Regeling vervallen per 27-02-2017

Verordening fractieassistentie 2002

Geldend van 01-01-2011 t/m 26-02-2017

Intitulé

VERORDENING FRACTIEASSISTENTIE 2002

De raad van de gemeente Apeldoorn;

gelezen het advies van de raadscommissie Dualisering Gemeentebestuur d.d. 26 februari 2002;

gelezen het voorstel van het college d.d. 12 maart 2002, nr. 49a-2002;

gelet op artikel 99, lid 2 en artikel 33, lid 3 van de Gemeentewet;

BESLUIT:

vast te stellen de navolgende Verordening, regelende een tegemoetkoming in de kosten, verbonden aan de werkzaamheden van de raadsfracties.

Artikel 1

Deze verordening verstaat onder:

  • 1.

    fractie: een fractie als bedoeld in het Reglement van Orde van de raad;

  • 2.

    presidium: het presidium als bedoeld in het Reglement van Orde van de raad;

  • 3.

    tegemoetkoming: een tegemoetkoming in de kosten van de fractie, verband houdende met het optreden in de raad.

Artikel 2

  • 1. Elke fractie ontvangt ten laste van de gemeente een jaarlijkse tegemoetkoming.

  • 2. In het jaar waarin een raadsverkiezing wordt gehouden vindt na de installatie van de nieuwe raad een herberekening plaats van de tegemoetkoming.

Artikel 3

De tegemoetkoming bestaat uit twee componenten en bedraagt:

  • 1.

    ((aantal fractieleden + 5) : (totaal aantal raadsleden + aantal fracties x 5)) x 42% van het beschikbare budget; en

  • 2.

    ((aantal fractieleden) : (totaal aantal raadsleden)) x 58% van het beschikbare budget.

Artikel 4

Vervallen.

Artikel 5

  • 1. De tegemoetkoming wordt in vier termijnen, te weten aan het begin van ieder kwartaal, als voorschot op dat kalenderjaar, op de door de fractie van tevoren aangegeven wijze betaalbaar gesteld.

  • 2. Indien tijdens een raadsperiode:

    • a.

      één of meer leden van een fractie als zelfstandige fractie gaan optreden;

    • b.

      twee of meer fracties als één fractie gaan optreden;

    • c.

      één of meer leden van een fractie zich aansluiten bij een andere fractie;

    wordt de tegemoetkoming met ingang van het kwartaal, volgend op de veranderde situatie, voor uitsluitend de betreffende fracties aangepast. Voor de overige fracties vindt gedurende het betreffende kalenderjaar geen aanpassing van de tegemoetkoming plaats.

  • 3. De tegemoetkoming van de gesplitste, samengevoegde dan wel gewijzigde fracties wordt met ingang van het kwartaal, volgende op de veranderde situatie als genoemd in het vorige lid, onder a t/m c, verdeeld over betreffende fracties op basis van het aantal leden waaruit de fracties in de veranderde situatie bestaan.

  • 4. Eerst met ingang van het kalenderjaar volgend op de veranderde situatie als genoemd in lid 2 vindt een algemene aanpassing van de tegemoetkoming plaats.

  • 5. Verrekening van gedeelten van de tegemoetkoming vindt niet plaats.

Artikel 6

  • 1. Elke fractie legt, binnen zes weken na het einde van kalenderjaar, aan het presidium verantwoording af over de besteding van de bijdrage van fractieondersteuning onder overlegging van een verslag.

  • 2. Het presidium kan nadere eisen stellen ten aanzien van de verslagen.

  • 3. Onderzoek van het verslag vindt plaats door de accountant, belast met de controle van de jaarrekening van de gemeente. De accountant brengt advies uit aan het presidium.

  • 4. Het presidium stelt na ontvangst van het advies van de accountant de bedragen vast van:

    • a.

      de uitgaven van een fractie die in het vorige kalenderjaar uit de bijdrage bekostigd zijn;

    • b.

      de hoogte van de terugvordering van ontvangen en niet bestede voorschotten.

  • 5. Onterechte uitgaven worden bij de betreffende fractie gedeclareerd en terugbetaling dient binnen 21 dagen te geschieden.

Artikel 7

  • 1. Fracties besteden de bijdrage om hun volksvertegenwoordigende, kaderstellende en controlerende rol te versterken.

  • 2. De bijdrage mag niet gebruikt worden ter bekostiging van:

    • a.

      uitgaven die in strijd zijn met wettelijke bepalingen en overige regelingen;

    • b.

      betalingen aan politieke partijen, met politieke partijen verbonden instellingen of natuurlijke personen anders dan ter vergoeding van een specifiek, herkenbaar, aan die fractie geleverde prestatie (diensten of goederen), op basis van een gespecificeerde, reële declaratie;

    • c.

      giften;

    • d.

      betalingen ten behoeve van verkiezingscampagnes voor de gemeenteraad, provinciale staten, de Tweede Kamer of het Europees parlement;

    • e.

      uitgaven welke betaald dienen te worden uit vergoedingen die de leden ingevolge het rechtspositiebesluit raads- en commissieleden toekomen;

    • f.

      individuele opleidingen voor raads- en commissieleden.

