Regeling vervallen per 01-02-2022

Besluit van het dagelijks bestuur van stadsdeel Nieuw-West van de gemeente Amsterdam houdende regels omrent markt Plein 40-45

Geldend van 29-10-2019 t/m 31-01-2022

Intitulé

Besluit van het dagelijks bestuur van stadsdeel Nieuw-West van de gemeente Amsterdam houdende regels omrent markt Plein 40-45

Het dagelijks bestuur van stadsdeel Nieuw-West besluit:

  • 1.

    het marktreglement markt Plein 40-45 vast te stellen.

Het dagelijks bestuur van stadsdeel Nieuw-West,

Mevrouw E.J.M. Plasmeijer,

Stadsdeelsecretaris

De heer E. Ünver,

Voorzitter

Aldus besloten in zijn vergadering van 26 februari 2019.

1 Marktreglement markt Plein 40-45

1. Inleiding

Conform artikel 5.1 Marktverordening kunnen in een Marktreglement nadere regels worden gesteld voor de onderstaande onderwerpen:

  • 2.

    Het branchepatroon op de markt

  • 3.

    Het gebruik, de inrichting en de uitvoering van kramen en verkoopinrichtingen

  • 4.

    De aanvoer, afvoer en opslag van materialen en waren

  • 5.

    De energie- en watervoorziening op de markt

  • 6.

    De orde en de veiligheid op de markt

  • 7.

    De wijze van afvalinzameling en het afvoeren van afval op de markt

  • 8.

    De uitgifte van marktplaatsen op een experimentele zone

  • 9.

    Het vervangen van marktondernemers op marktplaatsen

Dit document bevat de nadere regels voor de markt Plein ’40-‘45.

Alle partijen die werken op markten zijn verplicht zich te houden aan de regels uit de Marktverordening en de nadere regels zoals bepaald in dit Marktreglement.

2. Het branchepatroon op de markt

Artikel 2.1 Het branchepatroon op de markt

  • 1. In het inrichtingsbesluit met bijbehorende situatietekening zijn de plaatsen en/of delen van de markt aangewezen voor de verkoop van bepaalde waren.

  • 2. Bij de toewijzing krijgen sollicitanten in volgorde van anciënniteit met dezelfde branche waarin de afwezige vaste marktplaatshouder werkzaam is, voorrang boven andere sollicitanten.

  • 3. Indien zich geen sollicitanten aandienen overeenkomstig het bepaalde in lid 2 worden de losse plaatsen toegewezen op basis van anciënniteit aan de overige sollicitanten met inachtneming van de van toepassing zijnde maximalisatie conform het geldende herindelingsbesluit.

3. Het gebruik, de inrichting en de uitvoering van kramen en verkoopinrichtingen

2 Artikel 3.1 Gebruik, inrichting en uitvoering van kramen en eigen verkoopinrichtingen

  • 1. De verkooptijden van de markt zijn van 9:00 tot 17:30 uur. De marktondernemer bezet zijn marktplaats gedurende de openingstijden van de markt.

  • 2. Het aanvoeren van materialen en waren naar de marktplaats is voor vaste plaatshouders, tijdelijke vaste plaatshouders en marktondernemers op de experimentele zone toegestaan van anderhalf uur voor tot anderhalf uur na de dagelijkse indeling om 9:00 uur.

  • 3. Het aanvoeren van materialen en waren naar de marktplaats is voor sollicitanten toegestaan tot anderhalf uur na de dagelijkse indeling om 9:00 uur.

  • 4. Het afvoeren van materialen en waren van de marktplaats is in de winter toegestaan van anderhalf uur voor tot een half uur na verkooptijd van de markt van 17:30 uur en in de zomer één uur voor tot een half uur na de verkooptijd van de markt van 17:30 uur.

  • 5. Het is niet toegestaan om na 18:00 uur verkoopinrichtingen en overige materialen en waren op de markt aanwezig te hebben of te laten staan.

  • 6. Het plaatsen van een verkoopinrichting moet tussen 6:30 uur en 8:00 uur.

