Regeling vervallen per 01-01-2019

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam houdende regels omtrent subsidie Subsidieregeling Broedplaatsen 2017

Geldend van 08-03-2019 t/m 31-12-2018

Intitulé

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam houdende regels omtrent subsidie Subsidieregeling Broedplaatsen 2017

Burgemeester en wethouders van Amsterdam

Brengen ter algemene kennis dat zij in hun vergadering van 29 januari 2019 hebben besloten:

  • 1.

    In te stemmen met het tijdelijk verlengen van de werkingsduur van de Subsidieregeling Broedplaatsen 2017 als bedoeld in bijlage 1 behorende bij het “Herzien Amsterdams Atelier- en Broedplaatsenbeleid 2015 – 2018” tot het moment dat het nieuwe Broedplaatsenbeleid met bijbehorende Subsidieregeling in werking treedt.

  • 2.

    Vast te stellen een subsidieplafond van € 1,8 miljoen voor de duur van de verlengde Subsidieregeling Broedplaatsen 2017.

Subsidieregeling Broedplaatsen 2017

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1.Begripsomschrijvingen

In deze subsidieregeling wordt verstaan onder:

  • a.

    Broedplaats: een atelierverzamelgebouw dat voor meer dan 40% bestaat uit betaalbare atelierwerkplekken voor CAWA-creatieven;

  • b.

    BBp: Bureau Broedplaatsen is een organisatieonderdeel van de gemeente Amsterdam en maakt de transformatie van gebouwen tot broedplaats, mede mogelijk;

  • c.

    BVO: het Bruto Vloeroppervlak is het oppervlak van het gehele gebouw, dat wordt bepaald door het oppervlak van alle plattegronden (buitenomtrek) bij elkaar worden op te tellen;

  • d.

    CAWA: de Commissie voor Ateliers en (Woon)Werkpanden Amsterdam is ingesteld door het College van B&W van Amsterdam en verzorgt de toewijzing van een groot aantal ateliers en atelierwoningen in Amsterdam aan geregistreerde kunstenaars en de toewijzing van (woon)werkpanden en broedplaatsruimtes aan groepen. Daarnaast beoordeelt de CAWA of visiedocumenten passen binnen het broedplaatsenbeleid en brengt hierover advies uit aan de wethouder;

  • e.

    CAWA-creatieven: alle personen die voldoen aan de criteria die CAWA hanteert bij het beoordelen of iemand in aanmerking komt voor toewijzing van een atelier(woning) (basis- of toptoets);

  • f.

    CAWA-percentage: het deel van het WO van een broedplaats dat wordt verhuurd aan CAWA-creatieven;

  • g.

    Gereedmeldingsformulier: het formulier waarmee de bouw of verbouwing in overleg met BBp gereed gemeld wordt;

  • h.

    Investeringskosten: de totale kosten die nodig zijn om een broedplaats op te zetten;

  • i.

    Looptijd: de in de beschikking opgenomen minimale looptijd van de broedplaats;

  • j.

    MRA: de Metropoolregio Amsterdam, hierbinnen moet de broedplaats zich bevinden (kaart).

  • k.

    Vaststelling: De subsidie wordt vastgesteld als de bouw- of verbouwingswerkzaamheden zijn afgerond, de uitgaves zijn onderbouwd en alle ruimtes worden verhuurd volgens de in de verleningsbeschikking gemaakte afspraken.

  • l.

    Visiedocument: document waarin de broedplaats initiatiefnemer volgens de in het Loket verwoorde voorwaarden de visie, organisatie, gebouw, ruimtegebruik en financiën van op te richten broedplaats beschrijft;

  • m.

    WO: het woon- werkoppervlak is het door de huurder(s) te gebruiken oppervlak minus algemene ruimtes zoals gang en gemeenschappelijke toiletten.

Artikel 2. Toepasselijkheid Algemene Subsidieverordening Amsterdam 2013

De Algemene Subsidieverordening Amsterdam 2013 is van toepassing, tenzij daarvan in deze regeling uitdrukkelijk wordt afgeweken.

