommissies

Hoofdstuk 1 - Algemene Bepalingen

Artikel 1: Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    Leden van het dagelijks bestuur: de voorzitter en leden van de bestuurscommissie en de voorzitter en de leden van het dagelijks bestuur van de bestuurscommissie van het stadsgebied Weesp, bedoeld in artikel 2 respectievelijk artikel 38 van de verordening stadsdelen en stadsgebied Amsterdam 2022;

  • b.

    Leden van de stadsdeelcommissie en de leden van de bestuurscommissie van stadsgebied Weesp: de leden van de stadsdeelcommissie en de leden van de bestuurscommissie van het stadsgebied Weesp, niet zijnde de leden van het dagelijks bestuur, bedoeld in artikel 23 respectievelijk artikel 37 van de verordening stadsdelen en stadsgebied Amsterdam 2022;

  • c.

    vergoedingen: bruto vergoedingen, tenzij uit de toelichting anders blijkt.

Artikel 2: Verhouding tot Personeelsregelingen Gemeente Amsterdam

De Personeelsregelingen Gemeente Amsterdam is niet van toepassing op de leden van het dagelijks bestuur en de stadsdeelcommissies en de bestuurscommissie van stadsgebied Weesp.

Hoofdstuk 2 - Vergoedingen voor de leden van het dagelijks bestuur

Artikel 3: Vaste vergoeding voor de leden van het dagelijks bestuur

  • 1. Een lid van het dagelijks bestuur ontvangt een vaste maandelijkse vergoeding voor zijn werkzaamheden. De vergoeding bedraagt per 1 januari 2021:

    • a.

      € 6.705,09 in een stadsdeel met een aantal inwoners tot 100.000;

    • b.

      € 7.222,21 in een stadsdeel met een aantal inwoners vanaf 100.000.

  • 2. Een lid van het dagelijks bestuur ontvangt een vakantie-uitkering van 8% en een eindejaarsuitkering van 6,50% per jaar.

  • 3. Op de bedragen, genoemd in het eerste lid, is artikel 3.1.1, vierde lid van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers van overeenkomstige toepassing.

Artikel 4: Onkostenvergoeding voor de leden van het dagelijks bestuur

Een lid van het dagelijks bestuur ontvangt een onkostenvergoeding voor overige aan de uitoefening van het ambt verbonden kosten die gelijk is aan het bedrag dat wordt genoemd in artikel 3.2.6, tweede lid, van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers.

Artikel 5: Pensioenvergoeding voor de leden van het dagelijks bestuur

  • 1. Een lid van het dagelijks bestuur ontvangt maandelijks een vergoeding ten behoeve van een individuele pensioenvoorziening en in verband met de reparatie van de Algemene nabestaandenwet. De hoogte van de vergoeding is de som van de werkgeversbijdragen voor het ouderdoms- en nabestaandenpensioen en de reparatie Algemene nabestaandenwet conform het pensioenreglement van het Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds.

  • 2. De grondslag voor de vergoeding vormt de in artikel 3 genoemde vaste vergoeding, rekening houdend met het wettelijk maximum, minus de franchise bedragen genoemd in de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers voor ouderdoms- en nabestaandenpensioen en reparatie van de Algemene nabestaandenwet.

Hoofdstuk 3 - Vergoeding voor de leden van de stadsdeelcommissies en de leden van de bestuurscommissie van stadsgebied Weesp

Artikel 6: Vergoedingen voor het bijwonen van vergaderingen voor leden van de stadsdeelcommissie

  • 1. Een lid van de stadsdeelcommissie en van de bestuurscommissie van stadsgebied Weesp ontvangt een vergoeding voor het bijwonen van vergaderingen van de stadsdeelcommissie respectievelijk van de bestuurscommissie van stadsgebied Weesp. De vergoeding bedraagt € 550,00 per vergadering. Per maand wordt voor maximaal twee vergaderingen een vergoeding betaald.

  • 2. Gedurende de recesperiodes van de gemeenteraad bestaat geen aanspraak op een vergoeding, tenzij de vergadering in verband met uitzonderlijke omstandigheden nodig is en het college met de vergadering heeft ingestemd.

