Regeling toezichthoudend orgaan SBO De Delta Appingedam

Geldend van 25-07-2012 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2012

Intitulé

Regeling toezichthoudend orgaan SBO De Delta Appingedam

Gemeenschappelijke regeling voor het toezicht op SBO De Delta Appingedam.

De gemeenteraden van de gemeenten Appingedam, Delfzijl en Loppersum ieder voor zover zij voor de eigen gemeente bevoegd zijn;

Overwegende dat:

toezicht gewenst is op de uitoefening van de bevoegdheden van de gemeenteraad als bedoeld in artikel 48 van de Wet op het primair onderwijs en als bedoeld in de statuten inzake de “Stichting SBO De Delta Appingedam” van 3 december 2010;

gelet op artikel 8, tweede lid van de Wet gemeenschappelijke regelingen;

besluiten:

de gemeenschappelijke regeling “Regeling Toezichthoudend orgaan SBO De Delta Appingedam” aan te gaan.

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    de regeling: deze gemeenschappelijke regeling;

  • b.

    het gemeenschappelijk orgaan: het gemeenschappelijk orgaan in artikel 2 van de regeling;

  • c.

    de raden: de gemeenteraden die aan deze regeling deelnemen;

  • d.

    gedeputeerde staten: het college van gedeputeerde staten van de provincie Groningen;

  • e.

    de wet: de Wet gemeenschappelijke regelingen;

  • f.

    de stichting: de Stichting SBO De Delta Appingedam;

  • g.

    de school: SBO De Delta te Appingedam.

Artikel 2 Gemeenschappelijk orgaan

  • 1. Voor de uitvoering van deze regeling is een gemeenschappelijk orgaan ingesteld, genaamd “Toezichthoudend orgaan SBO De Delta Appingedam”.

  • 2. Het gemeenschappelijk orgaan is gevestigd te Appingedam.

Artikel 3 Doelstelling en belang

  • 1. Het gemeenschappelijk orgaan coördineert en oefent bevoegdheden van de raden uit als bedoeld in artikel 48 van de Wet op het primair onderwijs, alsmede in de statuten van de Stichting gelet op het belang te voldoen aan de grondwettelijke plicht zorg te dragen voor voldoende openbaar onderwijs in een genoegzaam aantal scholen.

  • 2. De in het eerste lid van dit artikel genoemde bevoegdheden, welke door de raden aan het gemeenschappelijk orgaan worden overgedragen zijn:

    • -

      het uitoefenen van toezicht op de Stichting;

    • -

      benoeming, schorsing en ontslag van bestuursleden van de Stichting met dien verstande dat tenminste een derde deel van de leden wordt benoemd op bindende voordracht van de ouders van de leerlingen die zijn ingeschreven op de school;

    • -

      inwinnen van inlichtingen en het voeren van besprekingen met het bestuur van de Stichting over de algemene gang van zaken binnen de Stichting;

    • -

      goedkeuring van de begroting en instemming met de jaarrekening van de Stichting;

    • -

      instemming met een statutenwijziging van de Stichting;

    • -

      het nemen van maatregelen om de continuïteit van het onderwijsproces te waarborgen;

    • -

      zelf voorzien in het bestuur van de school en zo nodig ontbinding van de Stichting, indien sprake is van ernstige taakverwaarlozing door het stichtingsbestuur of functioneren in strijd met de wet. Ontbinding geschiedt na overleg met het stichtingsbestuur.

Artikel 4 Het gemeenschappelijk orgaan

  • 1. Het gemeenschappelijk orgaan bestaat uit 3 leden.

  • 2. De raden wijzen elk één lid uit hun colleges van burgemeester en wethouders aan. De aanwijzing vindt plaats tijdens de eerste vergadering van de raden na een nieuwe samenstelling van hun colleges van burgemeester en wethouders.

  • 3. De leden van het gemeenschappelijk orgaan worden voor een periode van vier jaar aangewezen met dien verstande dat de zittingsperiode gelijk is aan de zittingsperiode van de raden.

