Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Arnhem houdende regels omtrent controle van de accountant Controleverordening gemeente Arnhem 2016

Geldend van 23-11-2017 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2016

Intitulé

Verordening van de gemeenteraad van Arnhem houdende de Controleverordening gemeente Arnhem 2016

Verordening van de gemeenteraad van Arnhem houdende de Controleverordening gemeente Arnhem 2016

Artikel 1. Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • 1.

    Accountant: een door de raad benoemde:

    • a.

      registeraccountant (RA); of

    • b.

      accountant-administratieconsulent met een aantekening in het inschrijvingsregister als bedoeld in het derde lid van artikel 36, Wet op het accountantsberoep; of

    • c.

      organisatie waarin voor de accountantscontrole bevoegde accountants samenwerken;

  • 2.

    Accountantscontrole:

    De controle van de in art. 197 van de Gemeentewet bedoelde jaarrekening uitgevoerd door de door de raad benoemde accountant;

  • 3.

    Rechtmatigheid in het kader van de accountantscontrole:

    Het overeenstemmen van het tot stand komen van de financiële beheershandelingen en de vastlegging daarvan met de relevante wet- en regelgeving, zoals bedoeld in het Besluit accountantscontrole provincies en gemeenten waarbij ook aandacht besteedt wordt aan:

    • a.

      het begrotingscriterium (ex artikel 212 Gemeentewet)

      • ·

        de lasten en baten door middel van kostentoerekening eenduidig zijn toegewezen aan de deelprogramma’s van de programmabegroting;

      • ·

        de budgetten uit de programmabegroting en kredieten voor investeringen passen binnen de kaders zoals geautoriseerd bij de vaststelling van de begroting;

      • ·

        de lasten uit de programmabegroting niet dusdanig worden overschreden dat de realisatie van andere onderdelen binnen hetzelfde programma onder druk komt.

    • b.

      Het misbruik en oneigenlijk gebruik (M&O-criterium)

Indien bij een toereikend M&O-beleid dat in voldoende mate is uitgevoerd toch een belangrijke (materiële) onzekerheid — die inherent is aan de regeling — blijft bestaan met betrekking tot de rechtmatigheid van de uitgaven of ontvangsten en deze niet verder kan worden gereduceerd, zal de accountant beoordelen of deze onzekerheid in de toelichting bij de jaarrekening adequaat wordt weergegeven;

  • 4.

    Deelverantwoording

    een in opdracht van de raad ten behoeve van de verslaglegging opgestelde verantwoording van een afzonderlijke organisatie-eenheid binnen de gemeentelijke organisatie, welke verantwoording onderdeel uit maakt van de jaarrekening;

  • 5.

    Goedkeuringstolerantie

    het bedrag dat de som van fouten in de jaarrekening of onzekerheden in de controle aangeeft, die in een jaarrekening maximaal mogen voorkomen, zonder dat de bruikbaarheid van de jaarrekening voor de oordeelsvorming door de gebruikers wordt beïnvloed;

  • 6.

    Rapportagetolerantie

    een bedrag dat gelijk is aan of lager is dan de bedragen voortvloeiend uit de goedkeuringstolerantie. Bij overschrijding van dit bedrag vindt rapportering plaats in het verslag van bevindingen.

Artikel 2. Opdrachtverlening accountantscontrole

  • 1. De accountantscontrole wordt opgedragen aan een door de raad te benoemen accountant. De benoeming van de accountant geschiedt voor een periode van 4 boekjaren met de mogelijkheid tot verlenging.

  • 2. Het college, verantwoordelijk voor het opstellen van de jaarrekening, bereidt in overleg met de raad de aanbesteding van de accountantscontrole voor.

