Regeling vervallen per 01-01-2022

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Amsterdam houdende regels omtrent de tegemoetkoming voor sloop en vervanging van vervuilende dieselvoertuigen (Subsidieverordening sloop en schoon alternatief vervoer Amsterdam)

Geldend van 30-03-2021 t/m 31-12-2021

Intitulé

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Amsterdam houdende regels omtrent de tegemoetkoming voor sloop en vervanging van vervuilende dieselvoertuigen (Subsidieverordening sloop en schoon alternatief vervoer Amsterdam)

De raad van de gemeente Amsterdam,

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 19 november 2019,

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet,

besluit de volgende verordening vast te stellen:

Subsidieverordening sloop en schoon alternatief vervoer Amsterdam

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1.1 – Begripsomschrijvingen

In deze subsidieverordening wordt verstaan onder:

  • a.

    aanschaf: het uitvoering geven aan een koopovereenkomst, als bedoeld in artikel 7:1 van het BW, waarbij voor toepassing voor het moment van levering (tenaamstelling), als bedoeld in artikel 7:9 BW, het moment van aanschaf geldt;

  • b.

    Actieplan Schone lucht: actieplan van de gemeente Amsterdam, zoals gepubliceerd op 2 mei 2019, dat op hoofdlijnen beschrijft hoe de stad van nu tot 2030 toewerkt naar schonere en gezondere lucht;

  • c.

    ASA 2013: Algemene Subsidieverordening Amsterdam 2013;

  • d.

    bestelauto: voor het vervoer van goederen ontworpen en gebouwd motorvoertuig met ten minste vier wielen met de voertuigclassificatie N1, zoals bedoeld in de richtlijn 2007/46/EG van het Europees parlement en de raad, met een technisch toegestane maximummassa tot 3.500 kilogram.

  • e.

    BW: Burgerlijk Wetboek;

  • f.

    college: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam;

  • g.

    concern: een economische eenheid waarin rechtspersonen onder centrale leiding organisatorisch zijn verbonden en waarbij de eenheid is gericht op een duurzame deelneming aan het economisch verkeer;

  • h.

    deelauto-abonnement: een abonnement afgesloten bij een bedrijf ten behoeve van het gebruik van een auto waarvan meerdere mensen om beurten tegen betaling gebruikmaken;

  • i.

    demontageverklaring: verklaring van een demontagebedrijf, dat beschikt over de RDW erkenning ‘bedrijfsvoorraad’ met het onderdeel bevoegdheid ‘Online Registratie Auto Demontage’, om binnen 48 uur na tenaamstelling van het betreffende kenteken op zijn naam, de registratie van demontage van de auto in het kentekenregister van de RDW te bewerkstelligen en deze melding nadien niet ongedaan te (laten) maken en tevens de verklaring dat het demontagebedrijf zich verplicht ook de auto in eigen beheer, conform de bij of krachtens het Besluit beheer autowrakken gestelde voorschriften, te demonteren en het niet in eigendom over te dragen of te exporteren;

  • j.

    de-minimisverklaring: de verklaring waarin de aanvrager aangeeft of hij in het lopende en de twee direct voorafgaande belastingjaren reeds de-minimissteun heeft ontvangen, en zo ja, tot welk bedrag. Dit zoals bepaald in de Verordening (EU) nr. 1407/2013 van de Commissie van 18 december 2013 betreffende de toepassing van artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun (PB L 352 van 24.12.2013), met inbegrip van eventueel in de toekomst vast te stellen wijzigingen daarvan;

  • k.

    e-bike: fiets met trapondersteuning, voorzien van een elektrische hulpmotor met een nominaal continu vermogen van maximaal 1 kW waarvan de aandrijfkracht geleidelijk vermindert en ten slotte wordt onderbroken wanneer het voertuig een snelheid van 25 km/h bereikt, of eerder, indien de bestuurder ophoudt met trappen;

  • l.

    elektrische brom- of snorfiets: tweewielig (categorie L1e) of driewielig (categorie L2e) voertuig met een door de constructie bepaalde maximum snelheid van ten hoogste 45 km/uur met de volgende kenmerken:

