Regeling vervallen per 10-10-2012

Verordening op de Vertrouwenscommissie, gemeente Asten 2012

Geldend van 28-02-2012 t/m 09-10-2012

Intitulé

Verordening op de Vertrouwenscommissie, gemeente Asten 2012

De raad van de gemeente Asten;

gezien het voorstel van de griffie d.d. 6 februari 2012;

gehoord het advies van het Presidium d.d. 23 januari 2012;

gelet op artikel 61, lid 3, artikel 82 en artikel 86 van de Gemeentewet;

alsmede op artikel 15 van de Archiefwet 1995 en artikel 9 van het Archiefbesluit 1995;

mede gelet op de Handreiking benoemingsproces burgemeester, Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, oktober 2007

b e s l u i t:

  • 1.

    een vertrouwenscommissie in te stellen;

  • 2.

    de navolgende verordening, regelende de taak, samenstelling en werkwijze van de commissie, alsmede de geheimhouding vast te stellen;

  • 3.

    de commissaris van de Koningin in de provincie Noord-Brabant van de besluiten onder 1 en 2 in kennis te stellen.

Verordening regelende de taak, samenstelling en werkwijze van de vertrouwenscommissie, alsmede de geheimhouding

Artikel 1 – Begripsbepaling

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • 1.

    De Minister: de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

  • 2.

    De Commissaris: de Commissaris van de Koningin in de provincie Noord-Brabant.

  • 3.

    De commissie: de vertrouwenscommissie, zijnde een raadscommissie, die belast is met de voorbereiding van de aanbeveling tot vervulling van de vacature burgemeester.

  • 4.

    De secretaris: de secretaris van de commissie, zijnde de griffier.

Taak en werkwijze van de commissie

Artikel 2

  • 1. De commissie heeft tot taak een door de Commissaris aan te reiken selectie van kandidaten en eventuele andere kandidaten te beoordelen.

  • 2. De commissie voert daartoe gesprekken met de door de Commissaris geselecteerde kandidaten.

  • 3. Indien de Commissie gesprekken wenst te voeren met eventueel andere op de lijst van sollicitanten voorkomende kandidaten, die hetzij eigener beweging zich tot de commissie hebben gewend, hetzij door de commissie worden uitgenodigd, doet zij daarvan onverwijld mededeling aan de Commissaris.

  • 4. Indien de commissie besluit een door de Commissaris geselecteerde kandidaat niet te ontvangen, worden de Commissaris en de kandidaat door haar schriftelijk, met vermelding van de redenen, van de beslissing op de hoogte gesteld.

  • 5. De gesprekken met en de oordeelsvorming over de sollicitanten vinden plaats in aanwezigheid van de leden van de commissie.

  • 6. Bij haar werkzaamheden neemt de commissie het gestelde in de Handreiking benoemingsproces burgemeester, Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, oktober 2007, in acht.

Artikel 3

  • 1. Nadat de commissie haar standpunt over de geschiktheid van de door haar ontvangen kandidaten heeft bepaald, brengt zij schriftelijk en gemotiveerd verslag uit aan de raad en aan de Commissaris.

  • 2. De commissie brengt haar in lid 1 van dit artikel bedoeld verslag uit op de basis van de door de Commissaris verstrekte informatie over de kandidaten en op basis van de informatie ontleend aan het gesprek met de door haar ontvangen kandidaten, zulks na afweging van een en ander.

  • 3. De commissie doet het verslag aan de raad vergezeld gaan van een concept aanbeveling van tenminste twee kandidaten die naar haar oordeel voor de benoeming in aanmerking komen. De commissie vermeldt daarbij voor iedere kandidaat de motieven die tot haar oordeel hebben geleid.

  • 4. De commissie geeft in haar verslag tevens een beredeneerde voorkeursvolgorde van de kandidaten aan.

Artikel 4

  • 1.

    Het verslag aan de raad en de Commissaris (artikel 3 lid 1) en de concept aanbeveling aan de raad (artikel 3 lid 3) worden bij meerderheid van de stemmen vastgesteld.

  • 2.

    In het verslag aan de raad en de Commissaris kunnen leden van de commissie van minderheidsstandpunten blijk geven.

  • 3.

    Bij staking van stemmen over het uit te brengen verslag aan de raad en de Commissaris, wordt het nemen van een beslissing uitgesteld tot de volgende vergadering.

  • 4.

    Is uitstel van de beslissing niet mogelijk of staken de stemmen ook in die volgende vergadering, dan worden in het verslag de verschillende meningen binnen de commissie ter kennis van de raad en de Commissaris gebracht.

  • 5.

    De commissie kan de Commissaris vragen in de gelegenheid te worden gesteld de op schrift gestelde opvattingen mondeling toe te lichten.

Geheimhoudingsplicht

Artikel 5

  • 1.

    De leden, adviseurs en ondersteuners van de commissie hebben volstrekte geheimhoudingsplicht omtrent hetgeen direct of indirect aan hen als lid van de commissie ter kennis is gekomen.

  • 2.

    De geheimhoudingsplicht van de commissie geldt ook voor raadsleden die geen lid van de commissie zijn of lid van de commissie zijn geweest.

  • 3.

