Regeling vervallen per 17-04-2015

Financiële verordening artikel 212 Gemeentewet

Geldend van 23-11-2011 t/m 16-04-2015

Intitulé

Financiële verordening artikel 212 Gemeentewet

Verordening op de uitgangspunten voor het financieel beleid, alsmede voor het financieel beheer en voor de inrichting van de financiële organisatie van de gemeente Appingedam als bedoeld in artikel 212 van de Gemeentewet.

Titeldeel 1 Begroting en verantwoording

Hoofdstuk 1 Kaderstellen

Artikel 2 Begroting

  • 1.

    Jaarlijks wordt door het college een concept-begroting inclusief meerjaren-investeringsbegroting aangeboden aan de gemeenteraad.

  • 2.

    De begroting is ingedeeld overeenkomstig de voorgeschreven indeling in het Besluit Begroting en Verantwoording.

  • 3.

    De raad stelt de programma-indeling vast.

  • 4.

    De raad stelt per programma vast:a. de beoogde maatschappelijke effecten;b. de te leveren prestaties;c. de baten en lasten.

  • 5.

    Het college stelt per programma indicatoren voor met betrekking tot de beoogde maatschappelijke effecten en de te leveren prestaties.

  • 6.

    De raad stelt de indicatoren, bedoeld in het vijfde lid, vast.

  • 7.

    Het college draagt zorg voor het verzamelen en vastleggen van gegevens over de geleverde prestaties en de maatschappelijke effecten, opdat de doelmatigheid en doeltreffendheid van het beleid zoals vastgesteld door de raad, kunnen worden getoetst.

Artikel 3 Producten

  • 1.

    Bij iedere begroting en jaarstukken wordt een overzicht gegeven van de toedeling van de producten uit de productraming aan de programma’s.

Artikel 4 Kaders begroting

  • 1.

    Het college biedt de gemeenteraad uiterlijk in mei van het begrotingsjaar een nota aan over de kaders voor het volgende begrotingsjaar en de drie opvolgende jaren. In deze nota worden de bevindingen betrokken uit de rapportage van de begrotingsuitvoering bedoeld in artikel 7 en de jaarstukken bedoeld in artikel 8.

  • 2.

    De raad stelt deze nota uiterlijk in juni vast.

Hoofdstuk 2 Uitvoering

Artikel 5 Uitvoering begroting

  • 1.

    Het college stelt regels die waarborgen dat de uitvoering van de begroting rechtmatig, doelmatig en doeltreffend verloopt.

  • 2.

    Het college draagt ten aanzien van de productenraming er zorg voor dat:a. de lasten en baten, door middel van kostentoerekening, eenduidig zijn toegewezen aan de producten van de productraming; b. de budgetten uit de productraming en kredieten voor investeringen passen binnen de kaders zoals geautoriseerd bij de vaststelling van de uiteenzetting van de financiële positie;c. de lasten van de producten niet dusdanig worden overschreden dat de realisatie van andere producten binnen hetzelfde programma onder druk komt.

  • 3.

    Het college draagt er zorg voor dat de lasten van de programma’s zoals geautoriseerd in de (gewijzigde) begroting niet worden overschreden.

  • 4.

    De in het eerste lid bedoelde regels worden ter kennisgeving aan de raad aangeboden.

Hoofdstuk 3 Beheersing en interne controle

Artikel 6 Interne controle

  • 1.

    Het college draagt ten behoeve van het getrouwe beeld en de rechtmatigheid van de jaarrekening zorg voor de jaarlijkse interne toetsing van de getrouwheid van de informatieverstrekking en de rechtmatigheid van de beheershandelingen. Bij afwijkingen neemt het college maatregelen tot herstel.

  • 2.

    Het resultaat van deze toetsing en de eventuele maatregelen tot herstel worden ter kennisneming aan de raad aangeboden.

Hoofdstuk 4 Rapportage en Verantwoording

Artikel 7 Beleidsrapportage en informatie

  • 1.

