Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam houdende regels omtrent het Ontheffingenbeleid milieuzone Amsterdam 2020 (Ontheffingenbeleid milieuzone Amsterdam 2020)

Geldend van 01-06-2021 t/m heden

Intitulé

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam houdende regels omtrent het Ontheffingenbeleid milieuzone Amsterdam 2020 (Ontheffingenbeleid milieuzone Amsterdam 2020)

Het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam,

gelet op de artikelen 62 en 87 van het Reglement Verkeerstekens en Verkeersregels, artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht, gezien de inspraakreacties en de nota van beantwoording van 14 april 2020, en de adviezen van de Commissie Bevoorrading Amsterdam van 9 september 2019 en 6 februari 2020,

besluit de volgende regeling vast te stellen:

Gemeentelijk ontheffingenbeleid milieuzone Amsterdam 2020

Artikel 1 – Definities

In dit beleid gelden de volgende omschrijvingen van de gebruikte begrippen:

Actieplan Schone Lucht: actieplan van de gemeente Amsterdam, gepubliceerd op 18 oktober 2019, waarin op hoofdlijnen is beschreven hoe de stad tot 2030 toewerkt naar schonere en gezondere lucht

Amsterdamse museumbus: Autobus met emissieklasse 3 of lager die deel heeft uitgemaakt van het openbaar stads- of streekvervoer van, naar of in de stad Amsterdam en die thans alleen museaal en niet bedrijfsmatig wordt geëxploiteerd of ingezet voor commercieel vervoer

Autobus: voertuig dat is geclassificeerd als M2 of M3 en een voertuig dat blijkens het kentekenregister een bus is

Bedrijfsauto: Een voertuig van de voertuigcategorie N en een voertuig dat blijkens het kentekenregister een bedrijfsauto is, met een toegestane maximum massa van niet meer dan 3.500 kg

Besloten busvervoer : personenvervoer per bus, niet zijnde openbaar vervoer.

Bijzonder voertuig: vrachtauto met carrosseriecode 15, 16, 19, 23, 27, 31, SB of SF, een kermisvrachtauto, een circusvrachtauto, een vrachtauto voor exceptioneel transport, een verhuisauto en een vrachtauto met een laadkraan met een hefvermogen van 35 tonmeter of meer

Datum van eerste toelating (DET): de datum waarop het voertuig in gebruik is genomen, zoals voor in Nederland geregistreerde voertuigen is vastgelegd in het kentekenregister van de RDW

Datum te naam stelling: de datum waarop het voertuig is tenaamgesteld.

Eigenaar: de natuurlijke persoon of de rechtspersoon op wiens naam het kenteken bij de RDW geregistreerd staat

Emissieklasse: klasse van uitstoot van broeikasgassen, verontreinigende gassen en deeltjes door een voertuig als bedoeld in de bijlage van het Kentekenreglement.

Emissieloos voertuig: voertuig zonder uitlaatemissie van broeikasgassen, verontreinigende gassen en deeltjes

Gemeente: gemeente Amsterdam

Kampeerwagen: kampeerwagen als bedoeld in artikel 1.1 van de Regeling voertuigen

Kermis- en circusvrachtauto: vrachtauto die feitelijk gebruikt wordt als kermis- en circusvoertuig als bedoeld in artikel 1.1 van de Regeling voertuigen en in het kentekenregister aangeduid als kermis- en circus-voertuig.

Landelijke harmonisatieregeling: Besluit van 29 oktober 2019 tot wijziging van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990, het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer en het Kentekenreglement in verband met de harmonisatie van milieuzones (Staatsblad 2019, 398)

Lease: zowel operationele als financiële lease waaraan een rechtsgeldige leaseovereenkomst ten grondslag ligt

Milieuzone: ruimtelijk begrensd gebied dat is gelegen binnen het binnenstedelijk gebied van de gemeente Amsterdam waar, om reden van leefbaarheid, in het bijzonder milieuhinder met betrekking tot lucht, een selectief toelatingsbeleid voor voertuigen wordt gehanteerd in relatie tot de door die voertuigen veroorzaakte milieuhinder.

Museaal legervoertuig: voertuig van dertig jaar of ouder dat voor het leger is geproduceerd of in het verleden door het leger is ingezet en thans alleen museaal en niet bedrijfsmatig wordt geëxploiteerd of ingezet voor commercieel personenvervoer.

Openbaar vervoer : voor een ieder openstaand personenvervoer volgens een dienstregeling met een auto, bus, trein, metro, tram of een via een geleidesysteem voortbewogen voertuig.

Personenauto: voertuig van de voertuigcategorie M met de voertuigclassificatie M1 en een voertuig dat blijkens het kentekenregister een personenauto is.

RDW: Dienst Wegverkeer

RVV: Reglement Verkeerstekens en Verkeersregels

Taxi: Voertuig met M1-voertuigcode dat blijkens het kentekenregister een taxi is.

Uitbreidingsgebieden: de gebieden waarmee het voormalige gebied van de milieuzone met het verkeersbesluit van 14 april 2020 wordt uitgebreid.

Milieuzone 2009: De milieuzone zonder uitbreidingsgebieden.

Verhuisauto: vrachtauto die gebruikt wordt door een verhuisonderneming en bestemd is voor het vervoeren van inboedels.

Voorrangsvoertuig: motorvoertuig dat de optische en geluidssignalen voert als bedoeld in artikel 29 van het RVV.

Voor rolstoelen toegankelijk vervoer: voertuig dat in het kentekenregister is voorzien van de aanduiding voor speciale doeleinden voor rolstoelen toegankelijk voertuig (code SH) of van de bijzonderheidscodes 145, 146, 147, 149.

Vrachtauto: voertuig als bedoeld in artikel 1 van het RVV.

