VERORDENING COMMISSIE VOOR DE BEHANDELING VAN BEZWAARSCHRIFTEN ASSEN 2020

Geldend van 01-01-2020 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2020

Intitulé

VERORDENING COMMISSIE VOOR DE BEHANDELING VAN BEZWAARSCHRIFTEN ASSEN 2020

HOOFDSTUK I ALGEMEEN

a.

Gemeente

:

gemeente Assen;

b.

verweerder

:

gemeentelijk bestuursorgaan dat het bestreden besluit heeft genomen en bevoegd is te beslissen op het bezwaarschrift;

c.

bestuursorganen

:

bestuursorganen: de raad, het college, de burgemeester van de gemeente Assen alsmede de colleges van B&W van de regiogemeenten voor beschermd wonen als bedoeld in artikel 1.1.1., eerste lid van de Wmo 2015.

d.

college

:

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente;

e.

commissie

:

een bij deze verordening ingestelde commissie zoals bedoeld in artikel 7:13 van de wet;

f.

wet

:

Algemene wet bestuursrecht;

g.

secretaris

:

de persoon die het college aan een commissie ter beschikking stelt als ambtelijke ondersteuner ter uitvoering van de taken en bevoegdheden van een commissie, die voortvloeien uit de wet en deze verordening, waaronder begrepen de aanwezigheid bij de behandeling (hoorzitting en beraadslaging) van bezwaarschriften

HOOFDSTUK II DE ALGEMENE COMMISSIE BEZWAARSCHRIFTEN

ARTIKEL 2 INSTELLING

Er is een algemene commissie bezwaarschriften.

ARTIKEL 3 TAKEN

  • 1.

    De algemene commissie bezwaarschriften adviseert over de beslissing op alle bezwaarschriften, zoals bedoeld in artikel 1:5, eerste lid van de wet, met uitzondering van bezwaarschriften tegen besluiten op grond van:

    a. een wettelijk voorschrift over belastingen en rechten;

    b. de Wet waardering onroerende zaken;

    c. een wettelijk voorschrift over algemene dan wel bijzondere bijstand; en

    d. handhaving van afvaldelicten door spoedeisende bestuursdwang.

  • 2.

    De algemene commissie bezwaarschriften adviseert ook over de verzoeken om kostenvergoeding als bedoeld in artikel 7:15 van de wet in verband met de in het eerste lid genoemde bezwaarschriften.

ARTIKEL 4 SAMENSTELLING EN BENOEMING

  • 1.

    De algemene commissie bezwaarschriften bestaat uit één voorzitter en twee leden. Het voorzitterschap rouleert onder de leden.

  • 2.

    De leden van de algemene commissie bezwaarschriften kunnen geen deel uitmaken van of werkzaam zijn onder verantwoordelijkheid van een bestuursorgaan van de gemeente.

  • 3.

    De bestuursorganen benoemen de leden van de algemene commissie bezwaarschriften voor een periode van zes jaar. Zij treden na het verstrijken van deze periode af. De bestuursorganen kunnen hen slechts eenmaal voor zes jaar herbenoemen.

  • 4.

    De leden kunnen tussentijds aftreden.

  • 5.

    Een aftredend lid blijft zijn functie vervullen totdat in zijn opvolging is voorzien.

ARTIKEL 5 FINANCIELE MIDDELEN

  • 1.

    De leden van de algemene commissie bezwaarschriften ontvangen per hoorzitting een vergoeding. De vergoeding wordt vastgesteld aan de hand van de voor de inwonersklasse van de gemeente vastgesteld bedrag in afdeling 3.4. van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers.

  • 2.

    De leden ontvangen 2 x de norm als bedoeld in het vorige lid.

  • 3.

    De vergoeding is exclusief de reiskostenvergoeding van € 0,28 cent per kilometer, gebaseerd op de kortste route van de ANWB routeplanner.

  • 4.

    Voor het parkeren in de parkeergarage stadhuis wordt een uitrijkaart verstrekt.