Artikel 7: Aanpassing aan consumentenprijsindexcijfer

Op het bedrag, genoemd in de artikel 6, is artikel 3.1.1, vierde lid, van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers van overeenkomstige toepassing.

Hoofdstuk 4 - Reis- en verblijfkostenvergoedingen

Artikel 8: Reis- en verblijfkosten in verband met reizen binnen de gemeente

  • 1. Aan de leden van het dagelijks bestuur, de stadsdeelcommissies en de leden van de bestuurscommissie van stadsgebied Weesp worden de reiskosten en de in redelijkheid gemaakte verblijfkosten voor het bijwonen van de vergaderingen van het dagelijks bestuur en de door het dagelijks bestuur uitgeschreven vergaderingen van de stadsdeelcommissie vergoed.

  • 2. Aan de leden van het dagelijks bestuur, de stadsdeelcommissies en de leden van de bestuurscommissie van stadsgebied Weesp worden de reiskosten voor andere reizen binnen de gemeente vergoed indien deze reizen direct verband houden met de uitoefening van de werkzaamheden voor het dagelijks bestuur, de stadsdeelcommissie of de bestuurscommissie van stadsgebied Weesp.

  • 3. De reiskostenvergoeding betreft:

    • a.

      bij gebruik van het openbaar vervoer en een (trein)taxi: een volledige vergoeding van de in redelijkheid gemaakte reiskosten;

    • b.

      bij gebruik van een eigen personenauto: een vergoeding overeenkomstig het bedrag in artikel 3.6, eerste lid, onder b, van de Regeling rechtspositie decentrale politieke ambtsdragers.

Artikel 9: Reis- en verblijfkosten in verband met reizen buiten de gemeente

  • 1. Aan de leden van het dagelijks bestuur en van de stadsdeelcommissies onderscheidenlijk de leden van de bestuurscommissie van stadsgebied Weesp worden de reiskosten en de in redelijkheid gemaakte verblijfskosten in verband met reizen buiten het grondgebied van de gemeente vergoed indien deze reizen direct verband houden met de uitoefening van de werkzaamheden voor het dagelijks bestuur, de stadsdeelcommissie of de bestuurscommissie van stadsgebied Weesp.

  • 2. De in het eerste lid bedoelde vergoeding betreft:

    • a.

      bij gebruik van het openbaar vervoer en van een (trein)taxi: een vergoeding van de in redelijkheid gemaakte reiskosten;

    • b.

      bij gebruik van een eigen personenauto: een vergoeding overeenkomstig het bedrag in artikel 3.6, eerste lid, onder b, van de Regeling rechtspositie decentrale politieke ambtsdragers.

Hoofdstuk 5 - Overige voorzieningen

Artikel 10: Mobiele telefoon, tablet en computer of laptop voor de leden van het dagelijks bestuur

  • 1. Voor een goede uitoefening van het lidmaatschap van het dagelijks bestuur is het gebruik van een mobiele telefoon en tablet, computer of laptop noodzakelijk. Op aanvraag wordt aan de leden van het dagelijks bestuur een mobiele telefoon en tablet, computer of laptop met bijbehorende apparatuur en software in bruikleen ter beschikking gesteld.

  • 2. De leden van het dagelijks bestuur ondertekenen voor de bruikleen van de mobiele telefoon, tablet, computer of laptop met bijbehorende apparatuur en software een bruikleenovereenkomst. Het college stelt het model van deze overeenkomst vast.

  • 3. In verband met het ter beschikking stellen van de mobiele telefoon wordt op de maandelijkse onkostenvergoeding voor de leden van het dagelijks bestuur het bedrag in mindering gebracht dat een wethouder voor de component telefoonkosten ontvangt.

Artikel 11: Tablet en computer of laptop voor de leden van de stadsdeelcommissies en de leden van de bestuurscommissie van stadsgebied Weesp

  • 1. Op aanvraag wordt aan de leden van het de stadsdeelcommissies of de bestuurscommissie van stadsgebied Weesp een tablet, computer of laptop met bijbehorende apparatuur en software in bruikleen ter beschikking gesteld.