Vrachtauto voor exceptioneel transport: vrachtauto voor exceptioneel transport zoals omschreven in de landelijke harmonisatieregeling.

ONDERDEEL I – DAGONTHEFFINGEN

Artikel 2 - Dagontheffing voor bedrijfsauto’s

  • 1) Voor een bedrijfsauto met emissieklasse 3 of lager kan maximaal zes maal per kalenderjaar een dagontheffing worden aangevraagd.

  • 2) De dagontheffing wordt per kenteken verleend, telkens voor de duur van één kalenderdag, die begint om 00.00 uur en eindigt om 6:00 de volgende dag.

Artikel 3 - Dagontheffing voor vrachtauto’s

  • 1) Voor een vrachtauto met emissieklasse 3 of lager kan maximaal twaalf maal per kalenderjaar een dagontheffing worden aangevraagd.

  • 2) De dagontheffing wordt per kenteken verleend, telkens voor de duur van één kalenderdag, die begint om 00.00 uur en eindigt om 06:00 uur de volgende dag.

  • 3) Een dagontheffing op grond van dit artikel kan worden aangevraagd tot en met uiterlijk 31 december 2021.

Artikel 3a - Dagontheffing voor vrachtauto’s

  • 1. Voor een vrachtauto met emissieklasse 5 kan maximaal twaalfmaal per kalenderjaar een dagontheffing worden aangevraagd.

  • 2. De dagontheffing wordt per kenteken verleend, telkens voor de duur van één kalenderdag, die begint om 00.00 uur en eindigt om 06:00 uur de volgende dag.

Artikel 3b - Dagontheffing voor besloten busvervoer

  • 1. Voor een autobus met emissieklasse 5 die wordt ingezet voor besloten busvervoer kan maximaal twaalfmaal per kalenderjaar een dagontheffing worden aangevraagd.

  • 2. De dagontheffing wordt per kenteken verleend, telkens voor de duur van één kalenderdag, die begint om 00.00 uur en eindigt om 06:00 uur de volgende dag.

Artikel 4 - Dagontheffing Amsterdamse museumbus

  • 1) Voor een Amsterdamse museumbus kan maximaal twaalf maal per kalenderjaar een dagontheffing worden aangevraagd.

  • 2) De dagontheffing wordt per kenteken verleend, telkens voor de duur van één kalenderdag, die begint om 00:00 en eindigt om 06:00 uur de volgende dag.

Artikel 5 – Dagontheffing museaal legervoertuig

  • 1) Voor een museaal legervoertuig kan incidenteel een dagontheffing worden aangevraagd, ten behoeve van de aanwezigheid bij een evenement in de milieuzone en alleen als sprake is van een zekere relatie tussen de inzet van het legervoertuig en de aard van het evenement.

  • 2) De dagontheffing wordt per kenteken verleend, telkens voor de duur van één kalenderdag, die begint om 00:00 en eindigt om 6:00 uur de volgende dag.

Artikel 6 – Ontheffing voor kampeerwagen ten behoeve van verblijf op een camping

Voor kampeerwagens met een emissieklasse 3 of lager die aantoonbaar ten behoeve van een verblijf van de kentekenhouder naar een camping in de milieuzone moeten rijden kan het college een in- en uitrijdontheffing ten behoeve van de aankomst- en vertrekdatum verlenen.

ONDERDEEL II – LANGDURIGE ONTHEFFINGEN

Artikel 7 - Ontheffing voor een personen- of bedrijfsauto die vanwege een handicap is aangepast

  • 1) Voor een personen- of bedrijfsauto op diesel met emissieklasse 3 of lager kan een ontheffing worden aangevraagd, indien dit voertuig aantoonbaar in verband met de handicap van de voertuigeigenaar, van een gezinslid of van een persoon aan wie de eigenaar mantelzorg verleent, is aangepast voor een bedrag van minimaal €500,00.

  • 2) De ontheffing wordt verleend voor maximaal drie jaar.

  • 3) Ter onderbouwing van de ontheffingsaanvraag dienen ten minste te worden overgelegd:

    • a.

      een bon van een (garage)bedrijf dat aantoonbaar gespecialiseerd is in voertuigaanpassingen voor gehandicapten en waaruit de aanpassing blijkt, en

    • b.

      een foto waarop zowel de aanpassing als het kenteken zichtbaar zijn.

  • 4) Voertuigen waarvoor een ontheffing in de zin van het eerste lid is verleend door een andere gemeente, hebben toegang tot de milieuzone in Amsterdam.

Artikel 8 – Tijdelijke ontheffing voor bedrijfsauto’s op diesel met emissieklasse 3

  • 1) Ten behoeve van bedrijfsauto’s op diesel met emissieklasse 3 waarvan de datum te naamstelling van de huidige eigenaar is gelegen tussen 7 oktober 2015 en 19 november 2019 kan het college van B&W ontheffing voor de duur van 6 maanden verlenen.

  • 2) Een aanvraag voor een ontheffing als bedoeld in het eerste lid dient te zijn ingediend vóór 1 februari 2021.

  • 3) Op aanvraag kan het college van B&W een op grond van het eerste lid verleende ontheffing verlengen tot en met 31 oktober 2021.

  • 4) Bij de aanvraag voor ontheffing dient een bewijs te worden overgelegd dat het om een bedrijfsauto op diesel met emissieklasse 3 gaat en de kentekenhouder deze te naam heeft gesteld tussen 7 oktober 2015 en 19 november 2019.

Artikel 9 - Ontheffing in verband met de levertijd van een vervangend voertuig

  • 1) Voor een dieselpersonen- of bedrijfsauto die niet aan de toelatingseisen van de milieuzone Amsterdam voldoet, kan het college een ontheffing verlenen, indien dit voertuig vervangen wordt door een emissieloos voertuig dat nog niet geleverd is.

