Verordening Winkeltijden Arnhem

Geldend van 12-03-2018 t/m heden

Intitulé

Verordening Winkeltijden Arnhem

Verordening Winkeltijden Arnhem

Artikel 1

Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    de wet: de Winkeltijdenwet;

  • b.

    winkel: een winkel als bedoeld in artikel 1 van de wet;

  • c.

    feestdag: Nieuwjaarsdag, Eerste Paasdag, Tweede Paasdag, Hemelvaartsdag, Eerste Pinksterdag, Tweede Pinksterdag, Eerste Kerstdag en Tweede Kerstdag;

  • d.

    college: het college van burgemeester en wethouders.

Artikel 2

Beslistermijn

  • 1.

    Het college beslist op een aanvraag om een ontheffing binnen 8 weken na de dag waarop de aanvraag is ontvangen. Deze termijn kan eenmaal met ten hoogste 8 weken worden verdaagd.

  • 2.

    Indien een aanvraag voor een ontheffing wordt ingediend minder dan 8 weken vóór het tijdstip waarop de aanvrager de ontheffing nodig heeft, kan het college besluiten de aanvraag niet te behandelen.

Artikel 3

Overdracht van de ontheffing

  • 1.

    Ontheffingen op grond van deze verordening zijn overdraagbaar na verkregen toestemming van het college.

  • 2.

    In geval van een voorgenomen overdracht van de in het eerste lid bedoelde ontheffingen doet de houder van de ontheffing hiervan onmiddellijk schriftelijk mededeling aan het college onder vermelding van de naam en het adres van de voorgestelde rechtverkrijgende.

Artikel 4

Intrekken of wijzigen van de ontheffing

Het college kan een ontheffing intrekken of wijzigen, indien:

  • a.

    ter verkrijging daarvan onjuiste of onvolledige gegevens zijn verstrekt;

  • b.

    op grond van een verandering van de omstandigheden of inzichten opgetreden na het verlenen van de ontheffing, moet worden aangenomen dat intrekking of wijziging wordt gevorderd door het belang of de belangen ter bescherming waarvan de ontheffing is vereist;

  • c.

    het gebruik van de winkel of de uitoefening van een bedrijf anders dan in een winkel op basis van de ontheffing gevaar oplevert voor de openbare orde, de veiligheid of het woon- en leefklimaat ter plaatse;

  • d.

    de aan de ontheffing verbonden voorschriften en beperkingen niet zijn of worden nagekomen;

  • e.

    van de ontheffing geen gebruik wordt gemaakt binnen een daarin gestelde termijn of, bij gebreke van een dergelijke termijn, binnen een redelijke termijn;

  • f.

    de houder of zijn rechtverkrijgende dit verzoekt.

Artikel 5

Zon- en feestdagenregeling (koopzondagen)

  • 1.

    Het verbod, vervat in artikel 2, eerste lid, aanhef en onder a van de wet, geldt niet op zondagen niet zijnde feestdagen.

  • 2.

    Het verbod, vervat in artikel 2, eerste lid, aanhef en onder b van de wet, geldt niet op door het college aan te wijzen feestdagen.

  • 3.

    Openstelling op zon- en feestdagen is toegestaan in hetzelfde tijdvak als op werkdagen.

  • 4.

    vervallen

  • 5.

    Het college kan op aanvraag ontheffing verlenen van de in artikel 2, eerste lid, aanhef en onder a en b van de wet vervatte verboden ten behoeve van levensmiddelenwinkels.

    a. Het college kan voor ten hoogste negen levensmiddelenwinkels ontheffing verlenen.

    b. Aan de ontheffing wordt in elk geval het volgende voorschrift verbonden:

    Er dienen uitsluitend of hoofdzakelijk eet- en drinkwaren te worden verkocht, die niet voor directe consumptie zijn bestemd en met uitzondering van sterke drank als bedloed in artikel 1, eerste lid van de Drank- en Horecawet.

    c. De ontheffing kan worden geweigerd indien de woon- en leefsituatie of de openbare orde in de omgeving van de winkel op ontoelaatbare wijze nadelig wordt beïnvloed door de opstelling van de winkel.

Artikel 6

Openstelling op zon- en feestdagen voor bijzondere situaties

  • 1.

    Het college kan voor wat betreft zon- en feestdagen ontheffing verlenen van de in artikel 2 van de wet genoemde verboden, ten behoeve van:

    • a.

      bijzondere gelegenheden van tijdelijke aard;

    • b.

      het uitstallen van goederen;

    • c.

      tentoonstellingen in kunstateliers en galeries

  • 2.

    De ontheffing kan worden verleend in geval van: feestelijkheden, bijeenkomsten, veilingen of beurzen.

Artikel 7

Openstelling op werkdagen tussen 22.00 en 06.00 uur (nachtwinkels)

  • 1.

    Het college kan op aanvraag ontheffing verlenen van de verboden van artikel 2, eerste lid, aanhef en onder c, van de wet.

  • 2.

    De ontheffing kan worden geweigerd indien de woon- en leefomgeving of de openbare orde in de omgeving van de winkel op ontoelaatbare wijze nadelig wordt beïnvloed door de openstelling van de winkel.

Artikel 8

Bepaalde winkels

De in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zon- en feestdagen, gelden niet ten aanzien van:

  • a.

    musea;

  • b.

    winkels waar de bedrijfsactiviteit hoofdzakelijk bestaat uit het verhuren van voorbespeelde videobanden en andere voorbespeelde beelddragers, mits in die winkels geen andere goederen worden te koop aangeboden of verkocht dan videobanden en andere beelddragers, alsmede tijdschriften en catalogie, die betrekking hebben op het te huur aangeboden assortiment.

Artikel 9

Straatverkoop van bepaalde goederen

De in artikel 2, tweede lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zon-en feestdagen, gelden niet ten aanzien van het op straat te koop aanbieden en verkopen van voor directe consumptie geschikte eetwaren en alcoholvrije dranken.

Artikel 10

Sportcomplexen

  • 1.

    De in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zon- en feestdagen, gelden niet ten aanzien van winkels in of op het terrein van sportcomplexen, waar uitsluitend of hoofdzakelijk goederen worden verkocht, die rechtstreeks verband houden met de aldaar beoefende sporten, gedurende de openstellingsuren van die sportcomplexen.

  • 2.

    De in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zon- en feestdagen, gelden niet ten aanzien van het in of op het terrein van sportcomplexen te koop aanbieden en verkopen van goederen die rechtstreeks verband houden met de aldaar beoefende sporten, gedurende de openstelling van die sportcomplexen.

Artikel 11

Ramadan

De in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zon- en feestdagen, gelden gedurende de Ramadan vanaf twee uur voor zonsondergang tot zonsondergang niet ten aanzien van het te koop aanbieden en verkopen van brood en gebak dat in het bijzonder is bestemd voor hen die zich aan de Ramadan houden.

Artikel 12

Intrekking voorgaande regeling

De “Verordening Winkeltijden Arnhem” vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 2 december 1996, gewijzigd in de openbare raadsvergadering van 9 november 2009 wordt ingetrokken met ingang van 1 januari 2013.

Artikel 13

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2013.

Artikel 14

Overgangsbepaling

Besluiten, genomen krachtens de verordening bedoeld in artikel 10 die golden op het moment van de inwerkingtreding van deze verordening en waarvoor deze verordening overeenkomstige besluiten kent, gelden als besluiten genomen krachtens deze verordening.

Artikel 15

Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening Winkeltijden Arnhem".