    Het college informeert de raad door middel van twee beleidsrapportages over de realisatie van de begroting van de gemeente over de eerste drie maanden en de eerste negen maanden van het lopende en gehele boekjaar.

  • 2.

    De beleidsrapportages worden aan de raad aangeboden op een zodanig tijdstip dat:a. de beleidsrapportage per 1 april van het lopende begrotingsjaar kan worden behandeld in de vergadering van raad in mei;b. de beleidsrapportage per 1 oktober van het lopende begrotingsjaar kan worden behandeld in de vergadering van de raad van november;

  • 3.

    De inrichting van de beleidsrapportages sluit aan bij de programma-indeling van de begroting.

  • 4.

    De beleidsrapportages gaan in op afwijkingen boven de € 10.000, zowel wat betreft de lasten en baten, investeringen en indien daar aanleiding voor is de maatschappelijke effecten.

  • 5.

    Tussentijds (buiten de vaste rapportagemomenten) dient de raad te worden gerapporteerd over afwijkingen groter dan € 50.000.

  • 6.

    De exploitatieopzetten van bouwgrondcomplexen, over de situatie t/m 31 december van het voorgaande boekjaar, worden voor 1 maart nagecalculeerd en zo nodig herzien voor de resterende exploitatieperiode.

  • 7.

    Het college informeert in ieder geval vooraf de raad en neemt pas een besluit, nadat de raad in de gelegenheid is gesteld zijn wensen en bedenkingen ter kennis van het college te brengen voorzover het betreft niet bij begroting vastgestelde afzonderlijke verplichtingen inzake:a. investeringen groter dan € 100.000;b. aankoop en verkoop van goederen en diensten groter dan € 75.000;c. het verstrekken van leningen, waarborgen en garanties groter dan € 50.000.

  • 8.

    Het college informeert vooraf de raad en neemt pas een besluit nadat de raad in de gelegenheid is gesteld zijn wensen en bedenkingen ter kennis van het college te brengen indien het college nieuwe meerjarige verplichtingen aangaat waarvan de jaarlijkse lasten groter zijn dan € 25.000.

Artikel 8 Jaarstukken

  • 1.

    Het college draagt zorg voor een adequate vertaling van de verantwoording van de diensten naar de productenrealisatie en naar de programmaverantwoording.

  • 2.

    Het college legt verantwoording af over de uitvoering van de programma’s. In de verantwoording geeft het college aan:a. wat is bereikt;b. welke investeringen zijn afgerond;c. wat de kosten zijn;d. hoe de resultaten zich verhouden tot de in de begroting gestelde doelen.

  • 3.

    De raad bepaalt aan de hand van de uitvoering van de programma’s of de beleidsdoelen van de programma’s voor het lopende jaar bijstelling behoeven.

  • 4.

    De jaarstukken zijn ingedeeld overeenkomstig de voorgeschreven indeling van het Besluit Begroting en Verantwoording.

Titeldeel 2 Financiële positie

Hoofdstuk 5 Kaderstellen

Artikel 9 Financiële positie

  • 1.

    Het college draagt er zorg voor, dat al het beleid waartoe de raad heeft besloten, in de uiteenzetting van de financiële positie en de meerjarenramingen is opgenomen.

Artikel 10 Waardering en afschrijving vaste activa

  • 1.

    Het college biedt de raad ten minste eenmaal in de acht jaar, voor het eerst in februari 2005, ter behandeling en vaststelling een nota afschrijvingsbeleid aan.

  • 2.

    Activeren en afschrijving vinden plaats conform de voorschiften van het Besluit Begroting en Verantwoording en volgens de nota afschrijvingsbeleid.

Artikel 11 Voorziening voor oninbare vorderingen

  • 1.

