Regeling vervallen per 08-07-2010

Verordening voor de raadscommissies

Geldend van 03-07-2003 t/m 07-07-2010

Intitulé

Verordening voor de raadscommissies

Artikel 1 DE INSTELLING

De raad stelt vier raadscommissies in.

  • 1.

    Commissie Algemeen Bestuurlijke Zaken ( ABZ )

  • 2.

    Commissie voor de begroting, de jaarrekening en control

  • 3.

    Commissie Ruimtelijke Zaken

  • 4.

    Commissie Maatschappelijke Zaken

Artikel 2 DE SAMENSTELLING

  • 1. De in het vorige artikel vermelde commissies bestaan alle uit hetzelfde aantal leden als er fracties in de raad zitting hebben. Elke fractie levert dus 1 commissielid en 1 plaatsvervangend commissielid.

  • 2. De fractievoorzitters vormen de commissie Algemeen Bestuurlijke Zaken.

  • 3. De (plaatsvervangende) commissieleden worden door de raad benoemd en kunnen zowel raadslid als niet-raadslid zijn;

  • 4. De voorzitter van een commissie maakt geen deel uit van die commissie en wordt door de raad uit haar midden benoemd;

  • 5. De plaatsvervangend voorzitter wordt tijdens de eerste commissievergadering uit haar midden benoemd, en dient tevens raadslid te zijn.

Artikel 3 ZITTINGSDUUR EN VERVANGING

  • 1. De zittingsduur van de leden van een commissie bedraagt maximaal vier jaar en is gekoppeld aan de zittingsperiode van de gemeenteraad.

  • 2. De raad kan aan de leden van een commissie te allen tijde ontslag verlenen, indien de motieven of omstandigheden die tot benoeming hebben geleid, niet of niet meer aanwezig zijn.

  • 3. De leden kunnen te allen tijde ontslag nemen. Zij geven hiervan schriftelijk kennis aan de raad en aan de betreffende commissie.

  • 4. De leden worden benoemd uiterlijk in de eerste vergadering na de installatie van de nieuw gekozen raad.

  • 5. In de tussentijds openvallende plaatsen wordt zo spoedig mogelijk voorzien. Een lid, benoemd ter vervulling van een buiten periodieke aftreding opengevallen plaats, treedt af op het tijdstip, waarop degene in wiens plaats hij is benoemd, moest aftreden.

Artikel 4 SECRETARIAAT

  • 1. Een commissie wordt in alles wat de hun opgedragen taken aangaat bijgestaan door de griffier of diens plaatsvervanger. De griffier is onder meer belast met het opmaken van een besluitenlijst van elke commissievergadering.

  • 2. De besluitenlijst, waarin datgene wordt vermeld dat direct verband houdt met, of van direct belang is voor, de besluit - c.q. oordeelvorming, wordt zo spoedig mogelijk in concept aan de leden toegezonden. De besluitenlijst wordt ook terstond toegezonden aan het College. Voorts wordt de besluitenlijst zover het een openbare vergadering betreft door toedoen van de griffier voor raadsleden ter inzage gelegd in de week, waarin de raadsvergadering wordt gehouden.

  • 3. Als regel wordt de besluitenlijst in de eerstvolgende vergadering van de betreffende commissie, al dan niet gewijzigd, vastgesteld.

  • 4. De griffier voert volgens aanwijzingen van de betreffende commissie de correspondentie.

  • 5. Adviezen van een commissie en uitgaande correspondentie worden door de voorzitter en de griffier ondertekend.

  • 6. In de vergaderingen van een commissie heeft de griffier een adviserende stem.

Artikel 5 TAAK

  • 1. De commissies dienen de gemeenteraad van advies over alle hun toegezonden stukken.

  • 2. De commissie Algemeen Bestuurlijke Zaken adviseert over algemene beleidszaken.

  • 3. De commissie voor de begroting en de jaarrekening adviseert over alle zaken van de control – cyclus ( begroting, jaarrekening en BERAP ).

  • 4. De commissie Ruimtelijke Zaken adviseert over alle zaken op het gebied van de ruimtelijke zaken.

  • 5. De commissie Maatschappelijke Zaken adviseert over alle zaken op het gebied van maatschappelijke zaken.

  • 6. Een commissie kan ook ongevraagd aan de gemeenteraad zodanige voorstellen en adviezen voorleggen als zij in het belang van de gemeente nuttig of nodig oordeelt.

Artikel 6 WERKWIJZE

  • 1. Een commissie bepaalt haar eigen agenda, maar behandelt in ieder geval de zaken die door het presidium zijn aangeboden.

  • 2. De voorzitter van een commissie stelt de concept agenda op na overleg in het presidium

  • 3. De voorzitter bepaalt de orde van de vergadering.

Artikel 7 VERGADERINGEN

  • 1. Een commissie vergadert in de regel één maal per 6 weken.

  • 2. Een commissie vergadert zo dikwijls de voorzitter het nodig oordeelt, of het door tenminste 2 leden schriftelijk en met opgave van redenen wordt gevraagd, in welk geval de vergadering binnen 14 dagen zal worden gehouden.

  • 3. Indien de voorzitter van een commissie van oordeel is, dat de te behandelen punten van dien aard zijn, dat het houden van een vergadering niet nodig is, deelt hij dit aan de leden van de betreffende commissie mee en verzoekt hen tevens om schriftelijk of mondeling via de griffier hun mening over de voorstellen kenbaar te maken. Indien tenminste twee leden van mening zijn, dat over deze voorstellen wel een vergadering moet plaatsvinden, wordt deze alsnog door de voorzitter uitgeschreven.

  • 4. De voorzitter bepaalt plaats, dag en aanvangstijdstip van de vergaderingen.

