Bijzondere Subsidieverordening Koers Nieuw West

Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen

Hoofdstuk 2 Aanvraag subsidies en hoogte te verlenen bedrag

Hoofdstuk 3 Weigering

Hoofdstuk 4 Vaststelling projectsubsidies

Hoofdstuk 5 Slotbepalingen

Toelichting

Dit artikel is gedeeltelijk overgenomen van de SIP en stelt verplichtingen met betrekking tot de te overleggen stukken bij de aanvraag voor het vaststellen van een subsidie. Deze aanscherping ten opzichte van de ASA 2004 is conform de praktijk die momenteel binnen de Gemeente Amsterdam gehanteerd wordt.

Toelichting, behorende bij de Bijzondere Subsidieverordening Koers Nieuw West

Algemeen

In 2001 is door de gemeenteraad en de stadsdeelraden van de vier westelijke tuinsteden, Bos en Lommer, Geuzenveld-Slotermeer, Slotervaart en Osdorp, het programma voor stedelijke vernieuwing ‘Richting Parkstad 2015’ vastgesteld. Dit programma voor de stedelijke vernieuwing van Amsterdam Nieuw West omvatte een ontwikkelingsplan met een termijn van 15 jaar, eindigend op 31 december 2015. In 2005 vond een brede evaluatie van dit programma voor stedelijke vernieuwing plaats. Op basis van deze evaluatie is besloten tot een koerswijziging om toekomstige stagnatie van de vernieuwingsoperatie te voorkomen en om de sociale pijler te versterken.

Deze koerswijziging met de naam ‘Koers Nieuw West’ richt zich erop om binnen de sociale en fysieke vernieuwing voortaan sterker in te zetten op de verbetering van de positie van de huidige bevolking van de voornoemde stadsdelen. Koers Nieuw West (KNW) stelt zich ten doel dat uiterlijk in 2015 alle bewoners in Amsterdam Nieuw West in sociaal-economisch opzicht een gemiddeld Normaal Amsterdam Peil kennen, gemeten naar de criteria van ‘de Staat van de Stad Amsterdam’. Om deze doelstelling te bereiken is een sociaal-economisch kopprogramma opgesteld, bovenop het al bestaande programma voor sociaal-economische vernieuwing van waaruit interventies gericht op de positieverbetering van de bevolking worden bekostigd. Dit kopprogramma, het Programma KNW, maakt onderdeel uit van de zogenoemde Parkstaddeal.

Deze deal betreft een tussen de gemeente Amsterdam (centrale stad en voornoemde stadsdelen) en de woningcorporaties Algemene woningbouwvereniging, Stichting De Alliantie, Woningstichting Eigen Haard, Far West en Stichting Ymere op 11 januari 2008 afgesloten overeenkomst, waarin is afgesproken dat de corporaties de volledige financiële verantwoordelijkheid voor de fysieke herstructurering van de vernieuwingsgebieden in Amsterdam Nieuw West op zich nemen en de gemeente de volledige verantwoordelijkheid voor de sociale vernieuwing en voor de functionele invulling van het door corporaties te realiseren maatschappelijk vastgoed. Voor de uitvoering van het Programma KNW in de periode 2007 – 2010 stelt de Gemeente Amsterdam in totaal 40 miljoen euro ter beschikking.

De uitvoering van het Programma KNW vindt plaats sinds juli 2007, echter na korte tijd werd geconstateerd dat de juridische basis hiervan vatbaar was voor verbetering.

Om het Programma KNW eenduidig en slagvaardig te kunnen uitvoeren heeft de Gemeente Amsterdam in oktober 2008 besloten het programma aan te wijzen als een grootstedelijk project en heeft het College van Burgemeester en Wethouders zijn bevoegdheden om subsidies te verlenen of interventies in te kopen gedelegeerd aan de Bestuurscommissie Nieuw West (BNW).

In deze bestuurscommissie is elk deelnemend stadsdeel vertegenwoordigd door een bestuurder en het College van B&W door een wethouder. BNW heeft voor de haar opgedragen taak om subsidies te verstrekken naast de Algemene Subsidieverordening Amsterdam 2004 (ASA 2004) een bijzonder instrumentarium nodig. Hiervoor is de Bijzondere subsidieverordening KNW (SKNW) door de Gemeenteraad vastgesteld.

De SKNW is een verbijzondering van de ASA 2004 en sluit qua opbouw nauw aan bij deze verordening. Een van de functies van de ASA 2004 is het vormen van een deugdelijke basis voor de overige aanvullende subsidieregelingen. Alles wat in de ASA 2004 is vastgelegd, is dan ook van toepassing op de SKNW tenzij de SKNW anders bepaalt. Om te voorkomen dat verwarring ontstaat, is gekozen om alleen daar naar de ASA 2004 te verwijzen waar de SKNW uitdrukkelijk aanvullende weigeringsgronden of vereisten heeft opgenomen. Hieronder volgt voor zover nodig artikelsgewijs een toelichting.

Artikelsgewijze toelichting

Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen

Artikel 2 Doel verordening

Het eerste lid van dit artikel bevat de koppeling tussen de SKNW en het Programma KNW. Het doel van de verordening is het bevorderen van de sociaal-economische positie van de bewoners in Amsterdam Nieuw West conform het Programma KNW. Het Programma KNW heeft als doelstelling dat alle bewoners uiterlijk in 2015 een gemiddeld Normaal Amsterdam Peil kennen, gemeten naar de criteria van ‘de Staat van de Stad Amsterdam’. Aangezien de Verordening een looptijd heeft tot 1 januari 2011, kan de doelstelling van de SKNW echter niet hetzelfde zijn als die van het Programma KNW.