    Voor openstaande vorderingen betreffende gemeentelijke belastingen alsmede rechten en leges wordt een voorziening wegens oninbaarheid gevormd, op basis van een beoordeling op oninbaarheid van de openstaande vorderingen ouder dan 3 maanden, in dien het vermoeden bestaat dat de vordering geheel of gedeeltelijk oninbaar is.

  • 2.

    Voor de overige vorderingen wordt een voorziening wegens oninbaarheid gevormd op basis van een beoordeling op inbaarheid van de openstaande vorderingen ouder dan drie maanden.

Artikel 12 Reserves en voorzieningen

  • 1.

    Het college biedt eenmaal in de vier jaar gelijktijdig met de in artikel 4 genoemde nota de (bijgestelde) nota reserves en voorzieningen aan.

  • 2.

    De nota behandelt:a. de vorming en besteding van reserves;b. de vorming en besteding voorzieningen;c. de toerekening en verwerking van rente over de reserves en de voorzieningen,in relatie tot de nota weerstandsvermogen bedoeld in artikel 16.

  • 3.

    De raad stelt deze nota uiterlijk in mei vast.

Artikel 13 Kostprijsberekening

  • 1.

    Voor het bepalen van de geraamde kostprijs van producten en diensten van de gemeente wordt een systeem van kostentoerekening gehanteerd. Bij de kostentoerekening worden naast de directe kosten alleen die indirecte kosten betrokken, die rechtstreeks samenhangen met de door de gemeente verleende diensten.

  • 2.

    Bij de indirecte kosten worden betrokken de bijdragen aan reserves voor de noodzakelijke vervanging van de betrokken activa, de kapitaallasten van de in gebruik zijnde activa en voor rioolrechten en afvalstoffenheffing de compensabele BTW.

Artikel 14 Financieringsfunctie

  • 1.

    Het college draagt bij de uitoefening van de financieringsfunctie zorg voor: a. het aantrekken van voldoende financiële middelen en het uitzetten van overtollige gelden om de programma’s binnen de door de raad vastgestelde kaders van de begroting uit te kunnen voeren;b. het beheersen van de risico’s verbonden aan de financieringsfunctie zoals renterisico’s, koersrisico’s en kredietrisico’s;c. het zo veel mogelijk beperken van de kosten van de leningen en het bereiken van een voldoende rendement op de uitzettingen;d. het beperken van de interne verwerkingskosten en externe kosten bij het beheren van de geldstromen en financiële posities.

  • 2.

    Het college neemt bij de uitvoering van de financieringsfunctie het door de raad vastgestelde treasurystatuut in acht.

Titeldeel 3 Paragrafen

Artikel 15 Weerstandsvermogen en risicomanagement

  • 1.

    Het college biedt de raad ten minste eenmaal in de vier jaar, voor het eerst in 2006, een (bijgestelde) nota weerstandsvermogen en risicomanagement aan. In deze nota wordt ingegaan op het risicomanagement, het opvangen van risico’s door verzekeringen, voorzieningen, het weerstandsvermogen of anderszins. In de nota wordt tevens het gewenste weerstandscapaciteit bepaald. De raad stelt de nota vast binnen twee maanden nadat de nota is aangeboden.

  • 2.

    Het college geeft aan in de paragraaf weerstandsvermogen van de begroting en van de jaarstukken de risico’s van materieel belang en een inschatting van de kans dat deze risico’s zich voordoen. Het college brengt hierbij in elk geval de risico’s in beeld en actualiseert de risico’s genoemd in de nota bedoeld in het eerste lid. Hierbij wordt speciale aandacht gegeven aan de stedelijke vernieuwing.Het college geeft in deze paragraaf voorts aan in hoeverre schade en verliezen als gevolg van de risico’s van materieel belang met de weerstandscapaciteit kunnen worden opgevangen.

Artikel 16 Onderhoud kapitaalgoederen

  • 1.