    • -

      bij tweewielige voertuigen, een elektrisch aangedreven motor met een nominaal continu maximumvermogen van ten hoogste 4kW;

    • -

      bij een driewielige voertuigen, een elektrisch aangedreven motor met een nominaal continu maximumvermogen van ten hoogste 4 kW;

  • m.

    emissieklasse: klasse van uitstoot van broeikasgassen, verontreinigende gassen en deeltjes door een voertuig zoals opgenomen in het Besluit van 29 oktober 2019 tot wijziging van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 , het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer en het Kentekenreglement in verband met harmonisatie van milieuzones, Stb. 2019, 398;

  • n.

    erkend sloopbedrijf: een door de RDW erkend demontagebedrijf;

  • o.

    fiets: twee- of driewielig voertuig dat wordt voortbewogen door op pedalen te trappen;

  • p.

    KVK: Kamer van Koophandel;

  • q.

    leverancier: een in het handelsregister van de KVK geregistreerde detailhandelaar in (elektrische) fietsen en/of elektrische brom- of snorfietsen en/of personen- of bestelauto’s die met de gemeente Amsterdam een contract heeft gesloten;

  • r.

    onderneming: iedere natuurlijke persoon of rechtspersoon die een economische activiteit uitvoert, ongeacht de rechtsvorm of de wijze van financiering, met uitzondering van bestuursorganen die onderdeel zijn van de gemeente Amsterdam;

  • s.

    OV-abonnement: een jaarabonnement afgesloten bij/met een vervoerder als bedoeld in artikel 1.1. onder y.;

  • t.

    personenauto: voor het vervoer van personen ontworpen en gebouwd motorvoertuig met ten minste vier wielen met de voertuigclassificatie M1 zoals bedoeld in de richtlijn 2007/46/EG van het Europees parlement en de raad en ten hoogste acht zitplaatsen, die van de bestuurder niet meegerekend;

  • u.

    RDW: Dienst Wegverkeer

  • v.

    schoon alternatief: deelauto-abonnement, e-bike, fiets, of OV-abonnement.

  • w.

    sloop: het laten demonteren van een dieselpersonen- of bestelauto met emissieklasse 3 of lager bij een erkend sloopbedrijf;

  • x.

    vervangend voertuig: een personen- of bestelauto emissieklasse 4 of hoger (niet zijnde diesel), een elektrische personen- of bestelauto, of een elektrische brom- of snorfiets.

  • y.

    vervoerder: een vervoerder in het openbaar vervoer, zijnde een bedrijf dat een bus-, tram-, metro-, veerlijn of treindienst exploiteert.

Artikel 1.2 – Toepasselijkheid ‘Algemene Subsidieverordening Amsterdam 2013’

De ASA 2013 is van toepassing, tenzij daarvan in deze subsidieverordening uitdrukkelijk wordt afgeweken.

Artikel 1.3 - Subsidieplafond

Het subsidieplafond van deze subsidieverordening bedraagt € 2.750.000 gedurende de looptijd van deze subsidieverordening.

Hoofdstuk 2 Sloopsubsidie

Artikel 2.1 – Doel sloopsubsidie

Doel van deze subsidie is het realiseren van de in het Actieplan Schone Lucht geformuleerde doelen omtrent het verbeteren van de luchtkwaliteit in Amsterdam op de stoffen stikstofdioxide en fijnstof door het stimuleren van de sloop van vervuilende dieselpersonen- en -bestelauto’s van Amsterdammers die per 1 november 2020 niet meer in de milieuzones mogen rijden.

Artikel 2.2 – Subsidiabele activiteiten

Het college kan per aanvrager subsidie verlenen voor de sloop van maximaal één dieselpersonen- of bestelauto met een emissieklasse van 3 of lager.

Artikel 2.3 – Subsidiabele kosten

De subsidiabele kosten zijn gebaseerd op de gemiddelde marktprijs van voertuigen die op grond van deze verordening voor sloop in aanmerking komen.

Artikel 2.4 – Hoogte van de subsidie

  • 1. Voor een activiteit als omschreven in artikel 2.2 van deze subsidieverordening bedraagt de subsidie € 750,00, als de aanvraag uiterlijk op 31 maart 2020 is ingediend.