  • 5. De voorzitter zorgt voor de handhaving van de orde in de vergadering en is bevoegd, wanneer die orde op enigerlei wijze door toehoorders wordt verstoord, deze en zo nodig andere toehoorders te doen vertrekken.

  • 6. De voorzitter is bevoegd toehoorders die bij herhaling de orde in de vergadering verstoren voor ten hoogste drie maanden de toegang tot de vergadering te ontzeggen.

  • 7. Van het houden van een vergadering wordt, spoedeisende gevallen uitgezonderd, tenminste één week tevoren schriftelijk aan de leden, en plaatsvervangend leden, kennis gegeven, zoveel mogelijk onder opgaaf van de te behandelen punten en onder toezending van de daarbij behorende voorstellen. Voorts worden dag en aanvangstijdstip van openbare vergaderingen en indien mogelijk de te behandelen agendapunten ter openbare kennis gebracht.

  • 8. Ieder lid tekent vóór de aanvang van de commissievergadering de presentielijst.

Artikel 8 BESLUITVORMING

  • 1. a. In de uit te brengen adviezen wordt het standpunt, waar nodig, vermeld van de in de commissie vertegenwoordigde partijen.

    • b.

      Besluiten, anders dan adviezen bedoeld onder a, worden altijd bij volstrekte meerderheid van stemmen van de aanwezige leden genomen.

  • 2. Bij staking van stemming beslist, behoudens het navolgende, de voorzitter.

  • 3. De voorzitter en de overige leden onthouden zich van medestemmen over zaken die hen, hun echtgenoot of hun bloed- of aanverwante, tot de derde graad inbegrepen, persoonlijk aangaan, of waarin zij als gelastigde zijn betrokken.

  • 4. Indien de voorzitter zich op grond van het bepaalde in het derde lid van dit artikel van medestemmen moet onthouden, beslist het in leeftijd oudste lid, dat ter vergadering aanwezig is.

  • 5. Over alle zaken wordt mondeling en bij hoofdelijke oproeping gestemd, tenzij door geen der aanwezige leden stemming wordt verlangd, in welk geval het voorstel geacht wordt te zijn aangenomen.

  • 6. Over personen wordt in een commissies niet gestemd, tenzij een raadsbesluit stemming over personen noodzakelijk maakt.

Artikel 9 MINDERHEIDSSTANDPUNT

Indien een minderheid van een commissie dit nodig acht, wordt haar mening in een door de commissie aan de gemeenteraad over te leggen advies of voorstel vermeld of kan zij een afzonderlijke nota indienen.

Artikel 10 OPENBAARHEID

  • 1. De vergaderingen van de commissies zijn openbaar.

  • 2. De deuren worden gesloten, wanneer tenminste twee vijfde van het aantal leden dat de presentielijst heeft getekend daarom verzoekt, of de voorzitter het nodig oordeelt.

  • 3. In een besloten gedeelte van een commissie vergadering kan over het daarin behandelde ook een advies worden uitgebracht.

  • 4. Leden van de gemeenteraad zijn gerechtigd de besloten delen van een commissie vergadering bij te wonen van de commissie waar zij geen zitting in hebben. Aan de beraadslagingen en de besluitvorming nemen zij geen deel.

Artikel 11 TER VISIELEGGING

  • 1. De stukken, op een uitgeschreven openbare vergadering betrekking hebbende, liggen als regel tenminste twee dagen op het gemeentehuis voor eenieder ter inzage.

  • 2. De stukken, die op een besloten deel van de vergadering van een commissie betrekking hebben liggen als regel tenminste twee dagen uitsluitend voor de raadsleden en de betreffende commissieleden ter inzage op een door de voorzitter in de oproeping aan te geven plaats.

Artikel 12 SPREEKRECHT

  • 1. Personen, niet zijnde raadslid, die een commissievergadering als toehoorder bijwonen worden door de voorzitter direct na de opening van de vergadering in de gelegenheid gesteld het woord te voeren over een onderwerp dat voor de vergadering geagendeerd staat.

  • 2. Degene die het woord voert dient zich te wenden tot de voorzitter en zich te beperken tot die zaken die rechtstreeks verband houden met het geagendeerde onderwerp. Treedt hij buiten de orde, dan kan de voorzitter hem het woord ontnemen.

  • 3. De spreektijd bedraagt maximaal vijf minuten.

  • 4. De commissieleden worden in de gelegenheid gesteld vragen te stellen, zonder in discussie te treden met degene die gebruik heeft gemaakt van het spreekrecht.

Artikel 13 DESKUNDIGEN

  • 1. De voorzitter kan eigenmachtig of op verzoek van de betreffende commissie een lid van het college uitnodigen een vergadering bij te wonen, teneinde desverlangd toe - of voorlichting te verstrekken.

  • 2. Het collegelid kan zich laten bijstaan door een of meer ambtelijke adviseurs.

  • 3. De voorzitter van de commissie zal op voorstel van de betreffende commissie ook andere dan in lid 1 en 2 bedoelde deskundigen voor een vergadering uitnodigen.

  • 4. Zijn daaraan kosten verbonden, dan besluit hij daartoe niet dan na verkregen machtiging van de gemeenteraad.

  • 5. De voorzitter van de commissie kan belanghebbenden uitnodigen om, zo de commissie zulks wenst, de agendapunten die hen rechtstreeks aangaan, in de vergadering van de commissie toe te lichten.

Artikel 14 INWERKINGTREDING

  • 1. Deze verordening treedt op 3 juli 2003 in werking.

  • 2. Zij kan worden aangehaald onder de titel "Verordening voor de raadscommissies”.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 22 mei 2003,

DE RAAD VOORNOEMD

Griffier

H.H. Dame

Voorzitter

Drs. J.P.M.M. Hendrikx