  • 5.

    De leden van de algemene commissie bezwaarschriften ontvangen per regulier overleg, niet zijnde een hoorzitting 1x de norm als bedoeld in het eerste lid, exclusief reiskostenvergoeding van € 0,28 cent per kilometer en parkeerkaart.

  • 6.

    De betaling van de vergoeding zoals genoemd in lid 1 en 2 vindt achteraf plaats op basis van de presentielijst door de salarisadministratie.

HOOFDSTUK III BEHANDELING BEZWAARSCHRIFTEN

AFDELING 1 VOORBEREIDING

ARTIKEL 6 ONTVANKELIJKHEID, BEVOEGDHEID EN VERDAGING

  • 1.

    De secretaris bevestigt de ontvangst van het bezwaarschrift.

  • 2.

    De commissie beoordeelt de ontvankelijkheid van het bezwaarschrift.

  • 3.

    Indien er sprake is van ontvankelijkheidsgebreken, stelt de secretaris de indiener van het bezwaarschrift bij de ontvangstbevestiging in de gelegenheid dit verzuim binnen een redelijke termijn te herstellen.

  • 4.

    De secretaris kan vooruitlopend op de behandeling van het bezwaarschrift om stukken verzoeken waaruit de vertegenwoordigingsbevoegdheid van belanghebbenden blijkt.

  • 5.

    Als het bezwaarschrift is ingediend bij een onbevoegd bestuursorgaan zendt de secretaris dit bezwaarschrift door aan het bevoegde bestuursorgaan.

ARTIKEL 7 VOORONDERZOEK

  • 1.

    De commissie en de secretaris zijn in verband met de voorbereiding van de behandeling van het bezwaarschrift of verzoekschrift bevoegd rechtstreeks alle gewenste inlichtingen in te winnen of te laten inwinnen.

  • 2.

    Verweerder verleent medewerking aan het vooronderzoek waaronder begrepen het verstrekken van de in het vorige lid bedoelde inlichtingen;

  • 3.

    Verweerder levert de stukken die op het bestreden besluit betrekking hebben aan bij de secretaris. De commissie behandelt het bezwaarschrift als zij deze stukken niet binnen vier weken na ontvangst van het bezwaarschrift ontvangen heeft;

  • 4.

    Als alle bezwaarmakers tegen een besluit instemmen met bemiddeling bevestigt de secretaris dat de commissie de behandeling van het bezwaarschrift aanhoudt met ingang van de datum waarop zij met bemiddeling hebben ingestemd.

AFDELING 2 HOORZITTING

ARTIKEL 8 HOORZITTING

  • 1.

    De secretaris bepaalt plaats en tijdstip van de zitting waarbij de commissie de belanghebbenden en verweerder in de gelegenheid stelt om zich door de commissie te laten horen.

  • 2.

    De secretaris beoordeelt of de commissie op grond van artikel 7:3 van de wet kan afzien van het horen van belanghebbenden.

ARTIKEL 9 UITNODIGING ZITTING

  • 1.

    De secretaris nodigt belanghebbenden en verweerder tenminste tien dagen voor de hoorzitting schriftelijk uit.

  • 2.

    De secretaris zendt belanghebbenden en verweerder tegelijkertijd met de in het eerste lid bedoelde mededeling het bezwaardossier dat bestaat uit het bezwaarschrift en de in artikel 7 derde lid van deze verordening genoemde stukken. De secretaris draagt zorg voor terinzagelegging van het bezwaardossier.

  • 3.

    Binnen drie werkdagen na de in het eerste lid bedoelde mededeling kunnen belanghebbenden of verweerder onder opgaaf van redenen de secretaris verzoeken het tijdstip van de zitting te wijzigen.

  • 4.

    De secretaris zendt zijn beslissing op een verzoek als bedoeld in het derde lid zo spoedig mogelijk, maar in ieder geval één week voor het tijdstip van de zitting, aan de belanghebbenden en verweerder.

