Regeling vervallen per 08-07-2011

Algemene Subsidieverordening Gemeente Baarn 2008

Geldend van 04-04-2008 t/m 07-07-2011

Intitulé

Algemene Subsidieverordening Gemeente Baarn 2008

De raad van de gemeente Baarn

Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 15 januari 2008, nr. 08RV000001

Gelet op artikel 149 van de Gemeentewet,

Gelet op de Algemene wet bestuursrecht,

Besluit vast te stellen:

De Algemene subsidieverordening Gemeente Baarn 2008

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    college: het college van burgemeester en wethouders van Baarn.

  • b.

    reserve: een reserve als bedoeld in artikel 373 van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek.

  • c.

    subsidie: de aanspraak op financiële middelen, door een bestuursorgaan verstrekt met het oog op bepaalde activiteiten van de aanvrager, anders dan als betaling voor aan het bestuursorgaan geleverde goederen of diensten (art. 4:21 lid 1 Awb).

  • d.

    subsidieontvanger: rechtspersoon met volledige rechtsbevoegdheid, die zich de behartiging van door het College erkende belangen van ideële of materiële aard ten doel stelt en daarvoor subsidie ontvangt.

  • e.

    voorziening: een voorziening als bedoeld in artikel 374 van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek.

  • f.

    wet: Algemene wet bestuursrecht (Awb).

Artikel 2 Reikwijdte van de verordening en bevoegdheid

  • 1. Deze subsidieverordening is van toepassing op de subsidiëring van activiteiten op het terrein van welzijn, zorg, jeugd, onderwijs, sport, cultuur, vrijwilligersbeleid, recreatie, toerisme en milieu.

  • 2. De specifieke omschrijving van de te subsidiëren activiteiten kan worden vastgelegd in een beleidsregel, dat een bevoegdheid is van het college (art. 4:81 van de wet).

  • 3. Het college is belast met de uitvoering van deze verordening.

Artikel 3 Subsidieplafond

  • 1. Een subsidieplafond wordt jaarlijks door de raad vastgesteld.

  • 2. De raad wijzigt een subsidieplafond indien voor de desbetreffende begrotingspost of het desbetreffende beleidsterrein of deelterrein het beschikbare budget tussentijds wordt verhoogd dan wel wordt verlaagd.

Artikel 4 Subsidiesoorten

  • 1. Als soorten van subsidie worden onderscheiden:

    • a.

      waarderingssubsidie: een subsidie die gericht is op het ondersteunen van de activiteiten van een niet professionele instelling, zonder het stellen van prestatieverplichtingen voor de omvang van de activiteiten.

    • b.

      incidentele activiteitensubsidie: een subsidie om activiteiten van eenmalige, incidentele aard, in casu maximaal één maal per twee jaar, uit te voeren;

      • c.

        structurele activiteitensubsidie: een subsidie om activiteiten van structurele aard uit te voeren in casu ieder jaar.

      • d.

        budgetsubsidie: een subsidie waarbij aan de instelling een bedrag wordt verleend om een tevoren overeengekomen takenpakket uit te voeren.

Artikel 5 De Aanvraag en beslissingstermijn

  • 1. Een aanvraag om een subsidie wordt ingediend voor 1 mei voorafgaande aan het kalenderjaar waarin de activiteiten worden uitgevoerd.

  • 2. Uitgezonderd hiervan is een aanvraag om een incidentele activiteitensubsidie. Deze wordt ten minste twaalf weken voordat met de activiteit wordt aangevangen, ingediend.

  • 3. Van de in lid 1 en 2 genoemde termijnen kan alleen worden afgeweken wanneer in een betreffende beleidsregel daarover nadere expliciete bepalingen zijn opgenomen.

  • 4. Het college beslist op de aanvraag, niet zijnde een incidentele activiteitensubsidie, binnen 12 weken na vaststelling van de gemeentelijke begroting door de raad.

  • 5. Het college beslist binnen 8 weken na ontvangst van de aanvraag om een incidentele activiteitensubsidie.

Artikel 6 Weigeringsgronden

Naast de gronden genoemd in artikel 4:25 en 4:35 van de wet weigert het college een subsidie indien gegronde redenen bestaan om aan te nemen dat:

  • 1.

    de activiteiten waarvoor subsidie wordt aangevraagd niet zijn gericht op de belangen van de burgers van Baarn of niet aanwijsbaar passen binnen het geformuleerde beleid van de gemeente Baarn.