  • 2. De leden van de stadsdeelcommissies en de bestuurscommissie van stadsgebied Weesp ondertekenen voor de bruikleen van een tablet, computer of laptop met bijbehorende apparatuur en software de als bijlage 1 bijgevoegde bruikleenovereenkomst.

Artikel 12: Werkkostenregeling

Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f van de Wet op de loonbelasting 1964 worden aangewezen:

  • a.

    de onkostenvergoeding, bedoeld in artikel 4;

  • b.

    de vergoedingen, bedoeld in de artikelen 8 en 9, voor zover deze niet worden gerekend tot een vergoeding als bedoeld in artikel 31a, tweede lid, onderdelen a en b van de Wet op de loonbelasting 1964;

  • c.

    de terbeschikkingstelling, bedoeld in artikel 10 en 11, eerste lid, voor zover deze niet wordt gerekend tot een terbeschikkingstelling als bedoeld in artikel 31a, tweede lid, onderdeel g, van de Wet op de Loonbelasting 1964;

Artikel 13: Vermindering vergoeding lid dagelijks bestuur bij arbeidsongeschiktheidsuitkering.

Indien een lid van het dagelijks bestuur gedurende de zittingsperiode geheel of gedeeltelijk arbeidsongeschikt wordt en hij in verband met die arbeidsongeschiktheid een uitkering op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen ontvangt, dan wordt het bedrag van die uitkering in mindering gebracht op de vergoeding bedoeld in artikel 3.

Artikel 14: Voorzieningen bij tijdelijke vervanging

  • 1. Als een lid van het dagelijks bestuur op grond van artikel 8, tweede lid van de verordening stadsdelen en stadsgebied Amsterdam 2022 tijdelijk met verlof gaat, ontvangt dit lid gedurende het verlof de vaste maandelijks vergoeding bedoeld in artikel 3 alsmede 50% van de onkostenvergoeding bedoeld in artikel 4.

  • 2. Deze verordening is van overeenkomstige toepassing op een lid van de stadsdeelcommissie of de bestuurscommissie van het stadsgebied Weesp dat tijdelijk wordt benoemd op grond van artikel 28 van de verordening stadsdelen en stadsgebied Amsterdam 2022, dit met uitzondering van artikel 11.

  • 3. Deze verordening is van overeenkomstige toepassing op een lid van het dagelijks dat tijdelijk wordt benoemd op grond van artikel 8, tweede lid van de verordening stadsdelen en stadsgebied Amsterdam 2022.

Artikel 15: Nadere regels scholing

  • 1. De deelname aan een cursus of andere scholingsactiviteiten dient door het dagelijks bestuur of de stadsdeelcommissie vooraf te worden goedgekeurd. In verband met de goedkeuring wordt een aanvraag ingediend waarin inhoudelijke informatie over de gewenste scholing en een kostenindicatie opgenomen is.

  • 2. De kosten voor de scholing worden uitsluitend vergoed indien de cursus of scholingsactiviteiten naar het oordeel van het dagelijks bestuur of de stadsdeelcommissie van belang zijn in verband met de uitoefening van het ambt.

  • 3. De maximale hoogte van de tegemoetkoming in de scholingskosten is gelijk aan het maximum zoals dat jaarlijks voor raadsleden wordt vastgesteld.

Hoofdstuk 6 - Declaratieprocedure en ingangsdatum en einde van de vergoedingen

Artikel 16: Betaling van kosten

Betaling van kosten als bedoeld in de artikelen 8, 9 en 11 vindt plaats door:

  • a.

    betaling uit eigen middelen of

  • b.

    rechtstreekse toezending van de factuur aan de gemeente.

Artikel 17: Declaratie van vooruit betaalde kosten

  • 1. De vergoeding van de kosten die uit eigen middelen zijn betaald, vindt plaats met behulp van een declaratieformulier.

  • 2. Het volledig ingevulde en ondertekende declaratieformulier en de originele bewijsstukken worden binnen twee maanden bij de gemeentesecretaris of de door de gemeentesecretaris aangewezen ambtenaar ingediend.