  • 4. Het lid dat ophoudt lid te zijn van één van de colleges, houdt tevens op lid van het gemeenschappelijk orgaan te zijn.

  • 5. Een lid van het gemeenschappelijk orgaan kan te allen tijde ontslag nemen. De voorzitter en de raad die hem hebben aangewezen, worden hiervan op de hoogte gesteld.

  • 6. In een vacature wordt zo spoedig mogelijk voorzien.

  • 7. Een lid van het gemeenschappelijk orgaan mag niet als advocaat, gemachtigde of adviseur werkzaam zijn ten behoeve van de wederpartij van het gemeenschappelijk orgaan of ten behoeve van het bestuur van het gemeenschappelijk orgaan in geschillen.

Artikel 5 Taak en bevoegdheden gemeenschappelijk orgaan

Het gemeenschappelijk orgaan oefent de bevoegdheden als bedoeld in artikel 3 van de regeling uit, voor zover daar in deze regeling niet van wordt afgeweken.

Artikel 6 Ernstige taakverwaarlozing of functioneren in strijd met wet

1.Het gemeenschappelijk orgaan stelt in een speciaal daartoe bijeengeroepen vergadering, waarin alle raden vertegenwoordigd zijn, vast dat het bestuur van de Stichting zijn taak ernstig verwaarloost of in strijd met de wet functioneert als bedoeld in artikel 48, elfde lid van de Wet op het primair onderwijs.

Voor dit besluit is een tweederde meerderheid van de geldig uitgebrachte stemmen nodig.

2.Indien het gemeenschappelijk orgaan heeft vastgesteld dat sprake is van een van de omstandigheden als bedoeld in artikel 48, elfde lid van de Wet op het primair onderwijs, neemt het gemeenschappelijk orgaan de in dat artikel bedoelde maatregelen.

Dit besluit vergt tweederde van de geldig uitgebrachte stemmen.

Artikel 7 Taakverdeling en tekenbevoegdheid

  • 1. Het gemeenschappelijk orgaan kiest uit zijn midden voor een periode van vier jaar een voorzitter, een secretaris en een penningmeester.

  • 2. De voorzitter en de secretaris tekenen alle stukken die van het gemeenschappelijk orgaan uitgaan.

  • 3. De voorzitter, de secretaris en de penningmeester zijn belast met de voorbereiding en de uitvoering van de besluiten van het gemeenschappelijk orgaan, alsmede met het financieel beheer van het gemeenschappelijk orgaan.

Artikel 8 Vergaderfrequentie

  • 1. Het gemeenschappelijk orgaan vergadert jaarlijks ten minste twee keer en voorts zo dikwijls als de voorzitter dit nodig acht.

  • 2. Het gemeenschappelijk orgaan vergadert bovendien indien ten minste twee leden schriftelijk en met opgaaf van redenen aan de voorzitter een verzoek daartoe kenbaar maken. De vergadering vindt vervolgens plaats binnen twee weken nadat de voorzitter het verzoek heeft ontvangen.

Artikel 9 Oproeping

  • 1. De voorzitter bepaalt dag, tijdstip en plaats van de vergadering.

  • 2. De voorzitter roept de leden schriftelijk tot de vergadering op.

  • 3. De oproeping wordt, een spoedeisende situatie uitgezonderd, ten minste een week voor het houden van de vergadering aan de leden toegezonden. De oproeping vermeldt de zaken waarvoor de vergadering is belegd. Behoudens het bepaalde in het derde lid van artikel 10 kan het gemeenschappelijk orgaan besluiten om ook over andere onderwerpen te beraadslagen en te besluiten.

  • 4. De op de agenda betrekking hebbende stukken worden samen met de oproepingen verzonden aan de leden.

Artikel 10 Quorum

  • 1. De vergadering vindt geen doorgang indien niet ten minste de helft van het aantal leden aanwezig is.

  • 2. In geval een vergadering op grond van het bepaalde in het vorige lid geen doorgang kan vinden, belegt de voorzitter binnen 14 dagen een nieuwe vergadering.