    Deze geheimhouding geldt zowel tijdens het bestaan van de commissie als na ontbinding ervan.

  • 4.

    De leden 1 tot en met 3 van dit artikel zijn op overeenkomstige wijze van toepassing op de adviseurs (artikel 6, lid 2).

  • 5.

    De geheimhouding brengt onder meer met zich mee dat, anders dan door tussenkomst van de Commissaris, geen inlichtingen –schriftelijk of mondeling- kunnen worden ingewonnen over de sollicitanten en dat overleg met derden is uitgesloten.

  • 6.

    De commissie treft een voorziening met betrekking tot de wijze waarop de privacybelangen van de sollicitant verder worden beschermd, bijvoorbeeld bij de bepaling van plaats en tijdstip van de gesprekken en bij het voeren van de correspondentie.

Samenstelling commissie

Artikel 6

  • 1.

    Leden van de commissie zijn:

    • ·

      De heer J.G. Leenders, fractievoorzitter CDA;

    • ·

      Mevrouw P.W.J.M. van de Ven-Schriks, fractievoorzitter Algemeen Belang;

    • ·

      De heer A.H.H. Beniers, raadslid fractie PGA/PvdA;

    • ·

      De heer M.J.H. Vankan, fractievoorzitter Leefbaar Asten;

    • ·

      De heer H.L.M. Span, fractievoorzitter D66-Hart voor Asten;

    • ·

      De heer J. Bazuin, fractievoorzitter VVD;

  • 2.

    Adviseurs van de commissie kunnen zijn:

    • ·

      De heer Th. Martens, wethouder;

    • ·

      De heer J.H.J. van Bussel, wethouder;

    • ·

      De heer J.C.M. Huijsmans, wethouder;

  • 3.

    Ondersteuners van de commissie zijn

    • ·

      mr. M.B.W. van Erp-Sonnemans, raadsgriffier;

    • ·

      mr. W.M.A. Verberkt, gemeentescretaris;

  • 4.

    Mevrouw M.B.W. van Erp-Sonnemans, raadsgriffier, is secretaris van de commissie.

Werkwijze commissie

Artikel 7

  • 1. De commissie kiest uit haar midden een voorzitter. Plaatsvervangende leden worden niet benoemd.

  • 2. de commissie bepaalt:

    • *

      wie zij als adviseur of adviseurs kiezen;

    • *

      op welke wijze de adviseur(s) de commissie van advies dient(en).

  • 3. De commissie vergadert zo dikwijl als de voorzitter of tenminste twee leden dit noodzakelijk achten.

  • 4. De commissie vergadert alleen indien een meerderheid van het aantal leden aanwezig is.

Artikel 8

  • 1.

    De voorzitter van de commissie treedt op als contactpersoon naar buiten.

  • 2.

    Alle perscontacten ten aanzien van het werk van de commissie lopen via de voorzitter.

  • 3.

    Het adres van het secretariaat van de commissie is het privéadres van de raadsgriffier.

  • 4.

    Alle stukken voor de commissie worden gericht aan de voorzitter en, voor zover ze per post worden verstuurd, gezonden aan het adres van het secretariaat van de commissie en door de secretaris bewaard.

  • 5.

    Alle stukken die van de commissie uitgaan worden door de voorzitter, dan wel namens de voorzitter verzonden vanaf het adres van het secretariaat.

  • 6.

    De kandidaten worden door de voorzitter, of namens de voorzitter door de secretaris voor de gesprekken uitgenodigd.

Overige bepalingen

Artikel 9

  • 1. De commissie wordt geacht te zijn ontbonden met ingang van de dag volgende op die, waarop aan de gemeenteraad bekend is gemaakt dat in de vacature is voorzien.

  • 2. De voorzitter en de secretaris dragen er zorg voor dat op het in het eerste lid bedoelde tijdstip alle archiefbescheiden die de commissie zelf heeft opgemaakt, onverwijld in verzegelde envelop en gerubriceerd als “geheim” worden overgebracht naar de krachtens de wet door de raad aangewezen archiefbewaarplaats. De voorzitter en secretaris dragen er eveneens zorg voor dat uitvoering wordt gegeven aan het bepaalde in de volgende leden van dit artikel.

  • 3. Van de in het tweede lid bedoelde overbrenging wordt een verklaring van overbrenging als bedoeld in artikel 9 van het Archiefbesluit 1995 opgemaakt. In deze verklaring wordt melding gemaakt van de met toepassing van artikel 15 lid 1 sub a en c van de Archiefwet 1995 gestelde beperkingen aan de openbaarheid, geldende voor een periode van 75 jaar,

  • 4. Originele bescheiden die de commissie van derden heeft ontvangen worden onmiddellijk aan dezen teruggezonden.

  • 5. Alle overige bescheiden van de commissie en alle kopieën van de in dit artikel bedoelde bescheiden worden onmiddellijk vernietigd.

Artikel 10

In alle gevallen waarin de wet of deze verordening niet voorziet, beslist de commissie.

Artikel 11

Deze verordening treedt met onmiddellijke ingang na vaststelling in werking.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Asten d.d. 28 februari 2012.
De raad voornoemd,
de griffier,
mr. M.B.W. van Erp-Sonnemans
de voorzitter,
S.P.Grem