  • 5.

    De secretaris kan in bijzondere omstandigheden afwijken van de termijnen genoemd in het eerste, derde en vierde lid.

ARTIKEL 10 QUORUM

  • 1.

    Voor het houden van een zitting is vereist dat minimaal twee leden, waaronder in ieder geval een voorzitter, aanwezig zijn.

  • 2.

    Het houden van een hoorzitting kan, overeenkomstig het bepaalde in de wet, door de commissie worden opgedragen aan de voorzitter of een lid.

ARTIKEL 11 VERTEGENWOORDIGING VERWEERDER

Het bestuursorgaan laat zich bij de behandeling van het bezwaarschrift ter zitting vertegenwoordigen.

ARTIKEL 12 NIET DEELNEMING AAN DE BEHANDELING

De leden van de commissie nemen niet deel aan de behandeling van een bezwaarschrift als hun onpartijdigheid daarbij in het geding is.

ARTIKEL 13 OPENBAARHEID HOORZITTING

  • 1.

    De hoorzitting is openbaar tenzij de commissie hoort over bezwaarschriften tegen besluiten die betrekking hebben op individuele voorzieningen van bezwaarmakers.

  • 2.

    De commissie houdt de hoorzitting besloten als de voorzitter van de commissie of één van de aanwezige leden het nodig oordeelt of indien een belanghebbende daartoe een verzoek doet.

  • 3.

    Verder houdt de commissie de hoorzitting besloten als er gewichtige redenen zijn die zich tegen de openbaarheid van de hoorzitting verzetten.

ARTIKEL 14 SCHRIFTELIJKE VERSLAGLEGGING

  • 1.

    Het verslag als bedoeld in artikel 7:7 van de wet bestaat in de regel uit digitale geluidsopnamen van de hoorzittingen die in een zaak hebben plaatsgevonden.

  • 2.

    De secretaris maakt, voor zover aanwezig op basis van de geluidsopname(n), een schriftelijk verslag van het besprokene wanneer een belanghebbende of diens gemachtigde geen toestemming heeft gegeven voor het maken van een geluidsopname, wanneer het bestuursorgaan dit nodig acht voor zijn besluitvorming, wanneer een belanghebbende daarom verzoekt dan wel op verzoek van de rechtbank in het geval van een beroepsprocedure.

  • 3.

    Een geluidsopname wordt op verzoek aan belanghebbende(n) ter beschikking gesteld. Indien er sprake is van omstandigheden die daartoe aanleiding geven kan de commissie toezending weigeren. In dat geval wordt een schriftelijk verslag verstrekt.

  • 4.

    Het schriftelijke verslag vermeldt de namen van de aanwezigen en hun hoedanigheid en houdt een zakelijke vermelding in van hetgeen over en weer is gezegd en wat verder ter zitting is voorgevallen.

  • 5.

    Indien de zitting geheel of gedeeltelijk met gesloten deuren plaatsvond of indien belanghebbenden respectievelijk hun gemachtigden niet in elkaars tegenwoordigheid zijn gehoord, maakt het schriftelijke verslag hiervan melding.

  • 6.

    Het schriftelijke verslag verwijst naar de op de zitting overgelegde bescheiden, die aan het verslag worden gehecht.

  • 7.

    Het schriftelijke verslag maakt onderdeel uit van het advies als bedoeld in artikel 16 van deze verordening

AFDELING 3 ADVIES

ARTIKEL 15 NADER ONDERZOEK

  • 1.

    De voorzitter kan uit eigen beweging of op verlangen van de andere commissieleden een nader onderzoek houden als na afloop van de zitting, maar voor het opstellen van het advies, dit wenselijk blijkt te zijn.

  • 2.

    De uit het nader onderzoek verkregen informatie wordt in afschrift aan de verweerder en de belanghebbenden toegezonden.

  • 3.

