Regeling vervallen per 01-03-2014

Verordening bestuurscommissie openbaar primair (speciaal) onderwijs Assen

Geldend van 01-08-2011 t/m 28-02-2014

Intitulé

Verordening bestuurscommissie openbaar primair (speciaal) onderwijs Assen

Artikel 1. Begripsbepaling

In deze verordening wordt verstaan onder:

de raad

:

de gemeenteraad van Assen;

het college

:

het college van burgemeester en wethouders van Assen;

WPO

:

de Wet op het Primair Onderwijs;

WEC

:

de Wet op de Expertise Centra;

de commissie

:

de bestuurscommissie vanuit de raad conform artikel 83 Gemeentewet voor het openbaar primair (speciaal) onderwijs in Assen;

de school/scholen

:

de school/scholen als bedoeld in artikel 1 WPO en artikel 1 WEC.

Artikel 2. Doelstelling, belangen en grondslag

De commissie heeft als doelstelling het behartigen van onderwijs aan de scholen onder haar bestuur op een dusdanige wijze dat de openbare grondslag wordt gewaarborgd.

Artikel 3. Middelen

De commissie voorziet in de materiële en personele behoeften van de scholen binnen de daartoe door de raad vastgestelde begroting, gelden die door de raad in het kader van het lokaal onderwijsbeleid beschikbaar zijn gesteld, schenkingen en legaten door derden, alsmede alle andere wettige baten.

Artikel 4. Taken en bevoegdheden

De commissie heeft tot taak:

  • 1.

    het vervullen van alle taken die samenhangen met de verzorging van onderwijs aan de scholen die onder haar bestuur vallen;

  • 2.

    het samenwerken met de gemeente Assen op het terrein van het lokale onderwijsbeleid en alle overige daarvoor in aanmerking komende beleidsterreinen;

  • 3.

    het samenwerken met andere publiekrechtelijke lichamen en privaatrechtelijke rechtspersonen, die een soortgelijk doel nastreven;

  • 4.

    het uitvoeren van deze verordening.

Artikel 5.

De commissie beschikt over de volgende bevoegdheden:

  • 1.

    alle, die de WPO en WEC aan het bevoegd gezag van de scholen toekent, tenzij daar in deze verordening van wordt afgeweken;

  • 2.

    het zich door deskundigen met een adviserende stem laten bijstaan of het instellen van commissies, met het oog op de behartiging van bepaalde belangen van de onder haar gezag vallende scholen. De commissie regelt de bevoegdheden, samenstelling en werkwijze van deze commissies;

  • 3.

    het laten uitvoeren van contractactiviteiten binnen de door de raad vastgestelde begroting;

  • 4.

    het doen van aanvragen tot verandering van de grondslag, splitsing, verplaatsing of opheffing van een school, dit uitsluitend na toestemming van de raad;

  • 5.

    het gevraagd of ongevraagd adviseren van het college of de raad met betrekking tot haar taken.

Artikel 6.Samenstelling

 

  • 1.

    De commissie bestaat uit zeven leden.

  • 2.

    De raad benoemt de leden van de commissie.

  • 3.

    De commissie kiest uit haar midden een voorzitter, een plaatsvervangend voorzitter, een secretaris en een penningmeester.

  • 4.

    Personen in dienst van de commissie kunnen niet tevens lid van de commissie zijn.

  • 5.

    Leden van een medezeggenschapsraad van een school kunnen niet tevens lid van de commissie zijn.

  • 6.

    Leden van de raad of het college kunnen niet tevens lid van de commissie zijn.

  • 7.

    De leden van de commissie leggen bij beëdiging door de raad een ambtseed af.

  • 8.

    Op de leden van de commissie is artikel 89 van de Gemeentewet over verboden handelingen van toepassing.

Artikel 7.Zittingsperiode

De leden van de bestuurscommissie worden voor een periode van vier jaar benoemd.

Artikel 8. Lidmaatschap

  • 1.

    Er wordt zo spoedig mogelijk voorzien in vervulling van een vacature, in overeenstemming met het in deze verordening bepaalde met betrekking tot de benoeming van leden.

  • 2.

    Het lidmaatschap van de commissie eindigt:

    • a.

      op eigen verzoek;

    • b.

      door ontslag door de raad;

    • c.

      het vervallen verklaren van het lidmaatschap op grond van artikel 6 sub 8 van deze verordening in relatie tot artikel 89 van de Gemeentewet.

  • 3.

    Het herbenoemen van leden voor een aaneengesloten zittingsperiode is slechts eenmaal mogelijk.

