Regeling vervallen per 06-02-2020

REGELING ONKOSTENVERGOEDING VRIJWILLIGERS 2005

Geldend van 25-04-2005 t/m 05-02-2020 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2005

Intitulé

REGELING ONKOSTENVERGOEDING VRIJWILLIGERS 2005

Burgemeester en wethouders van de gemeente Apeldoorn;

gelezen de Nota vrijwilligerswerk 1997;

gelet op artikel 160 van de Gemeentewet;

BESLUITEN:

vast te stellen de navolgende Regeling onkostenvergoeding vrijwilligers.

Artikel 1 Algemene bepalingen

  • 1.1.

    • Tenzij in deze regeling uitdrukkelijk anders wordt vermeld, gelden de voorwaarden en bepalingen van de Algemene subsidieverordening (Asv).

  • 1.2 Begripsbepalingen

    Voor de toepassing van deze regeling geldt de omschrijving van begrippen zoals die wordt gegeven in artikel 1 van de Asv. In aanvulling daarop wordt in het kader van deze regeling verstaan onder:

    • a

      gemeente: de gemeente Apeldoorn;

    • b

      college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Apeldoorn;

    • c

      organisatie: rechtspersoonlijkheid bezittende instelling, waarvan de statuten het vrijwilligerswerk, te weten het voornamelijk met vrijwilligers organiseren van activiteiten ter verbetering van de situatie van individuen en groepen in de samenleving, als voornaamste doel omschrijven;

    • d

      bemiddelend orgaan: de door het college aangewezen instelling belast met het in ontvangst nemen van subsidie-aanvragen, het van een beslisvoorstel voorzien doorgeleiden van de subsidie-aanvragen en het feitelijk uitvoering geven aan de gehonoreerde subsidie-aanvragen;

    • e

      vrijwilliger: een natuurlijk persoon die overeenkomstig de statuten van de vrijwilligersorganisatie actief betrokken is bij het nastreven van de doelstelling van die organisatie, daarvoor met uitzondering van een redelijke vergoeding van de onkosten geen honorering of salaris ontvangt;

    • f

      onkosten: de door een vrijwilliger in het kader van activiteiten van de vrijwilligersorganisatie gemaakte kosten, zoals bijvoorbeeld reis-, telefoon-, vergader-, oppas-, porto-, papier-, en schrijfwarenkosten.

  • 1.3 De organisatie moet volgens haar statuten in de gemeente Apeldoorn gevestigd zijn en als vrijwilligersorganisatie ingeschreven zijn bij de Kamer van Koophandel.

  • 1.4 Van de vrijwilligers van de organisatie moet tenminste 2/3 deel in de gemeente Apeldoorn wonen.

  • 1.5 De activiteiten van de organisatie moeten voornamelijk gericht zijn op inwoners van de gemeente Apeldoorn.

  • 1.6 De activiteiten van de organisatie moeten passend zijn binnen het gemeentelijke lokaal sociaal beleid.

Artikel 2 Specifieke voorwaarden en bepalingen

  • 2.1 Het college kan in de vorm van de niet-financiële normsubsidie aan een organisatie als bedoeld in artikel 1.2, onder c, subsidie toekennen met inachtneming van de in deze regeling opgenomen voorwaarden en bepalingen.

  • 2.2 Het college wijst een instelling aan als bemiddelend orgaan dat wordt belast met het in ontvangst nemen van de subsidie-aanvragen, het van een beslisvoorstel voorzien doorgeleiden van de subsidie-aanvragen aan de functionaris, genoemd in artikel 5, en het feitelijk uitvoering geven aan de door voornoemde functionaris gehonoreerde subsidie-aanvragen.

  • 2.3 Bij de onder artikel 2.1 bedoelde subsidieverstrekking worden de volgende criteria, met daaraan verbonden een prioriteitsvolgorde, gehanteerd:

    • 1

      vrijwilligersprojecten door ouderen en/of gericht op het welzijn en zorg voor ouderen;

    • 2

      vrijwilligersprojecten door jongeren en/of gericht op jongeren en/of kinderen;

    • 3

      vrijwilligersprojecten ten behoeve van allochtonen;

    • 4

      vrijwilligersprojecten gericht op zieken en gehandicapten;

    • 5

      vrijwilligersprojecten van andere werksoorten dan welzijn en zorg.

  • 2.4 Overige te hanteren criteria bij de onder artikel 2.1 bedoelde subsidieverstrekking kunnen zijn:

    • ·

      aantal aanvragers;

    • ·

      vergelijkbare organisaties;

    • ·

      aantal vrijwilligers per organisatie;

    • ·

      andere financieringsstromen.

  • 2.5 Het college kan inzake de te verstrekken subsidie per organisatie jaarlijks een maximum bedrag vaststellen.

  • 2.6 Bij de subsidieverstrekking zal het voor het betreffende subsidiejaar beschikbare subsidiebudget niet worden overschreden.

    Het te verstrekken subsidie kan in enig jaar lager zijn dan het subsidie dat de organisaties in het daaraan voorafgaande jaar van de gemeente hebben ontvangen als de beschikbare middelen en/of het aantal organisaties daartoe aanleiding geven. In verband hiermee zullen zonodig de subsidiebijdragen verhoudingsgewijs worden verlaagd.

Artikel 3 Aanvragen voor een subsidie

  • 3.1 Aanvragen voor een subsidie in het kader van deze regeling worden ingediend bij het bemiddelend orgaan.

  • 3.2 In afwijking van het bepaalde in de Asv moeten de aanvragen van organisaties die voor een subsidie krachtens deze regeling in aanmerking willen komen vóór 1 mei van het desbetreffende jaar bij het bemiddelend orgaan zijn ingekomen.

  • 3.3 Naast de op basis van de Asv over te leggen stukken (een afschrift van de statuten en een opgave van de samenstelling van het bestuur) dient een overzicht van het aantal vrijwilligers waarvoor de onkostenvergoeding wordt aangevraagd te worden overlegd, met een indicatie van het aantal uren dat ze als vrijwilliger besteden en informatie over het te voeren vrijwilligersbeleid van de organisatie.

  • 3.4 De subsidiemogelijkheid vervalt als de betreffende organisatie reeds voldoende subsidie- en/of inkomstenmogelijkheden van derden kan verkrijgen.

Artikel 4 Terugbetaling

  • 4.1 De gemeente zal terugbetaling van de reeds in het kader van deze regeling verstrekte subsidie vorderen, wanneer de aanvrager onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt of op enige andere wijze misbruik heeft gemaakt van deze regeling.

Artikel 5 Mandaatverlening

  • 5.1 De directeur van de dienst Samenleving wordt bevoegd verklaard te beslissen op aanvragen voor een subsidie in het kader van deze regeling.

Artikel 6 Slotbepalingen

  • 6.1 In gevallen waarin deze regeling niet voorziet beslist de gemeente.

  • 6.2 Het college kan in individuele gevallen van één of meer bepalingen van deze regeling afwijken, indien toepassing ervan tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

  • 6.3 Deze regeling treedt terugwerkend in werking op 1 januari 2005.

  • 6.4 Deze regeling kan worden aangehaald als ‘Regeling onkostenvergoeding vrijwilligers’.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door het college d.d. 25 april 2005
Inwerking getreden d.d. 1 januari 2005 (terugwerkend)