Regeling vervallen per 15-07-2010

Tegemoetkomingsregeling bouwactiviteiten Noord-Zuidlijn, ruwbouwfase 2008-2010

Geldend van 06-11-2008 t/m 14-07-2010 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2008

Intitulé

Tegemoetkomingsregeling bouwactiviteiten Noord-Zuidlijn, ruwbouwfase 2008-2010

Inhoud

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

  • In deze regeling wordt verstaan onder:

    • a.

      bouwactiviteiten: werkzaamheden voor de aanleg van de Noord-Zuidlijn die kunnen leiden tot langdurig en aaneengesloten hinder voor de directe woonomgeving;

    • b.

      college: college van burgemeester en wethouders van Amsterdam;

    • c.

      hoofdbewoner: de huurder dan wel eigenaar/bewoner van een zelfstandige woning op wiens naam het huurcontract is gesteld dan wel in de openbare registers de Gemeentelijke Basisadministratie Persoonsgegevens staat ingeschreven;

    • d.

      verblijfsruimte: besloten ruimte binnen een woonruimte, bestemd voor het verblijf van personen. Daaronder zijn niet begrepen (verkeers)ruimten als hal en gang, toilet- en doucheruimte en (berg)ruimten als kelder, berging, zolder en garage;

    • e.

      kamerbewoning: meerdere zelfstandige huishoudens binnen een zelfstandige woning;

    • f.

      ruwbouwfase: de werkzaamheden tot en met 2010, waaronder de ontgravings- en boorwerkzaamheden;

    • g.

      VROM-puntenstelsel: door het ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer VROM, als onderdeel van het Besluit huurprijzen woonruimte, ontwikkelde waarderingsstelsel voor zelfstandige woonruimte;

    • h.

      werktijdenontheffing: ontheffing verleend door of namens het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam om buiten de reguliere werktijden, van maandag tot en met vrijdag tussen 07.00 uur-18.00 uur, bouwactiviteiten te verrichten;

    • i.

      zelfstandige woning: woonruimte die een eigen toegang heeft en door een huishouden kan worden bewoond, zonder dat die daarbij afhankelijk is van wezenlijke voorzieningen buiten die woonruimte, waarbij als wezenlijke voorzieningen worden aangemerkt: keuken en toilet. Onder een zelfstandige woning wordt in deze regeling eveneens begrepen een volledig voor kamerbewoning bestemde woning.

Artikel 2 Financiële tegemoetkoming

  • 1. Het college stelt een lijst met adressen van woningen vast waarvan de hoofdbewoner in aanmerking komt voor een financiële tegemoetkoming vanwege gederfd woongenot. Het college bepaalt voorts:

    • a.

      de periode waarin sprake is van gederfd woongenot,

    • b.

      de hoogte van de tegemoetkoming, alsmede

    • c.

      de ingangsdatum waarop het recht van de financiële tegemoetkoming ontstaat.

  • 2. Het college kan de hoofdbewoner van een zelfstandige woning die voorkomt op de lijst van woningen met ramen in een verblijfsruimte aan de bouwplaats een financiële tegemoetkoming toekennen wegens gederfd woongenot door de aanleg van de Noord-Zuidlijn.

  • 3. De financiële tegemoetkoming kan worden toegekend voor de periode waarin hinder is ondervonden en de hoofdbewoner feitelijk woonachtig is op het aangegeven adres, vanaf de ingangsdatum en voor de periode die genoemd staat op de lijst.

  • 4. De duur van de bewoning van de woning is niet relevant voor het al dan niet verstrekken van een financiële tegemoetkoming.

  • 5. Het college kan afwijken van het bepaalde in lid 3 indien een strikte toepassing naar zijn oordeel zou leiden tot een onvoldoende vergoeding van het gederfde woongenot.

Artikel 3 Hoogte van de tegemoetkoming

  • 1. De hoogte van de vergoeding is gebaseerd op het VROM-puntenstelsel.

  • 2. De werkzaamheden geven recht op een maandelijkse financiële tegemoetkoming gebaseerd op de tegenwaarde van 25 punten overeenkomstig het VROM-puntenstelsel.

