Regeling vervallen per 25-05-2017

Verordening op de Dienst Binnenwaterbeheer Amsterdam

Geldend van 01-04-1994 t/m 24-05-2017

Intitulé

Verordening op de Dienst Binnenwaterbeheer Amsterdam

Inhoud

Art. 1 Beheer

  • 1. Het beheer van de dienst berust bij Burgemeester en Wethouders, hierin bijgestaan door een vaste commissie van advies als bedoeld in art. 91 van de Gemeentewet.

  • 2. Aan het hoofd van de dienst staat een directeur, die is belast met de leiding van de dienst en met de regeling van alle aan de dienst opgedragen werkzaamheden.

  • 3. De directeur wordt benoemd door de Gemeenteraad op voordracht van Burgemeester en Wethouders.

  • 4. Burgemeester en Wethouders stellen voor de directeur een instructie vast.

Art. 2 Taken

De dienst is belast met:

  • a.

    het ontwikkelen van, het uitvoering geven aan en het toezien op de naleving van het vaartuigenbeleid in het binnenwater en in het gebied van de Havenatlas.

    Het binnenwater omvat het gebied ten zuiden van de IJ-oevers, met uitzondering van het Westerdok en het Oosterdok, welke locaties, aangevuld met delen van het oostelijk en westelijk havengebied, tot de Havenatlas behoren;

  • b.

    het handhaven van de orde en veiligheid op de doorgaande vaarwegen en op het water binnen de onder a genoemde gebieden;

  • c.

    het bedienen van de gemeentelijke sluizen en bruggen, alsmede van enige in de gemeente gelegen spoor- en rijksbruggen;

  • d.

    het heffen en innen van havengelden ingevolge de bepalingen van de geldende Binnenhavengeldverordening;

  • e.

    het regelen van het verkeer te water bij, alsmede  zo geen ambtenaren van de Politie ter plaatse aanwezig zijn  het regelen van het landverkeer op en in de onmiddellijke omgeving van de hiervoor genoemde sluizen en bruggen.

Art. 3 Delegatie

Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd, de in art. 2, onder c, vermelde werkzaamheden, indien bijzondere omstandigheden daartoe nopen, bij wijze van uitzondering gedeeltelijk op te dragen aan andere diensten of bedrijven van de gemeente.

Art. 4 Slot

Burgemeester en Wethouders bepalen de inrichting van de dienst en kunnen aanwijzingen geven omtrent de verhouding van de dienst tot andere diensten, bedrijven en secretarieafdelingen van de gemeente en de verplichting tot wederzijdse informatieverstrekking.