Artikel 18: Aanvang en einde tegemoetkoming en vergoedingen

  • 1. De vergoeding voor de werkzaamheden en de onkostenvergoedingen worden door een lid van het dagelijks bestuur en de stadsdeelcommissie genoten met ingang van de dag van de beëdiging.

  • 2. De vergoeding voor de werkzaamheden en de onkostenvergoedingen, eindigt op het tijdstip van beëindiging van het lidmaatschap van het dagelijks bestuur of de stadsdeelcommissie.

Hoofdstuk 7 - Inwerkingtreding en citeertitel

Artikel 19: inwerkingtreding

Deze verordening treedt op 21 maart 2018 in werking.

Artikel 20: Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening voorzieningen leden dagelijks bestuur en stadsdeelcommissies.

Toelichting

Toelichting verordening voorzieningen leden dagelijks bestuur en stadsdeelcommissies

Algemene toelichting

Deze verordening is gebaseerd op artikel 96 van de Gemeentewet en het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers. Deze geven de gemeenteraad de bevoegdheid om regels vast te stellen over de door leden van de bestuurs- of stadsdeelcommissies te ontvangen vergoedingen voor het bijwonen van vergaderingen en de gemaakte reis- en verblijfkosten in verband met reizen binnen en buiten het grondgebied van de gemeente. In bijzondere gevallen kan op grond van de wet worden bepaald dat de leden van het dagelijks bestuur van een bestuurscommissie een vaste vergoeding voor hun werkzaamheden ontvangen. Van deze mogelijkheid is in deze verordening gebruik gemaakt. Daarbij moet worden opgemerkt dat de leden van het dagelijks bestuur, de stadsdeelcommissies en de bestuurscommissie van het stadsgebied Weesp niet vallen onder de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers (Appa), waarin uitkeringen voor pensioen, werkloosheid en arbeidsongeschiktheid voor andere politieke ambtsdragers zijn geregeld, zoals voor burgemeesters en wethouders het geval is. De leden van het dagelijks bestuur worden fiscaal gezien als werknemers met een fictieve dienstbetrekking voor de loonheffingen loonbelasting, volksverzekeringen en werknemersverzekeringen zoals de Werkloosheidswet, Ziektewet, Wet werk en inkomen en Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering. Dit betekent dat de gemeente loonheffingen inhoudt over de vaste maandelijkse vergoeding (genoemd in artikel 3). Zij bouwen echter geen pensioen op. Om die reden wordt een aparte vergoeding toegekend zodat zij daar zelf in kunnen voorzien.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 2: Verhouding tot Personeelsregelingen Gemeente Amsterdam

De leden van het dagelijks bestuur, de stadsdeelcommissies en de bestuurscommissie van het stadsgebied Weesp hebben geen dienstverband met de gemeente Amsterdam. Er is geen sprake van een arbeidsovereenkomst in de zin van artikel 7:610 van het Burgerlijk wetboek. De bepalingen uit de Personeelsregelingen Gemeente Amsterdam zijn daarom niet op hen van toepassing.

Artikelen 3, 4 en 5: Vaste vergoeding voor leden van het dagelijks bestuur en onkostenvergoeding

Gezien de vaardigheden waarover de leden van het dagelijks bestuur moeten beschikken alsmede de zwaarte en de complexiteit van het werk én het feit dat het een voltijdsfunctie betreft, wordt aan de leden van het dagelijks bestuur een vaste vergoeding voor hun werkzaamheden en een tegemoetkoming in de kosten toegekend. Over de vaste vergoeding uit artikel 3 zijn loonheffingen verschuldigd op grond van de Wet op de Loonbelasting 1964 en de Wet financiering sociale verzekeringen. De vergoeding wordt jaarlijks geïndexeerd op grond van artikel 3.1.1, vierde lid, van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers. Verder is ook aangegeven dat er jaarlijks 8% vakantiegeld en een eindejaarsuitkering van 6,50% wordt betaald.

