Regeling vervallen per 01-01-2022

Verordening op de heffing en de invordering van lijkbezorgingsrechten Appingedam 2021

Geldend van 31-12-2020 t/m 31-12-2021

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van lijkbezorgingsrechten Appingedam 2021

De raad van de gemeente Appingedam;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders;

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet;

besluit vast te stellen de volgende verordening:

Artikel 1. Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • algemeen graf: een graf bij de gemeente in beheer waarin gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van lijken;

  • algemeen urnengraf: een graf bij de gemeente in beheer waarin gelegenheid wordt geboden tot het doen bijzetten van asbussen met of zonder urnen;

  • asbus: een bus ter berging van as van een overledene;

  • begraafplaats[en]: de begraafplaatsen "De Wierde", "Rusthof" en "Stilleweer" te Appingedam;

  • graf: een zandgraf of een keldergraf;

  • grafbedekking: gedenkteken of grafbeplanting op een graf, gedenkplaats of verstrooiingsplaats;

  • grafkelder: een betonnen of gemetselde constructie waarin een of meerdere lijken worden begraven of asbussen worden bijgezet; grafkelders kunnen onderdeel zijn van een bovengrondse muur of wand;

  • particuliere gedenkplaats: een plaats waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend om overledenen te gedenken;

  • particuliere urnennis: een nis waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

  • particuliere verstrooiingsplaats: een plaats waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend om daarop as te doen verstrooien;

  • particulier graf: een graf waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

  • het doen begraven en begraven houden van lijken;

  • het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

  • het doen verstrooien van as;

  • particulier urnengraf: een graf waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

  • het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

  • het doen verstrooien van as;

  • - urn: een voorwerp ter berging van een of meerdere asbussen;

  • verstrooiingsplaats: een plaats waarop as wordt verstrooid.

Artikel 2. Belastbaar feit

Op basis van deze verordening worden rechten geheven voor het gebruik van de begraafplaats en voor het door de gemeente verlenen van diensten in verband met de begraafplaats.

Artikel 3. Belastingplicht

De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.

Artikel 4. Vrijstellingen

De rechten worden niet geheven voor het opgraven van een lijk of asbus op rechterlijk gezag.

Artikel 5. Maatstaf van heffing en belastingtarief

  • 1.

    De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2.

    Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6. Belastingjaar

  • 1.

    Met betrekking tot de rechten die per jaar worden geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

  • 2.

    Met betrekking tot de rechten genoemd in onderdeel 6.2 van de tarieventabel is het belastingtijdvak gelijk aan de periode waarvoor wordt afgekocht.

Artikel 7. Wijze van heffing

  • 1.

    De onderhoudsrechten, bedoeld in hoofdstuk 6 van de tarieventabel, worden geheven bij wege van aanslag.

  • 2.

    Andere rechten dan die bedoeld in hoofdstuk 6 van de tarieventabel worden geheven door middel van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld. Het gevorderde bedrag wordt door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 8. Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang voor de jaarlijks verschuldigde rechten

  • 1.

    De onderhoudsrechten, bedoeld in hoofdstuk 6 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van het belastingtijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt zijn de rechten bedoeld in 6.1 van de tarieventabel verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor de rechten bedoeld in 6.1 van de tarieventabel voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven, tenzij het bedrag van de ontheffing minder bedraagt dan € 5,00.

Artikel 9. Ontstaan van de belastingschuld voor de overige rechten

Andere rechten dan die bedoeld in hoofdstuk 6 de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.

Artikel 10. Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de rechten worden betaald binnen 30 dagen na de dagtekening van het aanslagbiljet of de schriftelijke kennisgeving.

  • 2.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijn.

Artikel 11. Kwijtschelding

Bij de invordering van de lijkbezorgingsrechten wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 12. Overgangsrecht

  • 1.

    De 'Verordening lijkbezorgingrechten 2020' van 12 december 2019 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 13, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 13, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de rechten hiervoor in die periode plaatsvindt.

Artikel 13. Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 31 december 2020.

Artikel 14. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening lijkbezorgingsrechten Appingedam 2021.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 29 oktober 2020

De voorzitter,

(F.H. Wiersma)

De griffier,

(W. Onrust)

Tarieventabel behorende bij de Verordening lijkbezorgingsrechten Appingedam 2021, betreffende de begraafplaatsen "De Wierde", "Rusthof" en "Stilleweer" te Appingedam;

Hoofdstuk 1 Verlenen van rechten

1.1

Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een graf (particulier graf) voor een lijk van een persoon van 12 jaar of ouder wordt geheven:

1.1.1

voor een periode van 30 jaar € 896,90

1.2

Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een graf (particulier graf) voor een lijk van een kind beneden 12 jaar wordt geheven:

1.2.1

voor een periode van 30 jaar € 582,30

1.3

Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een urnengraf (particulier urnengraf) wordt geheven:

1.3.1

voor een periode van 30 jaar € 896,90

1.4

Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een urnennis (particuliere urnennis) wordt geheven:

1.4.1

voor een periode van 10 jaar € 582,30

1.5

Voor het verlengen van het uitsluitend recht bedoeld in artikel 1.1, 1.2, en 1.3 wordt een recht geheven voor een periode van 10 jaar gelijk aan de helft van het bedrag dat wordt geheven voor het verlenen van het uitsluitend recht;

1.6

Voor het verlengen van het uitsluitend recht bedoeld in artikel 1.4 wordt een recht geheven voor een periode van 5 jaar gelijk aan de helft van het bedrag dat wordt geheven voor het verlenen van het uitsluitend recht;

Hoofdstuk 2 Begraven

2.1

Voor het begraven van een lijk van een persoon van 12 jaar of ouder wordt geheven: € 1.099,40

2.2

Voor het begraven van een lijk van een kind beneden één jaar wordt geheven:

€ 590,40

2.3

Voor het begraven van een lijk van een kind beneden 12 jaar wordt geheven:

€ 847,50

2.4

Voor het begraven op buitengewone uren wordt het recht, bedoeld in de onderdelen 2.1, 2.2 en 2.3 verhoogd met: € 466,20

2.5

Onder buitengewone uren wordt verstaan :

Op werkdagen voor 10.00 uur en na 15.30 uur

Op zaterdagen voor 10.00 uur en na 11.30 uur

Op zondagen.

Hoofdstuk 3 Cremeren

Gereserveerd

Hoofdstuk 4 Bijzetten van asbussen en urnen

4.1

Voor het bijzetten van een asbus of urn wordt geheven:

4.1.1

in een urnennis € 491,50

4.1.2

op een urnengraf €

261,60

4.1.3

in een urnengraf €

491,50

4.1.4

op een particulier graf € 261,60

4.1.5

in een particulier graf € 491,50

Hoofdstuk 5 Verstrooien van as

5.1

Voor het verstrooien van as op een aangewezen verstrooiingsplaats wordt geheven:

€ 61,00

Hoofdstuk 6 Grafbedekking en onderhoud

6.1

Voor het door of vanwege de gemeente onderhouden van een grafruimte of plaats, daaronder niet begrepen het onderhoud van voorwerpen als bedoeld in onderdeel 6.3, wordt geheven per grafruimte per jaar:

6.1.1

voor een particulier graf € 140,50

6.1.2

voor een particulier urnengraf € 140,50

6.2

De rechten bedoeld in de onderdelen 6.1 kunnen worden afgekocht voor een periode van 30 jaar, door voldoening van een som ineens

6.2.1

De afkoopsom bedraagt voor graven waarop uitsluitend staande gedenktekens al dan niet met grafkelders mogen worden geplaatst € 2.204,00

6.2.2

De afkoopsom bedraagt voor graven waarop uitsluitend liggende gedenktekens al dan niet met grafkelders mogen worden geplaatst:

€ 2.644,80

Hoofdstuk 7 Lijkschouwing

Gereserveerd

Hoofdstuk 8 Inschrijven en overboeken van particulier graf, particuliere urnennis, particuliere gedenkplaats of particuliere verstrooiingsplaats

8.1

Voor het inschrijven en overboeken van een particulier graf in een daartoe bestemd register wordt geheven: € 58,60

8.2

Voor het inschrijven en overboeken van een particuliere urnengraf in een daartoe bestemd register wordt geheven: € 58,60

8.3

Voor het inschrijven en overboeken van een particuliere urnennis in een daartoe bestemd register wordt geheven: € 58,60

Hoofdstuk 9 Opgraven of ruimen

9.1

Voor het opgraven van een lijk wordt geheven:

€ 1.033,80

9.2

Voor het na opgraven weer opnieuw begraven in hetzelfde graf wordt geheven:

€ 1.033,80

9.3

Voor het na opgraven weer begraven in een ander graf wordt geheven:

€ 1.033,80

9.4

Voor het opgraven of verwijderen van een asbus wordt geheven:

9.4.1

uit een particulier graf:

€ 280,60

9.4.2

uit een particulier urnengraf:

€ 280,60

9.4.3

uit een particuliere urnennis:

€ 280,60

9.4.4

uit een algemeen graf:

€ 280,60

9.4.5

uit een algemeen urnengraf:

€ 280,60

9.5.

bij het weer terugplaatsen van de asbus wordt geheven:

9.5.1

in een particuliere graf:

€ 508,80

9.5.2

in een particuliere urnengraf:

€ 508,80

9.5.3

in een particuliere urnennis: € 508,80

9.5.4

in een algemeen graf:

€ 508,80

9.5.5

in een algemeen urnengraf:

€ 508,80

9.6

Voor het ruimen (schudden) van een graf op verzoek van de belanghebbende wordt geheven:

1.460,60

Hoofdstuk 10 Overige diensten

Gereserveerd

Behorende bij raadsbesluit van 29 oktober 2020.

De griffier van Appingedam,

(W. Onrust)