  • 2) Voor een vrachtauto of autobus die niet aan de toelatingseisen van de milieuzone voldoet, kan het college een ontheffing verlenen, indien dit voertuig vervangen wordt door een autobus met emissieklasse 6 of een emissieloos voertuig dat nog niet geleverd is.

  • 3) Bij de aanvraag dient ten minste een bewijs van aankoop in de vorm van een opdrachtbevestiging, met de verwachte levertijd van het aangekochte voertuig, te worden overgelegd.

  • 4) Indien de ontheffingsaanvraag wordt ingediend voor een leasevoertuig, dan dient de leaseperiode langer te zijn dan een jaar.

  • 5) De ontheffing wordt verleend voor de duur van de levertijd plus één maand, met een maximum van twaalf maanden.

  • 6) Een ontheffing voor een autobus op grond van dit artikel kan worden aangevraagd tot en met uiterlijk 31 december 2021.

Artikel 9a - Ontheffing in verband met de levertijd van een vervangende dieselvrachtauto

  • 1. Voor een vrachtauto die niet aan de toelatingseisen van de milieuzone voldoet, kan het college een ontheffing verlenen, indien dit voertuig vervangen wordt door een vrachtauto met emissieklasse 6 of een emissieloos voertuig dat nog niet geleverd is.

  • 2. Bij de aanvraag dient ten minste een bewijs van aankoop in de vorm van een opdrachtbevestiging, met de verwachte levertijd van het aangekochte voertuig, te worden overgelegd.

  • 3. Indien de ontheffingsaanvraag wordt ingediend voor een leasevoertuig, dan dient de leaseperiode langer te zijn dan een jaar.

  • 4. De ontheffing wordt verleend voor de duur van de levertijd plus één maand, met een maximum van twaalf maanden.

Artikel 9b - Ontheffing in verband met de levertijd van een vervangende autobus

  • 1. Voor een autobus die wordt ingezet voor besloten busvervoer en niet aan de toelatingseisen van de milieuzone voldoet, kan het college een ontheffing verlenen, indien dit voertuig vervangen wordt door een autobus met emissieklasse 6 of een emissieloos voertuig dat nog niet geleverd is.

  • 2. Voor een autobus die wordt ingezet voor het openbaar vervoer en niet aan de toelatingseisen van de milieuzone voldoet, kan het college een ontheffing verlenen, indien dit voertuig vervangen wordt door een autobus met emissieklasse 6 of een emissieloos voertuig dat in verband met een nog lopende aanbestedingsprocedure nog niet geleverd is.

  • 3. Bij een aanvraag als bedoeld in het eerste lid dient ten minste een bewijs van aankoop in de vorm van een opdrachtbevestiging, met de verwachte levertijd van het aangekochte voertuig, te worden overgelegd.

  • 4. Indien een ontheffingsaanvraag op grond van dit artikel wordt ingediend voor een leasevoertuig, dan dient de leaseperiode langer te zijn dan een jaar.

  • 5. Een eerste ontheffing op grond van dit artikel loopt af op uiterlijk 1 juli 2023.

  • 6. Op aanvraag kan een op grond van dit artikel verleende ontheffing niet meer dan twee keer worden verlengd voor telkens maximaal één jaar.

Artikel 10 - Ontheffingen voor bijzondere voertuigen met een Datum Eerste Toelating van 12 jaar of jonger

Er wordt ontheffing verleend voor de volgende categorieën bijzondere voertuigen (vrachtauto’s) met een DET van 12 jaar of jonger die niet aan de toelatingseisen van de milieuzone voldoen:

  • a)

    kermis- en circusvrachtauto’s;

  • b)

    vrachtauto’s voor exceptioneel transport;

  • c)

    verhuisauto’s;

  • d)

    vrachtauto’s met een laadkraan met een hefvermogen van 35 tonmeter of meer.

Artikel 11 - Ontheffing voor vrachtauto’s in verband met bijzondere omstandigheden

  • 1) Voor een vrachtauto kan een ontheffing worden aangevraagd door een onderneming die beschouwd kan worden als hoofdgebruiker, indien wordt aangetoond dat bijzondere omstandigheden dit noodzakelijk maken.

  • 2) Er is sprake van bijzondere omstandigheden als:

    • a)

      er geen alternatieven zijn, én

    • b)

      de kenmerken en/of de opbouw van de vrachtauto zijn zodanig dat de investeringssom buitenproportioneel is in verhouding tot het doel van de milieuzone, of

    • c)

      b) niet van toepassing is, maar de continuïteit van de onderneming wordt bedreigd, gelet op alle omstandigheden van het geval.

  • 3) Een ontheffing op basis van het tweede lid, onder c, kan maximaal drie keer worden verleend voor telkens maximaal één jaar.

  • 4) Vrachtwagens (aanschaf, lease, huur) van ondernemingen die zich na 12 juni 2014 in het gebied van de milieuzone 2009 hebben gevestigd, komen niet in aanmerking voor een ontheffing.

  • 5) Vrachtwagens (aanschaf, lease, huur) van ondernemingen die zich na een maand of later na publicatie van dit ontheffingenbeleid in de uitbreidingsgebieden vestigen, komen niet in aanmerking voor een ontheffing.

  • 6) Vrachtwagens met een datum tenaamstelling na 12 juni 2014 van ondernemingen gevestigd in het gebied van de milieuzone 2009 komen niet in aanmerking voor een ontheffing.

  • 7) Aanvragen van ondernemingen die een maand na publicatiedatum van dit ontheffingenbeleid hun werkzaamheden in Amsterdam zijn begonnen met een vrachtauto worden afgewezen.