  • 3. Indien de werkzaamheden gedurende minimaal 6 maanden aaneengesloten gedurende 24 uur per dag plaatsvinden en daarvoor een werktijdenontheffing is verleend die ook feitelijk wordt benut, wordt een maandelijkse financiële tegemoetkoming gebaseerd op de tegenwaarde van de tegenwaarde van 40 punten overeenkomstig het VROM-puntenstelsel toegekend.

  • 4. Het college stelt jaarlijks aan de hand van de daarvoor geldende VROM-tabel de waarde van één VROM-punt vast en is bevoegd tot het aanpassen van de hoogte van de maandelijkse financiële tegemoetkoming. In 2008 is één VROM-punt gelijk aan € 4,61.

Artikel 4 Aanvraag

  • 1. Het college verleent de financiële tegemoetkoming uitsluitend op aanvraag.

  • 2. De hoofdbewoner maakt gebruik van het “Aanvraagformulier financiële tegemoetkoming bouwactiviteiten Noord-Zuidlijn” en zendt dit volledig ingevuld, voorzien van de gevraagde bescheiden aan het Schadebureau Noord-Zuidlijn.

  • 3. De hoofdbewoner toont aan feitelijk woonachtig te zijn op het aangegeven adres, ten tijde van de bouwactiviteiten door middel van:

    • a.

      het huurcontract dan wel het eigendomsbewijs van de woning,

    • b.

      een geldig legitimatiebewijs of een uittreksel uit het bevolkingsregister;

    • c.

      een kopie van een recent bankafschrift, niet ouder dan één maand.

  • 4. De aanvraag dient uiterlijk 31 december 2010 te worden ingediend. Aanvragen die na deze datum worden ingediend, worden niet in behandeling genomen.

  • 5. Bij verhuizing maakt de hoofdbewoner zo snel mogelijk, doch uiterlijk op de dag van verhuizing, aan het college kenbaar dat hij of zij met ingang van de bepaalde datum niet meer woonachtig is op het desbetreffende adres. Het bepaalde in artikel 6, tweede lid, is bij verhuizing van overeenkomstige toepassing.

Artikel 5 Weigeringsgronden

  • Het college kan de aanvraag voor een financiële tegemoetkoming weigeren indien:

    • a.

      de aanvrager niet feitelijk woonachtig is geweest op het aangegeven adres voor een gedeelte van de periode waarvoor de aanvraag wordt gedaan;

    • b.

      de hoofdbewoner uit anderen hoofde een financiële tegemoetkoming geniet met betrekking tot de bouwactiviteiten Noord-Zuidlijn.

Artikel 6 Betaling

  • 1. De financiële tegemoetkoming wordt eenmaal per zes maanden uitgekeerd.

  • 2. Bij de aanvang en het einde van de bouwactiviteiten wordt een gedeelte van de maand als volledige maand beschouwd.

  • 3. Geheel of gedeeltelijk ten onrechte uitgekeerde tegemoetkomingen kunnen worden teruggevorderd.

Artikel 7 Tijdelijke gebruiksovereenkomst

  • De bewoner die een overeenkomst heeft voor het tijdelijk gebruik van woon- of kantoorruimte, niet zijnde een reguliere huurovereenkomst met een minimaal redelijke huurprijs, komt niet in aanmerking voor een tegemoetkoming op grond van deze verordening.

Artikel 8 Hardheidsclausule

  • Het college kan het bepaalde bij of op grond van deze verordening buiten toepassing laten of daarvan afwijken, voor zover toepassing leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard.

Artikel 9 Intrekking

  • De bijdrageregeling bouwactiviteiten voor de diepe stationslocaties Rokin, Vijzelgracht en Ceintuurbaan, nummer 628; de gewijzigde bijdrageregeling jetgrouten en diepwandwerkzaamheden voor de diepe stationslocaties Rokin, Vijzelgracht en Ceintuurbaan nummer 520; de kaderverordening bijdrage bouwactiviteiten Noord-Zuidlijn, nummer 310 en de daarop gebaseerde uitvoeringsregelingen stationslocaties Vijzelgracht en Ceintuurbaan komen te vervallen.

