Regeling vervallen per 01-09-2009

Bijzondere Subsidieverordening Veilig Ondernemen

Geldend van 01-03-2008 t/m 31-08-2009

Intitulé

Bijzondere Subsidieverordening Veilig Ondernemen

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1.1 Begripsbepalingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    college: het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam;

  • b.

    dagelijks bestuur: het dagelijks bestuur van het stadsdeel waar de onderneming gevestigd is;

  • c.

    BORG certificering: een kwaliteitskeurmerk in de beveiliging.

Artikel 1.2 Doel verordening

Deze verordening heeft tot doel ondernemers te stimuleren om te investeren in het verbeteren van de veiligheid van de onderneming

Artikel 1.3 Activiteiten

  • 1. Subsidie kan worden verleend voor:

    • a.

      het laten uitvoeren van een veiligheidsscan;

    • b.

      het aanschaffen en monteren van detectiepoortjes;

    • c.

      het aanschaffen en monteren van een BORG gecertificeerd alarminstallatie;

    • d.

      het aanschaffen en monteren van videobewaking;

    • e.

      het aanschaffen en monteren van een BORG gecertificeerd afstortkluis;

    • f.

      het aanschaffen en monteren van een BORG gecertificeerd autokluis;

    • g.

      het aanschaffen en monteren van een BORG gecertificeerd veiligheidsslot en veiligheidsbijzetslot;

    • h.

      het volgen van een training of cursus in het tegengaan van winkelcriminaliteit;

    • i.

      het aanschaffen en monteren van een burenbelsysteem;

    • j.

      het aanschaffen van een mobiel pinapparaat;

    • k.

      het laten uitvoeren van surveillance op een bedrijventerrein of in een winkelgebied door een erkend beveiligingsbedrijf;

    • l.

      het aanschaffen en monteren van rolluiken/schaarhekken.

  • 2. Aan marktondernemers en staanplaatsvergunninghouders buiten de markt wordt geen subsidie verstrekt voor:

    • a.

      het laten uitvoeren van een veiligheidsscan;

    • b.

      het aanschaffen van detectiepoortjes;

    • c.

      het aanschaffen van een alarminstallatie;

    • d.

      het aanschaffen van videobewaking;

    • e.

      het aanschaffen van een afstortkluis;

    • f.

      het aanschaffen van veiligheidssloten en veiligheidsbijzetsloten;

    • g.

      het aanschaffen van een burenbelsysteem;

    • h.

      het laten uitvoeren van surveillance op een bedrijventerrein of in een winkelgebied;

    • i.

      het aanschaffen van rolluiken en schaarhekken.

Artikel 1.4 Ontvanger subsidie

Subsidie wordt verstrekt aan ondernemers waarvan de onderneming gevestigd is in het stadsdeel, en ten behoeve van deze vestiging.

Artikel 1.5 Subsidieplafond

  • 1. Het college maakt jaarlijks vóór 31 december het subsidieplafond bekend dat beschikbaar is voor de verschillende in artikel 1.3 genoemde activiteiten.

  • 2. Aanvragen van subsidie worden in behandeling genomen in de volgorde van ontvangst daarvan.

Artikel 1.6 Bevoegdheid

Het dagelijks bestuur van het stadsdeel waar de onderneming is gevestigd, is het bevoegde bestuursorgaan met betrekking tot het nemen van beslissingen op grond van deze verordening.

Artikel 1.7 Aanvraag tot verlening

  • 1. Voor het indienen van een aanvraag wordt gebruik gemaakt van een door het College aan de stadsdelen ter beschikking gesteld aanvraagformulier.

  • 2. Het dagelijks bestuur stelt de formulieren genoemd in het eerste lid beschikbaar.

  • 3. Een aanvraag wordt ingediend bij het dagelijks bestuur van het stadsdeel waar de onderneming is gevestigd.

  • 4. Bij de aanvraag wordt in ieder geval overgelegd:

    • a.

      een afschrift waaruit blijkt dat de onderneming van de aanvrager is gevestigd in het stadsdeel waar subsidie wordt aangevraagd;

    • b.

      een afschrift van inschrijving bij de Kamer van Koophandel;

    • c.

      een afschrift van een huur- of koopcontract van het pand en

    • d.

      een verklaring waaruit blijkt dat de aanvrager in de afgelopen drie jaar, meegerekend de subsidie die op basis van deze subsidieverordening wordt aangevraagd, niet meer dan € 100.000 aan overheidssubsidie heeft ontvangen.

Artikel 1.8 Marktondernemers

In aanvulling op artikel 1.7, vierde lid, geldt voor marktondernemers dat de aanvrager:

  • a.

    het jaar voor de aanvraag minimaal drie dagen per week op de betreffende markt op het grondgebied van het stadsdeel waar de subsidie wordt aangevraagd staat, behoudens de vakantieperiode;

  • b.

    staat ingeschreven bij de afdeling Marktzaken gemeente Amsterdam;

  • c.

    zijn anciënniteitnummer kan overleggen.