  • 2.

    het met de subsidie beoogde doel in voldoende mate op andere wijze dan wel door een vergelijkbare activiteit wordt nagestreefd en kan worden bereikt.

  • 3.

    de activiteiten naar het oordeel van het college niet of onvoldoende bijdragen aan de realisering van het met de subsidie beoogde doel.

  • 4.

    de activiteiten waarvoor subsidie wordt aangevraagd al uitgevoerd worden door andere organisaties.

  • 5.

    het naar het oordeel van het college wenselijk is dat de activiteiten waarvoor subsidie wordt aangevraagd bij een andere organisatie worden ondergebracht.

  • 6.

    de activiteiten waarvoor subsidie wordt aangevraagd of de doelstellingen in welk kader deze worden ondernomen in strijd zijn met de wet, het algemeen belang, de volksgezondheid, de veiligheid, of de openbare orde.

  • 7.

    de gelden niet of in onvoldoende mate besteed zullen worden aan het doel waarvoor de subsidie beschikbaar wordt gesteld.

  • 8.

    de aanvrager ook zonder subsidieverstrekking door de gemeente Baarn over voldoende gelden beschikt om de kosten van de activiteiten te dekken, hetzij uit eigen middelen, hetzij uit middelen van derden. Deze bepaling is niet van toepassing op waarderingssubsidies.

  • 9.

    de aanvrager met de activiteiten winst beoogt te maken.

  • 10.

    de aanvrager gelieerd is aan een commerciële instelling die dezelfde of een vergelijkbare activiteit verzorgt.

  • 11.

    naar het oordeel van het college geen behoefte is aan de te subsidiëren activiteit.

Artikel 7 Verplichtingen

De subsidieontvanger is verplicht:

  • a.

    de administratie op overzichtelijke en doelmatige wijze te voeren.

  • b.

    de administratie zodanig in te richten dat deze een juist, volledig en actueel beeld geeft van het functioneren van de subsidieontvanger.

  • c.

    van alle ontvangsten en uitgaven deugdelijke bewijsstukken te bewaren.

  • d.

    mee te werken aan onderzoeken van de rekenkamer(commissie) van de gemeente Baarn.

  • e.

    op verzoek van de rekenkamer(commissie) mondeling en schriftelijk informatie te verstrekken over de besteding van de subsidie van de gemeente Baarn

Artikel 8 Overige verplichtingen

Het college is op grond van artikel 4:38 van de wet bevoegd andere verplichtingen dan de in deze verordening genoemde, op te leggen.

Artikel 9 Vaststelling

  • 1. De subsidieontvanger is verplicht binnen zesentwintig weken na afloop van de subsidieperiode aan aanvraag om vaststelling van de subsidie in te dienen.

  • 2. Het college kan in de beschikking tot subsidieverlening een andere indieningstermijn dan de in het eerste lid genoemde termijn vaststellen.

  • 3. Bij de aanvraag tot vaststelling worden een activiteitenverslag en een financieel verslag over de periode waarvoor subsidie werd ontvangen overgelegd.

  • 4. Op het financieel verslag zijn de bepalingen 4:76 en 4:77 van de wet van overeenkomstige toepassing.

  • 5. In het activiteitenverslag wordt aangegeven of de gesubsidieerde activiteiten hebben plaatsgevonden en de prestaties zijn geleverd overeenkomstig de beschikking tot subsidieverlening dan wel de uitvoeringsovereenkomst. De subsidieontvanger dient afwijkingen van de overeengekomen activiteiten en prestaties, zowel in omvang als in kwaliteit, te verklaren en toe te lichten.

  • 6. Het college beslist binnen 12 weken na ontvangst van het activiteitenverslag en financieel verslag over de vaststelling.

  • 7. Lid 1 t/m lid 6 van dit artikel zijn niet van toepassing op waarderingssubsidies. Waarderingssubsidies worden bij de subsidieverlening ambtshalve vastgesteld.

Artikel 10 Reservevorming

  • 1. Voor het vormen van reserves en voorzieningen is toestemming van het college noodzakelijk.