Artikel 3 Activiteit

Dit artikel geeft aan wanneer een activiteit voor een subsidie op basis van de SKNW in aanmerking komen. Het artikel bepaalt dat de activiteit moet bijdragen aan de verbetering van de sociaal-economische positie van de inwoners van Amsterdam Nieuw West en als zodanig moet passen in een van de zes actielijnen van het Programma KNW. Deze actielijnen zijn nader uitgewerkt in de Focusnotitie voor Dé Koers van Nieuw West (1). Deze focusnotitie heeft de status van een beleidsregel.

Artikel 4 Soort subsidies

Op grond van de SKNW kunnen uitsluitend projectsubsidies en waarderingssubsidies worden verstrekt. Laatstgenoemde subsidies alleen tot maximaal een bedrag van € 5.000,-. Periodieke subsidies die een structureel karakter hebben, zijn gezien het tijdelijke karakter van het Programma KNW niet mogelijk

Artikel 5 Bevoegdheid

Zoals reeds in het onderdeel Algemeen van deze toelichting vermeld, heeft het College zijn bevoegdheden met betrekking tot het verstrekken van subsidies in het kader van het Programma KNW gedelegeerd aan de BNW. De overdracht van de bevoegdheden is geregeld in het Instellingsbesluit Bestuurscommissie Nieuw West en is niet terug te vinden in de tekst van de SKNW.

Het eerste lid bepaalt derhalve dat het College het bevoegde bestuursorgaan voor de uitvoering van deze verordening.

Ingevolge het tweede lid dient het College uiterlijk op 1 januari 2009 nadere regels vast te stellen voor de uitwerking van het bepaalde in artikel 3. In artikel 3 zijn in algemene bewoordingen inhoudelijke criteria aangegeven, waaraan voldaan moet worden om in aanmerking te komen voor subsidie. Deze criteria zijn afkomstig uit de Focusnotitie en dienen nader te worden gepreciseerd willen zij voldoende handvatten bieden voor de BNW om het Programma KNW optimaal uit te kunnen voeren. De nadere regels hebben het karakter van een algemeen verbindend voorschrift en hebben dezelfde rechtskracht als de SKNW.

Artikel 156 van de Gemeentewet biedt de Gemeenteraad de mogelijkheid deze bevoegdheid tot het uitwerken in nadere regels over te dragen aan het College. Hierdoor kan het College sneller de toepassing van de verordening aanpassen aan de gewenste praktijk, wat de slagvaardigheid van het Programma KNW ten goede komt. Overigens mag het College deze bevoegdheid op grond van de Gemeentewet niet subdelegeren aan de BNW.

Artikel 6 Subsidieplafond

De Raad stelt met ingang van het jaar 2009 een begrotingspost voor het Programma KNW vast.

Dit betreft het bedrag dat resteert van de 40 miljoen die vanaf 2007 beschikbaar was voor de uitvoering van het Programma KNW. Omdat een gedeelte van deze begrotingspost bestemd is voor de ambtelijke ondersteuning van de BNW, de inkoop van interventies en financiële bijdragen aan de betrokken stadsdelen voor in eigen beheer te realiseren projecten, stelt het College jaarlijks een plafond vast voor het bedrag dat maximaal beschikbaar is voor de uitvoering van de SKNW.

Hoofdstuk 2 Aanvraag

Artikel 7 Subsidieaanvraag

De subsidies kunnen het gehele jaar door aangevraagd en verstrekt worden. Dit betekent dat als een subsidie wordt aangevraagd voor een activiteit die (deels) uitgevoerd wordt in een nieuw jaar, de subsidie eventueel dient te worden verstrekt onder een begrotingsvoorbehoud. Dit omdat op het moment dat de subsidie wordt toegezegd, de begroting mogelijk nog niet door de Raad is vastgesteld.

In het derde en vierde lid is voorgeschreven dat een aanvrager aanvullend op de eisen van de ASA 2004 inzicht moet geven in zijn financiële situatie voorafgaand aan de aanvraag. Hierdoor wordt het mogelijk te controleren of aanvrager financieel gezond is en mogelijk zelf een project (deels) kan financieren.

Hoofdstuk 3 Weigering

Artikel 9 Weigeringsgronden

Dit artikel betreft een gedeeltelijke herformulering van de weigeringsgronden genoemd in art. 2:3, eerste lid onder a, van de ASA 2004, waarmee de tekst is aangepast aan de specifieke doelgroep van de SKNW. Daarnaast kan een subsidie geweigerd worden als een aanvrager eerst moet aankloppen bij een voorliggende voorziening als bedoeld in artikel 2 van de SKNW.

De onderdelen c. en d. maken een afwijzing mogelijk als de activiteiten waarvoor subsidie wordt aangevraagd naar het oordeel van het College niet of onvoldoende passen in de actielijnen van het Programma KNW. Tot slot wordt een subsidie geweigerd als de uitvoering van de activiteiten geheel of gedeeltelijk na de sluiting van de regeling plaats zal vinden.

Hoofdstuk 4 Vaststelling projectsubsidies

Artikel 10 De bij de aanvraag te overleggen gegevens.

Ad (1) Het College heeft deze focusnotitie besproken op 14 mei 2008, maar nog niet vastgesteld. Dit is gerepareerd in september 2008, waarna zij gepubliceerd is in het Gemeenteblad.