Regeling vervallen per 08-03-2010

Bijzondere subsidieverordening Jeugdsport in Beweging 2005

Geldend van 07-04-2005 t/m 07-03-2010 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2005

Intitulé

Bijzondere subsidieverordening Jeugdsport in Beweging 2005

Inhoud

Paragraaf 1 Inleidende bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijving

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    College: het College van Burgemeester en Wethouders;

  • b.

    kennismakingsmodule: een aantal lessen, gericht op het bekendmaken van kinderen met een bepaalde sport;

  • c.

    doorstromingsmodule: een aantal lessen, gericht op het interesseren van kinderen en hun ouders voor lidmaatschap van een bepaalde sportorganisatie;

  • d.

    sportorganisatie: organisatie die sportactiviteiten aanbiedt of verzorgt;

  • e.

    sporttoernooi: sportevenement, al of niet in wedstrijdverband, waaraan leerlingen van verschillende scholen deelnemen.

Artikel 2 Doel verordening

Voor subsidie uit hoofde van deze verordening komt in aanmerking het voor leerlingen van de groepen 4 tot en met 8 van scholen voor primair onderwijs in Amsterdam verzorgen van:

  • a.

    kennismakingsmodules;

  • b.

    doorstromingsmodules en

  • c.

    sporttoernooien.

Artikel 3 Maximum

Voor iedere groep op een school kan het College subsidie voor ten hoogste drie modules per schooljaar verstrekken.

Artikel 4 Subsidieplafond

  • 1. Het College maakt jaarlijks vóór 1 januari het subsidieplafond bekend dat beschikbaar is voor de in artikel 2 bedoelde activiteiten.

  • 2. Het College is bevoegd om voor ieder van de in artikel 2 bedoelde activiteiten een afzonderlijk plafond in te stellen.

Paragraaf 2 Kennismakingsmodules

Artikel 5 Aanvraag

  • 1. Voor het aanvragen van subsidie ten behoeve van een kennismakingsmodule maakt de sportorganisatie gebruik van een daartoe door het College vastgesteld aanvraagformulier.

  • 2. Een aanvraag wordt binnen vier maanden na afloop van de kennismakingsmodule ingediend.

Artikel 6 Weigeringsgronden

  • 1. Het College weigert de subsidieverlening voor een kennismakingsmodule indien:

    • a.

      de school geen vakleerkracht bewegingsonderwijs in dienst heeft;

    • b.

      de sportorganisatie niet is ingeschreven in het handelsregister van de Kamer van Koophandel;

    • c.

      de kennismakingsmodule betrekking heeft op een sport waarmee de desbetreffende groep reeds eerder heeft kennis gemaakt of

    • d.

      de kennismakingsmodule bestaat uit minder dan twee of meer dan drie lesuren.

  • 2. Op verzoek kan het College ontheffing verlenen van het in het eerste lid, onder a, genoemde vereiste, mits de school over formatieruimte voor een vakleerkracht bewegingsonderwijs beschikt en binnen twee jaar na verlening van de ontheffing een vakleerkracht bewegingsonderwijs zal zijn aangesteld.

Artikel 7 Grondslag subsidieberekening

Het subsidiebedrag voor een kennismakingsmodule bestaat uit een vast bedrag per lesuur, dat jaarlijks vóór 1 januari door het College wordt vastgesteld en wordt bekendgemaakt.

Paragraaf 3 Doorstromingsmodules

Artikel 8 Aanvraag

  • 1. Voor het aanvragen van subsidie ten behoeve van een doorstromingsmodule maakt de sportorganisatie gebruik van een daartoe door het College vastgesteld aanvraagformulier.

  • 2. Bij de aanvraag worden een opgave van de sportparticipatiegraad van de school en een begroting overgelegd.

Artikel 9 Verlening

  • 1. Het College beslist op de aanvraag binnen twee weken na ontvangst daarvan.

  • 2. Het College kan zijn beslissing voor ten hoogste twee weken verdagen; hiervan doet het vóór afloop van de in het eerste lid vermelde termijn mededeling aan de aanvrager.

