Uitvoeringsbesluit grafbedekkingen 2013

Geldend van 01-07-2013 t/m heden

Intitulé

Uitvoeringsbesluit grafbedekkingen 2013

UITVOERINGSBESLUIT GRAFBEDEKKINGEN 2013

HOOFDSTUK I

BEGRIPSBEPALINGEN

Artikel 1

Begripsomschrijvingen

In de in dit uitvoeringsbesluit opgenomen nadere regelen wordt verstaan onder: a. de begraafplaats: de Nieuwe Algemene Begraafplaats aan de Wijkamplaan te Baarn; b. de verordening: de Beheersverordening Nieuwe Algemene Begraafplaats Baarn 2013;

  • c.

    de aanvrager: een natuurlijk persoon of rechtspersoon die namens of in opdracht van de rechthebbende of nabestaanden van een particulier graf of urnennis dan wel de gebruiker of belanghebbende van een algemeen graf een verzoek doet bij het college van burgemeester en wethouders om een grafbedekking op een graf of urnennis te mogen aanbrengen;

  • d.

    grafbedekking: gedenkteken en grafbeplanting op een graf of een verstrooiingsplaats;

  • e.

    gedenkteken: voorwerp op het graf voor het aanbrengen van opschriften of figuren, daaronder begrepen kettingen en hekwerken;

  • f.

    grafbeplanting: vaste beplanting, welke door de rechthebbende en/of door de gemeente op een graf wordt aangebracht.

HOOFDSTUK 2

NADERE REGELEN OMTRENT DE AANVRAAG VAN EEN VERGUNNING

Artikel 2

Het indienen van de aanvraag

  • 1.

    Een vergunning voor het aanbrengen van een gedenkteken moet schriftelijk worden aangevraagd door middel van het indienen van een ingevuld en daartoe ondertekend aanvraagformulier met werktekening bij het college van burgemeester en wethouders.

  • 2.

    Op de werktekening die met de aanvraag wordt meegezonden, dienen ten minste voor te komen: a. een boven-, voor- en zijaanzicht met alle hoogte-, breedte-, dikte- en lengtematen;

    • b.

      soort, kleur en de bewerking van het te gebruiken materiaal; c. de aard van de fundering en de wijze van het daarop bevestigen van het gedenkteken.

Artikel 3

Het beslissen op de aanvraag

  • 1.

    Op een aanvraag om vergunning wordt door het college van burgemeester en wethouders binnen een periode van zes weken beslist. Deze periode kan éénmaal met een periode van vier weken worden verlengd. Het college van burgemeester en wethouders doet hiervan gemotiveerd mededeling aan de aanvrager.

  • 2.

    Het college van burgemeester en wethouders kan aan een vergunning voorwaarden verbinden.

  • 3.

    Een beslissing op de aanvraag wordt door het college van burgemeester en wethouders schriftelijk aan de aanvrager meegedeeld.

HOOFDSTUK 3 De plaatsing van een gedenkteken

Artikel 4

Het aanbrengen van een grafbedekking waarvoor geen vergunningplicht bestaat

  • 1.

    De rechthebbende van een particulier graf of de gebruiker van een algemeen graf, dan wel degene in wiens opdracht een grafbedekking op een graf wordt aangebracht, die voornemens is om een grafbedekking aan te brengen zoals bedoeld in artikel 19, vijfde lid, van de verordening, meldt ten minste twee volle werkdagen voorafgaand aan de aanvang van de werkzaamheden bij de beheerder van de begraafplaats dat hij voornemens is een grafbedekking op een graf aan te brengen.

  • 2.

    De in het eerste lid bedoelde melding wordt geacht te zijn gedaan nadat bij de beheerder een daartoe ingevuld en ondertekend meldingsformulier is ingeleverd.

Artikel 5

De uitvoering van de plaatsing

  • 1.

    De werkzaamheden voor het plaatsen van een grafbedekking kunnen uitsluitend worden uitgevoerd op de uren dat de begraafplaats voor het publiek geopend is.

  • 2.

    De beheerder kan de uitvoering van de werkzaamheden onmiddellijk beletten of doen beletten, dan wel opschorten of doen opschorten, indien: a. dit in verband met de werkzaamheden op de begraafplaats of dit in verband met

    de uitvoering van een plechtigheid noodzakelijk is; b. de plaatsingswerkzaamheden op een zodanige wijze worden uitgevoerd dat dit gevaar

    oplevert voor de in de omgeving liggende graven of voor personen die zich op de be-

    graafplaats bevinden.

  • 3.

    De beheerder kan aanwijzingen geven omtrent de wijze waarop de plaatsing van een grafbedekking moet worden uitgevoerd.

Artikel 6

Gestelde voorwaarden omtrent de plaatsing

Als in een vergunning als bedoeld in artikel 3 van dit besluit voorwaarden zijn opgenomen ten aanzien van de wijze waarop een grafbedekking op het graf of de urnennis moet worden wordt geplaatst, houdt de beheerder bij de uitvoering van de werkzaamheden toezicht op de naleving daarvan.

