Regeling vervallen per 19-05-2021

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam houdende regels omtrent subsidie ondernemersverenigingen en gebiedsbranding (Subsidieregeling opzetten ondernemersverenigingen en gebiedsbranding)

Geldend van 25-12-2019 t/m 18-05-2021

Intitulé

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam houdende regels omtrent subsidie ondernemersverenigingen en gebiedsbranding (Subsidieregeling opzetten ondernemersverenigingen en gebiedsbranding)

Burgemeester en wethouders van Amsterdam

Brengen ter algemene kennis dat zij in hun vergadering van 11 december 2018 hebben besloten:

  • 1.

    De gewijzigde subsidieregeling ‘Opzetten ondernemersverenigingen en gebiedsbranding 2019’ (zoals opgenomen in bijlage 1) vast te stellen en deze in te laten gaan per 1 januari 2019. De belangrijkste wijzigingen zijn:

    • a.

      De subsidie voor het oprichten van een ondernemersvereniging kan maximaal één keer per drie jaar worden aangevraagd;

    • b.

      De subsidieregeling voor het oprichten van een bedrijveninvesteringszone (biz) is aangevuld met een subsidie voor de doorstart van een biz waarbij maximaal € 3.500,- subsidie kan worden aangevraagd;

    • c.

      De subsidieregeling voor gebiedsbranding is duidelijker omschreven en de subsidie kan maximaal één keer per drie jaar worden aangevraagd.

  • 2.

    Het subsidieplafond voor 2019 voor de subsidieregeling ‘Opzetten ondernemersverenigingen en gebiedsbranding 2019’ op € 250.000,- vast te stellen.

  • 3.

    In te stemmen met het intrekken van de huidige subsidieregeling ‘Opzetten ondernemersverenigingen en gebiedsbranding’ per 1 januari 2019.

Bijlage 1: Subsidieregeling opzetten ondernemersverenigingen en gebiedsbranding 2019

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Artikel 1.1 Begripsomschrijvingen

In deze subsidieregeling wordt verstaan onder:

  • a.

    ASA 2013: Algemene Subsidieverordening Amsterdam 2013;

  • b.

    Bedrijveninvesteringszone (BIZ): een afgebakend gebied, zoals een winkelstraat of een bedrijventerrein, waarin de gemeente op basis van de BIZ-wet een bijdrage heft onder de gebruikers en eigenaren van niet-woningen en dit geld uitkeert aan de BIZ-vereniging, waarmee ondernemers en eigenaren samen investeren in de kwaliteit van hun bedrijfsomgeving;

  • c.

    BIZ-plan: plan waarin wordt omschreven welke activiteiten gedurende de looptijd van de bedrijveninvesteringszone zullen worden uitgevoerd, inclusief begroting;

  • d.

    college: college van burgemeester en wethouders;

  • e.

    doorstartende BIZ: een BIZ die al een formele BIZ is geweest en ingeschreven staat in het handelsregister van de Kamer van Koophandel;

  • f.

    eigenaar: de institutionele belegger, woningcorporatie of particuliere eigenaar die een bedrijfsruimte in eigendom heeft en die aan een derde verhuurt of in eigen gebruik heeft;

  • g.

    gebied: concentratie van economische activiteiten die voor het publiek toegankelijk zijn, zoals een winkelstraat, winkelbuurt, winkelcentrum, bedrijventerrein, kantorenlocatie en uitgaansgebied;

  • h.

    gebiedsbranding: het positioneren en profileren van een gebied als merk;

  • i.

    ondernemer: een natuurlijke persoon of rechtspersoon die een onderneming drijft en ingeschreven is in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel dan wel beschikt over een fiscale zelfstandigheidsverklaring;

  • j.

    ondernemersvereniging: rechtspersoon die staat ingeschreven in het Handelsregister, met als doelstelling het behartigen van de belangen van ondernemers op straat-, plein- buurt, of wijkniveau;

Artikel 1.2. Toepasselijkheid Algemene Subsidieverordening Amsterdam 2013

De Algemene Subsidieverordening Amsterdam 2013 is van toepassing, tenzij daarvan in deze regeling uitdrukkelijk wordt afgeweken.