  • 3. Indien wegens onvoltalligheid op grond van het bepaalde in het tweede lid een nieuwe vergadering is belegd, beraadslagen en besluiten de aanwezigen over de onderwerpen die voor de eerste vergadering aan de orde waren gesteld, ongeacht het aantal leden dat aanwezig is.

Artikel 11 Besluitvorming

  • 1. Tenzij deze regeling anders bepaalt, worden besluiten bij volstrekte meerderheid van stemmen genomen. Een blanco uitgebrachte stem geldt als een niet uitgebrachte stem.

  • 2. Over personen wordt schriftelijk gestemd, over zaken mondeling.

  • 3. Indien de stemmen staken bij een stemming, niet een benoeming betreffende, wordt het nemen van een besluit tot een volgende vergadering uitgesteld, waarin de beraadslagingen kunnen worden heropend. Indien bij herstemming de stemmen staken, wordt het voorstel geacht te zijn verworpen.

  • 4. Wordt bij stemming over personen, een benoeming betreffende, de vereiste meerderheid niet verkregen, dan vindt herstemming plaats over de personen die de meeste stemmen op zich verenigd hebben. Indien bij deze stemming de stemmen opnieuw staken, dan beslist terstond het lot.

Artikel 12 Openbaarheid van vergaderingen

  • 1. De vergaderingen van het gemeenschappelijk orgaan zijn openbaar.

  • 2. De deuren worden gesloten wanneer ten minste een derde gedeelte van de aanwezige leden daarom verzoekt of de voorzitter dit nodig acht.

  • 3. Het gemeenschappelijk orgaan besluit vervolgens op grond van de aard van de aan de orde zijnde aangelegenheid of met gesloten deuren zal worden vergaderd.

  • 4. In een besloten vergadering kan niet worden beraadslaagd of besloten over de vaststelling en wijziging van de begroting en de vaststelling van de rekening van het gemeenschappelijk orgaan.

Artikel 13 Geheimhouding van stukken

1.Het gemeenschappelijk orgaan kan op grond van een belang genoemd in artikel 10 van de Wet

openbaarheid van bestuur, omtrent het in een besloten vergadering behandelde en omtrent de inhoud van de stukken die aan het gemeenschappelijk orgaan worden overgelegd, geheimhouding opleggen.

De geheimhouding wordt door hen die van het behandelde of de stukken kennis dragen, in acht genomen, totdat het gemeenschappelijk orgaan haar opheft of opheffing noodzakelijk is om aan een wettelijke verplichting te voldoen.

2.De verplichting tot geheimhouding als bedoeld in het vorige lid vervalt indien de oplegging niet door het gemeenschappelijk orgaan in zijn eerstvolgende vergadering, waarin blijkens de presentielijst meer dan de helft van de leden aanwezig is, wordt bekrachtigd.

Artikel 14 Informatie en verantwoording gemeenschappelijk orgaan

  • 1. Het gemeenschappelijk orgaan geeft de raden alle informatie die een of meer leden van die raden schriftelijk verlangen.

  • 2. Het lid van het gemeenschappelijk orgaan verschaft aan de raad die hem als lid heeft aangewezen, alle informatie die een of meer leden van die raad verlangen.

  • 3. Het lid van het gemeenschappelijk orgaan is aan de raad die hem heeft aangewezen, verantwoording verschuldigd over het door hem in het gemeenschappelijk orgaan gevoerde beleid. De verantwoording geschiedt volgens door de raad nader vast te stellen regels.

  • 4. De raden kunnen het door hen aangewezen lid van het gemeenschappelijk orgaan ontslag te verlenen, indien dit lid niet langer het vertrouwen van de raad heeft.

Artikel 15 Ambtelijke secretaris en kostenverdeling

  • 1. Het gemeenschappelijk orgaan wordt in al zijn werkzaamheden bijgestaan door een ambtelijk secretaris van de gemeente Appingedam. De ambtelijk secretaris is bij de vergaderingen van het gemeenschappelijk orgaan aanwezig.

