Regeling vervallen per 01-01-2012

Subsidieregeling Integraal Jeugdbeleid Arnhem

Geldend van 25-02-2010 t/m 31-12-2011

Intitulé

Subsidieregeling Integraal Jeugdbeleid Arnhem

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    Beleidskader van het integraal jeugdbeleid: De nota ‘Opgroeien in Arnhem met kansen, grenzen en steun’ vastgesteld door de raad van de gemeente Arnhem op 31 maart 2008;

  • b.

    Vernieuwingsproject: een met gebruikmaking van de subsidie in projectvorm te leveren product, prestatie of dienst die qua inhoud, aanpak of werkwijze vernieuwend en/of experimenteel is voor het integraal jeugdbeleid;

  • c.

    Instelling: een organisatie die rechtspersoonlijkheid bezit en die zich ten doel stelt om zonder winstoogmerk activiteiten te verrichten ten behoeve van de ingezetenen van de gemeente Arnhem;

  • d.

    Het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Arnhem;

  • e.

    De wet: de Algemene wet bestuursrecht;

Artikel 2 Subsidiëring

  • 1. Het college kan subsidie verstrekken aan instellingen ten behoeve van vernieuwingsprojecten die passen binnen het beleidskader van het integraal jeugdbeleid.

  • 2. Het subsidie wordt verleend ten behoeve van een project van maximaal 1 jaar.

  • 3. De aanvraag dient te worden ondersteund door een sluitende begroting en een realistisch dekkingsplan.

  • 4. Het subsidie bedraagt ten hoogste € 15.000,-.

  • 5. Het subsidie kan tot maximaal 4 jaar worden verstrekt, onder voorbehoud dat de gemeenteraad na het eerste subsidiejaar middelen beschikbaar stelt.

Artikel 3 Subsidieplafond

Het college stelt jaarlijks vóór 1 januari van het betreffende subsidiejaar het subsidieplafond voor dat jaar vast.

Artikel 4 Aanvraag

  • 1. De aanvragen worden behandeld en beoordeeld in volgorde van binnenkomst, hierbij is de dagstempel van de gemeente bepalend. In geval de aanvraag niet alle gegevens bevat die ingevolge de wet en de Algemene Subsidieverordening Arnhem 2002 vereist zijn, wordt de aanvraag behandeld en beoordeeld op het moment dat alle gegevens zijn overgelegd, ook hierbij is de dagstempel van de gemeente bepalend.

  • 2. Indien op de dag van binnenkomst van een aanvraag meerdere aanvragen binnenkomen en het totale toe te kennen bedrag aan subsidie meer bedraagt dan het ex artikel 3 beschikbare bedrag, wordt laatstgenoemd bedrag verdeeld over de toe te kennen aanvragen naar rato van de hoogte van het aangevraagde bedrag aan subsidie.

  • 3. Een aanvraag dient te worden ingediend tussen 1 januari en 1 oktober.

  • 4. Voor de indiening van een aanvraag dient gebruik te worden gemaakt van het door het college vast te stellen en te verstrekken aanvraagformulier.

  • 5. De beslissing op de subsidieaanvraag wordt uiterlijk binnen 3 maanden na binnenkomst van de aanvraag, genomen. Het college maakt deze beslissing schriftelijk bekend aan de aanvrager binnen drie weken nadat zij is genomen.

Artikel 5 Criteria

Een aanvraag dient te voldoen aan ten minste één van de volgende criteria;

  • I.

    Het project heeft rechtstreeks betrekking op ouders en/of jongeren. Deze worden in de uitvoering van het project nadrukkelijk betrokken;

  • II.

    Het project is gericht op preventie: het voorkomen van problemen bij jeugdigen in Arnhem;

  • III.

    Het project betrekt mensen en middelen op een wijk- of gebiedsgerichte wijze.

Artikel 6 Bevoorschotting

Op basis van een verleende subsidie kan door het college een voorschot van 80% worden verstrekt.

Artikel 7 Weigeringsgronden

  • 1. De subsidieverstrekking kan in ieder geval geweigerd worden indien gegronde reden bestaat aan te nemen dat:

    • a.

      de activiteiten van de aanvrager niet in voldoende mate in het algemeen gemeentelijk belang zijn;

    • b.

      de aanvrager ook zonder subsidie over voldoende gelden, hetzij uit eigen middelen, hetzij uit middelen van derden kan beschikken om de kosten van de activiteiten te dekken;

    • c.

      de activiteiten zoals blijkt uit de ingediende begroting een onvoldoende betrouwbare financiële basis hebben;

    • d.

      de gelden niet of in onvoldoende mate besteed zullen worden voor het doel waarvoor de subsidie beschikbaar wordt gesteld;

    • e.

      de aanvrager doelstellingen beoogt of activiteiten zal ontplooien die in strijd zijn met de wet, het algemeen belang of de openbare orde;

    • f.

      de activiteiten een politiek, godsdienstig of levensbeschouwelijk karakter hebben.

  • 2. De subsidieverstrekking wordt geweigerd in geval niet voldaan wordt aan artikel 2 of artikel 5.

Artikel 8: Verplichting

  • 1. Bij een besluit tot subsidieverstrekking worden aan de subsidieontvanger in ieder geval de volgende verplichtingen opgelegd:

    • a.

      de subsidieontvanger verleent alle medewerking aan evaluatie en monitoring;

    • b.

      de subsidieontvanger meldt onmiddellijk iedere wijziging ten opzichte van de gegevens die bij de aanvraag zijn overgelegd.