  • 4.

    Leden blijven hun functie vervullen, totdat hun opvolgers zijn benoemd.

Artikel 9. Schorsing en ontslag

  • 1.

    Het college is bevoegd om een lid van de commissie, dat naar zijn oordeel in ernstige mate door handelen of het nalaten daarvan afbreuk doet aan het functioneren van de commissie, te schorsen.

  • 2.

    Dit besluit wordt aan de raad voorgelegd. De raad wijst uit zijn midden een delegatie aan, die het geschorste lid en de overige leden van de commissie hoort. Op grond van de bevindingen van de delegatie neemt de raad een besluit en regelt de gevolgen van zijn beslissing.

  • 3.

    De raad kan een lid van de commissie ontslaan, als dit naar het oordeel van de raad door handelen of nalaten daarvan ernstig afbreuk doet aan het functioneren van de commissie.

  • 4.

    Bij voorgenomen ontslag wijst de raad uit zijn midden een delegatie aan die het betreffende lid en de overige leden van de commissie hoort. Op grond van de bevindingen van de delegatie neemt de raad een besluit over het ontslag en regelt de gevolgen van zijn beslissing.

Artikel 10.Werkwijze

  • 1.

    De commissie vergadert tenminste zes maal per jaar en voorts zo vaak als de voorzitter of tenminste twee leden dit nodig vinden.

  • 2.

    De voorzitter zorgt ervoor dat de leden - spoedeisende uitzonderingen daar gelaten - tenminste tien dagen voor de vergadering worden opgeroepen en dat alle vergaderstukken worden verzonden.

  • 3.

    De commissievergaderingen zijn in beginsel openbaar. Op basis van artikel 23 Gemeentewet, tweede lid, kan een vergadering achter gesloten deuren worden gehouden of worden voortgezet, indien een vijfde van de leden of de voorzitter dat nodig acht. De commissie kan besluiten na afloop van de vergadering in besloten kring verder te vergaderen. Hiervan wordt op de agenda melding gemaakt. Artikel 24 Gemeentewet is van overeenkomstige toepassing.

  • 4.

    Elk lid van de commissie is bevoegd om tijdens de vergadering voor te stellen een naar zijn/haar mening spoedeisend onderwerp aan de agenda toe te voegen. De commissie beslist of en in hoeverre aan dat voorstel gevolg zal worden gegeven.

Artikel 11.Quorum

  • 1.

    De vergadering wordt niet geopend als niet tenminste vier leden van de commissie aanwezig zijn.

  • 2.

    Indien op grond van het vorige lid een vergadering niet kan worden geopend, belegt de voorzitter opnieuw een vergadering op een tijdstip, dat tenminste vierentwintig uur na het bezorgen van de oproep is gelegen. Op deze vergadering is lid 1 niet van toepassing​

Artikel 12.Stemmen

  • 1.

    Leden stemmen zonder last.

  • 2.

    Alle besluiten worden genomen bij volstrekte meerderheid.

  • 3.

    Over personen wordt schriftelijk gestemd, over zaken mondeling.

  • 4.

    Bij het staken van stemmen over zaken wordt het nemen van een besluit tot een volgende vergadering uitgesteld, waarin de beraadslagingen kunnen worden heropend. Indien bij herstemming de stemmen wederom staken, wordt het voorstel geacht niet te zijn aangenomen.

  • 5.

    Bij staking van stemmen over personen beslist het lot, nadat onmiddellijk een herstemming heeft plaatsgevonden en de stemmen opnieuw staakten. Loting dient onmiddellijk na deze herstemming plaats te vinden.

Artikel 13. Openbaarheid van vergaderingen

Op vergaderingen van de commissie zijn de artikelen 19 tweede lid, 22 en 23 eerste tot en met het vierde lid van de Gemeentewet van toepassing. Deze artikelen regelen respectievelijk de wijze waarop de voorzitter de leden ter vergadering oproept, de immuniteit van leden die deelnemen aan de beraadslaging, de openbaarheid van vergaderingen en het vergaderen achter gesloten deuren.

Artikel 14. Geheimhouding van stukken

De commissie kan op grond van artikel 86 van de Gemeentewet en artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur besluiten om geheimhouding op te leggen ten aanzien van hetgeen dat achter gesloten deuren is behandeld en de (inhoud van de) stukken die aan de commissie zijn overlegd.

Artikel 15. Informatieverschaffing aan de raad

  • 1.

    De commissie verschaft alle inlichtingen waar de raad en het college om vragen.

  • 2.