  • 2. Voor een activiteit als omschreven in artikel 2.2 van deze subsidieverordening bedraagt de subsidie € 500,00,als de aanvraag op of na 1 april 2020 is ingediend.

Artikel 2.5 – De aanvrager

Subsidie voor de activiteit als genoemd in artikel 2.2 kan worden aangevraagd door:

  • a.

    een in Amsterdam woonachtige kentekenhouder van een voertuig dat op grond van deze subsidieverordening voor sloop in aanmerking komt; of

  • b.

    een in Amsterdam gevestigde onderneming die kentekenhouder is van een voertuig dat op grond van deze subsidieverordening voor sloop in aanmerking komt.

Artikel 2.6 – Bij de subsidieaanvraag in te dienen gegevens

In afwijking van het bepaalde in artikel 5, tweede lid, van de ASA 2013 worden bij een subsidieaanvraag de volgende gegevens en stukken overgelegd:

  • a.

    een kentekenbewijs waaruit blijkt dat de aanvrager voor 19 november 2019 kentekenhouder is van een dieselpersonen- of -bestelauto die op grond van deze subsidieverordening voor sloop in aanmerking komt;

  • b.

    een kopie van een bankpas of bankafschrift waaruit blijkt dat het opgegeven re­ke­ning­num­mer op naam van de aanvrager staat;

  • c.

    indien de aanvrager deel uitmaakt van een concern: een organogram van het concern;

  • d.

    indien de aanvrager geen natuurlijk persoon is, een volledig ingevulde en rechtsgeldig ondertekende de-minimisverklaring.

Artikel 2.6a - Aanvraagtermijn subsidie

  • 1. In afwijking van artikel 6 van de ASA 2013 dient een subsidieaanvraag voor een subsidie op grond van dit hoofdstuk uiterlijk vóór 1 juni 2021 ingediend te zijn bij het college.

  • 2. Volledige subsidieaanvragen worden in volgorde van binnenkomst afgehandeld.

Artikel 2.7 – Weigeringsgronden

In aanvulling op het bepaalde in artikel 9, eerste lid, van de ASA 2013 weigert het college subsidie te verlenen als:

  • a.

    de subsidiabele activiteit reeds is uitgevoerd voordat de aanvraag voor subsidie bij de gemeente is ingediend;

  • b.

    de te slopen dieselpersonen- of -bestelauto op of na 19 november 2019 op naam van aanvrager is gesteld;

  • c.

    het te slopen voertuig niet is aan te merken als dieselbestelauto of dieselpersonenauto met emissieklasse 3 of lager;

  • d.

    het te slopen voertuig geen Nederlands kenteken heeft;

  • e.

    het te slopen voertuig na 1 juli 2013 in een andere voertuigcategorie of voertuigclassificatie is ingedeeld dan omschreven in artikel 1, onder d of t van deze subsidieverordening;

  • f.

    ten aanzien van het te slopen voertuig het APK-keuringsbewijs, bedoeld in artikel 72, eerste lid van de Wegenverkeerswet 1994, op het moment van de ontvangst van de aanvraag tot subsidieverlening niet geldig is;

  • g.

    het kentekenbewijs voor het te slopen voertuig ingevolge artikel 58, tweede lid, onderdeel b of d, van de Wegenverkeerswet 1994, op het moment van de aanvraag tot subsidieverlening ongeldig is verklaard of ingevolge artikel 60, eerste lid, onder b of c, van de Wegenverkeerswet 1994 is ingevorderd;

  • h.

    het te slopen voertuig de afgelopen 12 maanden is opgenomen in een bedrijfsvoorraad van een RDW-erkend bedrijf;

  • i.

    door de aanvrager geen de-minimisverklaring is overgelegd, dan wel als uit de overgelegde de-minimisverklaring blijkt dat de geldende de-minimisdrempel reeds is overschreden of met de gevraagde subsidie zal worden overschreden;

  • j.

    tegen de aanvrager een bevel uitstaat tot terugvordering van onrechtmatig verleende staatssteun;

  • k.

    de aanvrager voor de subsidiabele activiteit reeds subsidie ontvangt van de gemeente Amsterdam;

  • l.

    bij de aanvraag voor subsidie een kentekenbewijs van een te slopen voertuig wordt overgelegd, waarvoor eerder subsidie is verleend op grond van onderhavige subsidieverordening;

  • m.

    de aanvrager geen kentekenhouder is van het te slopen voertuig.