Artikel 3. Doel subsidieregeling

Deze subsidieregeling is een uitwerking van het ‘Herzien Amsterdams Atelier- en Broedplaatsenbeleid

2015 – 2018’. Het doel van deze subsidie het realiseren van nieuwe woon- en werkruimte voor CAWA-creatieven door het subsidiëren van onrendabele bouwkosten bij de start van nieuwe broedplaatsen.

Artikel 4. Subsidiabele activiteiten

  • 1. Het college kan eenmalige subsidie verlenen voor de bouw, verbouw en de verwerving van vastgoed of grond voor nieuwe woon- en werkruimte voor CAWA-creatieven (inclusief voorbereidingskosten). Daarna dient de broedplaats tijdens de lo0ptijd volgens de afspraken in de beschikking verhuurd te worden.

  • 2. Het maximaal te verlenen subsidiebedrag wordt bepaald door het oppervlak dat voor CAWA gebruik gerealiseerd wordt, waarbij geldt dat de subsidie niet hoger kan worden vastgesteld dan het onrendabele deel van de investeringskosten en dat de subsidie niet meer bedraagt dan maximaal € 250 per m2 gereali¬seerde CAWA-atelierruimte in de broedplaats. Hierbij wordt het oppervlakte gerelateerd aan het BVO.

  • 3. Het minimale CAWA gebruik is 40% van de broedplaats. Dit CAWA-percentage wordt bepaald op basis van de verhouding tussen het Woon-werkoppervlak CAWA (WOCAWA) en het totale Woon- werkoppervlak (WOTOTAAL).

Hoofdstuk 2 Subsidieaanvraag

Artikel 5. Subsidieplafond

Het college stelt voor deze subsidieregeling een subsidieplafond vast van 2 miljoen euro.

Artikel 6. De aanvrager

Subsidie kan uitsluitend worden aangevraagd door een rechtspersoon.

Artikel 7. Bij de subsidieaanvraag in te dienen gegevens

In aanvulling op artikel 5, tweede lid, van de ASA 2013 wordt bij de subsidieaanvraag een visiedocument voorzien van een CAWA-advies ingediend. Dit visiedocument dient aangevuld te worden met de op het aanvraagformulier gevraagde bijlagen.

Hoofdstuk 3 Weigering van de subsidie

Artikel 8. Weigeringsgronden

In aanvulling op de ASA 2013 weigert het college een subsidie te verlenen als de aanvraag niet voldoet aan één van deze voorwaarden:

  • a.

    het visiedocument geen advies van de CAWA heeft;

  • b.

    de uitgangspunten in het visiedocument niet passen binnen de beleidsuitgangspunten van het ‘Herzien Amsterdams Atelier- en Broedplaatsenbeleid 2015 – 2018’;

  • c.

    de broedplaats kleiner is dan 300 m2 BVO;

  • d.

    het CAWA-percentage van de broedplaats lager is dan 40%;

  • e.

    de broedplaats zich niet bevindt in de Metropoolregio Amsterdam;

  • f.

    de investering door een overschot op de exploitatiekosten begroting door de broedplaats zelf gefinancierd kan worden;

  • g.

    er in het visiedocument onvoldoende aandacht wordt besteed aan programmering;

  • h.

    de voorgestelde investering niet valt binnen de door BBp gestelde normen voor sober en doelmatig;

  • i.

    de bouw- of verbouwingskosten meer betreffen dan alleen casco van het gebouw.

Hoofdstuk 4 Verplichtingen van de subsidieontvanger

Artikel 9. Aanvullende verplichtingen

Naast de verplichtingen op grond van artikel 10 en 11 van de ASA 2013, zijn aan de subsidie de volgende verplichtingen verbonden:

  • a.

    broedplaatsen zijn gedurende de looptijd van de broedplaats verplicht jaarlijks aan BBp te rapporteren over de (financiële) gang van zaken en het (CAWA) gebruik;

  • b.

    de broedplaats neemt gedurende de looptijd van de broedplaats deel aan de door BBp ingeplande stand van zakengesprekken;

  • c.

    voor de broedplaatsen betalen de CAWA-creatieven gedurende de periode als aangegeven in de beschikking ieder tussen de € 150 en € 300 per maand (excl. WEVI) 1 voor hun ateliers of een werkplek daarbinnen, exclusief water, elektra, verwarming en internet en eventuele btw;

  • d.

    zodra de subsidieontvanger winst gaat maken zal aan het einde van de looptijd en tot de hoogte van het definitief vastgestelde subsidiebedrag de winst terugbetaald moeten worden aan de subsidieverstrekker;

  • e.

    het CAWA-percentage van de broedplaats moet gedurende de looptijd van de broedplaats altijd gelijk zijn aan of hoger liggen dan het bij de subsidieaanvraag overeengekomen percentage.