    Het college verschaft de commissie alle inlichtingen, die nodig zijn voor een goed functioneren van de commissie.

Artikel 16. Toezicht door het college en de raad

  • 1.

    De commissie informeert de raad actief over het door haar gevoerde beleid en genomen beslissingen.

  • 2.

    De commissie zendt verslagen van haar vergaderingen en afschriften van haar besluitenlijst binnen een week na de vergadering ter kennisgeving aan het college. Het college legt de stukken ter inzage in de raadkamer.

  • 3.

    Het college kan aan de hand van de besluitenlijst genoemd in lid 2 de commissie verzoeken een besluit alsnog in zijn geheel op te sturen.

  • 4.

    De voorzitter draagt er zorg voor dat de besluiten, die van invloed (kunnen) zijn op gemeentelijk onderwijsbeleid of politiek-bestuurlijk gevoelig (kunnen) zijn, binnen veertien dagen aan het college worden verzonden.

  • 5.

    Het college schorst een besluit van de commissie, als dat naar zijn mening in strijd is met het recht of het algemeen belang. Een besluit tot schorsing wordt binnen veertien dagen na ontvangst van het besluit van de commissie genomen. Van een besluit tot schorsing wordt terstond mededeling gedaan aan de commissie.

  • 6.

    Het college brengt de raad terstond schriftelijk op de hoogte van het omstreden besluit van de commissie.

  • 7.

    De raad is bevoegd een besluit van de commissie te vernietigen als dat naar zijn mening in strijd is met het recht of het algemeen belang. Indien het college een besluit van de commissie heeft geschorst adviseert zij de raad over een eventuele vernietiging van het besluit.

Artikel 17. Financiën

  • 1.

    De commissie kan beschikken over de door het Rijk beschikbaar gestelde vergoeding, met inachtneming van de geldende wetgeving en de door het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen opgestelde regels.

  • 2.

    De commissie is bevoegd om uitgaven te doen binnen de door de raad vastgestelde begroting.

  • 3.

    De commissie biedt jaarlijks vóór 1 mei de begroting met toelichting aan het college aan. Het college biedt uiterlijk 15 oktober van dat jaar de begroting aan de raad aan ter vaststelling/goedkeuring.

  • 4.

    De commissie verstrekt jaarlijks vóór 1 februari de gegevens ten behoeve van de gemeentelijke jaarrekening.

  • 5.

    De commissie biedt jaarlijks vóór 1 juli de jaarrekening met toelichting aan het college aan. In de toelichting wordt naast een toelichting op de cijfers ook een toelichting gegeven op de naleving van de code voor goed bestuur. Het college biedt uiterlijk 1 september de jaarrekening aan de raad aan ter instemming/goedkeuring.

  • 6.

    Indien het college zich niet kan verenigen met de in lid 3 en lid 5 bedoelde stukken, treedt zij in overleg met de commissie om te komen tot overeenstemming. Bij het aanbieden van de financiële stukken aan de raad doet het college verslag van de gang van zaken.

  • 7.

    De commissie biedt drie keer per jaar een voortgangsrapportage aan.

Artikel 18. Geschillen

  • 1.

    Geschillen tussen de commissie en de raad over de uitvoering en toepassing van deze verordening zullen worden voorgelegd aan de Algemene Commissie Bezwaarschriften (ACB) van de gemeente.

  • 2.

    Partijen verklaren van tevoren zich te binden aan het advies van de Algemene Commissie Bewaarschriften (ACB).

Artikel 19. Bezwaar

  • 1.

    Tegen besluiten van de commissie in de zin van artikel 1:3 van de Algemene wet bestuursrecht kan bezwaar worden aangetekend.

  • 2.

    Over deze bezwaren adviseert de Algemene Commissie Bezwaarschriften (ACB) van de gemeente.

  • 3.

    Over bezwaren met betrekking tot personele aangelegenheden en de rechtspositie van het personeel in dienst van de commissie, adviseert de Commissie Rechtspositionele Aangelegenheden van de gemeente.

Artikel 20. Overgangs- en slotbepalingen

  • 1.

    In alle zaken betreffende de commissie, waarin deze verordening niet voorziet, neemt het college een beslissing, nadat hij de commissie heeft gehoord.

  • 2.

    De verordening treedt in werking op 1 augustus 2011.

  • 3.

    Deze verordening kan worden aangehaald als: "Verordening bestuurscommissie openbaar primair (speciaal) onderwijs van de gemeente Assen".

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 30 juni 2011
 
De raad voornoemd,
, voorzitter
, griffier