Artikel 1.8.A Staanplaatsvergunninghouders buiten de markt

In aanvulling op artikel 1.7, vierde lid, geldt voor staanplaatsvergunningshouders buiten de markt dat de aanvrager:

  • a.

    staat op het grondgebied van het stadsdeel waar de subsidie wordt aangevraagd staat;

  • b.

    zijn staanplaatsvergunning kan overleggen.

Artikel 1.9 Beslistermijn

  • 1. Het dagelijks bestuur beslist binnen acht weken na ontvangst van de aanvraag tot subsidieverlening.

  • 2. Het dagelijks bestuur kan deze termijn met ten hoogste acht weken verlengen; het dagelijks bestuur doet hiervan voor de afloop van de in het eerste lid genoemde termijn mededeling aan de aanvrager.

Artikel 1.10 Weigeringsgronden

Het dagelijks bestuur weigert de subsidie in ieder geval, indien:

  • a.

    de te verlenen subsidie niet of in onvoldoende mate zal worden besteed aan de activiteit waarvoor de subsidie is bedoeld;

  • b.

    de activiteiten geheel of gedeeltelijk zijn uitgevoerd of

  • c.

    aan de aanvrager reeds eerder subsidie is verleend voor dezelfde activiteiten.

Artikel 1.11 Algemene verplichtingen subsidie-ontvangers

  • 1. De ontvanger van een subsidie zorgt ervoor, dat:

    • a.

      tot uitvoering van de gesubsidieerde activiteit wordt overgegaan binnen twee maanden na de subsidieverlening;

    • b.

      de gereedmelding van de werkzaamheden plaatsvindt binnen zes weken na aanschaf en start montage.

  • 2. Het dagelijks bestuur kan voorts de subsidie-ontvanger andere verplichtingen opleggen die betrekking hebben op de wijze waarop en de middelen waarmee de gesubsidieerde activiteit wordt verricht.

Artikel 1.12 Gereedmelding

  • 1. De subsidie-ontvanger meldt de gesubsidieerde activiteit binnen zes weken na voltooiing van de werkzaamheden gereed.

  • 2. De gereedmelding is tevens de aanvraag tot vaststelling van de subsidie en geschiedt op een door het college vastgesteld gereedmeldingsformulier.

  • 3. De gereedmelding als bedoeld in het eerste lid gaat in ieder geval vergezeld van:

    • a.

      een verklaring van de subsidie-ontvanger dat bij de aanschaf van de activiteit is voldaan aan de opgelegde verplichtingen;

    • b.

      een gespecificeerde opgave van de kosten van de activiteit met daarop betrekking hebbende rekeningen en betaalbewijzen;

    • c.

      een opgave van de dag waarop de activiteit is geleverd en gemonteerd. Indien het betreft een training of cursus, een afschrift van het certificaat waaruit blijkt dat de training of cursus is gevolgd.

  • 4. Het dagelijks bestuur bevestigt binnen drie weken de ontvangst van de gereedmelding.

Artikel 1.13 Vaststelling

  • 1. Het dagelijks bestuur stelt binnen acht weken na ontvangst van de gereedmelding de subsidie vast.

  • 2. Het dagelijks bestuur kan de in het vorige lid bedoelde termijn eenmalig met acht weken verlengen; hiervan doet het vóór de afloop van de in het eerste lid genoemde termijn mededeling aan de aanvrager.

Artikel 1.14 Voorschotten

Het dagelijks bestuur kan een voorschot verlenen tot ten hoogste 25% van het bedrag vermeld in de beschikking tot subsidieverlening.

Artikel 1.15 Betaling subsidie

Het subsidiebedrag wordt overeenkomstig de subsidievaststelling binnen vier weken na de subsidievaststelling uitgekeerd.

Hoofdstuk 2 Activiteiten

Artikel 2.1 Maximum subsidie veiligheidsscan

De subsidie voor het laten uitvoeren van een Veiligheidsscan bedraagt maximaal 50% van de kostprijs met een maximum van € 125 per onderneming.

Artikel 2.2 Maximum subsidie detectiepoortjes

De subsidie voor het aanschaffen van detectiepoortjes bedraagt maximaal 50% van de kostprijs met een maximum van € 2000 per onderneming.

Artikel 2.3 Maximum subsidie alarminstallatie

De subsidie voor het aanschaffen van een alarminstallatie bedraagt maximaal 50% van de kostprijs met een maximum van € 600 per onderneming.