Hoofdstuk 5 Verantwoording en vaststelling van de subsidie

Artikel 10. Bevoorschotting

Na ontvangst van de verleningsbeschikking kan het ‘Aanvraagformulier Uitkering subsidie’ ingediend worden. De gemeente Amsterdam kan gevraagd worden een deel van het subsidiebedrag uit te keren, variërend van:

  • a.

    75% Voorschot bij ontvangst Verleningsbeschikking.

  • b.

    90% Voorschot bij ontvangst Verleningsbeschikking & Ondertekend Verantwoordingsformulier (bedrag wordt verminderd met het reeds uitgekeerde voorschot).

  • c.

    100% Uitkering bij ontvangst Vaststellingsbeschikking (bedrag wordt verminderd met het reeds uitgekeerde voorschot).

Artikel 11. Verantwoording subsidies vanaf € 5.000

In aanvulling op artikel 14, tweede lid, van de ASA 2013 bevat de aanvraag tot subsidievaststelling de volgende documenten:

  • d.

    Formulier bewijs CAWA-percentage, inclusief bijbehorende plattegronden.

  • e.

    Door BBp ondertekend Gereedmeldingsformulier.

Hoofdstuk 6 Looptijd regeling

Artikel 12. Looptijd regeling

De Subsidieregeling Broedplaatsen 2017 is op 13 juni 2017 vastgesteld door het college en treedt in werking op de 3e dag na publicatie in het Gemeente Blad. De regeling is geldig tot 1 januari 2019, gelijk aan het ‘Herzien Amsterdams Atelier- en Broedplaatsenbeleid 2015 – 2018’.

Ondertekening

Toelichting

Inleiding

De gemeente Amsterdam werkt sinds 2000 aan de realisatie van nieuwe betaalbare ruimte in de vorm van zogenaamde broedplaatsen. Dit zijn gebouwen met ateliers, expositie- en projectruimten, soms woonruimte of ongewone horeca. Deze ruimten zijn in gebruik bij kunstenaars, ambachtslieden, culturele en creatieve bedrijfjes. In broedplaatsen ontmoeten ideeën en mensen elkaar. Er vindt productie plaats van kunst, cultuur en wijkprogrammering. De broedplaatsen vormen gemeenschappen met meerwaarde en betekenis voor de betrokken creatieven zelf, de wijk en de creatieve stad Amsterdam.

Broedplaatsen vormen een basis voor beginnende artistieke talenten die een ruimte zoeken om zich in Amsterdam te vestigen. Zij kunnen vanuit hier hun carrières starten als ‘kunstenaars pur sang’ of creatieve ondernemers. Die nieuwe instroom van talent is essentieel voor de vitaliteit van de creatieve stad Amsterdam. De stad moet daarom uitnodigend en toegankelijk zijn en een aantrekkelijke omgeving vormen voor deze creatieve nieuwkomers.

Dankzij hergebruik van leegstaande (bedrijfs) panden, schoolgebouwen, kantoren, pakhuizen en loodsen in en rondom Amsterdam zijn er inmiddels ruim zestig van deze broedplaatsen gerealiseerd, die sterk in profiel, opvang, locatie en samenstelling verschillen.

De ambitie om jaarlijks tenminste 10.000 m2 broedplaatsen te realiseren.

Bureau Broedplaatsen

BBp vormt het integrale aanspreekpunt vanuit de gemeente voor iedereen die een broedplaats wil maken. BBp realiseert niet zelf broedplaatsen, maar faciliteert initiatiefnemers die dat willen doen met advies over bouwen, contractvorming of bestemmingsplan, expertise over zelforganisatie voor groepen creatieven, over het maken van een (verbouw)plan voor een pand en over hoe tot exploitatie en beheer van een pand te komen. Het team van Bureau Broedplaatsen vervult een gidsrol door de gemeentelijke organisatie over vergunningen en adviseert over bijvoorbeeld brandveiligheid.