In artikel 4 is de onkostenvergoeding voor de leden van het dagelijks bestuur opgenomen. Voor de hoogte van dit bedrag is aangesloten bij de regeling die er voor wethouders is. De onkostenvergoeding genoemd in artikel 4 wordt aangewezen als werkkosten voor toepassing van de werkkostenregeling. Dit houdt in dat de gemeente eventueel verschuldigde belastingheffing voor haar rekening neemt.

In artikel 5 is tot slot voorzien in een vergoeding voor het treffen van een voorziening in verband met ouderdoms- en nabestaandenpensioen en de reparatie van de Algemene nabestaandenwet. Deze vergoeding is apart opgenomen om inzichtelijk te maken wat de hoogte van dat bedrag is. Daarbij is aangegeven waar de vergoeding voor dient, dat de vergoeding de som is van de werkgeversbijdragen voor het ouderdoms- en nabestaandenpensioen en de reparatie Algemene nabestaandenwet conform het pensioenreglement van het Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds en dat de grondslag voor de vergoeding wordt gevormd door de vergoeding uit artikel 3. Dit rekening houdend met het wettelijk maximum en minus de franchise bedragen genoemd in de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers voor ouderdoms- en nabestaandenpensioen en reparatie van de Algemene nabestaandenwet. Over de vergoeding zijn loonheffingen verschuldigd op grond van de Wet op de Loonbelasting 1964 en de Wet financiering sociale verzekeringen.

Artikel 6 en 7: Vergoedingen voor het bijwonen van vergaderingen voor leden van de stadsdeelcommissies

De leden van de stadsdeelcommissies en de leden van de bestuurscommissie van het stadsgebied Weesp, niet zijnde de DB-leden, kunnen aanspraak maken op presentiegeld. Vanwege de bijzondere aard en de zwaarte van de taken en werkzaamheden is voor de hoogte van het presentiegeld afgeweken van de bedragen die in het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers opgenomen zijn. Er wordt een vergoeding van € 550,00 per vergadering betaald. De vergoeding is voor maximaal twee vergaderingen per maand.

Uiteraard kan de stadsdeelcommissie of de bestuurscommissie van stadsgebied Weesp daarnaast nog zo vaak vergaderen als nodig wordt geacht, maar er wordt voor niet meer dan twee vergaderingen een vergoeding betaald. Tot slot is in het derde lid geregeld dat gedurende de recesperiodes van de raad in beginsel geen aanspraak op een vergoeding bestaat. Alleen indien de vergadering in verband met uitzonderlijke omstandigheden nodig is en het college met het houden van de vergadering heeft ingestemd, wordt een vergoeding betaald.

De vergoeding voor het bijwonen van vergaderingen is belast op grond van de Wet op de Loonbelasting 1964 indien gebruik is gemaakt van de opting-in regeling. Indien niet gekozen is voor deze regeling, is belasting verschuldigd via de aangifte inkomstenbelasting. De vergoeding wordt jaarlijks geïndexeerd op grond van artikel 3.1.1, vierde lid, van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers.

Artikel 8: Reis- en verblijfskosten in verband met reizen binnen de gemeente

De leden van het dagelijks bestuur, de stadsdeelcommissies en de leden van de bestuurscommissie Weesp kunnen in elk geval aanspraak maken op vergoeding van de reis- en verblijfskosten die worden gemaakt voor het bijwonen van de vergaderingen. Voor de stadsdeelcommissie en de leden van de bestuurscommissie Weesp, niet zijnde de DB-leden, geldt dat die vergoeding alleen bestaat voor de vergaderingen die door het dagelijks bestuur uitgeschreven zijn. Daarnaast kunnen de leden van het dagelijks bestuur en de stadsdeelcommissies aanspraak maken op vergoeding van de reiskosten voor andere reizen binnen de gemeente, indien deze direct verband houden met hun werkzaamheden.