  • 3. Het presidium kan nadere regels vaststellen over de wijze waarop de bijdrage al dan niet mag worden besteed.

  • 4. Het in enig jaar niet gebruikte gedeelte van de bijdrage toekomend aan een fractie mag gereserveerd worden met dien verstande dat de reserve niet groter is dan 25% van de bijdrage die de fractie in de raadsperiode toekomt ingevolge artikel 3.

  • 5. De reserve blijft na de verkiezingen slechts beschikbaar voor de fractie die onder dezelfde naam terugkeert, dan wel voor de fractie die naar het oordeel van de raad als rechtsopvolger daarvan kan worden beschouwd.

  • 6. Als bij zetelverlies de reserve voor een fractie hoger zou worden dan aangegeven in lid 4, vervalt het recht op dat meerdere en dient de fractie binnen 21 dagen, na installatie van de nieuwe raad, tot terugbetaling over te gaan.

  • 7. Bij splitsing van een fractie, dient de reserve verdeeld te worden over de betrokken fracties naar evenredigheid van het aantal bij de splitsing betrokken leden, voor zover deze reserve niet meer bedraagt dan 25% van de bijdrage die de oorspronkelijke fractie in een raadsperiode toekomt.

Artikel 8

Het presidium is belast met de uitvoering van deze verordening en maakt aan het begin van ieder kalenderjaar de hoogte van de tegemoetkoming aan de fracties bekend.

Artikel 9

Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 april 2002 en vervangt de Verordening fractie-assistentie, vastgesteld op 22 december 1994.

Artikel 10

Deze verordening kan worden aangehaald als 'Verordening fractieassistentie'.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering d.d. 14 maart 2002
Inwerking getreden d.d. 1 april 2002
Gewijzigd bij besluit d.d. 18 februari 2010 (art. 5, 6 en 7)
Gepubliceerd in Apeldoorns Stadsblad d.d. 3 maart 2010
Inwerking getreden d.d. 1 januari 2010
Gewijzigd bij besluit d.d. 2 december 2010 (artikel 3 en 4)
Gepubliceerd in het Apeldoorns Stadsblad d.d. 15 december 2010
Inwerking getreden d.d. 1 januari 2011

Toelichting Verordening fractieassistentie 2002

Algemeen

Deze verordening geeft uitvoering aan artikel 33, lid 2 en lid 3 van de Gemeentewet. Dit artikel is door de Wet dualisering gemeentebestuur ingrijpend gewijzigd. Het legt vast dat voor politieke groeperingen een recht op fractieondersteuning bestaat. De uitwerking van deze rechten moet bij verordening geregeld worden.

Artikel 3

Fractieondersteuning vindt zijn vorm in een financiële ondersteuning. De hoogte van het budget voor fractieondersteuning zal in de gemeentebegroting moeten worden opgenomen en dus door de raad worden vastgesteld.

Artikel 6

Onderzoek naar het verslag door de accountant wordt meegenomen met de controle op de jaarrekening. Uit het verslag van de accountant aan de raad kan naar voren komen dat er een verrekening dient plaats te vinden met het verstrekte (kwartaal)voorschot. Indien niet verrekend kan worden, bijvoorbeeld omdat een fractie uit de raad verdwijnt zal de raad het ten onrechte uitgekeerde voorschot kunnen terugvorderen.

Artikel 7

De fracties wordt grotendeels de vrijheid gelaten wat betreft de inhoudelijke besteding van de fractieondersteuning. Minimumvoorwaarde is wel dat de bijdrage besteed wordt aan raadswerkzaamheden. Verder is een aantal doelen genoemd waarvoor de bijdrage niet gebruikt mag worden. Daarmee wordt onder andere voorkomen dat met de bijdrage verkiezingscampagnes worden gefinancierd en dat raadsleden hun eigen vergoeding voor het raadswerk (vastgelegd in het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden) aanvullen met de bijdrage voor fractieondersteuning. Individuele opleidingen voor raads- en commissieleden dienen bekostigd te worden uit het daarvoor beschikbare individuele budget en dus niet uit de bijdrage voor fractieondersteuning.

Omdat het bij uitstek om politieke ondersteuning gaat kan deze inhoudelijk niet te zeer gedetailleerd bij verordening geregeld worden. Het presidium heeft de bevoegdheid om middels nadere regels te bepalen welke kosten er niet en welke wel ten laste van de het fractiebudget mogen worden gebracht.

lid 3

De reserve bestaat uit het niet gebruikte deel van voorgaande jaren. Dit bedrag mag niet eindeloos groeien. De reserve is dan ook gebonden aan een maximum.

lid 6

Met betrekking tot de reserve is het van belang dat goed wordt omgegaan met de splitsing van een fractie. Lid 6 regelt dat de reserve naar evenredigheid verdeeld wordt over de nieuw ontstane fracties.

Artikel 9 en 10 Inwerkingtreding en citeertitel

Deze artikelen spreken voor zich en behoeft geen nadere toelichting.