Artikel 2.7a - Aanvullende verplichtingen:

Naast de verplichtingen op grond van artikel 10 en 11 van de ASA 2013 is aan de subsidie de verplichting verbonden dat de subsidieontvanger het voertuig laat slopen bij een erkend sloopbedrijf zoals bedoeld in artikel 1.1 aanhef en onder n.

Artikel 2.8 – Vaststelling subsidie

  • 1. In afwijking van het bepaalde in artikel 13 van de ASA 2013, wordt de subsidie van € 5.000,00 en minder vastgesteld nadat de aanvrager daartoe een aanvraag tot subsidievaststelling heeft gedaan.

  • 2. In afwijking van het bepaalde in artikel 15 van de ASA 2013 dient de subsidieontvanger binnen drie maanden na verlening van de subsidie, schriftelijk een aanvraag tot subsidievaststelling in middels het daartoe bestemde aanvraagformulier.

Artikel 2.9 – Verantwoording en vaststelling van de subsidie

In aanvulling op artikel 14 van de ASA bevat de aanvraag tot vaststelling een demontageverklaring van het gesloopte voertuig.

Hoofdstuk 3 Aanschafsubsidie

Artikel 3.1 – Doel aanschafsubsidie

Met deze subsidie wordt beoogd het voor Amsterdammers met een Stadspas met groene stip mogelijk te maken de overstap te kunnen maken naar een vervangend voertuig of een schoon alternatief.

Artikel 3.2 – Subsidiabele activiteiten

Het college kan subsidie verlenen voor:

  • a.

    de aanschaf van een vervangend voertuig, of;

  • b.

    de aanschaf van een schoon alternatief.

Artikel 3.3 – Subsidiabele kosten

De subsidiabele kosten zijn een deel van de investeringskosten verbonden aan de activiteiten zoals beschreven in artikel 3.2 van deze subsidieverordening.

Artikel 3.4 – Hoogte van de subsidie

  • 1. Voor een activiteit als omschreven in artikel 3.2, eerste lid, onder a, van deze subsidieverordening bedraagt de subsidie maximaal € 1250,00;

  • 2. Voor een activiteit als omschreven in artikel 3.2, eerste lid, onder b van deze subsidieverordening bedraagt de subsidie maximaal € €750,00;

  • 3. De hoogte van de subsidie wordt berekend op basis van de kostprijs van het vervangende voertuig of schone alternatief, waarbij een eigen bijdrage voor de subsidieontvanger geldt van:

    • a.

      € 750,00 voor een vervangend voertuig;

    • b.

      € 250,00 voor een schoon alternatief.

Artikel 3.5 – De aanvrager

Subsidie voor een van de activiteiten genoemd in artikel 3.2, van deze subsidieverordening kan uitsluitend worden aangevraagd door een ingezetene van Amsterdam met een stadspas met groene stip, voor wiens voertuig een Sloopsubsidie als bedoeld in hoofdstuk 2 is vastgesteld.

Artikel 3.6 – Bij de subsidieaanvraag in te dienen gegevens

In aanvulling op het bepaalde in artikel 5, tweede lid, van de ASA 2013 worden bij een subsidieaanvraag voor een activiteit als bedoeld in artikel 3.2, van deze subsidieverordening de volgende gegevens overgelegd:

  • a.

    het kenteken van het gesloopte voertuig;

  • b.

    kopie stadspas met groene stip, behorend bij de aanvrager;

  • c.

    voor zover sprake is van subsidie voor aanschaf van een vervangend voertuig een aankoopbewijs van een leverancier als bedoeld in artikel 1.1, onder q, waaruit blijkt dat de aanvrager ten minste de eigen bijdrage als bedoeld in artikel 3.4, derde lid heeft aanbetaald;

  • d.

    voor zover sprake is van een subsidie voor aanschaf van een schoon alternatief, betreffende:

    • i.

      een e-bike of een fiets, een aankoopbewijs van een leverancier als bedoeld in artikel 1.1, onder q, waaruit blijkt dat de aanvrager ten minste de eigen bijdrage als bedoeld in artikel 3.4, derde lid heeft aanbetaald;

    • ii.

      een ov- of deelauto-abonnement, een offerte van de betreffende aanbieder.

