Verordening Inrichting Antidiscriminatievoorziening Wet gemeentelijke antidiscriminatievoorzieningen

Geldend van 01-01-2010 t/m heden

Intitulé

Verordening Inrichting Antidiscriminatievoorziening Wet gemeentelijke antidiscriminatievoorzieningen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    Wet: de Wet gemeentelijke antidiscriminatievoorzieningen

  • b.

    Besluit: het Besluit gemeentelijke antidiscriminatievoorzieningen

  • c.

    De antidiscriminatievoorziening: antidiscriminatievoorziening als bedoeld in artikel 1 van de Wet.

  • d.

    Klacht: klacht bedoeld in artikel 2, eerste lid, onder a, van de Wet;

  • e.

    Klachtbehandelaar: klachtbehandelaar als bedoeld in artikel 1 van het besluit;

  • f.

    Klager: klager als bedoeld in artikel 1 van het besluit;

  • g.

    Ingezetene: ingezetene als bedoeld in artikel 2 van de Gemeentewet;

  • h.

    Het college: het college van burgemeester en wethouders.

Artikel 2 Zorgplicht college van burgemeester en wethouders

Het college biedt de ingezetenen toegang tot een antidiscriminatievoorziening.

Artikel 3 Inrichting antidiscriminatievoorziening

  • 1. Het college ziet er op toe dat het bestuur van de antidscriminatievoorziening er zorg voor draagt dat de klachtbehandelaars voldoen aan de voor klachtenbehandeling vereiste deskundigheid en biedt de klachtbehandelaars de mogelijkheid hun deskundigheid te onderhouden en verder te ontwikkelen.

  • 2. De klager heeft in ieder geval de mogelijkheid om een klacht te melden:

    • ·

      per post

    • ·

      per e-mail

    • ·

      telefonisch

    • ·

      op een door de gemeente aangewezen locatie als bedoeld in artikel 5 van deze verordening.

Artikel 4 Protocol klachtbehandeling

Het protocol voor de behandeling van klachten als bedoeld in artikel 6 van het besluit regelt in ieder geval:

  • a.

    De afdoeningstermijn van klachten;

  • b.

    De wijze van afdoening van klachten;

  • c.

    De registratie van klachten.

Artikel 5 Laagdrempeligheid antidiscriminatievoorziening

  • 1. Ingezetenen worden in de gelegenheid gesteld een klacht in hun directe leefomgeving te melden.

  • 2. Het college draagt er zorg voor dat deze klachtenmelding op tenminste één locatie in de gemeente kan plaatsvinden.

  • 3. Het college is verantwoordelijk voor de deskundigheid van de medewerkers die deze meldingen ontvangen.

  • 4. De klacht wordt doorgeleid naar de antidiscriminatievoorziening.

Artikel 6 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2010.

Artikel 7 Citeertitel

Deze verordening kan aangehaald worden als: Verordening Inrichting Antidiscriminatievoorziening Wet gemeentelijke antidiscriminatievoorzieningen.