  • 3. De raad stelt voor de aanbesteding van de accountantscontrole het programma van eisen vast. In het programma van eisen worden voor de jaarlijkse accountantscontrole opgenomen:

    • a.

      de toe te passen goedkeuringstoleranties en rapporteringtoleranties bij de controle van de jaarrekening;

    • b.

      de apart te controleren deelverantwoordingen en de daarbij toe te passen omvangsbases, goedkeuringstolerantiesen rapporteringtoleranties;

    • c.

      de inrichtingseisen voor het verslag van bevindingen;

    • d.

      de afstemming ten aanzien van aanvullend uit te voeren tussentijdse controles;

    • e.

      de afstemming van de onderwerpen waaraan de accountant bij zijn controle specifiek aandacht dient te besteden en de daarbij te hanteren rapportagetoleranties;

    • f.

      de vormgeving van de (natuurlijke) adviesfunctie en de bestuurlijke ondersteuning.

  • 4. In geval van Europese aanbesteding van de accountantscontrole stelt de raad voor de selectie van de accountant de selectiecriteria vast en per selectiecriterium de bijbehorende weging vast.

Artikel 3. Inrichting accountantscontrole

  • 1. De accountant bepaalt binnen het kader van de opdrachtverlening de wijze waarop de accountantscontrole wordt ingericht, alsmede de aard en de omvang van de daarbij behorende werkzaamheden.

  • 2. De accountant bepaalt binnen het kader van de opdrachtverlening de frequentie van de uit te voeren controles.

  • 3. Ter bevordering van een efficiente en doeltreffende accountantscontrole vindt regelmatig overleg plaats met de raad, het college en de ambtelijke organisatie.

Artikel 4. Informatievoorziening

  • 1. Het college is verantwoordelijk voor de samenstelling van de jaarrekening conform de geldende interne - en externe wet- en regelgeving en overlegt deze aan de accountant voor controle.

  • 2. Het college draagt er zorg voor dat alle aan de jaarrekening ten grondslag liggende verordeningen, nota’s, collegebesluiten, deelverantwoordingen, administraties, plannen, overeenkomsten, berekeningen e.d. voor de accountant ter inzage liggen en goed toegankelijk zijn.

  • 3. Het college draagt er zorg voor dat alle organisatie-eenheden van de gemeente de accountant alle informatie verstrekken, opdat de accountant zich een juist en volledig oordeel kan vormen over de rechtmatige totstandkoming van baten, lasten, balansmutaties en het gevoerde beheer en over de getrouwheid van de daarover verstrekte informatie.

  • 4. Bij de jaarrekening bevestigt het college schriftelijk aan de accountant, dat alle hem bekende informatie van belang voor de oordeelsvorming van de accountant is verstrekt.

  • 5. Het college overlegt de gecontroleerde jaarrekening, samen met de accountantsverklaring en het verslag van bevindingen elk jaar uiterlijk 1 mei aan de raad (ex verordening 2118: Verordening financieel beleid en beheer gemeente Arnhem).

  • 6. Alle informatie die na afgifte van de accountantsverklaring en voor behandeling van de jaarrekening in de raad beschikbaar komt en die van invloed is op het beeld dat de jaarrekening geeft, wordt terstond door het college aan de raad en de accountant gemeld.

  • 7. De accountant is bevoegd tot het opnemen van alle kassen, waardepapieren en voorraden en het inzien van alle boeken, notulen, brieven, computerbestanden en overige bescheiden, waarvan hij inzage voor de accountantscontrole nodig acht. Het college draagt er zorg voor dat de accountant voor de uitvoering van zijn controlewerkzaamheden een onbelemmerde toegang heeft tot alle ruimten binnen de gemeente.

  • 8. De accountant is bevoegd om van alle ambtenaren mondelinge en schriftelijke inlichtingen en verklaringen te verlangen die hij voor de uitvoering van zijn opdracht nodig heeft. Het college draagt er zorg voor, dat de desbetreffende ambtenaren hieraan hun medewerking verlenen.

  • 9. De accountant is bij de uitvoering van zijn opdracht gehouden aan de dan geldende voorschriften inzake geheimhouding voor accountants

Artikel 5. Algemene uitgangspunten voor de controle (getrouwheid en rechtmatigheid)

  • 1.

