Regeling vervallen per 01-06-2020

Uitvoeringsregels Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandige ondernemers (Tozo)

Geldend van 01-03-2020 t/m 31-05-2020 met terugwerkende kracht vanaf 01-03-2020

Intitulé

Uitvoeringsregels Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandige ondernemers (Tozo)

Inleiding

De Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (Tozo) is een van de maatregelen van het kabinet om ondernemers te ondersteunen tijdens de coronacrisis. De regeling is voor zelfstandige ondernemers, waaronder zzp’ers . Het voorziet in een aanvullende uitkering voor levensonderhoud als het inkomen door de coronacrisis tot onder het sociaal minimum daalt. En in een lening voor bedrijfskapitaal om liquiditeitsproblemen als gevolg van de coronacrisis op te vangen. De regeling wordt uitgevoerd door de gemeenten. De ingangsdatum werkt terug t/m 1 maart 2020, indien de aanvraag is ingediend binnen de looptijd van de regeling (1 maart 2020 t/m 31 mei 2020). De regeling van Tozo 1 geldt tot 1 juni 2020.

Grondslag van de regeling

Deze regeling is beschreven in een AMvB gebaseerd op artikel 78f van de Participatiewet. Hierdoor ontstaat de mogelijkheid om voor bijstandsverlening aan zelfstandigen afwijkende regels te stellen. De regeling lijkt op de Bbz, maar wijkt essentieel af op de volgende punten:

  • Het ontbreken van de eis van levensvatbaarheid van het bedrijf;

  • Het ontbreken van een vermogenstoets bij de aanvraag levensonderhoud;

  • Het inkomen van de partner telt niet mee voor het vaststellen van het recht.

Vanwege de uitzonderlijke omstandigheden is er bij de Tozo voor gekozen om de kostendelersnorm niet toe te passen in afwijking van de artikelen 19a en 22a van de Participatiewet.

Doelgroep en voorwaarden

De doelgroep bestaat uit zelfstandigen met personeel, zzp-ers en de directeur-grootaandeelhouder (DGA) van een besloten vennootschap.

De zelfstandigen dienen te voldoen aan de volgende eisen:

  • Is tussen de 18 jaar en AOW-gerechtigde leeftijd;

  • Is Nederlander of daarmee gelijkgesteld;

  • In Nederland woonachtig zijn en het bedrijf is in Nederland gevestigd (of de hoofdzakelijke werkzaamheden vinden in Nederland plaats);

  • Voldoen aan het urencriterium voor de zelfstandigenaftrek (minimaal 1.225 uur per jaar ofwel ca. 24 uur per week werkzaam als zelfstandige). Werkt een aanvrager korter dan een jaar als zelfstandige, dan geldt het urencriterium voor het aantal maanden dat is gewerkt;

  • Vóór 17 maart 2020, 18.45 uur bedrijfsmatig actief zijn geweest als zelfstandige en ingeschreven zijn bij de Kamer van Koophandel.

De DGA dient te voldoen aan de volgende eisen:

  • Het urencriterium, en;

  • Er moet sprake zijn van volledige zeggenschap, en;

  • Van het dragen van de financiële risico’s.

Ook dient de DGA naar waarheid te verklaren en aannemelijk te maken dat zijn/haar B.V. nu geen

salaris kan uitbetalen.

Inkomensondersteuning en lening voor bedrijfskapitaal

Zelfstandigen kunnen vanuit de Tozo een beroep doen op 2 voorzieningen:

  • 1.

    Inkomensondersteuning in de vorm van algemene bijstand;

  • 2.

    lening voor bedrijfskapitaal.

1. Inkomensondersteuning

Op basis van deze tijdelijke regeling biedt de gemeente voor maximaal 3 maanden inkomensondersteuning door aanvulling van het inkomen door bijstand in levensonderhoud tot aan het sociaal minimum (netto € 1.500 voor gehuwden en netto € 1.050 voor een alleenstaande (ouder), alsmede de gebruikelijke, lagere bijstandsnormen voor jongeren van 18 tot 21 jaar). Deze inkomensondersteuning hoeft niet te worden terug betaald. Er is ook geen vermogens- en partnertoets.

2. Lening voor bedrijfskapitaal

Er kan een lening voor bedrijfskapitaal worden aangevraagd van max. € 10.157. Dit bedrag dient wel terugbetaald te worden. De lening heeft een maximale looptijd van 3 jaar, gerekend vanaf datum toekenning, en kent een rentepercentage van 2% gedurende de gehele looptijd van de lening (dus rentedragend vanaf toekenning). Tot 1 januari 2021 hoeft er nog niet te worden afgelost.