  • 7. Het innemen van extra afgenomen meters aansluitend aan de kraam mag pas geschieden nadat de dagelijkse indeling is geweest en de sollicitanten in staat zijn gesteld om hun waren naar hun plaats te brengen.

  • 8. De marktondernemer is verplicht om materiaal bij zich te hebben waarmee, in geval van toename van de wind, de marktkraam deugdelijk kan worden vastgezet aan de stormankers.

  • 9. Indien er extra meters aansluitend aan de kraam afgenomen zijn, is de marktondernemer verplicht om deze meters op een veilige en deugdelijke manier in te nemen.

  • 10. Het is verboden om aan de achterzijde van de marktkraam goederen aan te bieden of te verhandelen;

  • 11. Het is verboden om overspanningen of luifels te bevestigen aan de marktkraam, met uitzondering van zonne- of regenluifels, niet hoger dan de maximale hoogte van de kraam.

  • 12. Het is verboden op marktplaatsen parasols te plaatsen.

  • 13. Voor plaatsen waarop een verkoopinrichting is toegestaan geldt dat dissels, zij- en achterkleppen, deuren en andere voorwerpen in de verkoopopstelling niet mogen uitsteken buiten de toegewezen marktplaats.

  • 14. Het hebben van koopwaar, borden en reclamemateriaal op of buiten de kap van de marktkraam is niet toegestaan.

  • 15. De achterzijde van de kraam mag uitsluitend worden afgedicht met een demontabel zeil, aanvoermateriaal of een voertuig dat niet langer is dan de breedte van de toegewezen marktplaats(en) en niet hoger dan 3,20 meter hoogte.

Artikel 3.2 Dagelijkse indeling

  • 1. De vaste plaatshouders en tijdelijke vaste plaatshouders zijn uiterlijk 8:45 uur aanwezig, waarbij tot 8:45 uur aan de marktmeester kenbaar kan worden gemaakt of zij willen verschuiven. De dagelijkse indeling begint om 9:00 uur waarbij alle sollicitanten persoonlijk aanwezig zijn.

  • 2. Bij de dagelijkse indeling wordt respectievelijk eerst de Brancheplaatsen, Verkoopinrichting / Bakplaatsen en reguliere marktplaatsen uitgegeven.

  • 3. Het is voor sollicitanten niet toegestaan vóór de dagelijkse indeling van 9:00 uur een plaats in te nemen.

  • 4. Het is na de dagelijkse indeling niet toegestaan de aangewezen plek te ruilen met een andere marktondernemer.

Artikel 3.3 Vergunning eigen verkoopinrichting

  • 1. Een vergunning voor een eigen verkoopinrichting wordt alleen verleend aan vaste plaatshouders en tijdelijke vaste plaatshouders en indien dit inpasbaar is binnen de beschikbare ruimte op de markt, zoals in het inrichtingsbesluit is opgenomen.

  • 2. De vergunning voor een eigen verkoopinrichting wordt in ieder geval geweigerd indien:

    • 1.

      het eigen materiaal technisch niet inpasbaar is binnen de beschikbare ruimte op de markt.

    • 2.

      het eigen verkoopmateriaal niet voldoet aan de technische en esthetische eisen daaraan.

  • 3. Bij elke verkoopinrichting waar gefrituurd, gebakken, gebraden of verhit wordt, dient een doelmatig blusapparaat (geen water) evenals een deksel voor afsluiting van de pan(nen) aanwezig te zijn.

  • 4. Bij gebruik van een propaan- of een butaangasinstallatie mag uitsluitend gebruik worden gemaakt van een speciaal daarvoor volgens norm NEN-EN 1763-1 t/m 4 of NEN 5654 ontworpen rubberen gasslang.

  • 5. Bij vervanging van een eigen verkoopinrichting moet een nieuwe vergunning worden aangevraagd.

Artikel 3.4 Verwarmingstoestellen, bak- en kookinstallaties

  • 1. Het is verboden om gebruik te maken van verwarmingstoestellen, bak- en/of kookinstallaties op andere plaatsen dan die daarvoor zijn aangewezen in het inrichtingsbesluit als bakplaats.