      2.Uiterlijk binnen twaalf weken na afloop van de gesubsidieerde activiteit dient een aanvraag om vaststelling van de subsidie te worden ingediend.

Artikel 9: Afwijkingsmogelijkheid

Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van een aanvrager afwijken van een of meerdere bepalingen van deze regeling.

Artikel 10: Evaluatie en monitoring

Deze regeling wordt aan het einde van het derde kwartaal van 2010 geëvalueerd.

Artikel 11: Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking op de dag na bekendmaking ervan.

Artikel 12: Citeertitel

Deze regeling kan worden aangehaald als: “Subsidieregeling Integraal Jeugdbeleid Arnhem”.

Toelichting bij de ‘Subsidieregeling Integraal Jeugdbeleid’

Op 31 maart 2008 stelde de raad van de gemeente Arnhem de nota ‘Opgroeien in Arnhem, met kansen, grenzen en steun’ vast: het integraal jeugdbeleid 2008 – 2011.

Speerpunten van de nota zijn:

  • -

    ruimte voor de jeugd, zowel in fysieke zin als het betrekken van jongeren bij het bedenken, ontwikkelen en uitvoeren van plannen;

  • -

    goede basisvoorzieningen: goede en voldoende basisvoorzieningen op terreinen als onderwijs, sport, cultuur, welzijn en gezondheidszorg;

  • -

    preventie: eerder ingrijpen bij (dreigende) problemen met kinderen en jongeren. Doel is het terugdringen van het aantal risicokinderen;

  • -

    versterken van de jeugdzorgketen onder het motto één kind, één plan, één regisseur;

  • -

    heldere sturing: een transparante en effectieve overlegstructuur tussen organisaties en instellingen die zich met de Arnhemse jeugd bezig houden, zowel op het niveau van individuele kinderen en hun gezinnen, als op bestuurlijk niveau (inzet middelen, protocollen, gezamenlijke instrumenten etc).

Het overgrote deel van het jeugdbeleid bestaat uit activiteiten en projecten uitgevoerd door grote(re) instellingen en organisaties. Te denken valt aan scholen, welzijnsinstellingen, de gezondheidszorg en het sportbedrijf.

Uit de nota vloeit een aantal extra activiteiten voort, bijvoorbeeld de inrichting van de Centra voor Jeugd en Gezin, verbetering vroegsignalering en ketensamenwerking. Ook hierbij zijn het met name de grotere instellingen/organisaties die het voortouw nemen.

Het risico bestaat dat kleine, vernieuwende initiatieven geen kans krijgen omdat het beleid én de begroting zijn ‘dichtgetimmerd’. Dit is onwenselijk.

Voor zowel bestaande organisaties als nieuwkomers op het terrein van het jeugdbeleid dient de mogelijkheid geboden te worden om een andere, nieuwe aanpak uit te proberen en te experimenteren met andere werkwijzen en methodes. Inherent daaraan is het risico van weinig of beperkt succes.

Deze regeling regelt de subsidiëring van dergelijke initiatieven en projecten

Iedere rechtspersoonlijkheid bezittende instelling of organisatie kan met een beroep op deze regeling subsidie aanvragen voor een project dat maximaal één jaar duurt (artikel 2, lid 2). Het subsidie kan tot maximaal 4 jaar worden verstrekt (artikel 2, lid 5).

Het eerstgenoemde artikel begrenst de maximale lengte van één project (bijvoorbeeld een participatieproject dat in totaal 8 maanden duurt), het tweede artikel begrenst het maximaal aantal jaren dat subsidie verstrekt kan worden (één aanvraag bestaat bijvoorbeeld uit een vier jaren achtereen te houden manifestatie jongerenparticipatie die ieder jaar 2 maanden duurt, dus 4 projecten van 2 maanden).

De reden voor dit onderscheid is het feit dat sommige projecten pas echt een kans van slagen hebben indien een bepaalde activiteit jaarlijks plaatsvindt. In het projectplan dient gemotiveerd te worden waarom men een project meerdere jaren herhaalt.

Bij meerjarige subsidiëring vindt een jaarlijkse verstrekking van het subsidie plaats. Daarom wordt bij de jaarlijkse vaststelling van het subsidieplafond rekening gehouden met de bedragen die gemoeid zijn met de meerjarige subsidiëring.

Nb: Ten gevolge van de wet dient het subsidie jaarlijks te worden vastgesteld.

Projectaanvragen dienen minimaal aan één van onderstaande criteria te voldoen (artikel 2 lid 1 en 5).

  • -

    vernieuwend en/of experimenteel karakter. Wij hebben er bewust voor gekozen deze beschrijving niet verder uit werken. Dit om maximale ruimte te geven aan potentiële indieners;

  • -

    de aanvraag heeft rechtstreeks betrekking op ouders en/of jongeren en is bij voorkeur in overleg met hen tot stand gekomen. Participatie is één van de speerpunten van het jeugdbeleid;

  • -

    preventie: projecten met het doel problemen van en met kinderen/jongeren te voorkomen;

  • -

    wijk- of gebiedsgerichte inzet van mensen en middelen: in de wijken gebeurt het, daar ligt ook het ankerpunt van vernieuwing en de versterking van sociale cohesie. Bij voorkeur dienen projecten daarom een wijkgerichte benadering hebben. Voor alle duidelijkheid: een project kan zich op iedere wijk in Arnhem richten, dus niet alleen op de zogenaamde Vogelaarwijken;

Projecten hoeven niet aan álle criteria te voldoen. Het is denkbaar dat ingezoomd wordt op bijvoorbeeld preventie, een wijkgerichte aanpak of participatie van jongeren en ouders.