Regeling vervallen per 01-01-2016

Verordening inzake de behandeling van bezwaar- en beroepschriften

Geldend van 05-03-2002 t/m 31-12-2015

Intitulé

Verordening inzake de behandeling van bezwaar- en beroepschriften

Inhoud

Art. 1.1 Instelling vaste raadscommissie

Ingesteld wordt een vaste commissie, bestaande uit ten minste drie leden en drie plaatsvervangende leden, allen lid van de Gemeenteraad.

Art. 1.2 Taak van de raadscommissie

De commissie is namens de Gemeenteraad belast met de voorbereiding van de beslissing op:

  • a.

    bezwaarschriften die op grond van de Algemene wet bestuursrecht worden ingediend tegen besluiten van de Gemeenteraad;

  • b.

    beroepschriften die op grond van een wet waarin beroep op de Gemeenteraad wordt opengesteld, worden ingediend tegen besluiten van een ander bestuursorgaan dan de Gemeenteraad;

  • c.

    tot de Gemeenteraad gerichte verzoekschriften, voor zover de Gemeenteraad daartoe besluit.

Art. 1.3 Benoeming en samenstelling

  • 1. De Gemeenteraad benoemt de voorzitter van de commissie en de andere leden en plaatsvervangende leden van de commissie.

  • 2. De commissie wijst een lid van de commissie als plaatsvervangend voorzitter aan.

  • 3. De voorzitter en de leden van de commissie treden af op de dag van het aftreden van de Gemeenteraad dan wel op de dag waarop zij ophouden lid van de Gemeenteraad te zijn.

  • 4. De voorzitter en de leden van de commissie kunnen op ieder moment ontslag nemen; de leden dienen dit schriftelijk in bij de voorzitter van de commissie, die daarvan onmiddellijk de Gemeenteraad op de hoogte stelt, en de voorzitter rechtstreeks bij de Gemeenteraad.

  • 5. Aftredende of ontslag nemende eden blijven hun functie waarnemen totdat in hun opvolging is voorzien.

Art. 1.4 Ambtelijke ondersteuning

Burgemeester en Wethouders voorzien in de ambtelijke ondersteuning van de commissie.

Art. 1.5 Werkwijze

  • 1. De commissie hoort zo spoedig mogelijk namens de Gemeenteraad degenen die een bezwaarschrift, een beroepschrift of een verzoekschrift hebben ingediend als bedoeld in art. 1.2, en tevens, zo nodig, andere belanghebbenden.

  • 2. Ten aanzien van de werkwijze van de commissie is van toepassing het bepaalde in de artikelen 3.1 en volgende van deze verordening.

  • 3. Het advies van de commissie wordt in het Gemeenteblad gepubliceerd.

Art. 2.1 Ambtelijke commissie voor Burgemeester en Wethouders

  • 1. Burgemeester en Wethouders dragen de voorbereiding van de door hen te nemen beslissingen op ingediende bezwaar- en beroepschriften op aan een ambtelijke commissie, die uit ten minste drie leden bestaat.

  • 2. De commissie hoort namens Burgemeester en Wethouders zo spoedig mogelijk de indieners van het bezwaar- of beroepschrift en tevens, zo nodig, andere belanghebbenden, en brengt aan hen advies uit met betrekking tot de beslissing op het bezwaar- of beroepschrift.

  • 3. Burgemeester en Wethouders wijzen, indien dat hen gewenst voorkomt, voor de behandeling van een bepaald bezwaar- of beroepschrift een lid van het College van Burgemeester en Wethouders als voorzitter van de commissie aan.

  • 4. Burgemeester en Wethouders dragen, in afwijking van het eerste lid, indien dat hen voor bepaalde soorten van besluiten gewenst voorkomt, de voorbereiding op aan één persoon.

Art. 2.2 Ambtelijke commissie voor de Burgemeester

Het bepaalde in art. 2.1 is met betrekking tot bij de Burgemeester ingediende bezwaarschriften van overeenkomstige toepassing.

Art. 3.1 Begripsomschrijving

Voor de toepassing van de volgende artikelen van de verordening wordt onder bezwaarschrift, voor zoveel nodig, ook beroep- of verzoekschrift verstaan en onder commissie: de raadscommissie als bedoeld in art. 1.1, de ambtelijke commissies als bedoeld in art. 2.1 en art. 2.2, en de persoon als bedoeld in art. 2.1, vierde lid.

Art. 3.2 In handen stellen van commissie

Het bestuursorgaan draagt er zorg voor dat het bezwaarschrift zo spoedig mogelijk na indiening in handen wordt gesteld van de commissie die met de voorbereiding van de beslissing op het bezwaarschrift is belast.

Art. 3.3 Vooronderzoek

  • 1. Het bestuursorgaan draagt er zorg voor dat de stukken die op de aangelegenheid betrekking hebben, zo spoedig mogelijk aan de commissie als bedoeld in art. 3.2 ter beschikking worden gesteld.

  • 2. De voorzitter van de commissie is bevoegd, rechtstreeks alle inlichtingen in te winnen die hij nodig oordeelt voor een goede behandeling van het bezwaarschrift.

