Kaderverordening voor de onderzoekscommissie

Geldend van 18-12-2002 t/m heden

Intitulé

Kaderverordening voor de onderzoekscommissie

Nr. 114 van 2002

De raad der gemeente Baarn;

gelezen het voorstel van de griffier a.i. d.d. 28 november 2002;

overwegende dat het gewenst is om ingevolge artikel 155a van de Gemeentewet regels te stellen met betrekking tot de instelling van een onderzoek en tot instelling van een onderzoekscommissie;

gehoord de commissie voor samenleving, bestuur en financiën d.d. 3 december 2002;

gelet - voor zover nodig – op de artikelen 149 en 155a van de Gemeentewet, en op de Algemene wet bestuursrecht;

b e s l u i t :

vast te stellen de volgende verordening:

KADERVERORDENING VOOR DE ONDERZOEKSCOMMISSIE

HOOFDSTUK 1 TAAK EN ONDERSTEUNING VAN DE ONDERZOEKSCOMMISSIE

Artikel 1 Taak van de commissie

  • 1. De raad kan een onderzoek instellen naar het door het college of de burgemeester gevoerde bestuur. De raad stelt daartoe een onderzoekscommissie in. De raad benoemt de voorzitter en de overige leden van de commissie uit zijn midden.

  • 2. In het instellingsbesluit van de onderzoekscommissie kan de raad bepalen binnen welke termijn de onderzoekscommissie haar bevindingen en conclusies aan de raad rapporteert. De onderzoekscommissie kan, alvorens haar eindrapport te presenteren, ook tussentijds aan de raad rapporteren.

Artikel 2 Opheffing van de commissie

De raad ontslaat de leden van de onderzoekscommissie na bespreking van haar eindrapport en heft

de commissie op.

Artikel 3 Secretariaat

De griffier bepaalt in overleg met de gemeentesecretaris welke medewerker uit de werkorganisatie als secretaris aan de onderzoekscommissie wordt toegevoegd. Ook wordt er een plaatsvervangend secretaris aangewezen.

Artikel 4 Verdere ondersteuning onderzoekscommissie

  • 1. Op verzoek van de onderzoekscommissie kan de gemeentesecretaris in overleg met de griffier voor de duur van het onderzoek interne onderzoeksmedewerkers aanwijzen.

  • 2. Deze medewerkers worden in voldoende mate voor de invulling van hun taak vrijgesteld.

  • 3. De onderzoekscommissie kan ook deskundigen inschakelen die niet bij de gemeente in dienst zijn.

Hoofdstuk 2 Werkwijze van de commissie

Artikel 5 Vergaderingen

  • 1.

    De onderzoekscommissie vergadert op de door haar te bepalen dagen en uren.

  • 2.

    In bijzondere gevallen belegt de voorzitter in afwijking van het eerste lid een vergadering.

Hij gaat daartoe in elk geval over wanneer ten minste twee leden hem dat onder opgaaf van de redenen hebben gevraagd.

Artikel 6 Agenda

  • 1. De voorzitter roept de leden schriftelijk in vergadering bijeen, onder opgaaf van de punten die behandeld zullen worden.

  • 2. Hij zorgt dat stukken die op de agenda betrekking hebben tijdig aan de leden worden toegezonden of tijdig voor de leden ter inzage worden gelegd.

  • 3. In spoedeisende gevallen kan de voorzitter van het bepaalde in de vorige leden afwijken.

Artikel 7 Vergaderquorum, stemmingsquorum

  • 1. De onderzoekscommissie vergadert niet als minder dan de helft van het aantal zitting hebbende leden aanwezig is.

  • 2. De onderzoekscommissie beslist bij meerderheid van stemmen. Indien de stemmen staken beslist de stem van de voorzitter.

Artikel 8 Verslaglegging

  • 1. De secretaris van de onderzoekscommissie draagt zorg voor het maken van een beknopt verslag van een commissievergadering van intern beraad, dat de commissie in de eerstvolgende vergadering ter vaststelling wordt aangeboden.

  • 2. De onderzoekscommissie kan bepalen dat uit een vergadering van intern beraad van de onderzoekscommissie geen mededelingen mogen worden gedaan en dat de verslagen van de commissie als geheim worden aangemerkt, totdat de onderzoekscommissie een rapport aan de raad presenteert.

Artikel 9 Uitwerking en machtiging

  • 1. De onderzoekscommissie werkt de onderzoeksopdracht nader uit.

  • 2. De onderzoekscommissie kan haar leden machtigen om, tezamen met de secretaris van de onderzoekscommissie, zelfstandig gedeelten van het onderzoek uit te voeren met inachtneming van artikel 155a, vijfde lid, van de Gemeentewet.

Artikel 10 Beslotenheid en openbaarheid

  • 1. De onderzoekscommissie kan besluiten dat in beslotenheid wordt vergaderd, voor zover het vergaderingen van intern beraad betreft.

  • 2. Op grond van de belangen genoemd in artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur kan de onderzoekscommissie tussen- en eindrapporten die aan de raad worden voorgelegd of gedeelten daarvan als geheim aanmerken. In die gevallen kan de commissie de leden en degenen die bij het onderzoek betrokken zijn geweest, geheimhouding opleggen. De geheimhouding wordt in acht genomen totdat de raad heer opheft.

Artikel 11 Rapportage door de commissie

  • 1. De onderzoekscommissie stelt betrokkenen in de gelegenheid om binnen een door haar op te stellen termijn, die ten minste twee weken bedraagt, hun zienswijze op het concept onderzoeksrapport aan de onderzoekscommissie kenbaar te maken. Betrokkenen zijn in elk geval degenen wier taakuitoefening (mede) voorwerp van onderzoek is of is geweest. De onderzoekscommissie bepaalt wie verder als betrokkenen worden aangemerkt.

  • 2. Na vaststelling door de onderzoekscommissie worden het onderzoeksrapport, de conclusies en aanbevelingen, de verslagen van de hoorzittingen als bedoeld in artikel 155c van de Gemeentewet en de zienswijze van betrokkenen op het rapport zo spoedig mogelijk, onder toezending van een afschrift aan het college van burgemeester en wethouders en betrokkenen, aan de raad aangeboden.

Artikel 12 Budget van de commissie

  • 1.

    In het instellingsbesluit geeft de raad de omvang van het budget aan, dat de onderzoekscommissie bij de uitvoering van haar onderzoek kan besteden.

  • 2.

    Ten laste van het in voorgaande lid bedoelde budget worden de kosten gebracht van:

    • a.

      de kosten van externe deskundigen die eventueel door de onderzoekscommissie worden ingeschakeld;

    • b.

      de kosten van vervanging van de medewerkers, genoemd in artikel 4, eerste lid;

    • c.

      overige uitgaven die de onderzoekscommissie nodig oordeelt voor de uitvoering van haar taak.

  • 3.

    De onderzoekscommissies is voor de besteding van het budget verantwoording verschuldigd aan de gemeenteraad.

Hoofdstuk 3 Slotbepalingen

Artikel 13 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als Kaderverordening voor de onderzoekscommissie.

Artikel 14 Inwerkingtreding

Onder toepassing van artikel 16 van de Tijdelijke Referendumwet, treedt deze verordening met

onmiddellijke ingang in werking.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering
van de raad der gemeente Baarn, gehouden op
18 december 2002
De griffier a.i., de voorzitter,