Artikel 3.6a - Aanvraagtermijn subsidie

  • 1. In afwijking van artikel 6 van de ASA 2013 dient een subsidieaanvraag voor een subsidie op grond van dit hoofdstuk uiterlijk vóór 1 augustus 2021 ingediend te zijn bij het college.

  • 2. Volledige subsidieaanvragen worden in volgorde van binnenkomst afgehandeld.

Artikel 3.7 – Weigeringsgronden:

In aanvulling op het bepaalde in artikel 9, eerste lid, van de ASA 2013 weigert het college subsidie te verlenen als:

  • a.

    aanvrager geen inwoner is van Amsterdam;

  • b.

    aanvrager niet beschikt over een stadspas met groene stip;

  • c.

    aanvrager geen natuurlijke persoon is;

  • d.

    aanvrager geen voertuig heeft laten slopen met subsidie als bedoeld in hoofdstuk 2;

  • e.

    de aanvrager voor de subsidiabele activiteit reeds subsidie ontvangt van de gemeente Amsterdam;

  • f.

    het voertuig niet is aangeschaft bij een leverancier als bedoeld in artikel 1.1, onder q.

Artikel 3.8 – Aanvullende verplichtingen

In aanvulling op het bepaalde in de artikelen 10 en 11 van de ASA 2013 zijn aan de subsidie de volgende verplichtingen verbonden:

  • a.

    aanschaf van een vervangend voertuig of schoon alternatief, zijnde een e-bike of een fiets is alleen mogelijk bij leverancier als bedoeld in artikel 1.1, onder q.

  • b.

    aanschaf van een schoon alternatief in de vorm van een OV-abonnement is alleen mogelijk bij een vervoerder als bedoeld in artikel 1.1, onder y van deze subsidieverordening;

  • c.

    de tenaamstelling van een vervangend voertuig of een schoon alternatief, voor zover dat voor het voertuig verplicht is, dient gedurende twee jaar ongewijzigd op naam van aanvrager te blijven staan.

Artikel 3.9 – Vaststelling subsidie

  • 1. In afwijking van het bepaalde in artikel 13 van de ASA 2013, wordt de subsidie van € 5.000,00 en minder vastgesteld nadat de aanvrager daartoe een aanvraag tot subsidievaststelling heeft gedaan.

  • 2. In afwijking van het bepaalde in artikel 15 van de ASA 2013 dient de subsidieontvanger binnen zes maanden na verlening van de subsidie, schriftelijk een aanvraag tot subsidievaststelling in middels het daartoe bestemde aanvraagformulier.

Artikel 3.10 – Verantwoording en vaststelling van de subsidie

In aanvulling op artikel 14 van de ASA bevat de aanvraag tot vaststelling van de subsidie:

  • 1.

    Voor zover sprake is van vervangend vervoer:

    • a.

      een kopie kentekenbewijs waaruit blijkt dat het voertuig op naam van de aanvrager staat;

    • b.

      een factuur en betaalbewijs.

  • 2.

    Voor zover sprake is van aanschaf schoon alternatief:

    • a.

      een verzekeringsbewijs ten behoeve van het voertuig (tenzij het gaat om een OV- of deelauto-abonnement);

    • b.

      factuur en betaalbewijs.

Hoofdstuk 4 Slotbepalingen

Artikel 4.1 – Inwerkingtreding en looptijd

  • 1. Deze verordening treedt inwerking met ingang van 1 januari 2020.

  • 2. Deze subsidieverordening vervalt op 1 januari 2022.

Artikel 4.2. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als “Subsidieverordening sloop en schoon alternatief vervoer Amsterdam”

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van 19 december 2019

De voorzitter

Femke Halsema

De raadsgriffier

Jolien Houtman

Toelichting

Artikelsgewijze toelichting

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1.1. – Begripsomschrijvingen

Met dit artikel zijn enkele kernbegrippen uit de subsidieverordening gedefinieerd. Meestal spreken de gegeven definities voor zich.

