Regeling vervallen per 01-03-2010

Bijzondere subsidieverordening voor (aanpassingen aan) verenigingsaccommodaties

Geldend van 01-01-2002 t/m 28-02-2010

Intitulé

Bijzondere subsidieverordening voor (aanpassingen aan) verenigingsaccommodaties

Inhoud

Art. 1 Begripsomschrijving

Voor toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    mensen met een beperking: mensen met een lichamelijke en/of zintuiglijke beperking en/of chronische aandoening;

  • b.

    investeringskosten: de kosten die betrekking hebben op de bouw, de renovatie of het uitbreiden van verenigingsaccommodaties, op het aanleggen van kunstgrasvelden, het installeren van lichtmasten en andere zaken die onder de werking van deze verordening vallen;

  • c.

    renovatie: groot onderhoud, niet zijnde het herstel van achterstallig onderhoud dat redelijkerwijs in zelfwerkzaamheid kan worden gedaan;

  • d.

    zelfwerkzaamheid: de door de sportvereniging zelf, of voor haar verrichte bouwwerkzaamheden en de gratis of tegen gereduceerde prijs voor de bouw of aanleg verkregen materialen, waarvan de aannemelijk te maken bespaarde kosten ten opzichte van de marktwaarde worden toegevoegd aan het bedrag van de investeringskosten dat bij het berekenen van de subsidie, tot een bepaald maximum, meeweegt;

  • e.

    basisbedrag: het bedrag voor (aanpassingen aan) verenigingsaccommodaties, zoals dit elk jaar door burgemeester en wethouders door indexering opnieuw wordt vastgesteld;

  • f.

    Stichting Financiering bouw sportaccommodaties: de in 1961 opgerichte stichting die zich tot doel stelt het bemiddelen bij de financiering van het realiseren van verenigingsaccommodaties en opstallen op sportvelden en bij watersportaccommodaties, alsook het daartoe aangaan en verstrekken van leningen, met het uitsluitende doel de realisering van bedoelde voorzieningen door sportverenigingen te bevorderen;

  • g.

    sportvereniging: een vereniging die is aangesloten bij een sportbond en waarvan de activiteiten zich voornamelijk afspelen op het grondgebied van de gemeente Amsterdam, of op een locatie die eigendom is van de gemeente Amsterdam;

  • h.

    verenigingsaccommodatie: kleed- en clubhuisaccommodatie van een sportvereniging;

  • i.

    sportbond: een overkoepelende organisatie van sportverenigingen/-organisaties die rechtstreeks is aangesloten bij het Nederlands Olympisch Comité*Nederlandse Sport Federatie, of de plaatselijke afdeling van een dergelijke organisatie;

  • j.

    gemeentelijk sportbeleid: het sportbeleid zoals dat is neergelegd in het Beleidsplan Verenigingssport dat door de gemeenteraad is vastgesteld bij zijn besluit van 9 december 1998, nr. 760, dan wel nadien door het gemeentebestuur daarvoor in de plaats te stellen sportbeleid.

Art. 2 Te subsidiëren activiteit

  • 1. Burgemeester en Wethouders kunnen subsidie verlenen aan veldsportverenigingen en watersportverenigingen om bij te dragen in de investeringskosten van de bouw, de renovatie of het uitbreiden van verenigingsaccommodatie, waarbij geldt dat:

    • a.

      aanvragers die eerder een bijdrage in de bouw of renovatie van verenigingsaccommodatie hebben ontvangen, alleen in aanmerking komen voor een tweede bijdrage indien het af te breken of te renoveren gebouw ten minste 25 jaar oud is (voor een eventuele derde bijdrage geldt opnieuw een termijn van 25 jaar);

    • b.

      de uitbreiding van het gebouw noodzakelijk is in verband met een aantoonbare substantiële groei van het aantal leden.

  • 2. Burgemeester en Wethouders kunnen één keer in een periode van tien jaar eveneens subsidie verlenen in de aanleg of vervanging door een sportvereniging van een kunstgrasveld of een eventueel te ontwikkelen veld met een toplaag die dezelfde of nog grotere voordelen van sportgebruik en ruimtegebruik meebrengt.