  • 3. De voorzitter van de commissie is gemachtigd, zo nodig, de terinzagelegging van stukken om gewichtige redenen achterwege te laten.

Art. 3.4 Horen

  • 1. De commissie draagt er zorg voor dat de indiener van het bezwaarschrift, en tevens andere belanghebbenden, zo spoedig mogelijk in de gelegenheid worden gesteld zich te doen horen.

  • 2. De commissie kan in afwijking van het eerste lid besluiten aan het bestuursorgaan te adviseren om, met toepassing van de in art. 7:3, respectievelijk art. 7:17 van de Algemene wet bestuursrecht vermelde gronden, op het bezwaarschrift te beslissen zonder dat de in het eerste lid bedoelde personen zijn gehoord.

Art. 4.1 Hoorzitting

  • 1. De voorzitter van de commissie bepaalt de plaats en het tijdstip van de hoorzitting.

  • 2. Hij doet hiervan mededeling aan de belanghebbenden, alsmede aan het bestuursorgaan tegen een besluit waarvan een bezwaarschrift is ingediend.

  • 3. De bestuursorganen dragen er, ieder voor zoveel hun bevoegdheid strekt, zorg voor dat het besluit waartegen een bezwaarschrift is ingediend, namens hen ten overstaan van de commissie wordt toegelicht.

  • 4. De in het derde lid bedoelde toelichting wordt zo veel mogelijk ter hoorzitting gegeven in aanwezigheid van belanghebbenden.

  • 5. Het bepaalde in het derde of vierde lid is niet van toepassing, voor zover de commissie in een bepaald geval een andere werkwijze ter voorbereiding van het bezwaarschrift heeft vastgesteld.

Art. 4.2 Openbaarheid hoorzitting

  • 1. De hoorzittingen van de commissie zijn openbaar.

  • 2. Ten behoeve van de beslissing als bedoeld in het derde lid worden de deuren gesloten indien de voorzitter of een van de leden van de commissie het nodig oordeelt of indien een belanghebbende of een vertegenwoordiger van een bestuursorgaan daartoe een verzoek doet.

  • 3. Indien de commissie beslist dat er gewichtige redenen aanwezig zijn die zich tegen openbaarheid van de hoorzitting verzetten, vindt de hoorzitting plaats met gesloten deuren.

Art. 4.3 Gang van zaken tijdens hoorzitting

  • 1. De voorzitter van de commissie regelt de gang van zaken tijdens de hoorzitting. De hoorzitting kan door hem worden geschorst.

  • 2. De voorzitter kan, indien de orde tijdens de zitting dat naar zijn oordeel vereist, een of meer aanwezigen de toegang tot de bijeenkomst ontzeggen, de zitting zonder hen voortzetten of de zitting staken.

Art. 4.4 Verslag

De commissie draagt zorg voor de verslaglegging van de hoorzitting, welk verslag aan het advies wordt gehecht dat aan het bestuursorgaan wordt uitgebracht.

Art. 5.1 Nader onderzoek

  • 1. Indien na afloop van de hoorzitting en voordat het advies wordt uitgebracht, blijkt dat nader onderzoek wenselijk is, geschiedt dit door of onder leiding van de voorzitter, waarbij art. 3.3 van overeenkomstige toepassing is.

  • 2. De voorzitter beslist aan de hand daarvan op welke wijze de voorbereiding van de behandeling van het bezwaarschrift wordt voortgezet; indien nodig, pleegt hij overleg met de indiener van het bezwaarschrift en, zo nodig, andere belanghebbenden, die, voorzover nodig, van de voortgang op de hoogte worden gehouden.

  • 3. Indien daartoe aanleiding bestaat, verzoekt de commissie aan het bestuursorgaan de beslissing op het bezwaarschrift te verdagen, met inachtneming van het in de Algemene wet bestuursrecht daaromtrent bepaalde.

Art. 5.2 Vergadering commissie

  • 1. De commissie neemt besluiten met meerderheid van stemmen.

  • 2. De commissie beraadslaagt en beslist met gesloten deuren over het aan het bestuursorgaan uit te brengen advies.

  • 3. Elk lid van de commissie kan aan het bestuursorgaan een advies uitbrengen dat afwijkt van het standpunt van de meerderheid van de commissie.

Art. 5.3 Het advies

  • 1. De cmmissie brengt advies uit aan het bestuursorgaan dat op het bezwaarschrift dient te beslissen.

  • 2. De commissie voegt bij het advies een ontwerp-besluit.

  • 3. De commissie brengt het advies, gelet op de in de Algemene wet bestuursrecht met betrekking tot de beslissing op het bezwaarschrift gestelde termijnen, zo spoedig mogelijk uit.

Art. 6.1 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als Verordening behandeling bezwaar- en beroepschriften.

Art. 6.2 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op het tijdstip dat de Algemene wet bestuursrecht in werking treedt.

Art. 6.3 Commissie voor de Binnengemeentelijke Decentralisatie

Het bepaalde in deze verordening is niet van toepassing voor zover de Verordening, regelende de instelling, samenstelling en werkwijze van de Commissie voor de Binnengemeentelijke Decentralisatie van toepassing is.