    De verweerder en de belanghebbenden kunnen binnen een week na verzending van de in het eerste lid bedoelde nadere informatie aan de voorzitter van de commissie een verzoek richten tot het beleggen van een nieuwe hoorzitting. De voorzitter beslist over een dergelijk verzoek.

  • 4.

    Op een nieuwe hoorzitting, als bedoeld in het derde lid, zijn de bepalingen in deze verordening, die betrekking hebben op de hoorzitting, zoveel mogelijk van overeenkomstige toepassing.

ARTIKEL 16 BERAADSLAGING EN ADVIES

  • 1.

    De commissie beraadslaagt in besloten vergadering over het door haar uit te brengen advies.

  • 2.

    De commissie beslist bij meerderheid van stemmen over het uit te brengen advies.

  • 3.

    Indien bij een stemming de stemmen staken dan beslist de stem van de voorzitter.

  • 4.

    Het advies maakt melding van een minderheidsstandpunt als die minderheid dat verlangt.

  • 5.

    Het advies is gemotiveerd en bevat een voorstel voor de te nemen beslissing op het bezwaarschrift.

  • 6.

    De voorzitter en de secretaris van de commissie ondertekenen het advies.

ARTIKEL 17 UITBRENGEN ADVIES

De commissie brengt het advies en eventueel door haar ontvangen nadere informatie uit aan het bestuursorgaan dat op het bezwaarschrift moet beslissen. De commissie zendt een afschrift van het advies naar belanghebbenden.

ARTIKEL 18 AFZIEN ADVIES

De commissie wordt geacht te hebben afgezien van het geven van advies indien het bestuursorgaan het bezwaarschrift gegrond verklaart, daarbij volledig aan het bezwaar tegemoetkomt en andere belanghebbenden daardoor niet in hun belangen worden geschaad.

HOOFDSTUK IV SLOTBEPALINGEN

ARTIKEL 19 VERSLAGLEGGING

  • 1.

    De commissie brengt jaarlijks verslag uit van zijn werkzaamheden via een jaarverslag

  • 2.

    De commissie richten de verslaglegging in op de door het college aangegeven wijze.

  • 3.

    De commissie kan ter gelegenheid van dit verslag aanbevelingen doen.

ARTIKEL 20 INWERKINGTREDING

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na die van de bekendmaking en met terugwerkende kracht op 1 januari 2020.

  • 2.

    Met ingang van 1 januari 2020 wordt de Verordening commissies voor de behandeling van bezwaarschriften Assen 2013 ingetrokken.

  • 3.

    Bezwaarschriften die tot 31 december 2019 in behandeling worden genomen worden afgehandeld door de commissie rechtspositionele aangelegenheden.

ARTIKEL 21 CITEERTITEL

Deze verordening kan worden aangehaald als: "Verordening bezwaarschriften".

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering 16 januari 2020.

De griffier, De voorzitter,

TOELICHTING VERORDENING COMMISSSIES VOOR DE BEHANDELING VAN BEZWAARSCHRIFTEN ASSEN 2020

ALGEMENE TOELICHTING

Deze verordening vervangt de verordening commissies voor de behandeling van bezwaarschriften assen 2013. Deze verordening is het resultaat van een herziening van de Verordening raads- en commissieleden Assen 2019. Deze verordening regelde voorheen de financiële vergoeding voor de leden van de algemene commissie bezwaarschriften. De grondslag voor de financiële vergoeding is met de herziening van de eerder genoemde raadsverordening komen te vervallen. Door het opnemen van artikel 5, financiële middelen in deze verordening is de grondslag voor het uitbetalen weer geregeld.

Daarnaast is de Wet normalisering ambtenaren vanaf 1 januari 2020 van kracht. Daarmee is de commissie rechtspositionele aangelegenheden overbodig geworden en komt door deze verordening te vervallen.

Verder is de verordening herzien als gevolg van het besluit om met ingang van 1 april 2019 uitsluitend nog met externe leden te werken.

ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING

HOOFDSTUK I ALGEMEEN

ARTIKEL 1 BEGRIPSBEPALINGEN

Begripsbepalingen zijn nodig voor de leesbaarheid van de verordening. Zonder deze begripsbepalingen zouden begrippen als college, bestuursorganen, medewerkers steeds voluit in de verordening herhaald moeten worden.

HOOFDSTUK II BEZWAARSCHRIFTEN

AFDELING 1 DE ALGEMENE COMMISSIE BEZWAARSCHRIFTEN

ARTIKEL 2 INSTELLING

Dit artikel regelt de instelling van de algemene commissie bezwaarschriften door de bestuursorganen van de gemeente. Bestuursorganen zijn de raad, het college, de burgemeester alsmede de colleges van B&W van de regiogemeenten voor beschermd wonen als bedoeld in artikel 1.1.1., eerste lid van de Wmo 2015. omdat de Algemene commissie bezwaarschriften, bezwaarschriften tegen besluiten van deze bestuursorganen behandelt.

ARTIKEL 3 TAKEN

Dit artikel regelt in het eerste lid de taken van de Algemene commissie bezwaarschriften. De commissie behandelt alle bezwaarschriften met uitzondering van bezwaarschriften tegen waardebeschikkingen, besluiten over belastingen en rechten (leges), besluiten over algemene en bijzondere bijstand en besluiten met betrekking handhaving van afvaldelicten door spoedeisende bestuursdwang.

Op grond van het tweede lid van dit artikel heeft de commissie tot taak te adviseren over verzoeken om de kosten van de bezwaarprocedure te vergoeden.

ARTIKEL 4 SAMENSTELLING EN BENOEMING

De algemene commissie bezwaarschriften bestaat op grond van dit artikel uit een onafhankelijke voorzitter en twee leden. Het voorzitterschap van de commissie rouleert per zitting.

Dit artikel regelt verder dat de bestuursorganen bij tussentijds aftreden van een lid zijn functie blijft vervullen tot zijn opvolging geregeld is.

ARTIKEL 5 FINANCIELE MIDDELEN

Dit artikel regelt de grondslag en de hoogte van de financiële vergoeding die de leden van de commissie ontvangen voor het deelnemen aan een hoorzitting of indien een andere bijeenkomst van de commissie noodzakelijk wordt geacht.

HOOFDSTUK III BEHANDELING BEZWAARSCHRIFTEN

AFDELING 1 VOORBEREIDING

ARTIKEL 6 ONTVANKELIJKHEID

Dit artikel regelt de bevoegdheden met betrekking tot de ontvangstbevestiging, het beoordelen van de ontvankelijkheid, het beoordelen van de bevoegdheid en het doorzenden. Ontvankelijkheidsgebreken zijn bijvoorbeeld het ontbreken van een handtekening of een motivering van het bezwaarschrift.

ARTIKEL 7 VOORONDERZOEK

Dit artikel beschrijft het proces van het vooronderzoek. Dit is het onderzoek dat aan de hoorzitting vooraf gaat. De commissie hoort dan de indiener van het bezwaarschrift, de verweerder en overige belanghebbenden. Om te borgen dat het bestuursorgaan een bezwaarschrift zo spoedig mogelijk en in elk geval binnen de wettelijke termijn afhandelt, staan in dit hoofdstuk termijnen waarbinnen de bestuursorganen de stukken en het verweerschrift moet aanleveren.

Daarnaast voorziet dit artikel in de mogelijkheid van bemiddeling tussen de indiener van het bezwaarschrift, verweerder en overige belanghebbenden.

AFDELING 2 HOORZITTING

ARTIKEL 8 TIJD EN PLAATS HOORZITTING

Dit artikel regelt om praktische redenen dat de secretaris het tijdstip en de plaats van de hoorzitting bepaalt. Ook beoordeelt de secretaris of de commissie kan afzien van het houden van een hoorzitting omdat duidelijk is dat het bezwaarschrift niet ontvankelijk of ongegrond is. Zonder deze regeling moet de commissie dit werk doen.

