Regeling vervallen per 10-03-2022

Nota Grondbeleid 2011

Geldend van 21-09-2012 t/m 09-03-2022

Intitulé

Nota Grondbeleid 2011

De gemeenteraad stelt de volgende regeling vast.

1.1 Algemeen

Een nota Grondbeleid is een belangrijk beleidsdocument voor een gemeente. De gemeenteraad bepaalt met deze nota haar beleidskaders en stelt het college in staat om binnen deze kaders de ruimtelijke ontwikkeling van de gemeente te sturen.

Het grondbeleid schept de voorwaarden en bepaalt de financieel economische spelregels voor het realiseren van de gewenste ruimtelijke ontwikkelingen van de gemeente. Met deze spelregels kan de gemeente op financieel economisch verantwoorde wijze de in andere beleidsdocumenten opgenomen ruimtelijke doelstellingen realiseren.

In deze nota grondbeleid worden de kaders van het gemeentelijk grondbeleid en de daarbij te bereiken doelen beschreven. Voorts beschrijft de nota de instrumenten waarmee de gemeente haar ambities bij de ontwikkeling van ruimtelijke projecten  wil gaan uitvoeren.

De nota grondbeleid 2011 vervangt de nota grondbeleid 2007.

Er zijn een aantal redenen om nu met een nieuwe nota grondbeleid te komen:

  • Conform de nota grondbeleid 2007 wordt 1x per raadsperiode een nota grondbeleid vastgesteld zodat veranderingen in ruimtelijke en maatschappelijke visies kunnen worden ondersteund.

  • In 2008 is de nieuwe Wet ruimtelijke ordening en het nieuwe Besluit ruimtelijke ordening[1] vastgesteld; beide zijn van grote invloed op het te voeren ruimtelijke ordenings- en grondbeleid[2].

  • De kredietcrisis is ook aan Barendrecht niet ongemerkt voorbij gegaan en dat noopt tot heroverweging van beleidsmiddelen en beleidsdoelen.

 

In grote lijnen bestaan de verschillen tussen de nota grondbeleid 2007 en de nota grondbeleid 2011 uit de volgende zaken:

  • De nota grondbeleid 2011 geeft duidelijker aan dan de nota grondbeleid 2007 welke beleidsuitgangspunten van toepassing zijn bij het grondbeleid; deze beleidsuitgangspunten worden ook expliciet ter besluitvorming voorgelegd en na besluitvorming vertaald in de werkprocessen.

  • De nota grondbeleid 2011 richt zich sterker op de beheersmatige gevolgen van het grondbeleid. De nota 2011 gaat daarom dieper in op zaken als uitvoeringsactiviteiten, weerstandsvermogen, risico’s en reserves.

  • De uitvoeringsparagraaf grondbeleid (= nota grondprijzen) is niet langer opgenomen in de nota grondbeleid maar wordt jaarlijks als apart raadsvoorstel grondprijzen voor het komende jaar ter besluitvorming voorgelegd.

  • Het aspect Europa (aanbesteding, staatssteun) is in de nota grondbeleid 2011 meer uitgewerkt dan in de nota grondbeleid 2007

  • De nieuwe Wro heeft zijn plaats gevonden in de nota grondbeleid 2011; bij de nota grondbeleid 2007 was de nieuwe Wro nog niet van toepassing.

  • De nota grondbeleid 2011 gaat minder dan de nota grondbeleid 2007 in op methodes van grondprijsbepaling, toepassing van het grondbeleid op de verschillende soorten plannen, vormen van beheer.

  • Gevolg van e.e.a. is wel dat de nota grondbeleid 2011 circa 75 pagina’s is, terwijl de nota grondbeleid 2007 circa 45 pagina’s is.

 

Op het gebied van ruimtelijke ontwikkelingen zijn vele partijen actief in de gemeente. In principe wil de gemeente meewerken aan de realisatie van de ambities van deze partijen. Deze initiatieven moeten uiteraard passen binnen de structuurvisie en de visie op de sectorale doelen.

Het grondbeleid is meer dan alleen een instrument voor het inrichten van de ruimte maar vooral een instrument om de gemeentelijke beleidsdoelstellingen te realiseren. De kwaliteit en gebruikswaarde van nieuwe plannen moeten voldoen aan de daaraan gestelde eisen. Het gaat bij het grondbeleid om de integratie tussen:

  • Het vertalen van visie/beleid in plannen en

  • Het uitvoeren van deze plannen in bepaalde gebieden

 

Het uitvoeren van gemeentelijke beleidsplannen in een ruimtelijke ontwikkeling via het grondbeleid wordt financieel zichtbaar in de vorm van een grondexploitatie met in het algemeen een lange doorlooptijd. Het in de exploitatieberekening opgenomen programma, geambieerde kwaliteitsniveau, het tijdspad etc. wordt doorgerekend en levert een resultaat op: het saldo van de grondexploitatie.