Artikel 11a - Ontheffing voor besloten busvervoer in verband met bijzondere omstandigheden

  • 1. Voor een autobus die wordt ingezet voor besloten busvervoer met emissieklasse 4 of hoger kan een ontheffing worden aangevraagd door een onderneming die beschouwd kan worden als hoofdgebruiker, indien wordt aangetoond dat bijzondere omstandigheden dit noodzakelijk maken.

  • 2. Er is sprake van bijzondere omstandigheden als:

    • a)

      er geen alternatieven zijn, én

    • b)

      de investeringssom thans buitenproportioneel is in verhouding tot het doel van de milieuzone, of

    • c)

      b) niet van toepassing is, maar de continuïteit van de onderneming wordt bedreigd, gelet op alle omstandigheden van het geval.

  • 3. Een ontheffing op basis van het tweede lid, onder c, kan maximaal drie keer worden verleend voor telkens maximaal één jaar.

  • 4. Bij iedere aanvraag op grond van dit artikel moet worden aangetoond dat sprake is van omstandigheden als bedoeld in het tweede lid.

  • 5. Autobussen (aanschaf, lease, huur) van ondernemingen die zich na 8 december 2020 in het gebied van de milieuzone hebben gevestigd, komen niet in aanmerking voor een ontheffing.

  • 6. Autobussen met een datum tenaamstelling na 8 december 2020 van ondernemingen gevestigd in het gebied van de milieuzone komen niet in aanmerking voor een ontheffing.

  • 7. Aanvragen van ondernemingen die een maand na publicatiedatum van dit ontheffingenbeleid hun werkzaamheden in Amsterdam zijn begonnen met een autobus worden in ieder geval afgewezen.

Artikel 12 - Ontheffing voor vrijgestelde voertuigen

  • 1) Voor voorrangsvoertuigen die op grond van het RVV of voertuigen die op grond van artikel 147 van de Wegenverkeerswet voor bord C22a zijn vrijgesteld wordt ontheffing verleend.

  • 2) Bij een aanvraag dient het kenteken van het voertuig te worden overgelegd.

Artikel 13 - Ontheffing voor vrachtauto’s in verband met een aanbestedingsprocedure

  • 1) Voor vrachtauto’s die vallen onder de directe verantwoordelijkheid van Amsterdam kan, in verband met een aanbestedingsprocedure, een ontheffing worden verleend.

  • 2) De ontheffing wordt verleend voor de duur van de aanbestedingsprocedure plus één maand; met een maximum van 12 maanden.

ONDERDEEL III – OVERIGE BEPALINGEN

Artikel 14 - Hardheidsclausule

Het college van B&W kan in bijzondere gevallen, die bij het opstellen van dit beleid niet zijn voorzien, ten gunste van de aanvrager van een ontheffing afwijken van de bepalingen van dit beleid, als toepassing ervan gevolgen heeft voor de aanvrager die onevenredig zijn tot de met het beleid te dienen doelen.

Artikel 15 – Diverse bepalingen

  • 1) Voor aanvragen van gemeentelijke ontheffingen zijn leges verschuldigd conform de legesverordening van de gemeente Amsterdam.

  • 2) Aan een ontheffing verleend op grond van dit ontheffingenbeleid kunnen voorwaarden en/of beperkingen worden gesteld.

  • 3) Het college kan de ontheffing intrekken, indien ter verkrijging daarvan onjuist of onvolledige gegevens zijn verstrekt, of indien sprake is van gewijzigd beleid.

  • 4) Bij verkoop van het voertuig of overdracht van het kenteken naar een andere kentekenhouder, is de ontheffinghouder van een persoonsgebonden ontheffing verplicht dit te melden aan de gemeente. Van een persoonsgebonden ontheffing is sprake van een ontheffing verleend op grond van de artikelen 7 en 14. Indien blijkt dat het voertuig op een andere naam staat dan die van de aanvrager van de ontheffing, wordt de ontheffing per direct ingetrokken.

  • 5) Een ontheffing dient te worden aangevraagd op de wijze zoals die op de website van de gemeente is gepubliceerd.

  • 6) Het college behoudt zich het recht voor het onderhavige ontheffingenbeleid op de daartoe voorgeschreven wijze te wijzigen en/of in te trekken.

  • 7) Ontheffingen verleend op basis van de artikelen 3a, 3b, 9a, 9b en 11a treden niet eerder in werking dan op 1 januari 2022.

Artikel 16 – Overgangsrecht

Reeds verleende ontheffingen op grond van het Gemeentelijk ontheffingenbeleid milieuzone bestelauto’s, autobussen en taxi’s Amsterdam, gepubliceerd in het Gemeenteblad Amsterdam nr. 66151 op 29 maart 2018 en het gemeentelijk ontheffingenbeleid Milieuzone Vrachtauto’s van 16 juli 2008, gelden ook voor de milieuzone Amsterdam 2020, totdat de in de ontheffing opgenomen geldigheidsduur is verstreken.

Artikel 17 - Intrekking

  • 1) Het Gemeentelijk ontheffingenbeleid milieuzone bestelauto’s, autobussen en taxi’s Amsterdam, gepubliceerd in het Gemeenteblad Amsterdam nr. 66151 op 29 maart 2018, wordt ingetrokken

  • 2) Het aangepaste gemeentelijk ontheffingenbeleid Milieuzone Vrachtauto’s Amsterdam, gepubliceerd in het Gemeenteblad Amsterdam nr. 18920 op 14 maart 2014, en het daarbij gewijzigde beleid van 9 juni 2009, worden ingetrokken.

Artikel 18 – Inwerkingtreding

Dit beleid treedt in werking met ingang van 1 september 2020.

