Regeling vervallen per 28-03-2011

Verordening ex artikel 213 van de Gemeentewet van de gemeente Amsterdam

Geldend van 29-12-2010 t/m 27-03-2011 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2004

Intitulé

Verordening ex artikel 213 van de Gemeentewet van de gemeente Amsterdam

Inhoud

Artikel 1 Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    accountant: de door de Gemeenteraad (hierna: Raad) benoemde:

    - registeraccountant of;

    - accountant-administratieconsulent met een aantekening in het inschrijvingsregister als bedoeld in artikel 36, lid 3, van de Wet op de Accountant-administratieconsulenten of;

    - organisatie waarin voor de accountantscontrole bevoegde accountants samenwerken.

  • b.

    accountantscontrole: de controle van de in artikel 197 van de Gemeentewet bedoelde jaarrekening van de gemeente Amsterdam, de dienstrekeningen en de stadsdeelrekeningen, uitgevoerd door de door de Raad benoemde accountant van:

    1. het getrouwe beeld van de in de jaarrekening gepresenteerde baten en lasten en de activa en passiva;

    2. het in overeenstemming zijn van de opgestelde jaarrekening met het krachtens algemene maatregel van bestuur vastgestelde  Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten;

    3. de overeenstemming van de totstandkoming van de opgenomen baten en lasten en balansmutaties met de begroting en van toepassing zijnde wettelijke regelingen, waaronder verordeningen;

    4. de verenigbaarheid van het jaarverslag met de jaarrekening;

    5. de inrichting van het financiële beheer en de financiële organisatie, gericht op de vraag of deze een getrouwe en rechtmatige verantwoording mogelijk maken.

  • c.

    rechtmatigheid in het kader van accountantscontrole: het overeenstemmen van de financiële beheershandelingen en de vastlegging daarvan met de begroting en de relevante wet- en regelgeving, zoals omschreven in het Besluit accountantscontrole provincies en gemeenten;

  • d.

    jaarrekening van de gemeente: de in artikel 197 van de Gemeentewet bedoelde jaarrekening van de gemeente Amsterdam. Het College van Burgemeester en Wethouders (hierna: College) is verantwoordelijk voor de samenstelling van de jaarrekening van de gemeente conform de geldende externe en interne wet- en regelgeving;

  • e.

    dienstrekening: de jaarrekening van een door het College of de Raad ingestelde afzonderlijke organisatie-eenheid binnen de gemeentelijke organisatie, niet-zijnde een stadsdeelorganisatie. De directeur van een organisatie-eenheid  is verantwoordelijk voor de samenstelling van de jaarrekening van die eenheid conform de geldende externe - en interne wet- en regelgeving;

  • f.

    stadsdeelrekening: de jaarrekening van een door de Raad ingestelde stadsdeelorganisatie. Het dagelijks bestuur van een stadsdeel is verantwoordelijk voor de samenstelling van de stadsdeelrekening conform de geldende externe - en interne wet- en regelgeving;

  • g.

    jaarrekening van een verbonden partij: de jaarrekening van een rechtspersoon waarin door de gemeente Amsterdam of een stadsdeel:

    - voor 100% wordt geparticipeerd in het risicodragend vermogen of;

    - die taken of bevoegdheden van de gemeente of een stadsdeel namens de gemeente of een stadsdeel uitoefent.

    - Het bestuur van de verbonden partij is verantwoordelijk voor de samenstelling van de jaarrekening conform de geldende externe en interne wet- en regelgeving;

  • h.

    andere verantwoordingen: alle verantwoordingen, niet-zijnde jaarrekeningen die op grond van externe of interne- regelgeving van de gemeente Amsterdam, een stadsdeel of van een organisatie-eenheid worden verlangd en die aan accountantscontrole moeten worden onderworpen. De verantwoordelijkheid voor de samenstelling van de andere verantwoording berust bij degene die deze verantwoording moet indienen;

  • i.

    Audit Committee: een commissie die tot taak heeft jaarlijks het programma van eisen voor de accountantscontrole voor te bereiden en ter vaststelling aan te bieden aan de Raad;

  • j.

    programma van eisen voor de accountantscontrole: in het programma van eisen voor de accountantscontrole worden onderwerpen benoemd en ingevuld waaraan de accountant in de controle specifiek aandacht moeten besteden.

Artikel 2 Opdrachtverlening accountantscontrole

  • 1. De accountant die overeenkomstig artikel 213 van de Gemeentewet is aangewezen en is belast met de accountantscontrole van de jaarrekening van de gemeente, de dienstrekeningen en de stadsdeelrekeningen kan in gemeentelijke dienst en onder bevoegd gezag van de Raad worden aangesteld en wordt in dat geval door de Raad benoemd, geschorst en ontslagen.

  • 2. De accountantscontrole omvat mede de jaarrekeningen van de verbonden partijen. Bij deze accountantscontrole is artikel 1, onder b, punten 1, 2, 4 en 5, van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat punt 2 moet worden gelezen als het in overeenstemming zijn van de opgestelde jaarrekening met de voor de verbonden partij geldende wet- en regelgeving ten aanzien van de verslaggeving.