  • 3. Burgemeester en Wethouders kunnen eveneens subsidie verlenen in de kosten van:

    • a.

      het plaatsen van lichtinstallaties bij oefenvelden en bij intensief te gebruiken accommodaties, zoals tennisbanen, hockeyvelden van kunstgras, harde handbalvelden en honkbalvelden;

    • b.

      vergroting van de bruikbaarheid en toegankelijkheid voor sporters en bezoekers met een beperking;

    • c.

      aanpassingen voor door verenigingen overeengekomen gezamenlijk gebruik of verbetering van de mogelijkheden voor beoefening van verscheidene takken van sport binnen één vereniging;

    • d.

      het realiseren van stallingruimte voor kano’s, zeilplanken, kleine zeilboten en roeiboten;

    • e.

      het aanbrengen van de volgende voor watersporten specifieke voorzieningen: steigers, hellingbaaninstallaties met toebehoren en vlotten;

    • f.

      het realiseren van een medische ruimte of fitnessruimte.

  • 4. Burgemeester en wethouders kunnen tevens de rente en aflossing van een door de Stichting Financiering bouw sportaccommodaties aan een sportvereniging verstrekte lening garanderen.

Art. 3 Subsidieberekening

  • 1. Ingeval van de bouw, renovatie of uitbreiding van verenigingsaccommodatie wordt ten hoogste een  bedrag toegekend, dat als volgt wordt berekend:

    • a.

      voor de veldsporten:

      • handbal, honkbal, korfbal, hockey, rugby, softbal en voetbal: het aantal velden x het basisbedrag;

      • tennis: eenvierde x het aantal banen x het basisbedrag;

    • b.

      voor de watersporten:

      • kanovaren en plankzeilen: (aantal boten: 100) x 0,80 x het basisbedrag;

      • zeilen/motorbootvaren (klein): (aantal boten < 7 m: 100) x 0,50 x het basisbedrag;

      • zeilen/motorbootvaren (groot): (aantal boten > 7 m: 100) x 0,90 x het basisbedrag;

      • roeien: de factor 1 per 100 leden x 2/5 x 0,80 x het basisbedrag.

  • 2. Voor het aanschaffen en installeren van lichtmasten en voor het aanleggen of vervangen van kunstgrasvelden e.d. wordt een subsidie verleend van ten hoogste eenderde deel van een daarvoor jaarlijks door burgemeester en wethouders voor lichtmasten, resp. kunstgrasvelden e.d. vast te stellen bedrag.

  • 3. Voor de in art. 2, lid 3, onder b tot en met f, genoemde zaken, wordt subsidie verleend tot eenderde deel van de werkelijke kosten, tot maximaal het basisbedrag.

Art. 4 Subsidieaanvraag

  • 1. Een aanvraag tot subsidieverlening dient schriftelijk bij Burgemeester en Wethouders te worden ingediend, en wel uiterlijk twee maanden voorafgaand aan het begin van de werkzaamheden waarvoor de subsidie wordt gevraagd.

  • 2. Aanvragen kunnen gedurende het hele kalenderjaar worden ingediend.

  • 3. Een subsidieaanvraag kan worden ingediend door een sportvereniging of een daaraan gelijk te stellen stichting, voorzover deze is aangesloten bij een sportbond die op zijn beurt is aangesloten bij het Nederlands Olympisch Comité*Nederlandse Sportfederatie.

  • 4. Alvorens een beslissing te nemen, vragen Burgemeester en Wethouders advies aan de Stichting Financiering bouw sportaccommodaties.

Art. 5 Betaling voorschotten

Burgemeester en Wethouders kunnen na levering van originele en door de leverancier ondertekende offertes, een voorschot ter grootte van maximaal tachtig procent van de begrote investeringskosten verlenen.

Art. 6 Subsidievaststelling

  • 1. Binnen zestien weken nadat de gesubsidieerde activiteiten zijn gerealiseerd, dient de subsidieontvanger een aanvraag tot vaststelling van de subsidie bij burgemeester en wethouders in te dienen, vergezeld van originele, door de leverancier ondertekende rekeningen en in kopie verstrekte bewijzen van betaling.