Artikel 19 - Citeertitel

Dit beleid kan worden aangehaald als: Ontheffingenbeleid Milieuzone Amsterdam 2020

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van 14 april 2020.

De burgemeester

Femke Halsema

De gemeentesecretaris

Peter Teesink

TOELICHTING

ALGEMEEN DEEL

In het Actieplan Schone Lucht, dat is vastgesteld op 1 oktober 2019, beschrijft het college op hoofd¬lijnen hoe Amsterdam van nu tot 2030 toewerkt naar schonere en gezondere lucht in de stad. Om dit doel te bereiken neemt het college verschillende maatregelen van faciliterende, stimulerende en regulerende aard. Alle maatregelen in het Actieplan Schone Lucht zorgen er samen voor dat Amsterdam zo snel mogelijk voldoet aan de Europese normen voor luchtkwaliteit. De ambitie van Amsterdam gaat echter verder en richt zich op het halen van de advieswaarden van de World Health Organization (WHO) in 2030.

Onderdeel van het Actieplan Schone Lucht is de aanscherping en uitbreiding van de milieuzone in Amsterdam. In dit kader zijn de volgende maatregelen aangekondigd:

  • -

    een nieuwe milieuzone voor dieselpersonenauto’s: vanaf 1 november 2020 hebben alleen personenauto’s op diesel met emissieklasse 4 en hoger toegang tot de milieuzone;

  • -

    aanscherping van de toegang tot de milieuzone voor dieselbedrijfsauto’s naar emissieklasse 4 en hoger;

  • -

    geografische uitbreiding van de milieuzone tot het gebied binnen de Ring A10 voor de voertuigcategorieën personen- en bedrijfsauto’s, autobussen, vrachtauto’s en taxi’s.

Op 19 december 2019 heeft de gemeenteraad kennisgenomen van bovenstaande plannen van het college en ingestemd met flankerend beleid in de vorm van de Subsidieverordening sloop en schoon alternatief vervoer. Na een inspraakprocedure heeft het college bij besluit van 14 april 2020 het Definitief Verkeersbesluit Milieuzone Amsterdam 2020 vastgesteld. Naast de hiervoor genoemde maatregelen zijn met dit verkeersbesluit de nieuwe milieuzones in lijn gebracht met het besluit van de staatssecretaris tot harmonisatie van de milieuzones (Staatsblad 2019, 398, hierna: landelijke harmonisatieregeling), onder meer op het punt van de bebording.

Bovenstaande vormt aanleiding om het ontheffingenbeleid opnieuw vast te stellen. Ten eerste omdat de uitbreiding en aanscherping van de milieuzone in Amsterdam gevolgen heeft voor het bestaande ontheffingenbeleid. Ten tweede omdat in de landelijke harmonisatieregeling een aantal voertuigcategorieën worden vrijgesteld van het toegangsverbod tot de milieuzone en een aantal voertuigen een landelijk geldende ontheffing dienen te krijgen. Vrijgesteld zijn voortaan oldtimers, kampeerwagens (in de milieuzone waar de kentekenhouder woonachtig is), rolstoeltoegankelijke voertuigen en vrachtauto’s met de in het kentekenregister vastgelegde carrosseriecode 15, 16, 19, 23, 26, 27, 31 of de doeleinden SB en SF, en met een DET van twaalf jaar of jonger. Daarnaast dienen voertuigen die in verband met een handicap zijn aangepast voor €500,- of meer en een aantal bijzondere voertuigen van twaalf jaar of jonger zijn (onder andere kermis- en circusvrachtauto’s en verhuisauto’s) een landelijk geldende ontheffing te krijgen.

Het huidig geldende ontheffingenbeleid voor bedrijfsauto’s, autobussen, taxi’s en vrachtauto’s wordt ingetrokken en het onderhavige beleid komt er geheel voor in de plaats. Het Gemeentelijk ontheffingenbeleid voor de milieuzone brom- en snorfietsen (gepubliceerd in het Gemeenteblad Amsterdam nr. 231728 op 27 december 20170) blijft ongewijzigd.

ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING

Artikel 2 - Dagontheffing voor bedrijfsauto’s

Voor bedrijfsauto’s die niet aan de toegangsvoorwaarden voldoen maar slechts incidenteel in de milieuzone hoeven te zijn, kan door ondernemers een beperkt aantal keren een dagontheffing worden aangevraagd. Dit voorkomt dat een bedrijf voor incidentele bezoeken aan de milieuzone moet gaan investeren in een nieuw voertuig. Personenauto’s komen niet in aanmerking voor een dagontheffing.

Amsterdammers kunnen op grond van de Subsidieverordening sloop en schoon alternatief vervoer subsidie aanvragen voor de sloop van hun voertuig, en, indien zij in het bezit zijn van een stadspas met groene stip, voor een vervangende auto of een schoon alternatief. Voor voertuigbezitters van buiten Amsterdam bieden onder andere de P + R ’s en het openbaar vervoer een alternatief.

Artikel 3 - Dagontheffing voor vrachtauto’s

De mogelijkheid om voor vrachtauto’s een dagontheffing aan te vragen komt voort uit landelijke afspraken is een voortzetting van huidig beleid. Het gaat hier om vrachtauto’s die niet op grond artikel 86d, vijfde lid onder d, of zesde lid onder b, van de Landelijke harmonisatieregeling in aanmerking komen voor een vrijstelling of ontheffing. .