Als een echtpaar beide een eigen bedrijf hebben of zelfstandige zijn dan kan er per echtgenoot voor diens bedrijf of zelfstandig beroep een lening worden aangevraagd van ten hoogste € 10.157.

Aanvraag Inkomensondersteuning

Bij de aanvraag verstrekt de zelfstandige informatie om vast te stellen of hij recht heeft op een uitkering op grond van de Tozo. In het kader van de aanvraag verstrekt de zelfstandige in ieder geval de volgende informatie:

  • Gegevens over de ondernemer: NAW-gegevens, leeftijd, verklaring over het voldoen aan het urencriterium en het bezit van de vereiste vergunningen. Bij aanvraag uitkering levensonderhoud: berekening van het verwachtte netto-inkomen in de maanden waarvoor de aanvraag wordt gedaan.

  • Gegevens over de samenstelling van het huishouden (wel/geen partner).

  • Gegevens over het bedrijf of zelfstandig beroep van de ondernemer: naam onderneming, nummer en datum van inschrijving bij de Kamer van Koophandel, rechtsvorm, verklaring over vestiging bedrijf of uitvoering hoofdzakelijke activiteiten in Nederland.

  • Bewijsstukken: kopie van legitimatiebewijs of identiteitsbewijs en dat van de eventuele partner, eventuele jaarrekening, afschrift bankrekening waarop uitkering of lening gestort moet worden, andere bewijsstukken die noodzaak van de lening bedrijfskrediet of eventueel uitkering levensonderhoud aannemelijk maken.

  • Verklaring dat de financiële problemen zijn ontstaan door de coronacrisis.

Om in aanmerking te kunnen komen dient de zelfstandige naar waarheid te verklaren dat naar verwachting het inkomen in de komende 3 maanden (maart, april en mei 2020) minder zal bedragen dan het toepasselijke sociaal minimum als gevolg van de coronacrisis. Voor een snelle afhandeling wordt met de binnenkomst en ondertekening van de aanvraag ervan uit gegaan dat de aanvrager dit verklaart. Hierbij wordt een moreel appel gedaan op de aanvrager om geen misbruik te maken van de regeling.

Op het aanvraagformulier wordt niet naar inkomsten van de aanvrager gevraagd, terwijl het in deze regeling wel gaat om een aanvulling hierop. Afhankelijk van de gezinssituatie kan in dat geval de toepasselijk bijstandsnorm voor gehuwden, een alleenstaande (ouder) dan wel de (lagere) bijstandsnorm voor een jongere van 18 tot 21 jaar worden verstrekt.

Indien de inkomsten bij de aanvraag wel zijn vermeld/kenbaar zijn gemaakt, kunnen deze gekort worden.

Doordat het inkomen vooraf niet wordt getoetst zal, wanneer achteraf blijk dat het inkomen hoger is dan het sociaal minimum, verrekening plaatsvinden. Op grond van de inlichtingenplicht van artikel 17 van de Participatiewet, welke onverkort van kracht is, moet de zelfstandige dit uit zichzelf doorgeven aan de gemeente.

Aanvraag bedrijfskapitaal

Om hiervoor in aanmerking te komen dient de zelfstandige naar waarheid te verklaren en aannemelijk te maken dat er sprake is van een liquiditeitsprobleem als gevolg van de coronacrisis en dat hierdoor lopende betalingsverplichtingen (facturen, rente- en aflossingsverplichtingen) niet meer kunnen worden voldaan. Hierbij mag er geen sprake zijn van een uitsluitingsgrond als genoemd in artikel 13 van de Participatiewet. In het aanvraagformulier moet de zelfstandige de opgenomen Verklaring de-minimus geven. Bijstand in de vorm van bedrijfskapitaal is door het ministerie van EZK beoordeeld als staatssteun, waarvoor deze verklaring noodzakelijk is.

Voorschot

In acute situaties kan worden overgegaan tot het verstrekken van een voorschot op de algemene bijstand, op basis van artikel 4:95 van de Algemene wet bestuursrecht in lijn met artikel 52 van de Participatiewet. Hierbij wordt rekening gehouden met het opgegeven inkomen van de zelfstandige. Deze regeling is daarmee niet van toepassing op bijstand ter voorziening in de behoefte van bedrijfskapitaal.