  • 2. De gemeente Appingedam kan er ook voor kiezen om het ambtelijk secretariaat uit te besteden.

  • 3. Het gemeenschappelijk orgaan besluit over de wijze waarop de kosten van de ambtelijk secretaris en de overige uit deze regeling voortvloeiende kosten worden verdeeld over de deelnemende gemeenten.

Artikel 16 Begroting

  • 1. Het boekjaar valt samen met het kalenderjaar.

  • 2. Het gemeenschappelijk orgaan stelt ieder boekjaar een begroting op voor het daarop volgende boekjaar; de inkomsten en uitgaven vinden plaats op basis van de richtlijnen die in de Wet Gemeenschappelijke Regelingen (WGR) zijn opgenomen;

  • 3. De begroting met toelichting wordt tenminste 6 weken voordat het gemeenschappelijk orgaan deze vaststelt aan de raden toegezonden.

  • 4. De raden van de deelnemende gemeenten kunnen gedurende de in het derde lid van dit artikel genoemde termijn bij het gemeenschappelijk orgaan hun zienswijze over de begroting naar voren brengen.

  • 5. Na afloop van de in het vierde lid van dit artikel genoemde termijn stelt het gemeenschappelijk orgaan de begroting vast, zoveel mogelijk met inachtneming van de door de raden gemaakte opmerkingen.

  • 6. Het gemeenschappelijk orgaan zendt de begroting inclusief eventueel door de raden ingediende opmerkingen binnen twee weken na de vaststelling, doch in ieder geval vóór 15 juli van het jaar voorafgaande aan dat waarvoor de begroting dient, aan gedeputeerde staten. Van de inzending doet het gemeenschappelijk orgaan mededeling aan de raden.

  • 7. De raden kunnen na ontvangst van het bericht van inzending bij gedeputeerde staten hun zienswijze naar voren brengen over de begroting.

Artikel 17 Wijziging begroting

Bij wijziging van de begroting is in het bepaalde in artikel 16 niet van toepassing. Tot een wijziging van de begroting kan, op voorstel van het gemeenschappelijk orgaan, worden besloten, indien de deelnemers aan de regeling hiermee instemmen.

Artikel 18 Rekening en verantwoording

  • 1. Het gemeenschappelijk orgaan stelt de jaarrekening vast in het jaar volgende op het jaar waarop deze betrekking heeft.

  • 2. Het gemeenschappelijk orgaan doet jaarlijks vóór 1 juli aan de raden verantwoording van het financieel beheer over het afgelopen boekjaar, door toezending van de voorlopig vastgestelde rekening en de daarbij behorende toelichtende bescheiden.

  • 3. De raden kunnen hun oordeel over de rekening schriftelijk aan het gemeenschappelijk orgaan meedelen.

  • 4. Het gemeenschappelijk orgaan zendt de jaarrekening binnen twee weken na de vaststelling, doch in ieder geval vóór 15 juli van het jaar volgende op het jaar waarop de jaarrekening betrekking heeft, aan gedeputeerde staten.

  • 5. Het besluit van gedeputeerde staten, houdende vaststelling van de rekening, strekt tot decharge.

Artikel 19 Toetreding en uittreding

  • 1. Tot deze regeling kunnen andere gemeenten toetreden die één of meerdere scholen hebben overgedragen aan de Stichting. De raad van een gemeente die wil toetreden tot deze regeling dient hiertoe een verzoek in bij het gemeenschappelijk orgaan dat de raden vervolgens hierover adviseert. Het gemeenschappelijk orgaan neemt het besluit tot toetreding en formuleert de randvoorwaarden, waaronder de kosten van toetreding.

  • 2. Een raad kan op eigen verzoek uittreden uit de regeling.

  • 3. Het gemeenschappelijk orgaan regelt de financiële gevolgen, alsmede de overige gevolgen van de uittreding.