Artikel 4 - Dagontheffing Amsterdamse museumbus

Deze ontheffingsmogelijkheid is een voortzetting van al bestaand ontheffingenbeleid. Amsterdamse museumbussen behoren tot het mobiele erfgoed van Amsterdam en dat maakt specifiek deze groep voertuigen beschermingswaardig. Met de behoudsorganisatie voor Amsterdamse museumbussen is een lijst opgesteld met kentekens van voertuigen die aan de definitie van Amsterdamse museumbussen voldoen en in aanmerking komen voor een ontheffing. Deze kentekenlijst is zo zorgvuldig mogelijk vastgesteld, maar mogelijk niet volledig. Een ieder die van mening is dat zij of haar autobus ook onder de in dit beleid gehanteerde definitie valt, kan zich bij de gemeente melden. Er zal dan worden beoordeeld of inderdaad sprake is van een Amsterdamse museumbus en of het voertuig aan de lijst moet worden toegevoegd.

Bij iedere aanvraag dient te worden verklaard dat het voertuig alleen museaal en niet bedrijfsmatig of commercieel wordt ingezet. Mocht het vermoeden ontstaan dat het voertuig toch commercieel of bedrijfsmatig wordt ingezet, kan de ontheffing worden ingetrokken en kunnen toekomstige ontheffingsaanvragen worden geweigerd.

Artikel 5 – Dagontheffing museaal legervoertuig

Deze ontheffingsmogelijkheid is een voortzetting van al bestaand ontheffingenbeleid. Ontheffingen zullen uitsluitend op incidentele basis in het kader van een evenement in de milieuzone worden verstrekt, bijvoorbeeld Bevrijdingsdag. Op Bevrijdingsdag vloeit de aanwezigheid van een legervoertuig in de milieuzone immers logisch voort uit de aard van het evenement. De relatie tussen het legervoertuig en de aard van het evenement dient altijd te worden aangetoond.

Ook bij deze aanvraag dient te worden verklaard dat het voertuig alleen museaal en niet bedrijfsmatig of commercieel wordt ingezet. Mocht het vermoeden ontstaan dat het voertuig toch commercieel of bedrijfsmatig wordt ingezet, kan de ontheffing worden ingetrokken en kunnen toekomstige ontheffingsaanvragen worden geweigerd.

Overigens is deze ontheffingsmogelijkheid alleen nog relevant voor voertuigen tussen de dertig en veertig jaar oud. Legervoertuigen ouder dan veertig jaar zijn op grond van de Landelijke harmonisatieregeling vrijgesteld en hoeven dus geen ontheffing meer aan te vragen.

Artikel 6 -Kampeerwagen ontheffing

In de milieuzone Amsterdam 2020 liggen de campings Vliegenbos, Zeeburg en Camping City. Deze campings ontvangen jaarlijks veel bezoekers met kampeervoertuigen. Gebleken is dat een belangrijk deel van deze kampeerwagen niet voldoet aan de eisen in de milieuzone. Om problemen in de bedrijfsvoering van deze campings te voorkomen is er een in- en uitrijdontheffing voor kampeervoertuigen.

Artikel 7 - Ontheffing voor een personen- of bedrijfsauto die vanwege een handicap is aangepast

Artikel 86d, zesde lid, onder a van de landelijke harmonisatieregeling bepaalt dat er een landelijk geldende ontheffingsmogelijkheid dient te zijn voor voertuigen van gehandicapten die zijn aangepast voor €500,- euro of meer. De mogelijkheid om ontheffing te verlenen op deze grond is al opgenomen in het ontheffingenbeleid van die gemeenten die een milieuzone voor personen- en/of bedrijfsauto’s hebben, zoals Arnhem, Utrecht en Amsterdam. Om te voorkomen dat de voorwaarden waaronder de ontheffing wordt verleend in de verschillende gemeenten op termijn teveel uit elkaar gaan lopen, zijn er afspraken gemaakt met de gemeente Utrecht, Arnhem en Den Haag.

Uitgangspunt is dat ook andere gemeenten dit beleid gaan toepassen, gelet op het harmoniserende karakter van de wetgeving ten aanzien van deze ontheffing.

Een ontheffing kan worden verleend voor een personen-of bedrijfsauto met emissieklasse 3 of lager die is aangepast voor een bedrag van minimaal €500,-. De aanpassing is gedaan vanwege de handicap van de voertuigeigenaar, een gezinslid of een persoon voor wie de eigenaar mantelzorger is.

De ontheffing geldt drie jaar, tenzij het voertuig wordt verkocht. Kentekenhouders dienen het van de hand doen van hun voertuig daarom ook te melden.

Ter onderbouwing van de ontheffingsaanvraag dienen een aantal bewijsstukken te worden overgelegd, deze zijn nader omschreven in het tweede lid van artikel zes.

De aanvrager betaalt voor deze aanvraag de in die gemeente van toepassing zijnde leges. De wederzijdse erkenning van de verleende ontheffing vindt plaats door tussenkomst van een database die in beheer is bij RVO. Kentekens waarvoor een ontheffing is verleend, worden opgenomen in de database en vervolgens tussen gemeenten met een milieuzone voor personen- en bedrijfsauto’s uitgewisseld. Een verleende ontheffing is geldig in alle milieuzones (zowel de milieuzones met emissieklasse 2 als emissieklasse 3).

Artikel 8 - Ontheffing voor bedrijfsauto die tussen 7 oktober 2015 en 19 november 2019 te naam isgesteld

Met de inwerkingtreding van de milieuzone voor bedrijfsauto’s per 1 januari 2017, hebben dieselbedrijfsauto’s met N1-voertuigcode en een DET 1999 en ouder geen toegang. Per 1 november 2020 is de milieuzone voor bedrijfsauto’s in Amsterdam aangescherpt naar emissieklasse 4. Omdat deze aanscherping betrekkelijk snel volgt op de instelling van de milieuzone in 2017 heeft het college, na overleg met de Commissie Bevoorrading Amsterdam (CBA), besloten om ondernemers die recentelijk nog hebben geïnvesteerd in een voertuig dat voldoet aan de eisen voor toegang tot de milieuzone, tijdelijk tegemoet te komen door middel van een ontheffing.