  • 2. Het is verboden om gebruik te maken van olie of frituurvet op andere plaatsen dan die daarvoor zijn aangewezen in het inrichtingsbesluit als bakplaats.

  • 3. Verwarmingstoestellen, bak- en kookinstallaties moeten voldoen aan alle wettelijke eisen. Van toepassing zijnde keuringsrapporten moeten op verzoek van de marktmeester direct worden getoond.

  • 4. De marktondernemer moet voorkomen dat brandgevaarlijke situaties en/of overlast van rook, geur of anderszins ontstaan. Brandweer- en milieuvoorschriften moeten stipt worden gevolgd en uitgevoerd.

4. De aanvoer, afvoer en opslag van materialen en waren

Artikel 4.1 De aanvoer, afvoer en opslag van materialen en waren

  • 1. De aan- en afvoer van materialen, waren, kramen of andere objecten vindt plaats via de Slotermeerlaan.

  • 2. Het rijden met voertuigen op de markt mag niet sneller dan stapvoets..

  • 3. Het plaatsen van een voertuig is op het marktterrein uitsluitend toegestaan binnen de afgebakende ruimte van de toegewezen marktplaats en achter de marktkraam.

5. De energie- en watervoorziening op de markt

Artikel 5.1 Energievoorziening

  • 2. Tijdens de openingstijden van de markt kan de energievoorziening beschikbaar worden gesteld aan de marktondernemer.

  • 3. Het beheer voor de energievoorziening wordt uitgevoerd door de gemeente.

  • 4. De kosten voor de reguliere energievoorziening (230 Volt) zijn opgenomen in het basistarief voor een marktplaats, conform de geldende heffingsverordening;

  • 5. Per enkelvoudige marktplaats mag één 230 Voltaansluiting worden gebruikt.

  • 6. De maximale elektrische belastbaarheid mag niet worden overschreden. Voor deze markt geldt dat de stroomafname niet hoger mag zijn dan 3.680 Watt per aansluiting. Voor de berekening van het maximale gebruik geldt: aantal Ampère x Volt = Watt.

  • 7. Het is verboden om apparaten aan te sluiten op een reguliere energievoorziening die meer verbruiken dan de maximale elektrische belastbaarheid.

  • 8. De marktondernemer maakt uitsluitend gebruik van volgens de meest actuele NEN goedgekeurde stekkers, snoeren en overige componenten en zorgt ervoor dat deze geen gevaarlijke situaties opleveren;

  • 9. De marktondernemer maakt uitsluitend gebruik van het stekkercompartiment in de daartoe geplaatste energievoorziening;

  • 10. Gebruik van een 400 Voltaansluiting (krachtstroom) mag alleen na toestemming van de marktmeester:

  • 11. Vaste plaatshouders en tijdelijke vaste plaatshouders geven bij acceptatie van de marktplaats aan of zij gebruik willen maken van krachtstroom.

  • 12. Sollicitanten geven bij de dagelijkse indeling aan of zij gebruik willen maken van krachtstroom.

  • 13. De kosten voor het gebruik van krachtstroom worden afzonderlijk belast, conform de geldende Heffingsverordening.

  • 14. De marktondernemer houdt de energievoorziening vrij van obstakels en toegankelijk.

  • 15. De marktondernemer sluit de putkast van de energievoorziening. Deze kast dient gesloten te zijn en mag alleen worden geopend voor het in- of uitpluggen van de stekkers.

  • 16. De marktondernemer meldt storing of schade direct bij de markttoezichthouder.

Artikel 5.2 Watervoorziening

  • 1. Tijdens de openingstijden van de markt kan de watervoorziening beschikbaar worden gesteld aan de marktondernemer.

  • 2. Het beheer voor de watervoorziening wordt uitgevoerd door de gemeente.

  • 3. De kosten voor water zijn opgenomen in het basistarief voor een marktplaats, conform de geldende Heffingsverordening;

  • 4. Het gebruik van watertappunten is verboden bij een buitentemperatuur onder 0 °C.

  • 5. De marktondernemer houdt de watervoorziening vrij van obstakels en toegankelijk.