Artikel 3 Samenstelling en werkwijze van het Audit Committee

  • 1. De commissie bestaat uit ten minste vier leden van de Rekeningencommissie.

  • 2. De commissie kan aangevuld worden met leden die afkomstig zijn uit de ambtelijke organisatie.

  • 3. De voorzitter wordt benoemd uit de leden, afkomstig uit de Rekeningencommissie.

  • 4. Uitsluitend de leden afkomstig uit de Rekeningencommissie zijn stemgerechtigd.

  • 5. De commissie overlegt periodiek in het kader van zijn taak met de accountant aan wie de accountantscontrole van de gemeente is opgedragen.

Artikel 4 Inhoud en reikwijdte van de accountantscontrole

  • 1. Bij de accountantscontrole wordt maximaal de volgens het Besluit accountantscontrole provincies en gemeenten toe te passen goedkeuringstolerantie bij de accountantscontrole van de gemeenterekening, de dienst- en stadsdeelrekeningen gehanteerd.

  • 2. Voor de accountantscontrole van de gemeenterekening, de dienstrekeningen en de stadsdeelrekeningen wordt in overleg met de accountants door het Audit Committee een programma van eisen opgesteld. Het programma van eisen wordt door het Audit Committee aan de Raad ter vaststelling aangeboden.

  • 3. Het programma van eisen wordt opgesteld voor de duur van ten minste een verantwoordingsjaar, maar niet langer dan de duur van de (resterende) zittingsperiode van de Raad. Vaststelling van het programma van eisen door de Raad vindt plaats vóór aanvang van het jaar of de jaren waarop het programma betrekking heeft.

  • 4. In het programma van eisen voor de accountantscontrole worden in ieder geval de volgende onderwerpen opgenomen en ingevuld:

    • a.

      de reikwijdte van de rechtmatigheidscontrole;

    • b.

      de toe te passen goedkeuringstoleranties als deze lager worden vastgesteld dan is voorgeschreven in het Besluit accountantscontrole provincies en gemeenten;

    • c.

      de maximaal toe te passen rapporteringstolerantie.

  • 5. Aan het programma van eisen kan het volgende worden toegevoegd:

    • a.

      de inrichtingseisen voor het accountantsverslag;

    • b.

      de eventuele frequentie van tussentijdse rapportering en de inrichtingseisen daarvoor;

    • c.

      de posten in de gemeenterekening en (specifieke) dienstrekeningen met bijbehorende goedkeurings- en rapporteringstoleranties, waaraan bij de accountantscontrole specifiek aandacht moet worden besteed;

    • d.

      de afzonderlijke dienstrekeningen met bijbehorende goedkeurings- en rapporteringstoleranties, waaraan bij de accountantscontrole specifiek aandacht moet worden besteed.

  • 6. Een stadsdeelraad kan een programma van eisen vaststellen voorzover dat de accountantscontrole van de stadsdeelrekening betreft. Het voorgestelde programma van eisen mag niet strijdig zijn met wat door de Raad is vastgesteld op grond van lid 4 van dit artikel.

Artikel 5 Informatieverstrekking voor de accountantscontrole

  • 1. De in artikel 1, onder d tot en met g, aangewezen verantwoordelijken voor de samenstelling van een jaarrekening dragen er zorg voor, dat alle aan de jaarrekening ten grondslag liggende verordeningen, nota’s, college-, raads- en andere besluiten, administraties, plannen, overeenkomsten, berekeningen enzovoorts voor de accountantscontrole beschikbaar en goed toegankelijk zijn.

  • 2. Bij de jaarrekening bevestigen de in artikel 1, onder d tot en met g, aangewezen verantwoordelijken voor de samenstelling van een jaarrekening schriftelijk aan de accountant, dat alle hun bekende informatie van belang voor de oordeelsvorming van de accountant is verstrekt.

  • 3. Alle informatie die na afgifte van de accountantsverklaring en voor behandeling van een jaarrekening in het daartoe bevoegde orgaan beschikbaar komt en die van invloed is op het beeld dat de jaarrekening geeft, wordt terstond door de in artikel 1 onder d tot en met g, aangewezen verantwoordelijken voor de samenstelling van een jaarrekening aan dat orgaan en aan de accountant gemeld.

  • 4. De bepalingen van dit artikel zijn van overeenkomstige toepassing op de verantwoordelijken voor de samenstelling van andere verantwoordingen.

Artikel 6 Inrichting accountantscontrole

  • 1. De accountant bepaalt binnen het kader van de opdrachtverlening de wijze waarop de accountantscontrole wordt ingericht, alsmede de aard en de omvang van de daarbij behorende werkzaamheden.

  • 2. De accountant bepaalt binnen het kader van de opdrachtverlening de frequentie van de uit te voeren controles. De accountant kan de controlewerkzaamheden zonder voorafgaande kennisgeving uitvoeren.

  • 3. De accountant is bij de uitvoering van zijn opdrachten gehouden aan de dan vigerende voorschriften inzake geheimhouding voor accountants.