Artikel 9 - Ontheffing in verband met de levertijd van een vervangend emissieloos voertuig

Het college wil voertuigeigenaren stimuleren, die hun eigen voertuig of hun wagenpark verschonen door de vervanging van hun huidige vervuilende voertuig door een emissieloos voertuig, of in het geval van autobussen, met een voertuig met emissieklasse 6. Daarom wordt de mogelijkheid geboden om een ontheffing voor het huidige voertuig aan te vragen voor de duur van de levertijd, tot maximaal twaalf maanden.

Artikel 10 - Ontheffingen voor bijzondere voertuigen

Op grond van de landelijke harmonisatieregeling is een aantal categorieën bijzondere voertuigen, waarvoor voorheen nog een ontheffing diende te worden aangevraagd, vrijgesteld van de milieuzone. Het gaat om vrachtauto’s met de in het kentekenregister vastgelegde carrosseriecode 15, 16, 19, 23, 26, 27, 31 of de aanduiding speciale doeleinden SB en SF, die jonger zijn dan 13 jaar.

Naast deze bijzondere voertuigen zijn er nog andere voertuigen jonger dan 13 jaar waarop de milieuzone eveneens niet van toepassing is: kermis- en circusvrachtauto’s; vrachtauto’s voor exceptioneel transport, verhuisauto’s en vrachtauto’s met een laadkraan met een hefvermogen van 35 tonmeter of meer. Omdat deze voertuigen echter niet op voorhand herkenbaar zijn aan een bijzondere aantekening in het kentekenregister en aanvullende informatie betreffende het voertuig en het gebruik ervan nodig is, is een wettelijk verankerde vrijstelling niet mogelijk. Voor deze voertuigen dient nog steeds een ontheffing te worden aangevraagd.

Het college zal de bevoegdheid om een ontheffing te verlenen voor deze categorieën bijzondere voertuigen mandateren aan de algemeen directeur Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (hierna: RVO). Door het RVO afgegeven ontheffingen gelden in het hele land.

Artikel 11 - Ontheffing voor vrachtauto’s in verband met bijzondere omstandigheden

In Amsterdam geldt al een milieuzone voor vrachtauto’s (>3500kg) voor euroklasse IV of hoger. De toegangseis verandert niet; euro IV of hoger wordt emissieklasse 4 of hoger. Daarom heeft het college besloten het ontheffingenbeleid voor vrachtauto’s zoveel mogelijk voort te zetten. De redactie van artikelen is gewijzigd, zodat deze in lijn is met het nieuwe verkeersbesluit.

Als twaalf dagontheffingen per jaar niet volstaan, kan een langdurige ontheffing worden aangevraagd als sprake is van bijzonder omstandigheden. Beoordeling van een ontheffingsaanvraag geschiedt aan de hand van de situatie en omstandigheden van de ‘hoofdgebruiker’. Dit is de onderneming die het desbetreffende voertuig daadwerkelijk gebruikt op grond van aanschaf, lease of huur en niet op de situatie en omstandigheden van de ‘kentekenhouder’.

Beoordelingsstappen

Eerst wordt gekeken of 1) er geen alternatieven zijn. Vervolgens wordt beoordeeld of 2) de kenmerken en/of de opbouw van de vrachtauto zodanig zijn dat de investeringssom buitenproportioneel is in verhouding tot het doel van de milieuzone. 3) Als dat niet het geval is, wordt beoordeeld of de continuïteit van de onderneming wordt bedreigd, gelet op alle omstandigheden van het geval.

STAP 1 Geen alternatieven

Bij het bepalen of een onderneming geen alternatieven heeft, wordt onder andere gekeken naar de mogelijkheid van dagontheffingen, de inzet van schonere voertuigen uit het wagenpark, de huur van schonere voertuigen, het inhuren van een andere transporteur die wel een schoon voertuig heeft en inzet van lichtere voertuigen uit het wagenpark.

STAP 2 Proportionaliteit van de investeringssom

Bij het bepalen van de mate van proportionaliteit van de investeringssom in verhouding tot het doel van de milieuzone worden de volgende drie wegingsfactoren gehanteerd:

a) Hoogte investeringssom in relatie tot de tijdspanne (het aantal jaren) waarin met het desbetreffende voertuig wordt gereden. Naarmate de gevergde investeringssom hoger is en de tijdspanne waarin met het desbetreffende voertuig wordt gereden korter is, leidt dit eerder tot een beoordeling dat er sprake is van buitenproportionaliteit.

Het gaat bij deze wegingsfactor om een koppeling tussen de benodigde investeringssom en de tijdspanne waarmee met het desbetreffende voertuig wordt gereden. Deze tijdspanne wordt gedefinieerd als de periode tussen enerzijds de datum eerste toelating van het desbetreffende voertuig en anderzijds de door de aanvrager aangegeven geplande vervangingsdatum.

b) Aantal kilometers dat het desbetreffende voertuig binnen de milieuzone aflegt per jaar. Naarmate het desbetreffende voertuig minder kilometers aflegt binnen de milieuzone, leidt dit eerder tot een beoordeling dat er sprake is van buitenproportionaliteit.

c) Consequenties van staken van desbetreffende bedrijfsactiviteit in Amsterdam. Naarmate het beëindigen van een bepaalde bedrijfsactiviteit in Amsterdam meer ingrijpende consequenties heeft voor de onderneming, leidt dit eerder tot een beoordeling dat er sprake is van buitenproportionaliteit.