  • 2. De omvang van een voorziening is gebaseerd op een meerjarenraming van de ten laste van de voorziening te brengen kosten.

  • 3. De omvang van de algemene reserve die een subsidieontvanger mag hebben, bedraagt maximaal 20 procent van het totaal der lasten in enig jaar. Het college kan dit percentage hoger stellen indien naar hun oordeel voldoende is aangetoond dat dit noodzakelijk is.

  • 4. Dit artikel is niet van toepassing op waarderingssubsidies en incidentele activiteitensubsidies.

Artikel 11 Liquidatie van de instelling

  • 1. Van een voorgenomen opheffing van de instelling wordt terstond kennis gegeven aan het college.

  • 2. Een liquidatierekening en balans worden zo spoedig mogelijk aan het college voorgelegd.

  • 3. Voor zover een positief liquidatiesaldo mede door het verstrekken van de gemeentelijke subsidie is gevormd, kan het college een verplichting tot vergoeding van behaald vermogensvoordeel opleggen, tot maximaal het bedrag dat aan subsidie is ontvangen.

  • 4. Bij de bepaling van de hoogte van de vergoeding wordt uitgegaan van de waarde van de goederen en andere vermogensbestanddelen op het moment waarop de vergoeding verschuldigd is.

  • 5. Indien het onroerende zaken betreft, wordt de in het vierde lid bedoelde waardebepaling door een onafhankelijke deskundige verricht.

Artikel 12 Voorschotverlening

Het college kan de subsidieontvanger voorschotten verstrekken.

Artikel 13 Terugvordering

Indien het definitief vastgestelde subsidiebedrag over een jaar lager is dan het totaal van de over dat jaar verstrekte voorschotten vordert het college het teveel betaalde terug.

Artikel 14 Accountantscontrole

1.Het college kan aan de instelling verzoeken de in art. 9, lid 4 genoemde rapportage te

voorzien van een accountantsverklaring.

2.De instelling is verplicht alle overige accountantsrapporten die in de subsidieperiode worden uitgebracht, te verstrekken aan het college.

Artikel 15 Controle

  • 1. Het college is bevoegd controle uit te laten oefenen op de betrouwbaarheid van de in art. 11 bedoelde rapportage.

  • 2. De administratie van de instelling is zodanig ingericht dat deze controle op eenvoudige wijze mogelijk is. Het college kan ter zake aanwijzingen geven.

  • 3. De instelling is verplicht medewerking te verlenen aan een door het college in te stellen doelmatigheidsonderzoek.

  • 4. Voorafgaand aan het in het derde lid bedoelde onderzoek, pleegt het college overleg met de instelling over de wijze waarop het onderzoek wordt uitgevoerd.

Artikel 16 Toezicht

  • 1. Met het toezicht op de naleving van de bij of krachtens deze verordening aan de subsidieontvanger opgelegde verplichtingen zijn belast de bij besluit van het college aangewezen personen.

  • 2. De toezichthouder beschikt niet over de bevoegdheden vermeld in art. 5:18 en 5:19 van de wet.

  • 3. Van een besluit als bedoeld in het eerste lid wordt mededeling gedaan door plaatsing in het Baarns Weekblad.

Artikel 17 Hardheidsclausule

  • 1. Het college kan het bepaalde in deze verordening buiten toepassing laten of daarvan afwijken voor zover toepassing gelet op het belang van een doelmatige en doeltreffende subsidieverstrekking leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard.

  • 2. Het college is bevoegd om te beslissen in die gevallen waarin de verordening niet voorziet.

Artikel 18 Intrekking

De Algemene subsidieverordening gemeente Baarn 2006 vastgesteld op 26 april 2006 wordt ingetrokken.

Artikel 19 Overgangsbepaling

Op subsidies die op grond van de Algemene subsidieverordening gemeente Baarn 2006 zijn verleend of vastgesteld, blijft die verordening van toepassing tot de looptijd van die subsidies is verstreken.

Artikel 20 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt op de achtste dag na de datum van bekendmaking in werking.

Artikel 21 Citeertitel

Deze verordening kan aangehaald worden als “Algemene subsidieverordening gemeente Baarn 2008”.

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 20 februari 2008,

De griffier, De voorzitter,