De vergoeding vindt plaats op declaratiebasis en is onbelast. De vergoeding voor het gebruik van de eigen auto is aangewezen als eindheffingsbestanddeel voor zover deze meer bedraagt dan € 0,19 per km. Dit betekent dat een eventuele eindheffing voor rekening van de gemeente komt. Voor de hoogte van de vergoeding voor de reis- en verblijfskosten is aangesloten bij de Regeling rechtspositie decentrale politieke ambtsdragers. Voor de verblijfkosten betekent dit dat alleen de in redelijkheid gemaakte verblijfkosten kunnen worden gedeclareerd. Bovendien is dit beperkt tot de verblijfskosten die worden gemaakt voor het bijwonen van de vergaderingen.

Vergoedingen voor gebruik van eigen auto die worden betaald aan leden van stadsdeelcommissies en de leden van de bestuurscommissie van stadsgebied Weesp, niet zijnde de DB-leden, die niet hebben geopteerd voor toepassing van de loonheffing, moeten niet worden aangemerkt als eindheffingsbestanddeel voor de werkkostenregeling. Deze leden moeten de betaalde vergoedingen zelf op correcte wijze in hun aangifte inkomstenbelasting verwerken.

Artikel 9: Reis- en verblijfskosten in verband met reizen buiten de gemeente

Leden van het dagelijks bestuur, de stadsdeelcommissies en de bestuurscommissie van stadsgebied Weesp, niet zijnde de DB-leden kunnen op grond van dit artikel aanspraak maken op vergoeding van reis- en verblijfkosten die zijn gemaakt in verband met reizen buiten de gemeente. De reizen dienen gemaakt te zijn in verband met hun werkzaamheden. Het gaat dus uitsluitend om zakelijke reis- en verblijfskosten. Dit betekent dat kosten voor reizen naar partijpolitieke bijeenkomsten niet worden vergoed tenzij expliciet het dagelijks bestuur of de stadsdeelcommissie wordt vertegenwoordigd. Voor de hoogte van de vergoeding voor de reis- en verblijfskosten is zoveel mogelijk aangesloten bij de Regeling rechtspositie decentrale politieke ambtsdragers. Voor de fiscale behandeling zie de toelichting bij artikel 8.

Artikel 10 en 11: Mobiele telefoon, tablet, computer of laptop

Voor een goede uitoefening van het lidmaatschap van het dagelijks bestuur, stadsdeelcommissie of van de bestuurscommissie van stadsgebied Weesp, niet zijnde de DB-leden, is het gebruik van een tablet, computer of laptop noodzakelijk. Voor een goede uitoefening van het lidmaatschap van het dagelijks bestuur is daarnaast een mobiele telefoon vereist. Op aanvraag wordt aan de leden van het dagelijks bestuur, de stadsdeelcommissies en de leden van de bestuurscommissie van stadsgebied Weesp, niet zijnde de DB-leden, op grond van artikel 10 en 11 dan ook een mobiele telefoon en tablet, computer of laptop in bruikleen ter beschikking gesteld.

Het geven van een mobiele telefoon, tablet, computer of laptop kan per 1 januari 2015 onbelast, mits ze noodzakelijk zijn bij de uitoefening van de functie en het apparaat eigendom blijft van de gemeente. In verband hiermee is bepaald dat bij het ter beschikking stellen van apparatuur een bruikleenovereenkomst moet worden ondertekend, daarin zal de eis worden opgenomen dat de apparatuur wordt teruggegeven of een restwaarde wordt vergoed als het niet meer noodzakelijk is bij het uitoefenen van de functie. De terbeschikkingstelling of de vergoeding uit artikel 10 en 11 van een mobiele telefoon, tablet, computer of laptop wordt aangewezen als eindheffingsbestanddeel wanneer het niet voldoet aan het noodzakelijkheidsvereiste. De eventuele eindheffing komt dan voor rekening van de gemeente. Deze aanwijzing als eindheffingsbestanddeel is alleen van toepassing op de leden van het dagelijks bestuur, de leden van stadsdeelcommissies en de leden van de bestuurscommissie van stadsgebied Weesp, niet zijnde de DB-leden, die gebruik maken van de opting-in regeling.