Per project wordt minimaal eenmaal per jaar een actuele grondexploitatie opgesteld. Hierin worden verwerkt  de verschillende veranderingen die in programma, tijd enz. optreden. Van belang is de uitgangspunten te expliciteren en te onderbouwen, alsmede het bewustzijn te creëren dat er sprake is van bestuurlijke keuzes die hun vertaling in de grondexploitatie vinden. Onderstaand schema gaat op dit proces in.

[1] Hierna genoemd Wro en Bro. De WRO en BRO zijn wet/besluit van vóór 2008.

[2] Doordat tevens een groot aantal andere wetten zijn aangepast – zoals de WVG en de onteigeningswet – is het instrumentarium voor de uitvoering van het grondbeleid sterk verbeterd.

afbeelding binnen de regeling

Met deze nota wil de gemeente Barendrecht transparant inzicht geven in de manier waarop de gemeente op particuliere initiatieven inspeelt en eigen ontwikkelingen uitvoert. Het doel is een bijdrage te leveren aan het vormgeven van de gemeente waarin alle mensen naar tevredenheid wonen, werken en recreëren.

1.2 Leeswijzer

De nota grondbeleid volgt zoveel mogelijk de indeling van de nota grondbeleid 2007. Dat is niet helemaal gelukt omdat de nieuwe Wro/Bro een grote invloed op het grondbeleid hebben en de Europese regelgeving steeds belangrijker wordt. Tevens is ingegaan op de beleidszaken die te maken hebben met de daadwerkelijke activiteiten van grondexploitatie. Daarnaast heeft de financieel-administratieve beheersing van het grondbedrijf[1] een plaats in de nota gekregen. Voorts wordt aandacht besteed aan de communicatie over het grondbeleid in verband met de Wro.

 

De nota grondbeleid kent de volgende hoofdindeling:

  • In hoofdstuk 2 is de samenvatting van de nota opgenomen.  Daarbij zijn ook alle beleidsuitgangspunten  – uit de daarna volgende hoofdstukken en paragraven – opgenomen. Aan de hand van de beleidsuitgangspunten kunt u zelf besluiten of u dieper in de materie wilt duiken in het betreffende hoofdstuk.

  • In hoofdstuk 3 zijn de doelstellingen en het waarom van het grondbeleid opgenomen.

  • Het collegeprogramma en de invloed van de demografische  ontwikkelingen zijn opgenomen in hoofdstuk 4.

  • Hoofdstuk 5 behandelt het juridische kader van het grondbeleid en gaat in op de Europese regelgeving/jurisprudentie.

  • In hoofdstuk 6 wordt ingegaan op de consequenties voor het gemeentelijk grondbeleid, die voortvloeien uit de Wro en de Bro.

  • De keuze voor welk grondbeleid – actief of faciliterend - de gemeente gaat voeren komt naar voren in hoofdstuk 7.

  • Uitvoering van het grondbeleid vraagt om fysieke activiteit (verwerving, bouwrijpmaken, gronduitgifte, selectie marktpartij c.a.); hoofdstuk 8 gaat hier op in.

  • Het financiële kader wordt behandeld in hoofdstuk 9. Dit behandelt de financiële kaders als de paragraaf grondbeleid, het starten en afsluiten van een grondexploitatie, de financiering, de wijze van winstneming en hoogte reserve grondbedrijf en de informatieverstrekking

  • Hoofdstuk 10 gaat in op een aantal zaken betreffende het administratieve en budgettaire beheer rond het grondbedrijf, zoals risicomanagement.

 

In de bijlage is opgenomen:

  • De verantwoording voor de gehanteerde bronnen en de verwijzingen naar weblinks voor aanvullende informatie

  • De specificatie van de kostensoorten Bro; hierdoor ontstaat inzicht in welke kostensoorten horen bij een grondexploitatie

  • Een beslisboom om te bepalen welk type grondbeleid gevoerd moet gaan worden

  • Een beslisboom om te bepalen of er wel of niet tot verwerving kan worden overgegaan

[1] Formeel bestaat het grondbedrijf niet meer. Met de term grondbedrijf worden echter nog steeds aangeduid het geheel van financieel-administratieve acties rond de uitvoering van afdeling 6.4 Wro en de eigen gemeentelijke grondexploitaties.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering.

Nota Grondbeleid 2011