Artikel 10 Inwerkingtreding

  • Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de bekendmaking en werkt terug tot en met 1 januari 2008.

Artikel 11 Einde regeling

  • Deze regeling is tot en met 31 december 2010 van kracht.

Artikel 12 Citeertitel

  • Deze verordening wordt aangehaald als Tegemoetkomingsregeling bouwactiviteiten Noord-Zuidlijn, ruwbouwfase 2008–2010.

Toelichting

Toelichting bij de Tegemoetkomingsregeling bouwactiviteiten Noord-Zuidlijn 2008–2010

1. Algemene toelichting.

De aanleg van de metroverbinding Noord-Zuidlijn veroorzaakt hinder voor de bewoners en ondernemers rond de bouwlocaties. De mate van hinder is (mede) afhankelijk van de duur en (wisselende) intensiteit van de werkzaamheden. De bijdrageregeling Noord-Zuidlijn van 24 november 2004 (gewijzigd op 19 oktober 2005) maakt(e) het mogelijk om voor enkele specifiek benoemde werkzaamheden een financiële vergoeding toe te kennen aan bewoners die ernstige hinder ondervinden.

Ondanks dat het werk vordert, blijkt dat er in 2008 nog altijd bouwactiviteiten zijn waarbij bijvoorbeeld langdurige ernstige hinder voor de directe woonomgeving van de bouwplaats zal ontstaan en waarbij buiten de reguliere werktijden moet worden gewerkt. Deze hinder kan bijvoorbeeld bestaan uit langdurige overmatige geluidsproductie, en een langdurige slechte bereikbaarheid van woningen in de directe nabijheid van een bouwplaats. Tevens kan worden gesteld dat, in relatie met het opschuiven van de datum van ingebruikname van 2013 naar 2015, een (bouw)periode van reguliere overlast tijdelijk wordt overschreden.

De adressen/woningen die hinder ondervinden kunnen per bouwactiviteit en bouwlocatie verschillen. Om als gemeentebestuur daarop snel en flexibel, met een financiële tegemoetkoming aan de bewoners die het aangaat te kunnen reageren, is het wenselijk een verordening op hoofdlijnen vast te stellen, waarbij het college de ruimte wordt geboden adequaat te kunnen inspelen op veranderende omstandigheden.

Dekking van de financiële tegemoetkoming vindt plaats uit de bij het raadsbesluit voor de financiële prognose Noord-Zuidlijn tot 2012 van 16 juni 2004 (nr 282) gemaakte reservering van € 4 miljoen voor het nemen van leefbaarheidsmaatregelen rond de bouwplaatsen van de Noord-Zuidlijn en de bij raadsbesluit van 4 juni 2008 (nr. 217 ) gemaakte (aanvullende) reservering van € 1 miljoen.

De verordening in relatie tot de schaderegeling Noord-Zuidlijn.

Wanneer sprake is van financiële schade als gevolg van de bouwactiviteiten voor de Noord-Zuidlijn kunnen bewoners en ondernemers een beroep doen op de door de gemeenteraad vastgestelde Verordening Nadeelcompensatie en Planschade Noord-Zuidlijn d.d. 20 juli 2000, nr. 392 (Gemeenteblad afd. 3, volgnr. 89) en gewijzigd bij raadsbesluit van 9 mei 2001, nr. 267 (Gemeenteblad 2001, volgnr. 49). Deze verordening voorziet in financiële tegemoetkomingen in geval van schade door de vaststelling van een bestemmingsplan (planschade) en winstderving als gevolg van verminderde bereikbaarheid (nadeelcompensatie). De afhandeling van deze schadeverzoeken verloopt met behulp van een onafhankelijke Schadecommissie via het Schadebureau Noord-Zuidlijn.

