Regeling vervallen per 01-01-2014

Regeling beoordelingsgesprekken Gemeente Barendrecht

Geldend van 29-06-2012 t/m 31-12-2013

Intitulé

Regeling beoordelingsgesprekken Gemeente Barendrecht

Burgemeester en wethouders van de gemeente Barendrecht,

op grond van de artikel 15:1:15 van de Lokale Arbeidsvoorwaardenregeling,

nadat met de ondernemingsraad en het georganiseerd overleg instemming is bereikt,

b e s l u i t e n:

vast te stellen de volgende REGELING BEOORDELINGSGESPREKKEN GEMEENTE BARENDRECHT

Artikel 1 Begripsbepalingen

Deze regeling verstaat onder:

  • a.

    bevoegd gezag: degene die belast is met de hoogste ambtelijke leiding van de gemeente Barendrecht;

  • b.

    werknemer: een persoon in dienst van de gemeente Barendrecht;

  • c.

    beoordelaar: de, volgens het mandaatbesluit, door het bevoegd gezag aangewezen functionaris, die de beoordeling opmaakt en het beoordelingsgesprek voert met de werknemer;

  • d.

    informant: degene die wel relevante informatie over het functioneren van de beoordeelde kan verschaffen, maar geen verantwoordelijkheid heeft gedragen voor het functioneren van de medewerker;

  • e.

    functie: het geheel van werkzaamheden waarmee de werknemer gedurende het beoordelingstijdvak feitelijk was belast;

  • f.

    functievervulling: de wijze waarop de werknemer zijn functie heeft vervuld inclusief zijn gedragingen in verband met de uitoefening van de functie;

  • g.

    Beoordelingstijdvak: een tijdvak van ten minste 6 maanden en ten hoogste drie jaar aan het einde waarvan de beoordelaar zich over de functievervulling van de werknemer gedurende dat tijdvak een samenvattend oordeel vormt;

  • h.

    beoordelingsformulier: het binnen de gemeente Barendrecht geldende standaardformulier, waarop de te beoordelen aspecten van het functioneren zijn vermeld;

  • i.

    beoordelingsgesprek: het gesprek tussen de werknemer en de beoordelaar aan de hand van een in concept ingevuld beoordelingsformulier;

  • j.

    beoordeling: het na het beoordelingsgesprek formeel vastgelegde samenvattende oordeel over het functioneren van de werknemer;

  • k.

    bezwarencommissie: de commissie als bedoeld in artikel 9.

Artikel 2 Doelstelling

Het doel van de beoordeling is enerzijds het geven van inzicht in de functievervulling van de werknemer gedurende het beoordelingstijdvak en anderzijds het kunnen treffen van maatregelen, waaraan rechtspositionele gevolgen voor de werknemer verbonden zijn.

Artikel 3 Kenmerken

Kenmerken van beoordeling zijn:

  • a.

    Gericht op het verleden;

  • b.

    Eenzijdige waardering;

  • c.

    Gericht op het (kunnen) treffen van maatregelen, waaraan rechtspositionele gevolgen verbonden zijn.

Artikel 4 Frequentie

  • 1. Werknemers met een benoeming in vaste dienst worden ten minste eenmaal per drie jaar beoordeeld.

  • 2. Werknemers met een benoeming in tijdelijke dienst, ter beoordeling van de geschiktheid voor de functie, met uitzicht op een benoeming in vaste dienst worden voor uiterlijk 3 maanden voor het aflopen van het tijdelijke dienstverband beoordeeld.

  • 3. Op verzoek van de medewerker kan binnen het tijdvak van drie jaar een beoordeling worden opgemaakt. De medewerker dient daartoe een verzoek in bij het afdelingshoofd, waarbij aangegeven wordt welke beheersbeslissing ten grondslag ligt aan de aanvraag. Het afdelingshoofd kan dit verzoek gemotiveerd afwijzen. Tegen deze afwijzing staat beroep en bezwaar open.

Artikel 5 Relatie functioneringsgesprek en een beoordeling

Een beoordeling van een werknemer wordt niet opgemaakt dan nadat in het beoordelingstijdvak een functioneringsgesprek heeft plaatsgevonden, tenzij dit wegens zwaarwegende omstandigheden niet mogelijk was.

Artikel 6 De beoordelingsaspecten

  • 1. Bij de beoordeling van een werknemer worden in beginsel de volgende taak- en functioneringsaspecten (beoordelingsaspecten) betrokken:

    • a.

      functievervulling

      • .

        Kennis

      • .

        Vaardigheid

      • .

        Inzet en initiatief

      • .

        Resultaten van de werkzaamheden.

    • b.

      Sociale Vaardigheden

      • .

        Samenwerking met anderen

      • .

        Contactuele eigenschappen

      • .

        Klantgerichtheid

  • 2. Bij de beoordeling van een leidinggevende werknemer worden bovendien de leidinggevende aspecten in beoordeling meegenomen.