Emissieklasse

Het begrip emissieklasse is ontleend aan het Besluit van 29 oktober 2019 tot wijziging van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 , het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer en het Kentekenreglement in verband met harmonisatie van milieuzones, Stb. 2019, 398 (hierna: het wijzigingsbesluit). De wijzigingen houden verband met de harmonisatie van milieuzones. Het wijzigingsbesluit treedt per 1 januari 2020 in werking..

De harmonisatieregeling strekt onder meer tot een beperking in keuze van toelatingsregime voor personen- en bestelvoertuigen, gebaseerd op de zogeheten emissieklasse van de voertuigen. Daarmee wordt aangesloten bij de milieukenmerken van de voertuigen: grofweg geldt dat hoe hoger de emissieklasse is, des te minder verontreinigende stoffen worden uitgestoten. De emissieklasse wordt afgeleid van de in het kentekenregister vastgelegde Milieuclassificatie (Euroklasse), van het nummer van de EU-basisregelgeving emissie en de wijzigingsregelgeving of van de datum van eerste toelating tot het verkeer voor het betreffende voertuig (DET). Dit gebeurt conform de bijlage bij het Kentekenreglement, met daarin opgenomen de transponeringstabellen voor de vaststelling van emissieklassen.

Erkend sloopbedrijf:

Sloop kan bij een door de RDW erkend demontagebedrijf. Zij zorgen ervoor dat de registratie in het kentekenregister van de RDW wordt beëindigd, zodat het voertuig niet meer op naam staat. Na beëindiging van de registratie stopt de verzekeringsplicht (WAM). Een overzicht van deze bedrijven is te vinden op https://www.rdw.nl/particulier/voertuigen/brommer/slopen-of-demonteren/slopen-bij-rdw-erkend-demontagebedrijf

Leverancier

Een leverancier is een in het handelsregister van de KVK geregistreerde detailhandelaar in (elektrische) fietsen en/of elektrische brom- of snorfietsen en/of (elektrische) personen- of bestelauto’s die met de gemeente Amsterdam een contract heeft gesloten. In dat contract worden onder meer afspraken gemaakt over de wijze waarop mogelijke fraude en misverstanden kunnen worden voorkomen. Ook over de wijze van verantwoording van de aanschaf worden afspraken gemaakt. Het is aan de leveranciers om zelf te bepalen of ze wel of niet meedoen.

Onderneming

De definitie van ‘onderneming’ ontleend aan de Verordening (EU) nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard (PB L 187 van 26.01.2014). Het begrip ‘concern’ is niet wettelijk bepaald. Vandaar dat er in deze subsidieverordening een definitie van is opgenomen. De centrale leiding is een kernbegrip bij een concern. In hoeverre hiervan sprake is kan worden bepaald aan de hand van de volgende factoren:

  • de centrale leiding heeft de meerderheid van de stemrechten van de aandeelhouders of vennoten van andere ondernemingen;

  • de centrale leiding heeft het recht de meerderheid van de leden van het bestuurs-, leidinggevend of toezichthoudend orgaan van een andere onderneming te benoemen of te ontslaan; en

  • de centrale leiding heeft een directe of indirecte overheersende invloed.

Artikel 1.2 – Toepasselijkheid ‘Algemene Subsidieverordening Amsterdam 2013’

De ‘Algemene Subsidieverordening Amsterdam 2013’ kan worden geraadpleegd via: http://www.amsterdam.nl/subsidies.

Artikel 1.3 – Subsidieplafond en verdeelsleutel

In dit artikel is vermeld dat het subsidieplafond € 2.750.000 bedraagt, wat betekent dat geen nieuwe subsidies meer kunnen en zullen worden verstrekt indien daarmee het totaal aan op grond van dit hoofdstuk de som van € 2.750.000 zou overschrijden.

Op grond van artikel 7, eerste lid, van de ASA 2013 zal het beschikbare subsidiebudget worden verdeeld volgens het principe ‘wie het eerst komt, die het eerst maalt'. Volledige subsidieaanvragen zullen op volgorde van binnenkomst worden beoordeeld.