Deze schaderegeling zou ook voor bewoners kunnen worden ingezet als middel om een verlies van woonkwaliteit te kapitaliseren. In dat geval zouden de bewoners van de panden rond de bouwplaats aan de huurcommissie kunnen verzoeken om op grond van het VROM puntenstelsel een aftrek toe te passen waarna, bij honorering van het verzoek, een huurverlaging plaats zou vinden. Het daardoor ontstane verlies aan huurinkomsten zou vervolgens door de eigenaar kunnen worden geclaimd onder de Verordening Nadeelcompensatie en Planschade.

Deze procedure is echter tamelijk omslachtig en tijdrovend en daarom niet aantrekkelijk voor bewoners en eigenaren. Om die reden heeft de gemeente Amsterdam naast de Verordening Nadeelcompensatie en Planschade Noord-Zuidlijn een afzonderlijke Tegemoetkomingsregeling bouwactiviteiten Noord-Zuidlijn 2008 vastgesteld. Deze regeling is een vereenvoudigde schaderegeling die voorziet in een directe toekenning door de gemeente van een financiële tegemoetkoming aan bewoners rond bouwplaatsen die langdurig en aaneengesloten hinder ondervinden als gevolg van de bouwactiviteiten.

Bij toepassing van deze verordening vervalt niet de mogelijkheid om voor hetzelfde doel een beroep te doen op (de verordening) Nadeelcompensatie en Planschade. Wanneer de bewoner echter al een bijdrage in verband met de hinder door bouwactiviteiten heeft ontvangen, zal deze bijdrage in de eventuele schadeberekening worden betrokken.

2. Relatie met leefbaarheidsmaatregelen Noord-Zuidlijn en de (gewijzigde) Bijdrageregeling bouwactiviteiten Noord-Zuidlijn 2004/2005.

De leefbaarheidsmaatregelen van 24 november 2004 blijven onverminderd van toepassing. De (gewijzigde) bijdrageregelingen bouwactiviteiten Noord-Zuidlijn van 2004 en 2005 en de daarop gebaseerde uitvoeringsregelingen komen te vervallen.

3. Artikelsgewijze toelichting.

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

In dit artikel worden enkele belangrijke begrippen die ten grondslag liggen aan de verordening nader uitgelegd.

Artikel 2. Financiële tegemoetkoming

In dit artikel wordt geregeld dat het college bevoegd is een adressenlijst van woningen vast te stellen waarvan de hoofdbewoners gedurende een bepaalde periode een financiële tegemoetkoming ontvangen. Kamerbewoners, die samen de voorzieningen in de woning gebruiken, worden niet gezien als bewoners van een zelfstandige woning. Bij kamerbewoning is sprake van meerdere huishoudens binnen een zelfstandige woning. De tegemoetkoming moet in dat geval door deze huishoudens in onderling overleg worden verdeeld. Een vergoeding aan ieder kamerbewoner afzonderlijk is dus niet aan de orde. Een woning geldt als een zelfstandige woning als deze is voorzien van een eigen voordeur en geschikt of bestemd is voor bewoning, zonder daarbij afhankelijk te zijn van voorzieningen elders.

Artikel 3. Hoogte van de tegemoetkoming

In dit artikel wordt de hoogte van de tegemoetkoming geregeld en hoe deze wordt bepaald. Aanvaard is namelijk dat (de) bouwoverlast kan leiden tot een verstoring van het evenwicht tussen financiële woonlasten en het woongenot. Het verschil met dat wat overblijft na aantasting van het woongenot ten opzichte van de situatie voor aantasting, wordt in het kader van deze verordening aangemerkt als gederfd woongenot en kan, even als dat het geval is bij Verordening Nadeelcompensatie en Planschade Noord-Zuidlijn, worden aangemerkt als vermogensschade en is daarom een nettocompensatie.

Hoewel aangenomen moet worden dat het gederfde woongenot niet voor alle bewoners gelijk is, beoogt deze tegemoetkomingsregeling aan bewoners/eigenaars en huurders nadrukkelijk een uniforme, eenvoudige en (algemeen) aanvaardbare tegemoetkoming te verstrekken voor het gederfde woongenot.

Om dit te bereiken is aansluiting gezocht bij het waarderingstelsel voor zelfstandige woningen dat door het Ministerie van VROM in het kader van het Huurprijzenbesluit is opgesteld.