  • 4. Bij toetreding en uittreding kan, al dan niet op verzoek van de betrokken raad, artikel 11 van de wet worden toegepast.

Artikel 20 Wijziging van de regeling

  • 1. Wijziging van deze regeling is slechts mogelijk indien twee derde van de aangesloten radenhiermee instemt. Wijziging van de overgedragen bevoegdheden als bedoeld in artikel 3 van deze regeling behoeft de instemming van alle raden.

  • 2. Indien het gemeenschappelijk orgaan voorstelt om de regeling te wijzigen, zendt het gemeenschappelijk orgaan dit voorstel aan de raden, die een besluit nemen en dit terstond aan het gemeenschappelijk orgaan mededelen.

  • 3. Indien een of meer raden voorstellen de regeling te wijzigen, zenden zij dit voorstel aan het gemeenschappelijk orgaan, dat dit vervolgens, voorzien van zijn commentaar, binnen drie maanden aan de raden zendt, waarna verder wordt gehandeld als in het voorgaande lid.

  • 4. Het gemeenschappelijk orgaan zendt een wijziging van de regeling aan gedeputeerde staten.

Artikel 21 Opheffing en liquidatie

  • 1. De regeling wordt opgeheven indien de stichting SBO De Delta Appingedam ophoudt te bestaan.

  • 2. De regeling kan worden opgeheven indien tweederde deel van de aangesloten raden hiermee instemt.

  • 3. Indien de regeling wordt opgeheven, besluit het gemeenschappelijk orgaan tot liquidatie en stelt hiervoor de nodige regels. Hierbij kan het gemeenschappelijk orgaan van de bepalingen van deze regeling afwijken.

  • 4. Het gemeenschappelijk orgaan stelt, de raden gehoord, het liquidatieplan vast.

  • 5. Het liquidatieplan voorziet in de verplichting van de raden tot deelneming in de financiële gevolgen van de opheffing en in de gevolgen die de opheffing heeft voor het personeel.

Artikel 22 Geschillen

1.In het geval van een geschil over de toepassing van de regeling, zoals bedoeld in artikel 28 van

de wet, beslissen gedeputeerde staten.

2.Het Gemeenschappelijk orgaan en de Stichting kunnen overeen komen om gezamenlijk een

geschillencommissie op te richten die beiden in voorkomende gevallen adviseert.

Artikel 23 Duur van de regeling

De regeling is getroffen voor onbepaalde tijd.

Artikel 24 Verzending en bekendmaking regeling

  • 1. Het bestuur van de gemeente Appingedam zendt de regeling aan gedeputeerde staten.

  • 2. De besturen van de deelnemende gemeenten dragen op de gebruikelijke wijze zorg voor de bekendmaking van de regeling.

  • 3. Het bepaalde in het eerste en tweede lid is mede van toepassing op besluiten tot wijziging, verlenging of opheffing van de regeling, alsmede op besluiten tot toetreding en uittreding.

Artikel 25 Overgangs- en slotbepalingen

  • 1. Het eerste boekjaar loopt van de dag van inwerkingtreding van de regeling tot en met 31 december daaropvolgend.

  • 2. In afwijking van het bepaalde in het tweede en derde lid van artikel 4 van deze regeling worden de leden van het eerste gemeenschappelijk orgaan aangewezen in de eerst volgende vergadering van de raden na de inwerkingtreding van deze regeling.

  • 3. In alle zaken de gemeenschappelijke regeling betreffend waarin de regeling niet voorziet, beslist het gemeenschappelijk orgaan.

Artikel 26 Naamgeving

Deze regeling kan worden aangehaald als “Regeling Toezichthoudend orgaan SBO De Delta Appingedam”

Artikel 27 Inwerkingtreding

De regeling treedt in werking op de dag van bekendmaking en werkt terug tot 1 januari 2012.

Aldus vastgesteld door:

  • -

    De raad van de gemeente Appingedam

  • -

    De raad van de gemeente Delfzijl

  • -

    De raad van de gemeente Loppersum