Een investering wordt bijvoorbeeld als buitenproportioneel gezien in het geval van een kraanwagen die nieuwe of gebruikt € 700.000,- kost en waarbij de gebruiker 15 keer per jaar in de milieuzone moet zijn.

STAP 3 Continuïteit van de onderneming wordt bedreigd

Voor de bepaling hiervan wordt een beoordelingssystematiek gehanteerd, waarmee kan worden nagegaan of de financiële draagkracht van de desbetreffende onderneming voldoende is om de investeringen te dragen die nodig zijn om te kunnen voldoen aan de milieueisen.

Deze gehanteerde beoordelingssystematiek kent de volgende aspecten en parameters:

a. op grond van aangeleverde gegevens wordt de financiële draagkracht vastgesteld voor zowel investeringen met eigen middelen als voor investeringen met krediet:

a.1) de financiële draagkracht voor investeringen met eigen middelen wordt gerelateerd aan de resterende aflossingscapaciteit van de desbetreffende onderneming;

a.2) de financiële draagkracht voor investeringen met krediet wordt gerelateerd aan de solvabiliteit en de rentabiliteit van de desbetreffende onderneming.

b) De kosten van de benodigde investeringen worden in eerste instantie gebaseerd op door de desbetreffende onderneming aangeleverde prijsindicaties, eventueel onderbouwd met een offerte. Zo nodig onderzoekt de gemeente zelf de kosten.

c) Financiële gegevens worden in beginsel beschouwd over een periode van drie historische jaren plus een prognose van een jaar. In relatie tot de tenaamstelling van de vrachtauto waarvoor ontheffing wordt aangevraagd, kan er soms sprake zijn van een leaseconstructie, of het kan gaan om een gehuurde vrachtauto, of het kan een dochteronderneming betreffen. In dergelijke gevallen wordt de advisering gebaseerd op geconsolideerde jaarrekeningen.

Bij de beoordeling of door de eisen van de milieuzone de continuïteit van de desbetreffende onderneming wordt bedreigd, wordt gekeken naar de onderneming van de hoofdgebruiker in het geheel. Er wordt niet beoordeeld of de continuïteit van een bepaald bedrijfsonderdeel wordt bedreigd. Het begrip bedrijfsonderdeel laat zich niet of nauwelijks afbakenen, waardoor bij toepassing discussies zouden kunnen ontstaan over wat onder dit begrip moet worden verstaan. Een en ander laat onverlet dat zich de situatie kan voordoen dat de continuïteit van een cruciaal bedrijfsonderdeel of een cruciale bedrijfsactiviteit van een onderneming wordt bedreigd en dat daardoor de continuïteit van de gehele onderneming in gevaar komt. Maar in dergelijke gevallen beschouwt het college de continuïteit van de desbetreffende onderneming logischerwijs in haar geheel.

Ook speelt de met het voertuig gerealiseerde omzet in de milieuzone geen rol en wordt bij de afweging om te bepalen of er sprake is van bedreiging van de continuïteit zowel de aanschafkosten van nieuwe vrachtauto’s betrokken, als de aanschafkosten van tweedehands vrachtauto’s die aan de eisen van de milieuzone voldoen.

Op basis van de gehanteerde beoordelingssystematiek kan over het gros van de aanvragen een oordeel worden gegeven. De systematiek is echter niet meer dan een hulpmiddel en in gevallen waarin met de genoemde beoordelingssystematiek geen (sluitende) beslissing kan worden genomen, wordt geprobeerd om op basis van aanvullende gegevens ook andere factoren in overweging te nemen.

Duur ontheffingen

Per kenteken kan, voor ontheffingen verleend op grond van de vaststelling dat de continuïteit van de onderneming wordt bedreigd maximaal drie keer een ontheffing worden verleend, en telkens voor maximaal één jaar.

Voor de ontheffing op grond van dit artikel ten slotte, geldt dat de ontheffing is afgegeven op het kenteken. Het kenteken wordt echter gekoppeld aan de kentekenhouder, omdat de specifieke omstandigheden van de aanvrager de reden tot verstrekking van de ontheffing kan zijn. Bij verkoop of overdracht van het kenteken naar een andere kentekenhouder is de ontheffingshouder dit verplicht te melden aan de gemeente.

Artikel 13 - Ontheffing voor vrachtauto’s in verband met een aanbestedingsprocedure

In tegenstelling tot private ondernemingen zijn overheden bij de aanschaf van voertuigen veelal verplicht om dit te doen door middel van aanbestedingen. Het doorlopen van een aanbestedingsprocedure vergt de nodige tijd. Daardoor kan er sprake zijn van ontheffingsaanvragen die niet voldoen aan de voorwaarden voor de milieuzone en die vervangen zullen worden door vrachtauto’s die wel voldoen, maar waarvan de aanbestedingsprocedure nog gaande is en die (dus) nog niet geleverd zijn. Dit betekent dat wanneer een overheid door middel van een bewijs van aanbesteding kan aantonen dat de huidige vrachtauto vervangen wordt door een nieuwe die aan de eisen voldoet, de huidige vrachtauto een ontheffing krijgt voor de duur van de aanbestedingsprocedure plus de leveringsperiode plus één maand; met een maximum van 12 maanden. Deze handelswijze sluit zoveel mogelijk aan bij de handelswijze ten aanzien van ontheffingsaanvragen van private ondernemers waarbij sprake is van een lange leveringsperiode van de desbetreffende vrachtauto.

Artikel 14 – Hardheidsclausule

Deze bepaling is bedoeld voor de zogenoemde schrijnende gevallen die niet onder een van de andere bepalingen vallen, maar waarbij het onredelijk zou zijn als er toch geen ontheffing wordt verleend. Dit hangt af van de specifieke persoonlijke omstandigheden van het geval, die per aanvraag zullen worden beoordeeld.