Artikel 1.3 Subsidieplafond

  • 1. Het college stelt voor de activiteiten, die volgens deze subsidieregeling voor subsidie in aanmerking komen jaarlijks een subsidieplafond vast.

  • 2. Het college kan binnen het subsidieplafond onderscheid maken per soort activiteiten of gebied.

Artikel 1.4 Aanvrager

Als sprake is van een samenwerkingsverband dient één van de betrokken partijen als penvoerder de aanvraag namens het samenwerkingsverband in en draagt de verantwoordelijkheid voor de uitvoering van de beschikking.

Artikel 1.5 Weigeringsgronden

  • 1. In aanvulling op artikel 9, tweede lid van de ASA 2013 kan het college weigeren subsidie te verstrekken als:

    • a.

      de activiteit waarvoor subsidie wordt gevraagd reeds heeft plaatsgevonden;

    • b.

      de aanvraag alleen is bedoeld om het duurzame voortbestaan van de aanvrager te financieren;

    • c.

      de aanvrager voor dezelfde kosten reeds subsidie ontvangt op grond van een andere regeling;

    • d.

      de aanvraag deels betrekking heeft op eigen personeelskosten;

    • e.

      de activiteiten niet gericht zijn op het gebied waarvoor de ondernemersvereniging in oprichting de ondernemersbelangen behartigt;

    • f.

      de subsidie wordt aangevraagd voor activiteiten die tot de algemeen gangbare bedrijfsactiviteiten van de ondernemers behoren;

    • g.

      het initiatief alleen gericht is op het persoonlijke belang van de aanvragers en geen aanvulling is op het bestaande aanbod van activiteiten en voorzieningen in het gebied;

    • h.

      de uitvoering van het initiatief niet geschiedt door de aanvrager of niet onder zijn toezicht en verantwoordelijkheid wordt uitgevoerd;

    • i.

      het initiatief geen open karakter heeft waardoor niet alle ondernemers in het gebied kunnen participeren.

Hoofdstuk 2. Oprichten ondernemersvereniging

Artikel 2.1 Doel subsidie

Het doel van deze subsidie is ondernemers in staat te stellen de benodigde acties te (laten) uitvoeren om te komen tot het oprichten van een ondernemersvereniging voor het gebied waarin zij hun bedrijf uitoefenen.

Artikel 2.2 Subsidiabele activiteiten

Het college kan eenmalige subsidie van maximaal € 5.000, - verstrekken voor:

  • a.

    het organiseren van bijeenkomsten gericht op het oprichten van een ondernemersvereniging;

  • b.

    het ontwikkelen van een activiteitenplan en begroting voor de nog op te richten ondernemersvereniging;

  • c.

    oprichten van de ondernemersvereniging bij de notaris en inschrijven van de ondernemersvereniging in het Handelsregister en de voorbereidende handelingen daartoe.

Artikel 2.3 De aanvrager

Subsidie kan uitsluitend worden aangevraagd door één of meer ondernemers van wie de onderneming is gevestigd in het gebied waarvoor de ondernemersvereniging wordt opgericht.

Artikel 2.4 Bij de subsidieaanvraag in te dienen gegevens

In aanvulling op artikel 5 van de ASA overlegt de aanvrager een ondertekende verklaring waaruit blijkt dat in het gebied voldoende draagvlak bestaat onder de ondernemers voor het oprichten van de ondernemersvereniging.

Hoofdstuk 3. Oprichten bedrijveninvesteringszone (biz)

Artikel 3.1 Doel van de regeling

Het doel van deze subsidie is ondernemers en eigenaren in staat te stellen de mogelijkheden om te komen tot een bedrijveninvesteringszone te verkennen en te faciliteren. Met het instellen van bedrijveninvesteringszones beoogt de gemeente ondernemers en eigenaren in staat te stellen gezamenlijk te investeren in de bedrijfsomgeving.

Artikel 3.2 Subsidiabele activiteiten

  • 1. Het college kan een eenmalige subsidie verlenen met een basisbedrag van € 3500,- plus een vast bedrag per potentiële heffingsplichtige van € 20,-. Biz’en waarvan het wettelijke mandaat verlengd moet worden, kunnen een subsidie ontvangen van € 2.000,- plus een vast bedrag per heffingsplichtige van € 20,-.