Hoofdstuk 2 Sloopsubsidie

Artikel 2.1 – Doel sloopsubsidie

Iedere Amsterdammer heeft recht op gezonde lucht. In Amsterdam zijn op een aantal plekken nog overschrijdingen van de Europese grenswaarden en nog flinke stappen te zetten naar de WHO-advieswaarden. Dieselvoertuigen zijn een belangrijke veroorzaker van slechte luchtkwaliteit waarop de lokale overheid invloed uitoefent, met name de oudere dieselvoertuigen aangezien na het verbrandingsproces van diesel het voertuig niet is voorzien van een roetfilter. Roet is zeer ongezond en heeft negatieve gevolgen op onze luchtwegen. Doelstelling van de sloopsubsidie is het realiseren van de in het Actieplan Schone Lucht geformuleerde doelen omtrent het verbeteren van de luchtkwaliteit in Amsterdam.

Artikel 2.2 Subsidiabele activiteiten

Het college verleent alleen subsidie ten behoeve van de sloop van een dieselpersonen- of bestelauto met emissieklasse 0-3 waarvan de kentekenhouder als bewoner in Amsterdam of als ondernemer bij de Kamer van Koophandel in Amsterdam staat geregistreerd.

Artikel 2.3 Subsidiabele kosten

De subsidiabele kosten zijn gebaseerd op de gemiddelde marktprijs van voertuigen die op grond van deze verordening voor sloop in aanmerking komen.

Artikel 2.4 – Hoogte van de subsidie

De hoogte van het subsidiebedrag voor sloop is mede afhankelijk gesteld van het moment waarop de aanvraag voor subsidie binnenkomt. Daarbij geldt: wie snel beslist, komt in aanmerking voor een hoger bedrag. Door het stimuleren van een snelle beslissing krijgen aanvragers de mogelijkheid tijdig uit te zoeken welk alternatief (aanschaf vervangend vervoer of schoon alternatief) goed bij hen past.

Artikel 2.5 – De aanvrager

Alle bewoners en ondernemingen in Amsterdam met een vervuilend dieselpersonen- of –bestelauto die vanaf 2020 niet meer in de milieuzone mag rijden komen in aanmerking voor subsidie.

Artikel 2.7 – Weigeringsgronden

Naast de weigeringsgronden die genoemd zijn in de ASA 2013, zijn in dit artikel aanvullende gronden opgenomen die als basis dienen voor een weigering van de subsidie. Dit betekent dat de subsidieaanvrager niet aan de gestelde voorwaarden en verplichtingen heeft voldaan en de subsidie wordt geweigerd.

Subsidieverlening wordt onder meer geweigerd als het te slopen voertuig niet aan de volgende voorwaarden voldoet:

  • -

    het te slopen voertuig moet voor de datum van publicatie van het actieplan schone lucht (3 mei 2019) op naam zijn gesteld;

  • -

    het voertuig moet ten tijde van het indienen van de subsidieaanvraag een geldige APK hebben;

  • -

    Het kentekenbewijs voor de te demonteren auto mag niet ongeldig zijn verklaard of zijn ingevorderd. Het gaat hier om zogenaamde WOK-auto's. WOK betekent Wachten Op Keuring en geldt bijvoorbeeld voor een auto waarvan het kenteken na een zware aanrijding is ingenomen;

  • -

    De te demonteren auto mag sinds 1 juli 2013 niet in een andere autocategorie of autoclassificatie zijn ingedeeld.

Artikel 2.9 – Verantwoording en vaststelling van de subsidie

Bij de aanvraag tot subsidievaststelling moet een demontageverklaring worden overgelegd waaruit blijkt dat het voertuig is gesloopt. De gemeente wil hiermee voorkomen dat subsidie wordt verstrekt voor activiteiten waarvoor geen toestemming van het bevoegde gezag is gegeven.

