Regeling vervallen per 12-07-2008

verordening cliëntenparticipatie WWB, Wvg en WMO

Geldend van 12-07-2008 t/m 11-07-2008 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2008

Intitulé

verordening cliëntenparticipatie WWB, Wvg en WMO

De raad van de gemeente Baarle-Nassau,

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 8 maart 2005,

gelet op het advies van het gehandicaptenplatform Baarle-Nassau;

gelet op de Gemeentewet, de Wet werk en bijstand, de Wet voorzieningen gehandicapten en de Wet maatschappelijke ondersteuning;

overwegende dat het wenselijk is om in cliëntenparticipatie te bevorderen;

B E S L U I T :

vast te stellen de verordening:

cliëntenparticipatie WWB, Wvg en WMO:

Artikel 1 Begrippen

In deze verordening wordt verstaan onder:

a.

WWB:

De Wet werk en bijstand.

b.

Wvg:

De Wet voorzieningen gehandicapten.

c.

WMO:

De Wet maatschappelijke ondersteuning.

d.

College:

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Baarle-Nassau;

e.

Integraal gemeentelijk gehandicaptenbeleid.

De samenhangende wijze waarop de gemeente, in al haar beleid (inclusief de Wvg en WMO) en verantwoordelijkheden, werkt aan verbetering van mogelijkheden tot gelijkwaardige maatschappelijke deelname van mensen met een functiebeperking of chronische aandoening.

f.

Belanghebbenden:

Personen die een uitkering ingevolge de WWB ontvangen, alsmede personen die een nabestaanden- of halfwezenuitkering op grond van de Anw ontvangen, niet-uitkeringsgerechtigden, voor wiens arbeidsinschakeling het college verantwoordelijk is, en personen die gesubsidieerde arbeid verrichten en personen die te maken hebben met het integraal gemeentelijke gehandicaptenbeleid

g.

Maatschappelijke organisaties:

Instellingen die direct of indirect deel uitmaken van het dagelijkse leven van de belanghebbenden.

h.

Cliëntenparticipatie:

De gestructureerde wijze waarop de gemeente de belanghebbenden of vertegenwoordigers van maatschappelijke organisaties betrekt in de beleidsvorming, de uitvoering en de evaluatie op het terrein van de WWB, Wvg, de WMO en het integrale gemeentelijke gehandicaptenbeleid.

i.

Cliëntenplatform:

Een, op initiatief van de gemeente, ingesteld adviesorgaan, dat gevraagd en ongevraagd adviseert over onderwerpen met betrekking tot beleid, uitvoering en evaluatie van de WWB, Wvg en WMO.

Artikel 2. Doelstellingen

  • 1. Het college bevordert het instellen en in stand houden van een gemeentelijke overlegstructuur met het cliëntenplatform.

  • 2. Cliëntenparticipatie heeft tot doel te bewerkstelligen dat belanghebbenden of vertegenwoordigers van maatschappelijke organisaties die zitting hebben in het cliëntenplatform optimaal betrokken worden bij de beleidsvorming van elk beleid dat gericht is op;

    • a.

      personen met een functiebeperking of chronische aandoening in het kader van de Wvg en WMO;

    • b.

      integraal gemeentelijk gehandicaptenbeleid;

    • c.

      personen die aangewezen zijn op een uitkering en/of dienstverlening ingevolge de WWB.

Artikel 3. Samenstelling

  • 1. Het cliëntenplatform bestaat uit belanghebbenden en eventueel vertegenwoordigers van maatschappelijke organisaties, die beantwoorden aan de doelstellingen.

  • 2. Het platform start met de leden van het gehandicaptenplatform Baarle-Nassau zoals dat tot 1 mei 2005 werkzaam was;

  • 3. Het platform kiest een voorzitter.

  • 4. Het college voegt een ambtelijk secretaris toe aan het cliëntenplatform.

Artikel 4. Werkwijze

  • 1. In het kader van cliëntenparticipatie vraagt het college het cliëntenplatform om advies. Het platform is ook gerechtigd uit eigener beweging (ongevraagd) advies uit te brengen aan het college. De voorzitter en ambtelijk secretaris hebben geen stem in het tot stand komen van het advies.

  • 2. Het college vraagt het cliëntenplatform in ieder geval om advies als het gaat om het vaststellen, wijzigen of intrekken van beleidsregels met betrekking tot de WWB, de Wvg, de WMO en integraal gemeentelijk gehandicaptenbeleid.

  • 3. Het advies wordt op een zodanig tijdstip gevraagd, dat het van wezenlijke invloed kan zijn op het te nemen besluit. Dit houdt in ieder geval in:

    • a)

      bij nieuw beleid wordt het gehandicaptenplatform betrokken bij vaststellen van de hoofdlijnen van het beleid;

    • b)

      bij evaluatie wordt het cliëntenplatform betrokken bij het vaststellen van vragen die ten grondslag liggen aan een evaluatie.

  • 4. In het geval het college in een voorstel aan de gemeenteraad afwijkt van het advies van het cliëntenplatform, wordt dit bij het voorstel vermeld, waarbij tevens is aangegeven op welke gronden van het advies is afgeweken.

  • 5. Er vindt minimaal 4 keer per jaar een overleg plaats. Daarnaast kan op verzoek van een van de leden vaker overleg plaatsvinden.

  • 6. Door het college wordt zorg gedragen dat van de zijde van de gemeente aan het cliëntenplatform de nodige informatie wordt verstrekt ten behoeve van het naar behoren functioneren van het platform. Het betreft hier alle informatie die noodzakelijk is om beleid en uitvoering te begrijpen en om ontwikkelingen en wijzigingen te kunnen volgen.

Artikel 5 Faciliteiten

  • 1. Het cliëntenplatform wordt ondersteund door een ambtelijk secretaris. Deze draagt in ieder geval zorg voor:

    • a.

      uitnodiging voor het overleg;

    • b.

      vaststelling van de agenda overeenkomstig de aangedragen voorstellen;

    • c.

      verzending van de agenda;

    • d.

      informatievoorziening ten behoeve van de leden van het cliëntenplatform;

    • e.

      briefwisseling met derden.

  • 2. Het college voorziet in vergaderruimte.

  • 3. Het college stelt middelen beschikbaar voor de volgende activiteiten:

    • ·

      deskundigheidsbevordering;

    • ·

      overleg met, en activering van de achterban;

    • ·

      het verzorgen van voorlichting en pr;

    • ·

      overleg en afstemming met andere groepen.

    Deze middelen worden beschikbaar gesteld na overleg met de voorzitter.

  • 4. De leden van het platform, buiten de voorzitter en ambtelijk secretaris, ontvangen voor het bijwonen van een overleg een onkostenvergoeding welke jaarlijks door het college wordt vastgesteld.

Artikel 6 Onvoorzien

In alle gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college in overleg met het platform.

Artikel 7 Slotbepalingen

  • 1. Deze verordening kan aangehaald worden als ‘verordening cliëntenparticipatie WWB, Wvg en WMO’.

  • 2. Deze verordening treedt in werking per 1 mei 2005.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 14 april 2005

DE GEMEENTERAAD VAN BAARLE-NASSAU

Griffier

de heer H.H. Dame

Voorzitter

de heer drs. J.P.M.M. Hendrikx