  • 6. De marktondernemer meldt storing of schade direct bij de marktmeester.

6. De orde en de veiligheid op de markt

Artikel 6.1 Gevaarlijke situaties

  • 1. Het Marktbureau is op grond van artikel 7.2 MV belast met het toezicht op de naleving: de door het college aangewezen ambtenaren, personen of categorieën ambtenaren ziet toe op de orde en veiligheid op de markt en kan - naar haar oordeel - in gevaarlijke situaties de activiteit geheel of gedeeltelijk per direct laten beëindigen.

Artikel 6.2 Weer en calamiteiten

  • 1. Toetsing van en het besluit over weersinvloeden en calamiteiten vindt plaats op grond van artikel 3.22 Marktverordening, door het Marktbureau.

Artikel 6.3 Sneeuwval

  • 1. De marktondernemer wordt geacht om de ruimte rondom hun kraam sneeuw- en ijsvrij te maken.

Artikel 6.4 Straatmeubilair

  • 1. Het is de marktondernemer niet toegestaan het straatmeubilair, zoals plantenbakken en zitbanken te verplaatsen.

7. De wijze van afvalinzameling en het afvoeren van afval op de markt

Artikel 7.1 Afval

  • 1. De marktondernemer is verplicht tenminste één afvalzak in of aan zijn marktkraam of eigen verkoopinrichting zichtbaar aanwezig en in gebruik te hebben en daarin het restafval van de marktplaats onmiddellijk in te zamelen.

  • 2. De marktondernemer die waren verkoopt die bedoeld zijn voor onmiddellijke consumptie, plaatst aan de voorzijde van zijn marktplaats voldoende afvalinzameling voorzieningen.

  • 3. Op eerste aanwijzing van de marktmeester verwijdert de marktondernemer het aanwezige vuil en/of afval.

  • 4. De ondernemer slaat het afval op de marktplaats niet verwaaibaar en uit het zicht van het publiek op.

  • 5. Na afloop dient klein afval in afgesloten afvalzakken en karton gevouwen en gebundeld met tape te worden aangeboden op de daartoe aangewezen afvalvoorziening.

  • 6. Het is verboden om de volgende vormen van afval aan te bieden bij de afvalvoorzieningen op de markt:

  • 7. Vloeibaar afval in de vorm van oliën of vetten;

  • 8. Dierlijk afval;

  • 9. Chemisch afval;

  • 10. Grof afval, zoals pallets.

  • 11. De marktondernemer is verplicht de door hem/haar ingenomen marktplaats en de naaste omgeving daarvan na afloop van de markt veegschoon achter te laten.

  • 12. De kosten voor het verwijderen of verwerken van onjuist aangeboden afval worden bij de overtreder in rekening gebracht.

8.De uitgifte van marktplaatsen op een experimentele zone

Artikel 8.1 Experimentele zone

  • 1. In het inrichtingsbesluit van deze markt is bepaald hoe de experimentele zone eruitziet, waaronder de locaties en/of plaatsnummers, op welke dagen deze plaatsvindt, de duur van de experimentele zone en welke waren er mogen worden aangeboden.

  • 2. De selectieprocedure voor het in aanmerking komen voor een plek op de experimentele zone, wordt gepubliceerd op de website van het Marktbureau.

  • 3. De plaatsen van de experimentele zone worden door het Marktbureau uitgegeven. In de toekenning van de plaatsen op de experimentele zone worden specifieke voorwaarden voor de ondernemers opgenomen.

9. Het vervangen van marktondernemers op marktplaatsen

Artikel 9.1 Vervangen bij overlijden

  • 1. Het dagelijks bestuur kan na het overlijden van de vergunninghouder aan diens levenspartner, kind of geregistreerd vervanger, toestemming geven om van de marktplaats gebruik te blijven maken, voor het regelen van een doorstart of afronding van de bedrijfsvoering, dan wel het doen van een overschrijvingsverzoek.

  • 2. Bij toestemming is de termijn ten hoogste acht weken aansluitend op de datum van overlijden van de vergunninghouder.

Ondertekening