ARTIKEL 9 UITNODIGING ZITTING

Dit artikel regelt om praktische redenen dat de secretaris bevoegd is om belanghebbenden en het bestuursorgaan (verweerder) uit te nodigen. Hetzelfde geldt voor het ter inzage leggen van het bezwaardossier en de mogelijkheid van uitstel van de hoorzitting. Zonder deze regeling zou de commissie deze taken moeten uitvoeren.

ARTIKEL 10 QUORUM

Dit artikel regelt het minimale aantal leden van de commissie dat aanwezig moet zijn bij de hoorzitting.

ARTIKEL 11 NIET DEELNEMING AAN DE BEHANDELING

De leden van de commissie nemen niet deel aan de behandeling van een bezwaarschrift als hun onpartijdigheid daarbij in het geding is.

ARTIKEL 12 VERTEGENWOORDIGING VERWEERDER

Dit artikel bevat de verplichting voor de bestuursorganen om zich deskundig te laten vertegenwoordigen bij de behandeling van het bezwaarschrift.

ARTIKEL 13 OPENBAARHEID ZITTING

De hoorzittingen van de commissie zijn openbaar tenzij de commissie hoort over bezwaarschriften tegen besluiten die betrekking hebben op individuele voorzieningen van bezwaarmakers. De commissie kan om gewichtige redenen verder besluiten de hoorzitting besloten te verklaren. Gewichtige redenen kunnen zijn dat de belangen van de indiener van het bezwaarschrift, verweerder of andere belanghebbende door de openbaarheid van de zitting benadeeld worden.

ARTIKEL 14 SCHRIFTELIJKE VERSLAGLEGGING

Om praktische redenen regelt dit artikel dat de secretaris het verslag opstelt en aan welke eisen dit verslag moet voldoen.

AFDELING 3 ADVIES

ARTIKEL 15 NADER ONDERZOEK

Dit artikel regelt het nader onderzoek naar aanleiding van de zitting (hoorzitting en beraadslaging). In verband met de zorgvuldigheid regelt dit artikel dat de commissie de informatie uit dit nader onderzoek toezendt aan de verweerder en belanghebbenden. Verweerder en belanghebbenden hebben in dat geval het recht om binnen één week na verzending van deze informatie een nieuwe hoorzitting te vragen.

ARTIKEL 16 BERAADSLAGING EN ADVIES

Dit artikel regelt de beraadslaging en de totstandkoming van het advies met het verslag van de hoorzitting.

ARTIKEL 17 UITBRENGEN ADVIES

Dit artikel regelt dat de commissie haar advies op het bezwaarschrift niet alleen aan het bestuursorgaan maar ook aan de belanghebbenden toezendt.

ARTIKEL 18 AFZIEN ADVIES

Dit artikel voorziet in een versnelde afwikkeling als het bestuursorgaan volledig tegemoet komt aan een bezwaarschrift en daarmee dit bezwaarschrift gegrond verklaart. Dit kan alleen als andere belanghebbenden daardoor niet in hun belangen geschaad worden.

HOOFDSTUK IV SLOTBEPALINGEN

ARTIKEL 19 VERSLAGLEGGING

Dit artikel regelt de jaarlijkse verslaglegging van de commissies via het jaarverslag van de gemeente. Dit voorkomt dubbele verslaglegging. Verder regelt dit artikel dat de verslag moet beantwoorden aan de bestuurlijke behoefte. De commissies kunnen aanbevelingen doen voor het verbeteren van de kwaliteit van de bezwarenbehandeling.

ARTIKEL 20 INWERKINGTREDING

De verordening treedt in werking op 1 januari 2020. Op dat tijdstip vervangt deze verordening de oude verordening commissie voor de behandeling van bezwaarschriften assen 2013.

ARTIKEL 21 CITEERTITEL

Dit artikel regelt de verkorte naam van de verordening.