Tozo-regeling per 1 juni 2020 (Tozo 2)

Bij ministeriële regeling is besloten om de noodregeling voor zelfstandigen Tozo 1 met einddatum 1 juni 2020, met vier maanden te verlengen tot 1 oktober 2020. Wie al gebruik maakt van de Tozo 1 kan mits aan de voorwaarden voor de vervolgregeling wordt voldaan de Tozo-uitkering verlengen. Ook zelfstandigen die nog geen gebruik hebben gemaakt van de Tozo kunnen ondersteuning aanvragen als ze aan de voorwaarden voldoen. Tozo 2 kan vanaf 1 juni tot en met 30 september (met terugwerkende kracht tot 1 juni) worden aangevraagd.

Voorwaarden Tozo 2

Net als bij de Tozo 1 gelden er versoepelde voorwaarden ten opzichte van de reguliere bijstandsverlenging voor zelfstandigen, waarop de regeling is gebaseerd:

  • Het ontbreken van de eis van levensvatbaarheid van het bedrijf;

  • Het ontbreken van een vermogenstoets bij de aanvraag levensonderhoud;

Vanwege de uitzonderlijke omstandigheden is er bij de Tozo voor gekozen om de kostendelersnorm niet toe te passen in afwijking van de artikelen 19a en 22a van de Participatiewet.

1. Inkomensondersteuning (Tozo 2)

In tegenstelling tot de Tozo 1 is er nu wel sprake van een partnertoets. Dit betekent dat, als het gezamenlijk inkomen van de zelfstandige en de partner hoger uitvalt dan het toepasselijk sociaal minimum voor gehuwden er geen aanspraak kan worden gemaakt op de Tozo 2-uitkering voor levensonderhoud. In de praktijk:

  • De zelfstandige verklaart bij de aanvraag dat het gezamenlijk inkomen van zichzelf en de partner lager is dan het toepasselijk sociaal minimum voor gehuwden.

  • De zelfstandige geeft een schatting op van het eigen inkomen en dat van de partner in de maanden waarvoor Tozo 2 wordt aangevraagd.

Hierbij mag de gemeente uitgaan van de verklaring van de zelfstandige en dit hoeft bij de aanvraag niet gecontroleerd te worden.

2. Lening voor bedrijfskapitaal (Tozo 2)

Een zelfstandige kan onder de Tozo een lening voor bedrijfskapitaal aanvragen van max. € 10.157. Dit bedrag dient wel terugbetaald te worden. De lening heeft een maximale looptijd van 3 jaar, gerekend vanaf datum toekenning, en kent een rentepercentage van 2% gedurende de gehele looptijd van de lening (dus rentedragend vanaf toekenning). Tot 1 januari 2021 hoeft er nog niet te worden afgelost.

Had de zelfstandige onder Tozo 1 al bedrijfskapitaal aangevraagd dan kan dit bedrag onder Tozo 2 uitsluitend worden aangevuld tot het bedrag van max. € 10.157. Beide leningen tezamen kunnen nooit hoger zijn dan het maximale bedrag van € 10.157. Dit is exclusief de opgebouwde rente. Bij verstrekking van een lening onder zowel Tozo 1 als Tozo 2, dan start de rente voor beide leningen op verschillende data. Voor de aanvullende lening onder Tozo 2 wordt een nieuwe toekenningsbeschikking verstrekt.

Indien er inmiddels surseance van betaling of faillissement is aangevraagd voor het eigen bedrijf, voor de zelfstandige of voor één van de vennoten of leden waarmee de zelfstandige het bedrijf of zelfstandig beroep in een samenwerkingsverband uitoefent, dan wordt er geen lening voor bedrijfskapitaal verstrekt.

Aanvraag inkomensondersteuning Tozo 2

De uitkering levensonderhoud onder Tozo 2 kan alleen worden toegekend over de maanden juni, juli, augustus en september. Loopt er al een uitkering levensonderhoud onder Tozo 1 met overlap in deze periode dan geldt er aansluitend aanvulling voor de resterende periode onder Tozo 2.

Voor de zelfstandigen die onder de Tozo 1 een uitkering voor levensonderhoud hebben aangevraagd en verlenging aanvragen is het uitgangspunt dat deze uitkering doorloopt zonder onderbreking. Lukt dit niet, dan is het zaak om de periode tussen beide uitkeringen zo kort mogelijk te houden. De zelfstandige moet hiervoor een verlengingsaanvraag indienen, waarbij gebruik kan worden gemaakt van een verkort aanvraagformulier. Wat al bekend is bij de gemeente wordt niet opnieuw uitgevraagd. Wel dient de zelfstandige verklaren of er iets gewijzigd is in de situatie en zo ja wat. In dit geval moet de gemeente bepalen of daardoor aanvullende gegevens nodig zijn. Dit kan middels uitvraag of door het alsnog invullen van het reguliere aanvraagformulier Tozo 2.