Artikel 12: Werkkostenregeling

Dit artikel geldt alleen voor de leden van het dagelijks bestuur, de stadsdeelcommissies en de leden van de bestuurscommissie van stadsgebied Weesp, niet zijnde de DB-leden, die hebben geopteerd voor toepassing van loonheffing. Dus voor de leden van het dagelijks bestuur vanwege hun fictief werknemerschap en voor de leden van de stadsdeelcommissies of de bestuurscommissie van stadsgebied Weesp, niet zijnde de DB-leden die hebben gekozen voor de opting-in regeling.

Artikel 13: Vermindering vergoeding lid dagelijks bestuur bij arbeidsongeschiktheidsuitkering

Het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers bevat bepalingen die moeten voorkomen dat er op basis van een werkloosheids- of arbeidsongeschiktheidsregeling kortingen worden doorgevoerd op de vergoedingen voor de werkzaamheden voor een bestuurscommissie. De leden van het dagelijks bestuur worden echter vanwege de omvang van de werkzaamheden beschouwd als werknemers van de gemeente en dus is de korting bij hen wel toegestaan.

Artikel 14: Voorzieningen bij tijdelijke vervanging

Als een lid van het dagelijks bestuur tijdelijk met verlof gaat in verband met zwangerschap en bevalling of ziekte, wordt de vaste maandelijkse vergoeding doorbetaald. Verder bestaat aanspraak op 50% van de maandelijkse onkostenvergoeding. Dit omdat bepaalde kosten gedurende het verlof doorlopen. Denk bijvoorbeeld aan de kosten voor een abonnement op een krant of tijdschrift of een telefoon. De regeling voor de leden van het dagelijks bestuur is analoog aan hetgeen ook voor wethouders geregeld is.

Ook voor de tijdelijke vervanger is een regeling getroffen. Als een lid van het dagelijks bestuur, een stadsdeelcommissie of de bestuurscommissie van stadsgebied Weesp, niet zijnde de DB-lid, tijdelijk wordt benoemd in verband met de afwezigheid van een ander lid wegens zwangerschap en bevalling of ziekte, is bepaald dat het vervangende lid recht heeft op dezelfde vergoedingen als een regulier lid. Voor een lid de stadsdeelcommissie of van de bestuurscommissie van stadsgebied Weesp, niet zijnde de DB-lid, dat met verlof gaat is geen regeling getroffen omdat sprake is van presentiegeld.

Artikel 15: Nadere regels scholing

In artikel 3.3.3, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers staat dat de kosten voor niet-partijpolitiek georiënteerde scholing ten laste van de gemeente komen indien de scholing verband houdt met het vervullen van het lidmaatschap van een bestuurs- of stadsdeelcommissie. Het betreft de kosten van cursus- en lesgelden, verplicht studiemateriaal, examen- en diplomakosten, alsmede de reis- en verblijfkosten in het kader van de opleiding. Het Rechtspositiebesluit biedt de mogelijkheid om nadere voorwaarden aan de scholing te stellen. In dit kader is voor de hoogte van de jaarlijks te vergoeden kosten aan een lid van het dagelijks bestuur, de stadsdeelcommissie of de bestuurscommissie van stadsgebied Weesp, niet zijnde de DB-lid, aansluiting gezocht bij het maximale bedrag dat jaarlijks door het presidium van de gemeenteraad voor raadsleden wordt vastgesteld. De vergoeding voor scholing is onbelast voor de loonheffingen.

Artikelen 16 en 17: betaling van kosten en declaratie van vooruit betaalde kosten

Deze artikelen behoeven geen toelichting.

Artikel 18: Aanvang en einde tegemoetkoming en vergoedingen

Voor de beëindiging van het lidmaatschap van een lid van het dagelijks bestuur zijn op grond van artikel 8, eerste lid van de verordening stadsdelen en stadsgebied Amsterdam 2022 de artikelen 42, 43 en 46 tot en met 50 van de Gemeentewet van toepassing. Voor een lid van de stadsdeelcommissie of de lid van de bestuurscommissie van stadsgebied Weesp, niet zijnde de DB-lid, geldt op grond van artikel 28 van de verordening stadsdelen en stadsgebied Amsterdam 2022 hoofdstuk X van de Kieswet.

Artikelen 19 en 20: inwerkingtreding en citeertitel

Deze artikelen behoeven geen toelichting.