Binnen dit waarderingstelsel kan aan de kwaliteit van de woonomgeving maximaal 25 punten worden toegekend. Volgens de handleiding bij het Huurprijzenbesluit kan het voorkomen dat als gevolg van hinderlijke situaties niet aan de (positieve) waardering van de woonomgeving wordt toegekomen. Hoewel de feitelijke hinder van dag tot dag, per bouwlocatie en zelfs daarbinnen kan verschillen, is voor deze tegemoetkomingsregeling de hoogte van de tegemoetkoming vastgesteld op het op grond van het VROMpuntenstelsel maximaal mogelijke kwaliteitsverlies.

Naast het (volledige) kwaliteitsverlies kent het VROM-puntenstelsel echter ook nog een aftrek voor hinderlijke situaties waarmee niet op andere wijze in de waardering van de woonruimte rekening is gehouden. Deze aftrek bedraagt maximaal 40 punten. Voor de toepassing van deze tegemoetkomingsregeling wordt een tegemoetkoming op basis van deze 40 punten toegekend indien voor de betreffende bouwfase/bouwlocatie (tevens) een zogeheten werktijdenontheffing voor minimaal 6 maanden aaneengesloten 24 uur werken per dag is afgegeven is afgegeven en deze ook daadwerkelijk wordt uitgeoefend.

Artikel 4. Aanvraag

De aanvraagprocedure van de vergoeding wordt hier beschreven.

Voor toekenning van de tegemoetkoming dient de aanvrager gebruik te maken van het ‘Aanvraagformulier financiële compensatie gederfd woongenot Noord-Zuidlijn”, dat bij deze regeling hoort. Het aanvraagformulier wordt zoveel als mogelijk per post toegezonden aan de hoofdbewoners van de adressen die te maken hebben met langdurige hinder buiten de reguliere werktijden ten gevolge van de bouwactiviteiten voor de Noord-Zuidlijn.

Bij het aanvraagformulier dient de aanvrager aan te tonen dat hij/zij woonachtig is (geweest) op het desbetreffende adres ten tijde van de bouwactiviteiten. Dit kan worden aangetoond door het overleggen van een kopie van de volgende stukken:

1. als het een huurwoning betreft het huurcontract, dan wel als het een koopwoning betreft het eigendomsbewijs van de woning;

2. uittreksel van het bevolkingsregister;

3. een geldig legitimatiebewijs.

Ten behoeve van de uitbetaling van de financiële tegemoetkoming dient tevens een kopie van een recent bankafschrift (niet ouder dan 4 weken) overgelegd te worden, waaruit blijkt dat de huur ook daadwerkelijk wordt afgeschreven.

Aanvragen kunnen worden ingediend tot uiterlijk 31 december 2010. Dit is het einde van de ruwbouwfase. Aanvragen die hierna worden ingediend, worden niet in behandeling genomen. Uiterlijk 8 weken na de aanvraag ontvangt de aanvrager bericht over de toekenning van de tegemoetkoming. Dit bericht is een besluit, zoals bedoeld in artikel 1:3 van de Algemene Wet Bestuursrecht. Tegen dit besluit kan bezwaar worden ingediend bij het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam. In het besluit zal worden aangegeven op welke wijze en binnen welke termijn bezwaar kan worden ingediend.

In geval de aanvrager verhuist gedurende de bouwactiviteiten moet hij/zij de datum van verhuizing zo snel mogelijk door geven aan het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam (zie bovenstaande adressering).

Met de datum van verhuizing wordt bedoeld de datum van de overdracht van de sleutel van de woning. De datum van verhuizing dient uiterlijk te worden doorgegeven op de dag dat de aanvrager niet meer woonachtig is op het betreffende adres.

Ten aanzien van deze verordening en de daarop gebaseerde financiële tegemoetkoming geldt tenslotte dat geen gebruik kan worden gemaakt van deze regeling, als reeds op andere wijze of op basis van een andere regeling een financiële tegemoetkoming heeft plaatsgevonden in het kader van hinder door de bouwactiviteiten van de Noord-Zuidlijn.