    De controle van de in artikel 197 Gemeentewet bedoelde jaarrekening, uitgevoerd door de door de raad benoemde accountant, zal gericht zijn op het afgeven van een oordeel over:

  • a.

    het getrouwe beeld van de in de jaarrekening (ex art. 197 Gemeentewet) gepresenteerde baten en lasten en de grootte en samenstelling van het vermogen;

  • b.

    het rechtmatig tot stand komen van de baten en lasten en balansmutaties en dat de baten en lasten en balansmutaties in overeenstemming zijn met de begroting en met de van toepassing zijnde wet en regelgeving;

  • c.

    het in overeenstemming zijn van de door het college opgestelde jaarrekening met de bij of krachtens algemene maatregel van bestuur te stellen regels bedoelt in artikel 186 Gemeentewet;

  • d.

    verenigbaarheid van het jaarverslag met de jaarekening;

  • e.

    de inrichting van het financiële beheer en de financiële organisatie gericht op de vraag of deze een getrouwe en rechtmatige verantwoording mogelijk maken;

Bij de controle zullen de nadere regels die bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden gesteld op grond van het zesde lid van artikel 213 Gemeentewet evenals de richtlijnen voor de accountantcontrole en aan controle verwante opdrachten (NBA), in acht worden genomen.

2.De te hanteren goedkeurings- en rapporteringtoleranties

In het Besluit accountantscontrole Provincies en Gemeenten zijn minimumeisen voor de in de controle te hanteren goedkeuringstoleranties voorgeschreven. De goedkeuringstolerantie is bepalend voor de oordeelsvorming en de strekking van de af te geven accountantsverklaring.

In het hierna opgenomen schema zijn de goedkeuringstolerantie en de rapporteringtolerantie(s) opgenomen:

Tolerantie

Goed-keurend

Beperking

Oordeel-onthouding

Afkeurend

Fouten in de jaar- rekening (% lasten)

≤ 1%

>1% <3%

-

≥ 3%

Onzekerheden in de controle (% lasten)

≤ 3%

>3% <10%

≥ 10%

-

Bij controleverklaring wordt het totaal van de gerealiseerde lasten in het betreffende verslagjaar gehanteerd voor de berekening van de tolerantiegrenzen.

Artikel 6. Overige controles en opdrachten

  • 1. Het college kan de door de raad benoemde accountant opdracht geven tot het uitvoeren van specifieke werkzaamheden met betrekking tot de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid voor zover de onafhankelijkheid van de accountant daarmee niet in het geding komt. Het college informeert de raad vooraf over deze aan de accountant te verstrekken opdrachten.

  • 2. Het college draagt de zorg voor de indiening van de verantwoording aan derden (Belastingdienst, CBS, e.d.) en neemt hierbij de daarbij gestelde controle-eisen in acht. Indien een deel van deze vereisten moet worden uitgevoerd door een accountant, is het college bevoegd hiervoor de opdracht verlenen aan een andere dan de door de raad benoemde accountant, indien dit in het belang van de gemeente is.

Artikel 7. Rapportering

  • 1. Artikel 213 Gemeentewet regelt derapportering en de inhoud daarvan van de accountant aan de raad en het college Middels artikel. 2 van deze verordening, kan de raad aan inhoud en rapportering een aantal specifieke wensen hebben toegevoegd. De accountant rapporteert de raad hieromtrent, het college gehoord hebbend.

  • 2. Indien de accountant bij een controle afwijkingen constateert die leiden tot het niet afgeven van een goedkeurende verklaring bij de jaarrekening, meldt hij deze terstond schriftelijk aan de raad en zendt een afschrift hiervan aan het college;

  • 3. In aanvulling op het in de wet voorgeschreven verslag van bevindingen brengt de accountant over de door hem uitgevoerde (deel)controles verslag uit over zijn bevindingen aan de (concern-)controller. De accountant bespreekt voorafgaand aan de raadsbehandeling van de jaarstukken het verslag van bevindingen met de auditcommisie

Artikel 8. Intrekkingsbepaling

De huidige Controleverordening wordt ingetrokken.

Artikel 9. Inwerkingtreding en duur controleverordening

Deze verordening treedt na de voorgeschreven bekendmaking met terugwerkende kracht in werking per 1 januari 2016 en geldt zolang de overeenkomst met huidige accountant duurt.

Artikel 10. Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als “Controleverordening gemeente Arnhem 2016”.