  • 2. De subsidieontvanger van een bedrag groter dan € 22.689 legt daarbij een accountantsverklaring over, waaruit blijkt dat de werkzaamheden waarvoor subsidie is gegeven zijn uitgevoerd in overeenstemming met de omschrijving van die werkzaamheden in de subsidieaanvraag.

  • 3. Voor het bij het berekenen van de subsidie mee te tellen bedrag van de zelfwerkzaamheid dient een op origineel papier van een aannemer gestelde en door deze aannemer ondertekende verklaring te worden overgelegd, waaruit blijkt welk bedrag deze aannemer in rekening zou hebben gebracht, ingeval van uitvoering en/of levering door hemzelf.

Art. 7 Subsidieplafond

  • 1. Als subsidieplafond voor een bepaald jaar geldt het voor dat jaar door de Gemeenteraad beschikbaar gestelde bedrag voor het toekennen van subsidiebijdragen, ingevolge deze verordening.

  • 2. Ten laste van het bedrag als bedoeld in het vorige lid worden aanvragen toegekend op basis van de volgorde waarin zij bij Burgemeester en Wethouders zijn binnengekomen. Hierbij worden alleen complete aanvragen in aanmerking genomen.

Art. 8 Subsidiecriteria

Burgemeester en Wethouders verlenen slechts subsidie in het kader van deze verordening:

  • a.

    voorzover niet reeds een andere gemeentelijke regeling voor hetzelfde doel in een bijdrage voorziet;

  • b.

    nadat een advies is ontvangen van de Stichting Financiering bouw sportaccommodaties;

  • c.

    indien de voorziening, in geval van nieuwbouw of uitbreiding van een bestaande gebouw, toegankelijk en bruikbaar is voor de in zijn bewegingen beperkte mens;

  • d.

    indien de subsidieaanvrager, op grond van de ten tijde van de aanvraag beschikbare informatie, in staat te achten is het voor zijn rekening komende deel van de investeringskosten te dragen. In het advies zoals bedoeld in art. 4, lid 4, besteedt de Stichting Financiering bouw sportaccommodaties hieraan uitdrukkelijk aandacht;

  • e.

    indien de aanvrager voldoet aan het gemeentelijke sportbeleid.

Art. 9 Antispeculatie

  • 1. Het is de subsidieontvanger niet toegestaan binnen vijf jaar na de subsidievaststelling, zonder toestemming van Burgemeester en Wethouders, de door hen gesubsidieerde roerende of onroerende zaken te vervreemden, te bezwaren of de bestemming daarvan te wijzigen.

  • 2. Ingeval van overtreding van het bij het eerste lid gestelde, kunnen Burgemeester en Wethouders de meerwaarde terugvorderen die door het verstrekken van subsidie voor de bij dat lid genoemde zaken is ontstaan.

  • 3. De hoogte van de vergoeding als bedoeld in het tweede lid bedraagt:

    • voor het eerste jaar honderd procent van de meerwaarde,

    • voor het tweede jaar tachtig procent van de meerwaarde,

    • voor het derde jaar zestig procent van de meerwaarde,

    • voor het vierde jaar veertig procent van de meerwaarde, en

    • voor het vijfde jaar twintig procent van de meerwaarde.

Art. 10 Evaluatieplicht

  • 1. Burgemeester en Wethouders stellen ten minste eens in de vijf jaar een verslag vast.

  • 2. Het verslag dient inzicht te geven in de doeltreffendheid en de effecten van de subsidie in de praktijk, over een tijdsperiode vanaf het moment van inwerkingtreding van deze verordening of vanaf het laatst opgestelde verslag tot 31 december van het jaar, voorafgaande aan het jaar dat het verslag wordt vastgesteld.

Art. 11 Slotbepaling

Deze verordening wordt aangehaald als Bijzondere subsidieverordening voor (aanpassingen aan) verenigingsaccommodaties en treedt in werking op 1 januari 2002.