Artikel 5. Weigeringsgronden

In dit artikel wordt aangegeven wanneer het college niet zal overgaan tot het toekennen van een financiële tegemoetkoming; het niet feitelijke woonachtig zijn op het adres en/of het anderszins genieten van een tegemoetkoming naar aanleiding van bouwactiviteiten die in het kader van de aanleg van de Noord-Zuidlijn wordt verstrekt, bijvoorbeeld op basis van de Verordening Nadeelcompensatie en Planschade Noord-Zuidlijn.

Artikel 6. Betaling

De tegemoetkoming wordt achteraf twee keer per jaar aan de aanvrager uitgekeerd vanaf het moment van aanvang van de bouwactiviteiten aan het betreffende deel van de Noord-Zuidlijn, voor de periode dat hij/zij er feitelijk woonachtig was.

Bij verhuizing van de aanvrager tijdens de bouwactiviteiten, geldt dat de tegemoetkoming aan de aanvrager wordt uitgekeerd naar rato van de periode dat hij/zij woonachtig is geweest in de woning. De tegemoetkoming wordt uitgekeerd tot en met de maand waarin de verhuizing plaatsvindt. Dit geldt eveneens in het geval de aanvrager één van de woningen als nieuwe bewoner betrekt en vervolgens een aanvraag indient. Wanneer de verhuizing (sleuteloverdracht) niet op de eerste dag van de maand plaatsvindt, krijgt de vertrekkende bewoner het volledige maandbedrag en de komende hoofdbewoner die eveneens een beroep doet op de regeling, krijgt ook het maandbedrag.

De uitbetaling van de tegemoetkoming vindt plaats zo spoedig mogelijk nadat de hoogte ervan is vastgesteld. Afhankelijk van de duur van de bouwactiviteiten kan het college dit bedrag in een keer of in termijnen uitkeren.

Artikel 7. Tijdelijke gebruiksovereenkomst

Dit artikel heeft tot doel bewoners die onder bepaalde voorwaarden en (vaak) met een bepaald doel een woning tijdelijk in gebruik hebben expliciet uit te sluiten van de regeling. Het zal bijvoorbeeld gaan om zogenaamde anti-kraakwachten. Deze groep tijdelijke bewoners betaalt geen huur, maar een gebruiksvergoeding. Deze vergoeding ligt ver beneden de reële huurwaarde. Huurders in het bezit van een tijdelijke huurovereenkomst die wel een reële huur betalen, bijvoorbeeld werknemers van een buitenlandse organisatie die hier tijdelijk woonachtig zijn, vallen wel binnen deze regeling.

Artikel 8. Hardheidsclausule

Er kunnen zich gevallen voordoen waarin strikte toepassing van de verordening een weigering tot het toekennen van de (gedeeltelijke) financiële tegemoetkoming inhoudt, hoewel een tegemoetkoming in het specifieke geval wel gerechtvaardigd is. In dat geval kan het college besluiten om toch een gehele of gedeeltelijke tegemoetkoming toe te kennen op basis van deze regeling. Aangezien het hierbij gaat om uitzonderingsgevallen, kan de tegemoetkoming alleen uitgekeerd worden als kan worden aangetoond dat de desbetreffende hoofdbewoner langdurig aaneengesloten hinder ondervindt/heeft ondervonden als gevolg van de bouwactiviteiten Noord-Zuidlijn.

Artikel 9. Intrekking

De bestaande regelingen op grond waarvan de bewoners rond de bouwplaatsen een financiële tegemoetkoming krijgen vanwege hinder veroorzaakt door de bouwactiviteiten Noord-Zuidlijn worden ingetrokken.

Artikel 10. Inwerkingtreding

De regeling is van kracht vanaf het moment van bekendmaking en geldt vanaf 1 januari 2008.

Artikel 11. Einde regeling

Dit artikel bepaalt dat de regeling op 31december 2010 eindigt.

Artikel 12. Citeertitel

Hier wordt geregeld hoe de regeling wordt aangehaald.