    • a.

      het organiseren van overleg met de ondernemers en eigenaren in het gebied, gericht op het doen instellen van een bedrijveninvesteringszone;

    • b.

      het schrijven van een biz-plan;

    • c.

      het oprichten van de biz-vereniging of biz-stichting bij de notaris en inschrijven in het Handelsregister en de voorbereidende handelingen daartoe

    • d.

      Aan een biz vereniging waarvan het wettelijke mandaat verlengd moet worden, kan  hiervoor een eenmalige subsidie worden toegekend van 2.000,- plus een vast bedrag per heffingsplichtige van € 20,-.

  • 2. Aan een BIZ die een doorstart maakt kan voor activiteiten zoals omschreven in het eerste lid onder a en b kan een eenmalige subsidie worden verstrekt van maximaal € 3.500,-.

  • 3. De subsidie kan in een gebied slechts één keer per drie jaar worden aangevraagd.

Artikel 3.3 De aanvrager

  • 1. Subsidie voor de activiteiten zoals omschreven in artikel 3.2, eerste lid kan uitsluitend worden aangevraagd door:

    • a.

      een ondernemersvereniging of een ondernemer die is ingeschreven in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel en die actief is in het gebied waarvoor de subsidie wordt aangevraagd;

    • b.

      een vereniging van eigenaren die actief is in het gebied waarvoor de subsidie wordt aangevraagd, of een eigenaar die één of meerdere panden bezit in het betreffende gebied.

  • 2. Subsidie voor de activiteit omschreven in artikel 3.2, tweede lid kan uitsluitend worden aangevraagd door doorstartende BIZ.

Hoofdstuk 4. Gebiedsbranding

Artikel 4.1 Doel van de subsidieregeling

Het doel van de regeling is het vergroten van het onderscheidend vermogen van het gebied en daarmee de economische ontwikkeling van dat gebied te versterken. De regeling richt zich op het creëren van een gezamenlijke branding en draagvlak onder de ondernemers.

Artikel 4.2 Subsidiabele activiteiten

  • 1. Het college kan eenmalige subsidie van maximaal € 7500,- verstrekken voor:

    • a.

      het voorbereiden en organiseren van bijeenkomsten waar een gezamenlijke positionering wordt ontwikkeld. Hierbij wordt in kaart gebracht waarin het gebied zich onderscheidt van andere gebieden en hoe dit aansluit bij de vraag uit de markt;

    • b.

      het (laten) opstellen van een schriftelijke (marketing)strategie en uitvoeringsplan waarin wordt uitgewerkt:

      • -

        waarin het gebied zich onderscheidt,

      • -

        wat de sterke en zwakke punten in het gebied zijn,

      • -

        voor wie deze positionering relevant is,

      • -

        wat de doelstellingen zijn op korte en lange termijn,

      • -

        hoe deze is te realiseren (met welke activiteiten);

    • c.

      het organiseren van bijeenkomsten om de positionering en branding bekend te maken onder de ondernemers in het gebied;

    • d.

      [vervallen]

  • 2. Bij branding van een gebied waarin verschillende ondernemersverenigingen samenwerken, kan het college het maximum subsidiebedrag hoger vaststellen.

Artikel 4.3 De aanvrager

Subsidie kan uitsluitend worden aangevraagd door een ondernemersvereniging die is ingeschreven in het Handelsregister.

Artikel 4.4 Aanvullende verplichtingen

Naast de verplichting op grond van artikel 10 en 11 van de ASA 2013 is aan de subsidie de verplichting verbonden dat de subsidieontvanger er zorg voor draagt dat het gebruik van bont in kleding of de verkoop van bont geen deel is van de activiteit waarvoor subsidie is verstrekt.

Artikel 4.5 Eigen bijdrage aanvrager

Het college verplicht de aanvrager ten minste 25% van het totale bedrag van de kosten van deze gebiedsbranding zelf bij te dragen.

Artikel 4.6 Weigeringsgrond

Het college kan, na inwinning van deskundig advies, een aanvraag weigeren wanneer  deze naar haar mening niet voldoet aan de redelijke eisen van kwaliteit.