HOOFDSTUK 4

BEPALINGEN OMTRENT GEDENKTEKENS

Artikel 7

Het gedenkteken

  • 1.

    De lengte en de breedte van het gedenkteken mogen die van het graf niet overschrijden.

  • 2.

    Voor gedenktekens mogen uitsluitend duurzame materialen worden gebruikt. De minimale dikte van glas is 2 cm.

  • 3.

    Op een gedenkteken mogen geen teksten, figuren, afbeeldingen en dergelijke voorkomen die door derden als onnodig kwetsend of aanstootgevend kunnen worden ervaren. Het college van burgemeester en wethouders kan de verwijdering hiervan gelasten, waarbij ten aanzien van de te volgen werkwijze en de termijnen artikel 21 van de verordening van overeenkomstige toepassing is.

  • 4.

    Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd om voor bepaalde gedeelten van de begraafplaats de aard van het toe te passen materiaal te beperken wanneer dit noodzakelijk is om het historische karakter van dat gedeelte te bewaren.

  • 5.

    Ten minste twee volle werkdagen voor het (her)plaatsen van een gedenkteken dient degene die hiertoe wil overgaan contact op te nemen met de beheerder van de begraafplaats. Bij het plaatsen van een gedenkteken zijn de bepalingen van artikel 5 van dit besluit van overeenkomstige toepassing.

  • 6.

    Het gedenkteken moet zijn geplaatst binnen één jaar nadat de vergunning aan de aanvrager is bekendgemaakt.

Artikel 8

Afmetingen van het gedenkteken op een algemeen graf

  • 1.

    De maximale afmetingen van een gedenkteken op een algemeen graf, een algemeen kindergraf daaronder begrepen, bedraagt van een steentje of letterplaat neergelegd in de lessenaarvorm, 50 cm x 50 cm (breedte x lengte) x 12 cm (dikte), waarop een steentje of letterplaat kan worden aangebracht van maximaal 50 cm x 50 cm (breedte x lengte) en waarvan de dikte maximaal 8 cm bedraagt.

  • 2.

    De lessenaar dient eveneens door de gebruiker van het graf te worden aangebracht.

Artikel 9

Afmetingen van het gedenkteken op een particulier graf

  • 1.

    De maximale afmetingen van een particulier graf, een particulier kindergraf daaronder begrepen, bedragen (breedte x lengte) van een: a. afdekplaat 90 cm x 200 cm, met een dikte van 6 – 10 cm;

    • b.

      staande letterplaat 100 cm x 90 cm;

    • c.

      gedenktekens als kruisen, zuilen en beelden niet hoger dan 100 cm en niet breder dan 90 cm.

  • 2.

    Een staande letterplaat en afdekrand of afdekplaat wordt ondersteund door een betonnen funderingsplaat van 90 cm breed, 200 cm lang en een dikte van 5 – 6 cm voorzien van wapening. Bij de toepassing van een funderingsraam in plaats van een funderingsplaat dient de rand 15 cm breed te zijn.

Artikel 10

Afmetingen van het gedenkteken op een urnennis

De afmeting van een urnentegel bij particuliere urnennis dient 30 cm (breedte) x 49 cm (lengte) te bedragen, met een dikte van 2 cm. De urnentegel dient voorzien te zijn van een viertal gaten waar schroeven in passen die zowel in de lengte- als de breedtemaat op 2,2 cm afstand van de rand zijn aangebracht.

HOOFDSTUK 5

OVERIGE BEPALINGEN OMTRENT VOORWERPEN

Artikel 11

Planten, bloemen en losse voorwerpen

  • 1.

    Op een graf kunnen, naast vaste beplanting, ook éénjarige planten, bloemen in vazen, kransen en dergelijke worden geplaatst.

  • 2.

    De beplanting op een graf mag niet hoger worden dan 100 cm en mag evenmin groeien buiten het betreffende grafoppervlak. De beheerder is bevoegd om zonder voorafgaande kennisgeving over te gaan tot het doen snoeien van de beplanting op een graf tot de maximale toegestane maat indien dit wordt overschreden, zonder dat aanspraak kan worden gemaakt op enige vergoeding in welke aard of vorm dan ook.

Artikel 12

Verwijdering van voorwerpen

De beheerder is gerechtigd om zonder voorafgaande kennisgeving dode en uitgebloeide planten en bloemen en andere ontsierende elementen te doen verwijderen, zonder dat aanspraak kan worden gemaakt op enige vergoeding in welke aard of vorm dan ook.

HOOFDSTUK 6

SLOTBEPALINGEN

Artikel 13

Inwerkingtreding

Deze nadere regels treden in werking op 1 juli 2013, of indien de bekendmaking op een later moment plaatsheeft, op de eerste dag na de datum van het gemeenteblad waarin zij is geplaatst.

Artikel 14

Citeertitel

Deze nadere regels kunnen worden aangehaald als: “het Uitvoeringsbesluit grafbedekkingen 2013”.

Baarn, 7 mei 2013.

burgemeester en wethouders van Baarn,

secretaris burgemeester