Artikel 2.4 Maximum subsidie videobewakingssyteem

  • De subsidie voor het aanschaffen van een videobewakingssysteem bedraagt maximaal 50% van de kostprijs met een maximum van € 1000 per onderneming.

  • Verplichtingen subsidie Videobewakingssysteem.

  • 1. Het videobewakingssysteem dient te worden aangeschaft bij een erkend BORG beveiligingsbedrijf.

  • 2. Het videobewakingssysteem dient beelden op te nemen en minimaal 48 uur te bewaren. De kwaliteit van de beelden dient dusdanig te zijn dat de beelden geschikt zijn voor opsporing.

Artikel 2.5 Maximum subsidie Afstortkluis

De subsidie voor het aanschaffen van een afstortkluis bedraagt maximaal 50% van de kostprijs met een maximum van € 400 per (ondernemer of anders bedrijf).

Artikel 2.6 Maximum subsidie Autokluis

De subsidie voor het aanschaffen van een autokluis bedraagt maximaal 50% van de kostprijs met een maximum van € 300,- per onderneming.

Verplichtingen subsidie Autokluis

De autokluis dient in een bedrijfswagen te worden geïnstalleerd.

Artikel 2.7 Maximum subsidie Veiligheidsslot

De subsidie voor het aanschaffen van een veiligheidsslot bedraagt maximaal 50% van de kostprijs met een maximum van € 150,- per onderneming.

Verplichting subsidie Veiligheidsslot

Het Veiligheidsslot dient te voldoen aan de eisen verbonden aan het Politie Keurmerk Veilig Wonen.

Artikel 2.8 Maximum subsidie veiligheidsbijzetslot

De subsidie voor het aanschaffen van een veiligheidsbijzetslot bedraagt maximaal 50% van de kostprijs met een maximum van € 250 per onderneming.

Verplichting subsidie veiligheidsbijzetslot

Het Veiligheidsbijzetslot dient te voldoen aan de eisen verbonden aan het Politie Keurmerk Veilig Wonen.

Artikel 2.9 Maximum subsidie training en cursus

  • De subsidie voor het volgen van een training of cursus bedraagt maximaal 50% van de kostprijs met een maximum van € 100 per deelnemend personeelslid en € 600 per onderneming.

  • Verplichtingen subsidie training en cursus

  • 1. De training of cursus wordt niet reeds van overheidswege gesubsidieerd.

  • 2. De training of cursus wordt gevolgd bij een organisatie die minimaal twee jaar ervaring heeft in het geven van trainingen of cursussen in het tegengaan van winkelcriminaliteit.

  • 3. Zelfverdedigingscursussen vallen hier niet onder.

Artikel 2.10 Maximum subsidie burenbelsysteem

  • De subsidie voor het aanschaffen van een burenbelsysteem bedraagt maximaal 50% van de kostprijs met een maximum van € 850,- per onderneming.

  • Verplichtingen subsidie burenbelsysteem

  • 1. Aan het burenbelsysteem dienen minimaal vijf ondernemers deel te nemen.

  • 2. Er moet overleg hebben plaatsgevonden met politie en stadsdeel over het kwaliteitsniveau van het burenbelsysteem.

Artikel 2.11 Maximum subsidie mobiele pinapparatuur

De subsidie voor de aanschaf van een mobiel pinapparaat bedraagt maximaal 50% van de aanschafprijs, met een maximum van € 400 per onderneming.

Artikel 2.12 Maximum subsidie Surveillance bedrijventerrein of winkelgebied

De subsidie voor het laten uitvoeren van surveillance op een bedrijventerrein of in een  winkelgebied bedraagt maximaal 50% van de kostprijs, met een maximum van 12.500,- euro per bedrijventerrein.

Artikel 2.13 Maximum subsidie rolluiken/schaarhekken

De subsidie voor het aanschaffen en monteren van rolluiken en schaarhekken bedraat maximaal 50% van de kostprijs, met een maximum van 1.250 euro per onderneming.

Verplichtingen subsidie Rolluiken/Schaarhekken

Rolluiken en Schaarhekken moeten voldoen aan de welstandseis, als volgt: Het transparante rolluik/rol/schaarhek dient tenminste voor 60% en bij plaatsing aan de buitenzijde van de gevel voor 70% doorzichtig te zijn.

Hoofdstuk 3 Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 3.1 Hardheidsclausule

Het dagelijks bestuur kan deze verordening buiten toepassing laten of daarvan afwijken voor zover toepassing gelet op het belang van de veiligheid van winkels leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard.

Artikel 3.2 Toezicht op naleving

Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de bij besluit van het dagelijks bestuur aan te wijzen personen.

Artikel 3.3 Inwerkingtreding en vervaldatum

Deze verordening geldt van 1 februari 2008 tot en met 31 december 2010.

Artikel 3.4 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als Bijzondere Subsidieverordening Veilig Ondernemen.