Hoofdstuk 3 Aanschafsubsidie

Artikel 3.1 - Doel aanschafsubsidie

Deze subsidie beoogt het voor Amsterdammers met een Stadspas met groene stip mogelijk te maken de overstap te kunnen maken naar een schoner voertuig met minimaal emissieklasse 4, niet zijnde diesel, of een elektrische personen- of bestelauto, elektrische brom- of snorfiets of een schoon alternatief. Regulerende maatregelen in het kader van luchtkwaliteit zoals een milieuzone leiden mogelijk tot problemen in het kader van vervoer, en dat is onwenselijk.

Artikel 3.2 – Subsidiabele activiteiten

Het college verleent subsidie ten behoeve van de aanschaf van een vervangend personen- of bestelauto emissieklasse 4 of hoger, niet zijnde een dieselvoertuig, en elektrische bestel- of personenauto’s. Voorwaarde is wel dat met subsidie een vervuilend voertuig op grond van hoofdstuk 2 is gesloopt. Deze voorwaarde geldt ook voor de subsidie voor aanschaf van een schoon alternatief. In artikel 1.1 van deze subsidieverordening zijn de schone alternatieven die voor subsidie in aanmerking komen omschreven.

Artikel 3.3 Subsidiabele kosten

De subsidiabele kosten zijn gedeeltelijk de investeringskosten verbonden aan de activiteiten zoals beschreven in artikel 3.2.1. van deze subsidieverordening. Uitsluitend de daadwerkelijk gemaakte kosten komen voor vergoeding in aanmerking.

Artikel 3.4 – Hoogte van de subsidie

De hoogte van de subsidie voor de aanschaf vervangend voertuig van maximaal € 1.250,00 is - samengenomen met het bedrag voor de in hoofdstuk 2 genoemde sloopsubsidie – een bedrag waarmee de overstap zonder of met geringe meerkosten gemaakt kan worden. Het bedrag voor een schoon alternatief van maximaal € 750,00 is afgestemd op de prijs van de alternatieven.

Artikel 3.5 - Aanvrager

Uitsluitend bewoners van Amsterdam die in het bezit zijn van een stadspas met groene stip komen in aanmerking voor deze aanschafsubsidie, en alleen als zij beschikten over een voertuig dat op grond deze subsidieverordening is gesloopt.

De gemeente Amsterdam stelt de Stadspas met ‘groene stip’ beschikbaar voor inwoners met een inkomen tot 120% van het wettelijk sociaal minimum en weinig vermogen. De stadspas met groene stip wordt verstrekt op aanvraag. De ook in het kader van verstrekking van de Stadspas met ‘groene stip’ gehanteerde inkomensgrens vormt een in breder verband gehanteerde, en daarmee geaccepteerde norm voor definiëring van een laag inkomen. Aansluiten bij de Stadspas met ‘groene stip’ biedt als bijkomend voordeel dat de toetsing (op inkomen) reeds is gedaan en dat komt ten goede aan de efficiëntie van de uitvoering van deze stimuleringsregeling.

De in deze subsidieverordening opgenomen stimuleringsregeling is mede bedoeld om deze groep mensen zonder of tegen gering meerkosten de overstap te kunnen laten maken naar een schoner alternatief; dat kan zowel een benzine emissieklasse 4 zijn als een nog schoner uitstootvrij alternatief.

Artikel 3.6 – Bij de subsidieaanvraag in te dienen gegevens

Bij de subsidieaanvraag dient onder meer een aankoopbewijs (bij een vervangend voertuig en schoon alternatief zijnde een e-bike of fiets) van een leverancier als bedoeld in artikel 1.1, onder q te worden verstrekt.

De eigen bijdrage die voor een vervangend voertuig en schoon alternatief zijnde een e-bike of fiets moet worden betaald, is een vast bedrag van respectievelijk € 750,- en € 250,-. Op deze manier wordt bij iedere aanvrager die recht heeft op subsidie hetzelfde bedrag in mindering gebracht op de totale aanschafprijs van het vervangende voertuig of schone alternatief.

Artikel 3.9 – Aanvullende verplichtingen

In dit artikel zijn enkele aanvullende verplichtingen opgenomen waaraan de subsidieontvanger moet voldoen. De bevoegdheid tot het vaststellen van deze nadere verplichtingen is gebaseerd op artikel 4:37 Awb.