Heeft de zelfstandige nog niet eerder aanspraak gemaakt op de Tozo dan moet er voor een uitkering levensonderhoud onder de Tozo 2 een volledige aanvraag worden ingediend.

Aanvraag bedrijfskapitaal

Zowel voor een nieuwe als een aanvullende aanvraag voor een lening voor bedrijfskapitaal moet het volledige aanvraagformulier Tozo 2 worden ingevuld. Hierbij kan de gemeente uitgaan van de verklaring van de zelfstandige, waardoor dit niet bij de aanvraag niet gecontroleerd hoeft te worden.

Verplichtingen verbonden aan de lening

Het college legt in de beschikking waarmee de bijstand in de vorm van bedrijfskapitaal wordt toekend, conform artikel 4:86 van de Algemene wet bestuursrecht, in ieder geval vast:

  • 1.

    De verplichting tot betaling van rente en aflossing alsmede de betalingstermijnen;

  • 2.

    Dat het bedrag van de lening direct kan worden opgeëist:

    • a.

      indien de zelfstandige de betalingsverplichting niet nakomt;

    • b.

      op het moment dat de zelfstandige het bedrijf of zelfstandig beroep overdraagt of beëindigt;

    • c.

      ingeval van surseance van betaling of faillissement van de zelfstandige, van één van de vennoten of leden waarmee het bedrijf of zelfstandig beroep in een samenwerkingsverband wordt uitgeoefend, of van de rechtspersoon.

  • 3.

    De verplichting tot betaling van rente en aflossing vangt aan op 1 januari 2021.

  • 4.

    Het college kan aan het verlenen van de bijstand ter voorziening in de behoefte aan bedrijfskapitaal verplichtingen verbinden die zijn gericht op het verkrijgen van meerdere zekerheid voor de nakoming van de aan deze bijstand verbonden rente- en aflossingsverplichtingen.

  • 5.

    In geval er sprake is van een lening onder zowel Tozo 1 als Tozo 2 kan de gemeente ervoor kiezen om de looptijd van de tweede lening in te korten, zodat beide leningen op dezelfde datum zijn afgelost. Vanzelfsprekend vraagt dit wel om heldere communicatie richting de zelfstandige.

Controle achteraf

Er is voor een snelle invoer gekozen van de regeling vanuit het ministerie. De inlichtingenplicht van artikel 17 van de Participatiewet is van toepassing op de Tozo. Op grond van de Participatiewet heeft de gemeente daarnaast de mogelijkheid om een onderzoek in te stellen naar de verstrekte gegevens. Voor de controle achteraf worden de volgende standpunten gehanteerd:

  • Uitgangspunt alle dossiers op orde, dus alle bewijsstukken aanwezig.

  • Indien hieraan niet kan worden voldaan, maar het ontbreken van documenten kan goed en reconstrueerbaar in het dossier worden onderbouwd, dan mag hiervan worden afgeweken.

  • Als achteraf blijkt dat er teveel is betaald, maar er geen sprake is van schending van de inlichtingenplicht, dan zal het college het teveel betaalde bedrag terugvorderen.

Fraude

Omdat er voor een snelle invoer van de regeling is gekozen vanuit het ministerie kan, ondanks alle zorgvuldigheid om de frauderisico's te beperken, mogelijk niet alle oneigenlijk gebruik/misbruik worden voorkomen. Bij fraude en schending van de inlichtingenplicht wordt er uitgevoerd conform de P-wet.

  • Als achteraf blijkt dat verstrekte gegevens evident onjuist zijn en de bijstand te hoog is vastgesteld dan zal het college de toegekende bijstand terugvorderen en een bestuurlijke boete opleggen.

Financiële compensatie door SWZ

De gemeenten worden volledig gecompenseerd voor de kosten van aanvullende bijstand voor levensonderhoud en de leningen voor bedrijfskapitaal. De uitvoeringskosten van de regeling worden gecompenseerd via een vast bedrag per besluit over een aanvraag (toekenningen en afwijzingen). De gemeenten moeten na afloop van dit jaar zich verantwoorden over de werkelijke uitgaven. Op basis van deze verantwoording worden de benodigde middelen vastgesteld en betaald.

Samenloop EZK-regeling noodloket

Er kan samenloop zijn met de EZK-regeling noodloket. Dit is een gift van € 4.000 ten behoeve van bedrijfskosten, zoals vaste lasten. Dit betreft geen inkomenssteun en deze wordt niet verrekend met de uitkering.

Ondertekening