    Het college biedt de raad ten minste eens in de vier jaar, voor het eerst in 2005, een nota onderhoud openbare ruimte aan. De nota geeft het kader weer voor de inrichting van het onderhoud en het beoogde onderhoudsniveau voor het openbaar groen, water, wegen, kunstwerken en straatmeubilair en eveneens de normkostensystematiek en het meerjarig budgettair beslag. De raad stelt de nota vast binnen twee maanden nadat de nota is aangeboden.

  • 2.

    Bij de begroting en de jaarstukken doet het college in de paragraaf onderhoud kapitaalgoederen verslag over de voortgang van het geplande onderhoud en het eventuele achterstallig onderhoud aan openbaar groen, water, wegen, kunstwerken, straatmeubilair, riolering, gebouwen.

Artikel 17 Financiering

Bij de begroting en de jaarstukken doet het college in de paragraaf financiering in ieder geval verslag van:

  • a.

    de kasgeldlimiet;

  • b.

    de renterisiconorm;

  • c.

    de rentevisie, en

  • d.

    de rentekosten en rente-opbrengsten verbonden aan de financieringsfunctie.

Titeldeel 4 Financiële organisatie en administratie

Artikel 18 Administratie

  • 1.

    De administratie is zodanig van opzet en werking, dat zij in ieder geval dienstbaar is voor:a. het sturen en het beheersen van activiteiten en processen in de gemeente als geheel en in de diensten;b. het verstrekken van informatie over ontwikkelingen in de omvang van activa met economisch nut, activa met maatschappelijk nut, voorraden, vorderingen en schulden, enzovoorts;c. het verschaffen van informatie aan de budgethouders en voor het maken van kostencalculaties;d. het bevorderen van de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de begroting en ter zake geldende wet- en regelgeving;e. het afleggen van verantwoording over de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de begroting en ter zake geldende wet- en regelgeving;f. de controle van de registratie van gegevens als zodanig en van de daaraan ontleende informatie alsmede voor de controle op de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen.

Artikel 19 Financiële administratie

Het college draagt er zorg voor dat:

  • a.

    de inrichting en de werking van de financiële administratie voldoet aan het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten en andere relevante wet- en regelgeving;

  • b.

    de vereiste informatie verstrekt wordt aan het rijk, de provincie en de Europese Unie, alsmede aan andere instellingen die specifieke verantwoordingsverplichtingen opleggen aan gemeenten.

Artikel 20 Financiële organisatie

Het college draagt de zorg voor en legt (in een besluit) vast:

  • a.

    een adequate scheiding van taken, functies, bevoegdheden, verantwoordelijkheden, zodat aan de eisen van interne controle wordt voldaan en de betrouwbaarheid van de verstrekte informatie aan beleids- en beheersorganen is gewaarborgd;

  • b.

    de verlening van mandaten en volmachten voor het aangaan van verplichtingen ten laste van de toegekende budgetten en investeringskredieten;

  • c.

    een regeling voor budgethouders.

Artikel 21 Aanbesteding en inkoop

  • 1.

    Het college draagt zorg voor en legt (in een besluit) vast de interne regels (protocol) voor de inkoop en aanbesteding van werken en diensten. De regels waarborgen dat wordt gehandeld in overeenstemming met de regels terzake van de Europese Unie.

  • 2.

    De regels worden ter kennisgeving aan de raad aangeboden.

Titeldeel 5 Slotbepalingen

Artikel 22 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking per 17 april 2008, met dien verstande dat de begroting, meerjarenraming, de jaarstukken, de uitvoeringsinformatie en de informatie voor derden en de daarbij behorende toelichtingen met ingang van de begroting voor het begrotingsjaar 2009 voldoen aan de bepalingen van deze verordening. De financiële verordening (ex art. 212 Gemeentewet) van 21 april 2005 wordt ingetrokken met ingang van 17 april 2008.

Artikel 23 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald onder de naam Financiële verordening gemeente Appingedam.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbarevergadering van 17 april 2008.
De raad voornoemd,
, voorzitter. , griffier.(E.A. Groot) (L. Faber)