Artikel 10 Weigeringsgronden

  • 1. Het College weigert de subsidieverlening voor een doorstromingsmodule indien:

    • a.

      de school geen vakleerkracht bewegingsonderwijs in dienst heeft;

    • b.

      de sportorganisatie niet is ingeschreven in het handelsregister van de Kamer van Koophandel;

    • c.

      de school waarvoor de module is bestemd, een sportparticipatiegraad van meer dan vijftig procent heeft of

    • d.

      de doorstromingsmodule bestaat uit minder dan 10 of meer dan 20 lesuren.

  • 2. Op verzoek kan het College ontheffing verlenen van het in het eerste lid, onder a, genoemde vereiste, mits de school over formatieruimte voor een vakleerkracht bewegingsonderwijs beschikt en binnen twee jaar na verlening van de ontheffing een vakleerkracht bewegingsonderwijs zal zijn aangesteld.

Artikel 11 Grondslag subsidieberekening

  • 1. Het subsidiebedrag voor een doorstromingsmodule bestaat uit:

    • a.

      het bedrag per lesuur voor een kennismakingsmodule, vermenigvuldigd met het aantal gegeven lesuren van de doorstromingsmodule en

    • b.

      de kosten van materiaal en accommodatie en de kosten ten behoeve van het betrekken van ouders en kinderen bij verenigingssport.

  • 2. Niet meer dan de werkelijk gemaakte kosten wordt vergoed.

Artikel 12 Vaststelling

Na afloop van een doorstromingsmodule legt de subsidieontvanger verantwoording af met behulp van het daartoe door het College vastgestelde formulier.

Artikel 13 Bevoorschotting

Het College verleent een voorschot van tachtig procent van het bij de verlening toegekende bedrag, indien de subsidieontvanger daartoe bij de aanvraag een verzoek heeft ingediend.

Paragraaf 4 Sporttoernooien

Artikel 14 Aanvraag

  • 1. Voor het aanvragen van subsidie voor een sporttoernooi maakt de school of sportorganisatie gebruik van een daartoe door het College vastgesteld aanvraagformulier.

  • 2. Bij de aanvraag wordt een begroting overgelegd.

Artikel 15 Hoogte van de subsidie

De subsidie voor een sporttoernooi bedraagt 100% van de voor het sporttoernooi begrote en door het College goedgekeurde kosten. Niet meer dan de werkelijk gemaakte kosten wordt vergoed.

Artikel 16 Weigeringsgrond

  • 1. Het College kan de subsidieverlening voor een sporttoernooi weigeren indien het sporttoernooi naar zijn oordeel niet bijdraagt aan een evenwichtige spreiding van het sportaanbod over de diverse sporten en over de verschillende stadsdelen.

  • 2. Van een evenwichtige spreiding is in ieder geval geen sprake indien het sporttoernooi betrekking heeft op een sport waarvoor in het schooljaar waarop de aanvraag betrekking heeft, in hetzelfde stadsdeel reeds subsidie voor een sporttoernooi is verleend.

Artikel 17 Vaststelling

Na afloop van een sporttoernooi legt de subsidieontvanger verantwoording af met behulp van het daartoe door het College vastgestelde formulier.

Artikel 18 Bevoorschotting

Het College verleent een voorschot van tachtig procent van het bij de verlening toegekende bedrag, indien de subsidieontvanger daartoe bij de aanvraag een verzoek heeft ingediend.

Paragraaf 5 Slotbepalingen

Artikel 19 Stadsdelen

  • 1. Het dagelijks bestuur van een stadsdeel kan een tegemoetkoming aanvragen in de kosten van het verzorgen van een kennismakingsmodule, een doorstromingsmodule of een sporttoernooi.

  • 2. Op een dergelijke aanvraag, de beslissing daarop, het verlenen van een voorschot, alsmede op de vaststelling van de tegemoetkoming of vergoeding zijn de bepalingen van hoofdstuk 4 van de Algemene wet bestuursrecht, de Algemene Subsidieverordening Amsterdam 2004, alsmede de bepalingen van deze verordening van overeenkomstige toepassing.

Artikel 20 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. Deze verordening wordt aangehaald als de Bijzondere subsidieverordening Jeugdsport in Beweging 2005.

  • 2. De Bijzondere subsidieverordening Jeugdsport in Beweging (Gemeenteblad 1999, afd. 3, nr. 106) wordt ingetrokken.

  • 3. Deze verordening treedt in werking op de dag na die van haar bekendmaking en werkt terug tot en met 1 januari 2005.