BBp werkt ook mee aan de financiering om nieuwe broedplaatsen mogelijk te maken. Voorbeeld hiervan is het Borgstellingsfonds Broedplaatsen waarmee initiatiefnemers geld kunnen lenen bij de Triodosbank voor de verbouwing van een pand tot broedplaats. Bij gebrek aan onderpand zouden initiatiefnemers zonder de borgstelling van de gemeente anders geen kans op een banklening maken. Als een lening niet volledig uit de exploitatie gefinancierd kan worden is een subsidie uit het Broedplaatsenfonds mogelijk. Op basis van de exploitatie berekent Bureau Broedplaatsen of een banklening aangegaan kan worden door de broedplaatsontwikkelaar. Het verschil tussen wat men kan lenen bij de bank op basis van de ex¬ploitatie en wat men nodig heeft aan verbouwingsbudget, kan gesubsidieerd worden.

Tot en met 2018 is er nog ongeveer 3,8 miljoen euro beschikbaar voor het broedplaatsenbeleid. Met dit meerjarenbudget is het haal¬baar om de ambitie om tenminste 10.000 m2 broedplaatsen per jaar te realiseren.

In 2017 heeft het college van burgemeester en wethouders de subsidieregeling vastgesteld. De subsidieregeling is op de 8e dag na publicatie in het Gemeente blad in werking getreden.

De gemeente Amsterdam werkt sinds 2000 aan de realisatie van nieuwe betaalbare ruimte in de vorm van zogenaamde broedplaatsen. Het zijn gebouwen met ateliers, expositie- en projectruimten, soms woonruimte of ongewone horeca. Deze ruimten zijn in gebruik bij kunstenaars, ambachtslieden, culturele en creatieve bedrijfjes. In broedplaatsen ontmoeten ideeën en mensen elkaar. Er vindt productie plaats van kunst, cultuur en wijkprogrammering. De broedplaatsen vormen gemeenschappen met meerwaarde en betekenis voor de betrokken creatieven zelf, de wijk en de creatieve stad Amsterdam.

BBp vormt het integrale aanspreekpunt vanuit de gemeente voor iedereen die een broedplaats wil maken. Het gemeentelijk broedplaatsbeleid is uniek: geen andere stad ter wereld kent dergelijk meerjarig beleid

Rekenvoorbeeld

Het subsidiebedrag is nooit hoger dan het onrendabele deel van de investering, hiernaast geldt per subsidie een subsidieplafond. Deze is op de onderstaande wijze te berekenen.

BVO = 2.400 m2 WOCAWA = 900 m2 WOTOTAAL = 1.800 m2

CAWA-percentage = WOCAWA / WOTOTAAL x 100% = 900/1.800 x 100% = 50%

Maximaal subsidiebedrag = € 250 x CAWA-percentage x BVO = € 250 x 50% x 2.400 m2 = € 300.000

Aanvullende toelichting op Artikel 1.Begripsomschrijvingen

Investeringskosten: de totale kosten die nodig zijn om een broedplaats op te zetten; Dit zijn naast bouwkosten ook de direct aan de bouw te relateren advieskosten zoals bijvoorbeeld de kosten voor een architect of brandveiligheid adviseur.

Gereedmeldingsformulier: het formulier waarmee de bouw of verbouwing in overleg met BBp gereed gemeld wordt; De financiële onderbouwing van de werkzaamheden hoort hier ook bij.

Looptijd: de in de beschikking opgenomen minimale looptijd van de broedplaats; deze heeft vaak een direct verband met de periode waarin het pand beschikbaar is voor de broedplaatsontwikkelaar. Gedurende de looptijd is de broedplaats verplicht te voldoen aan de voorwaarden zoals genoemd in de beschikking.

Burgemeester en wethouders voornoemd,

Femke Halsema,

burgemeester

Peter Teesink,

gemeentesecretaris


Noot
1

WEVI = water, elektra, verwarming en internet