Regeling vervallen per 01-01-2023

Besluit van de directeur Metro en Tram van de gemeente Amsterdam houdende regels omtrent vergunningverlening, toezicht en handhaving voortvloeiende uit de Wet lokaal spoor (Ondermandaat- en machtigingsbesluit Wet Lokaal Spoor)

Geldend van 01-12-2020 t/m 31-12-2022

Intitulé

Besluit van de directeur Metro en Tram van de gemeente Amsterdam houdende regels omtrent vergunningverlening, toezicht en handhaving voortvloeiende uit de Wet lokaal spoor (Ondermandaat- en machtigingsbesluit Wet Lokaal Spoor)

De directeur Metro en Tram

GELET OP:

  • -

    de Wet lokaal spoor;

  • -

    de Algemene wet bestuursrecht;

  • -

    het Delegatiebesluit Wet lokaal spoor Vervoerregio Amsterdam 2020;

  • -

    de Beleidsregels ter zake van gedelegeerde bevoegdheden Wet Lokaal Spoor 2020;

  • -

    het Mandaatbesluit Handhaving Wet lokaal spoor Vervoerregio Amsterdam 2020;

  • -

    de Beleidsregels ter zake van gemandateerde handhavingsbevoegdheden Wet lokaal spoor Vervoerregio Amsterdam;

  • -

    het besluit van het college van burgemeester en wethouders inzake de verlenging van delegatie- en mandaatbevoegdheden Wet Lokaal Spoor, nr. VN 2020-025202 ;

BESLUIT:

Aan het hoofd Vergunningen,Toezicht en Handhaving ondermandaat en/of ondermachtiging te verlenen met betrekking tot de volgende aangelegenheden:

  • I.

    Vergunningverlening

    • a)

      de bevoegdheid tot het verlenen, eisen, schorsen en intrekken van een vergunning voor het indienststellen van lokale spoorweginfrastructuur op grond van artikel 9, tweede lid, artikel 10, derde lid en artikel 11 van de Wet lokaal spoor;

    • b)

      de bevoegdheden met betrekking tot de vergunning voor indienststelling van een spoorvoertuig, een gewijzigd spoorvoertuig of een type spoorvoertuig op grond van artikel 32, tweede en vijfde lid, artikel 33, derde lid, en artikel 34, eerste en zesde lid, van de Wet lokaal spoor, alsmede de bevoegdheid tot het verbieden van het gebruik van een spoorvoertuig op grond van artikel 35, tweede lid;

    • c)

      de bevoegdheden als bedoeld in artikel 12 van de Wet lokaal spoor met betrekking tot de vergunning voor het op, in, boven, naast of onder de lokale spoorweg uitvoeren of doen uitvoeren van werkzaamheden of het plaatsen van zaken.

  • II.

    Toezicht en Handhaving

    • a)

      de bevoegdheid tot het opleggen van een last onder bestuursdwang ( en daarmee ook de bevoegdheid tot het opleggen van een last onder dwangsom) als bedoeld in artikel 43 van de Wet lokaal spoor;

    • b)

      de bevoegdheid tot het opleggen van een bestuurlijke boete als bedoeld in artikel 44, eerste lid van de Wet lokaal spoor.

  • III.

    Voorwaarde

    Het hoofd Vergunningen, Toezicht en Handhaving is verplicht de handelingen die betrekking hebben op en voortvloeien uit de aan hem onder I en II gemandateerde bevoegdheden uit te voeren met inachtneming van:

    • a)

      de Beleidsregels ter zake van gedelegeerde bevoegdheden Wet Lokaal Spoor 2020;

    • b)

      de Beleidsregels ter zake van gemandateerde handhavingsbevoegdheden Wet lokaal spoor Vervoerregio Amsterdam;

    • c)

      de Beleidsregels Bestuurlijke boete Wet Lokaal Spoor, nr. 400 d.d. 30 november 2015.

  • IV.

    Geldigheid

    Dit ondermandaat is geldig van 1 december 2020 tot en met de feitelijke implementatie van de nieuwe governancestructuur van de Amsterdamse OV-keten.

  • V.

    Publicatie

    Dit besluit wordt gepubliceerd in het Gemeenteblad en treedt in werking op 1 december 2020.

  • VI.

    Dit besluit wordt aangehaald als Ondermandaat- en machtigingsbesluit Wet Lokaal Spoor.

Ondertekening

Amsterdam, 13 november 2020

De directeur Metro en Tram voornoemd,

Drs. M.J. van Bekkum

Algemeen directeur