Mandaatbesluit maatschappelijke opvang en vrouwenopvang

Geldend van 10-07-2015 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-07-2015

Intitulé

Mandaatbesluit  (maatschappelijke ) opvang

Het college van burgemeester en wethouders,

gelet op de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Arnhem 2015 en,

gelet op het bepaalde in de Gemeentewet, de Algemene wet bestuursrecht en de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015;

BESLUITEN

  • 1.

    De bevoegdheid tot het innen van de eigen bijdrage als bedoeld in artikel 2.1.4 van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 en artikelen 2.11 en 2.12 Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Arnhem 2015 te mandateren aan de directeuren van de instellingen RIBW, Moviera en lriszorg.

  • II.

    De bevoegdheid tot het nemen van besluiten ten aanzien van de toegang tot de (maatschappelijke) opvang op grond van artikel 2.3.1 Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 inclusief de ondertekening, te mandateren aan de directeuren van de instellingen VGGM en Moviera.

  • III.

    Ten aanzien van de uitoefening van de onder punt 1 en Il genoemde bevoegdheden de volgende algemene bepalingen vast te stellen.

    Artikel 1

    Bij de uitoefening van bedoelde bevoegdheden wordt het daaromtrent gestelde bij of krachtens wetten, besluiten, verordeningen, circulaires, regelingen, aanwijzingen en richtlijnen van rijks-, provinciale en gemeentelijke wetgevers of bestuursorganen in acht genomen.

    De bevoegdheden worden uitgeoefend binnen de grenzen van de door de gemeente Arnhem aan de instellingen opgedragen taken.

    Artikel 2

    Artikel 18.1 van de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Arnhem 2015, dat gaat over de hardheidsclausule, kan zonder voorafgaand overleg met de gemeente door de gemandateerden worden toegepast.

    Artikel 3

    Uitgaande stukken dienen namens het ter zake bevoegde bestuursorgaan als volgt te worden ondertekend:

    Hoogachtend,

    Het college van burgemeester en wethouders van Arnhem , namens het college,

    gevolgd door de naam en functie-aanduiding van de mandataris en zijn handtekening.

    Artikel 4

    Behoudens in zaken met een routinematig karakter geldt ondertekeningsmandaat niet ten aanzien van stukken gericht aan Kroon, Minister, Commissaris der Koningin en Gedeputeerde Staten.

    Artikel 5

    Indien tegen een krachtens mandaat of machtiging genomen casu quo ondertekend besluit een bestuursrechtelijke voorziening open staat, wordt daarvan in de betreffende stukken kennis gegeven onder vermelding van de instantie, tot welke men zich daartoe kan richten.

    Artikel 6

    De directeur is bevoegd functionarissen binnen zijn organisatie te mandateren c.q. te machtigen tot het geheel of gedeeltelijk uitoefenen van de hem bij dit besluit gegeven bevoegdheden, met inbegrip van de ondertekening van stukken. Hierbij kan hij nadere richtlijnen vaststellen.

    Artikel 7

    Ingeval van afwezigheid van functionarissen, aan wie bij of krachtens dit besluit bevoegdheden zijn toegekend, worden deze bevoegdheden uitgeoefend door hun plaatsvervangers.

  • IV.

    Te bepalen, dat dit besluit in de plaats treedt van het 'Mandaatbesluit maatschappelijke opvang', dat op 1 januari 2014 in werking is getreden, en van eventuele eerdere besluiten van het college van burgemeester en wethouders, onderscheidenlijk de burgemeester, betrekking hebbend op delegatie en mandaat, voor zover de desbetreffende bevoegdheid in het onderhavige besluit is geregeld.

  • V.

    Te bepalen dat dit besluit met terugwerkende kracht in werkingtreedt op 1 juli 2015 .

  • VI.

    Te bepalen dat dit besluitkan worden aangehaald als "Mandaatbesluit maatschappelijke opvang 2015".

Ondertekening

Burgemeester en wethouders van Arnhem,
De secretaris, de burgemeester