Artikel 4.7 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling opzetten ondernemersverenigingen en gebiedsbranding

Ondertekening

Burgemeester en wethouders voornoemd,

Femke Halsema,

burgemeester

Wil Rutten,

waarnemend gemeentesecretaris

Toelichting bij de subsidieregeling

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Artikel 1.1

Een ondernemersvereniging is gedefinieerd als een vereniging die zich tot een bepaald gebied in de stad beperkt. Het is niet de bedoeling dat landelijke of regionale koepels en brancheverenigingen van ondernemers een beroep kunnen doen op deze regeling. Evenmin is het de bedoeling dat verenigingen die op het niveau van een stadsdeel of de stad actief zijn middels deze regeling kunnen worden ondersteund. Ondernemersvertegenwoordigers met een bovenlokaal belang kunnen wel optreden als samenwerkingspartner van een ondernemersvereniging.

Hoofdstuk 2. Oprichten ondernemersvereniging

Algemene toelichting

Een goede organisatiegraad bij ondernemers is voor Amsterdam en voor het gebiedsgericht werken van belang. Het opzetten van een ondernemersvereniging vraagt veel van ondernemers, qua tijd, kennis, kunde, notariskosten en dergelijke. Soms zetten ambtenaren zich in om samen met ondernemers een vereniging op te richten. Ambtenaren kunnen het gesprek aangaan met ondernemers, maar het is geen taak van een ambtenaar om hierin een leidende rol te spelen. Er zijn zzp’ers en bureaus die expertise hebben om een ondernemersvereniging op te richten. Dit geldt niet alleen voor winkelgebieden en bedrijventerreinen, maar ook voor markten en de oprichting van marktcommissies.

Artikel 2.1

Onder het oprichten van een ondernemersvereniging kan ook worden verstaan het reactiveren van een bestaande ondernemersvereniging die al een aantal jaar geen activiteiten meer heeft ontplooid.

Artikel 2.2

Onder het organiseren van bijeenkomsten gericht op het oprichten van een ondernemersvereniging wordt ook verstaan het (laten) voeren van voorbereidende gesprekken met ondernemers om hen te informeren over de op te richten ondernemersvereniging.

Artikel 2.4

Of er sprake is van voldoende draagvlak wordt per geval beoordeeld op basis van het aantal ondernemingen dat is gevestigd in het gebied.

Hoofdstuk 3. Oprichten bedrijveninvesteringszone (BIZ)

Algemene toelichting

Een goede organisatiegraad bij ondernemers en vastgoedeigenaren in een gebied is voor Amsterdam en voor het gebiedsgericht werken van belang. Bedrijveninvesteringszones kunnen een rol vervullen om de slagkracht van ondernemers en eigenaren in een gebied te vergroten. We weten ook dat het opzetten van een BIZ-vereniging veel vergt van ondernemers, qua tijd, kennis, kunde, notariskosten en dergelijke. Soms zetten ambtenaren zich in om samen met ondernemers een vereniging op te richten. Ambtenaren kunnen het gesprek aangaan met ondernemers, maar het is geen taak van een ambtenaar om hierin een leidende rol te spelen. Een bedrijveninvesteringszone is primair het initiatief van de ondernemers; de gemeente heeft een faciliterende rol. Er zijn zzp’ers en bureaus wiens expertise het is om bedrijveninvesteringszones te helpen oprichten. Dit geldt niet alleen voor winkelgebieden en bedrijventerreinen, maar ook voor horecagebieden en markten.

Hoofdstuk 4. Gebiedsbranding

Algemene toelichting

De detailhandel in Nederland is in een fase van grote veranderingen. Mede als gevolg van de

toenemende aankopen via internet staan winkelgebieden onder druk. Zonder ingrepen dreigt een

verschraling van de winkelgebieden. Gebieden zijn toe aan herpositionering. Om de gebieden hierbij te helpen biedt de gemeente Amsterdam ondersteuning middels deze subsidieregeling.

Onder gebiedsbranding wordt verstaan de handelingen om een onderscheidend thema te ontwikkelen voor een gebied, zodat het gebied als merk in de markt kan worden gezet. De regeling is niet bedoeld voor het ontwikkelen van producten die mogelijk voortvloeien uit het brandingstraject ter promotie en marketing van het gebied zoals o.a. het ontwerp van een website, stickers, posters en evenementen.