Artikel 7 De formele beoordelaar

  • 1. De beoordeling van een werknemer geschiedt door de direct leidinggevende, tenzij door het bevoegd gezag een andere persoon als beoordelaar wordt aangewezen.

  • 2. Ten aanzien van de beoordeling bepaalt de beoordelaar of en bij wie inlichtingen dienen te worden ingewonnen over het functioneren van de werknemer.

  • 3. Bij de beoordelingsprocedure als bedoeld in artikel 6 kan een personeelsadviseur, als beoordelingsadviseur, worden betrokken.

Artikel 8 Procedure

  • 1. De beoordeling wordt in concept opgemaakt door de beoordelaar door middel van de invulling van het beoordelingsformulier, waarop de te beoordelen taak- en functioneringsaspecten zijn vermeld.

  • 2. De beoordelaar bepaalt tenminste twee weken voorafgaand aan het beoordelingsgesprek in onderling overleg met de werknemer datum en tijdstip van het te voeren beoordelingsgesprek.

  • 3. Indien gewenst kan de te beoordelen werknemer zich door een derde laten bijstaan tijdens het beoordelingsgesprek

  • 4. Het beoordelingsgesprek wordt gevoerd aan de hand van het ingevulde concept van het beoordelingsformulier

  • 5. De werknemer wordt in de gelegenheid gesteld zijn mening over zijn beoordeling kenbaar te maken. Deze mening wordt toegevoegd aan het concept beoordelingsformulier.

  • 6. Indien de door de werknemer kenbaar gemaakte mening, als bedoeld in het vijfde lid, voor de beoordelaar aanleiding is tot aanpassing van de beoordeling, wijzigt laatstgenoemde de beoordeling dienovereenkomstig

  • 7. Het formulier wordt gedateerd door de werknemer voor gezien ondertekend. De beoordelaar stelt de beoordeling vast door ondertekening.

  • 8. Het beoordelingsformulier wordt uiterlijk binnen twee weken na dagtekening, als bedoeld in het zevende lid, ter formele vaststelling door of namens het bevoegd gezag getekend, tenzij bezwaar wordt aangetekend als bedoeld in artikel 9.

  • 9. De werknemer ontvangt een kopie van het ondertekende formulier

  • 10. Het ondertekende beoordelingsformulier wordt voor een periode van maximaal 5 jaar bewaard in het personeelsdossier

Artikel 9 Bezwarenregeling

De werknemer kan uiterlijk binnen 6 weken na dagtekening als bedoeld in artikel 6, zevende lid, gemotiveerd schriftelijk bezwaar aantekenen conform de bezwarenregeling gemeente Barendrecht.

Artikel 10 Bescherming persoonsgegevens

Met inachtneming van de voorschriften in de Wet bescherming persoonsgegevens (Stb. 2000,302) en de daarop gebaseerde op de gemeente van toepassing zijnde regelingen zullen de gegevens met betrekking tot de persoon van de werknemer met zorg worden behandeld.

Artikel 11 Niet voorziene gevallen

In gevallen waarin deze regeling niet voorziet, beslist het college, beide gesprekspartners gehoord hebbend.

Artikel 12 Inwerkingtreding

  • 1. Deze regeling treedt in werking op 1 oktober 2004.

  • 2. Per 1 oktober 2004 worden ingetrokken:

    • -

      het reglement functioneringsbeoordeling van 7 mei 1991

    • -

      beleidsuitgangspunten functioneringsbeoordelingen van april 1995

    • -

      functioneringsbeoordelingsformulier uit 1995.

Artikel 13 Slotbepalingen

  • 1. Deze regeling kan worden aangehaald als ‘Regeling beoordeling’ voor de werknemers in dienst van de Gemeente Barendrecht.

  • 2. Een exemplaar van deze regeling en de daarbij behorende bijlage zal aan alle werknemers bekend worden gemaakt.

  • 3. Het bevoegd gezag draagt er zorg voor dat een exemplaar van deze regeling en van de daarbij behorende bijlage op een voor de werknemers toegankelijke plaats in de organisatie ter inzage liggen.

Ondertekening

Aldus besloten in de vergadering van
het college van burgemeester en wethouders van 2 december 2003,
de secretaris, de burgemeester,
J.Dijkstra. M.Th. van de Wouw.

Formulier voor prestatiebeoordeling

Historie

1.  Op 2 december 2003 heeft het college de functioneringsbeoordelingssystematiek herzien. De beoordelings- en functioneringsgesprekken zijn uit elkaar gescheiden, de scoringscriteria zijn vernieuwd en de frequentie is gewijzigd. De ondernemingsraad heeft ingestemd met de nieuwe systematiek op 15 januari 2004. Met het Georganiseerd Overleg is overeenstemming bereikt nadat tweemaal overleg is gevoerd, namelijk op 7 en 27 april.