  • 4. Ter bevordering van een efficiënte en doeltreffende accountantscontrole vindt periodiek overleg plaats tussen de accountant en het Audit Committee.

  • 5. De stadsdeelraad bepaalt voor de accountantscontrole van de stadsdeelrekening in welke samenstelling dit overleg met de accountant zal plaatsvinden.

Artikel 7 Toegang tot informatie

  • 1. De accountant is zonder meer en zonder nadere aankondiging bevoegd tot het opnemen van alle kassen, waardepapieren en voorraden en het inzien van alle administraties, notulen, brieven, computerbestanden en overige bescheiden waarvan hij inzage voor de accountantscontrole nodig oordeelt. Het College, het dagelijks bestuur van een stadsdeel of het bestuur van een verbonden partij dragen er zorg voor, dat de accountant voor de uitvoering van zijn controlewerkzaamheden een onbelemmerde toegang heeft tot alle kantoren, magazijnen, werkplaatsen, terreinen en informatiedragers van de gemeente, het stadsdeel of de verbonden partij.

  • 2. De accountant is bevoegd om van alle in de organisatie werkzame personen mondelinge en schriftelijke inlichtingen en verklaringen te verlangen die hij voor de uitvoering van zijn opdracht denkt nodig te hebben. Het College, het dagelijks bestuur van een stadsdeel of het bestuur van een verbonden partij, draagt er zorg voor dat alle in de organisatie werkzame personen zijn gehouden de accountant alle informatie te verstrekken, opdat de accountant zich een juist en volledig oordeel kan vormen over de rechtmatige totstandkoming van baten, lasten en balansmutaties, het gevoerde beheer, de getrouwheid van de daarover verstrekte informatie en de getrouwheid van de gecontroleerde verantwoording.

Artikel 8 Controle van andere verantwoordingen

  • 1. De accountantscontrole met betrekking tot andere verantwoordingen wordt onverschillig onder wiens verantwoordelijkheid de andere verantwoording wordt samengesteld uitgevoerd door de in artikel 2 aangewezen accountant, tenzij het inschakelen van een andere accountant noodzakelijk is. Als deze noodzaak wordt geconstateerd, wordt door het College of een dagelijks bestuur de accountants schriftelijk op de hoogte gesteld en wordt gelijktijdig een afschrift hiervan verzonden naar de Raad respectievelijk de stadsdeelraad.

  • 2. Voorzover nodig geacht kan het College of een dagelijks bestuur de accountant opdracht geven tot het uitvoeren van specifieke werkzaamheden voorzover de onafhankelijkheid van de accountant conform de dan vigerende beroepsvoorschriften daarmee niet wordt aangetast.

Artikel 9 Rapportering

  • 1. Als de accountant bij een controle afwijkingen constateert die leiden tot het niet afgeven van een goedkeurende verklaring bij een dienstrekening, meldt hij deze terstond schriftelijk aan het College en zendt gelijktijdig een afschrift hiervan aan de directeur van de organisatie-eenheid die verantwoordelijk is voor de opstelling van de dienstrekening. Als de accountant afwijkingen constateert die leiden tot het niet afgeven van een goedkeurende verklaring bij de gemeenterekening, wordt de Raad hiervan schriftelijk door de accountant op de hoogte gesteld en wordt gelijktijdig een afschrift hiervan verzonden naar het College.

  • 2. Bij de stadsdelen geldt dat, indien voornoemde afwijkingen ten aanzien van de stadsdeelrekening worden geconstateerd, de accountant het dagelijks bestuur hierover schriftelijk informeren en een afschrift hiervan aan de stadsdeelraad verzendt.

  • 3. In aanvulling op het in de wet voorgeschreven verslag van bevindingen brengt de accountant over de door hem uitgevoerde (deel)controles verslag uit over de bevindingen van niet van bestuurlijk belang in een zogenoemde managementletter aan de (ambtelijke) leiding van een organisatieonderdeel of stadsdeel.

  • 4. De accountantsverklaring en het accountantsverslag worden voor verzending aan het orgaan dat verantwoordelijk is voor de behandeling van de jaarrekening aan de in artikel 1, onder d tot en met g, aangewezen verantwoordelijken voor de samenstelling van een jaarrekening voorgelegd om de mogelijkheid te bieden op deze stukken te reageren.

  • 5. De accountant bespreekt voorafgaand aan de behandeling van de gemeenterekening en een stadsdeelrekening in de Raad respectievelijk stadsdeelraad het verslag van bevindingen met de Rekeningencommissie respectievelijk met een daaraan gelijk te stellen commissie bij een stadsdeel.

  • 6. Het verslag van bevindingen inzake de controle van een dienstrekening wordt aan het College en in afschrift aan de Rekeningencommissie en de Raad verzonden.

Artikel 10 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de dag na die van bekendmaking en werkt terug tot en met 1 januari 2004, met dien verstande dat de voorschriften van deze verordening niet eerder van toepassing zijn dan met betrekking tot de in deze verordening voorziene accountantscontrole voor het jaar 2004.

Artikel 11 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald onder de naam Controleverordening gemeente Amsterdam.