Regeling vervallen per 30-03-2019

Handhavingsbeleidsplan Wabo

Geldend van 14-09-2012 t/m 29-03-2019

Intitulé

Handhavingsbeleidsplan Wabo

Het college van burgemeester en wethouders stelt de volgende regeling vast.

 

BAR samenwerking

In de toekomst gaan Barendrecht, Albrandswaard en Ridderkerk met elkaar samenwerken. Om een begin te maken met deze samenwerking is gekozen voor het opstellen van één Handhavingsbeleidsplan Wabo voor alle drie de gemeenten.

 

Inwerkingtreding Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo)

Met de inwerkingtreding van de Wabo is de noodzaak tot integraal handhaven een feit geworden. De Wabo heeft 25 vergunningenstelsels samengevoegd in één omgevingsvergunning. De omgevingsvergunning is een samengevoegde vergunning voor bouwen, wonen, monumenten, ruimte, natuur en milieu. Door de Wabo kan voor verschillende activiteiten één aanvraag ingediend worden bij één loket. Hierdoor is er in principe ook maar één handhavend bestuursorgaan voor de Wabo. Het bevoegd gezag moet op basis van artikel 5.2 lid 1 van de Wabo zorgen voor de bestuursrechtelijke handhaving van de regels uit de Wabo. Ook moet zij zorgen voor het verzamelen van gegevens en moet zij klachten behandelen.

 

De handhavingstaak uit de Wabo geldt ook voor de regels uit de Flora- en Faunawet, de Natuurbeschermingswet 1998, de Monumentenwet 1988, de Wet bodembescherming, de Wet geluidhinder, de Wet inzake de luchtverontreiniging, de Wet milieubeheer, de Wet ruimtelijke ordening en de Woningwet. Dit zorgt voor een gelijke  en zo integraal mogelijke handhaving van regelgeving.

 

Dit handhavingsbeleidsplan biedt een strategie voor het handhavend optreden van de gemeente en geeft antwoord op de vraag welke prioriteiten het college van burgemeester en wethouders (college) stelt bij het uitvoeren van gemeentelijke toezichtstaken. Dit gebeurt door het maken van risicoanalyses. Hierbij gaat het om risicoanalyses op de volgende vakgebieden: bouw- en woningtoezicht/ruimtelijke ordening, milieu en Algemene Plaatselijke Verordening (APV). Dit kan voor Barendrecht, Albrandswaard en Ridderkerk verschillen.

 

Handhaving en toezicht

Toezicht en handhaving zijn kerntaken van het college. Het belang van handhaving wordt steeds groter, om een veilige, leefbare, gezonde en duurzame leef-, woon- en werkomgeving te kunnen garanderen. Deze garantie kan alleen worden gegeven als op de regels wordt gecontroleerd. Er moet bekendheid worden gegeven aan de regels, door een goede communicatie met de burgers en ondernemers. Hierdoor kunnen zij worden gehouden aan hun verantwoordelijkheden. Juiste handhaving verhoogt de rechtszekerheid en de rechtsgelijkheid van burgers en bedrijven. Burgers en bedrijven moeten er op kunnen vertrouwen dat het college ook let op de naleving en, waar nodig, optreedt. Dit maakt het college geloofwaardig en betrouwbaar.

 

Bekendheid met regels en het aantal overtredingen geven een indicatie van het naleefgedrag. Er zijn verschillende mogelijkheden om het naleefgedrag te verbeteren. Dit kan door goede voorlichting en communicatie met burgers en ondernemers. Dit kan ook door het uitoefenen van actief toezicht met daaraan gekoppeld een consequent sanctiebeleid.

Door voorlichting wordt de bekendheid met de inhoud en het belang van regels verbeterd. De naleving van deze regels is dan nog niet geborgd. Controle op de naleving van regels door het uitvoeren van toezicht blijft nodig om burgers en bedrijven te wijzen op en te houden aan hun verantwoordelijkheden.

 

Nationale ombudsman

Om gemeenten een handreiking te bieden hoe om te gaan met verzoeken om handhaving, heeft de Nationale Ombudsman op 14 september 2010 het rapport “Helder handhaven” uitgebracht. Dit rapport toont de onderzoeksresultaten over hoe gemeenten omgaan met klachten van burgers. Het rapport geeft ook inzicht in de manier waarop gemeenten reageren op kwesties die gaan over directe leefomgeving van burgers, zoals ruimtelijke ordeningskwesties en geluids- en milieuhinder. Het onderzoeksrapport moet ook inzicht geven in wat de burger van de gemeente mag verwachten.

 

 

 

De drie belangrijkste uitgangspunten om behoorlijk met de burger om te gaan zijn:

  • -   transparantie;

  • -   betrokkenheid;

  • -   onpartijdigheid.

 

De uitgangspunten maken het noodzakelijk dat aandacht wordt besteed aan:

  • -   het geven van goede informatie over het handhavingsbeleid;

  • -   het actiever informeren van belanghebbenden. Belanghebbenden meer betrekken bij en informeren over het handhavingstraject;

  • -   het schriftelijk vastleggen van mondelinge afspraken met burgers en bedrijven.

 

De Nationale Ombudsman geeft aan dat het voor de dagelijkse praktijk belangrijk is dat vast komt te staan wat de burgers in redelijkheid van hun gemeente mogen verwachten. De gemeente zal moeten onderzoeken of er zicht is op legalisatie en of sprake is van bijzondere omstandigheden die aanleiding geven om de handhaving op te schorten of er van af te zien. Er moet sprake zijn van een duidelijke belangenafweging. Dit is voor de burger niet altijd te begrijpen. Kan de gemeente niets doen, dan moet daar duidelijkheid over zijn. Als een actie van de gemeente tijd vraagt, dan moet duidelijk zijn hoe lang het gaat duren. De gemeente moet betrokkenheid tonen. De gemeente vervult maatschappelijk gezien een spilfunctie. De gemeente moet onpartijdig zijn. Als de overheid regels en voorschriften vaststelt en vergunningen vereist, mag iedere burger er op rekenen dat de overheid daar serieus mee omgaat en dat zijn buurman die de regels overtreedt of zonder vergunning handelt,  ook gevolgen ervaart.

 

Om te zorgen voor een goede omgang met de burger zullen Barendrecht, Albrandswaard en Ridderkerk de aanbevelingen van de Nationale Ombudsman toepassen.

 

Wettelijk kader

Per 1 oktober 2010 is de Wabo met de bijbehorende algemene maatregelen van bestuur (AMvB) en ministeriële regelingen in werking getreden. In hoofdstuk 7 van het Besluit omgevingsrecht (Bor) en hoofdstuk 10 van de Ministeriële regeling omgevingsrecht (Mor) staan de regels voor het uitvoeren van de handhavingstaken.

 

In het Bor staat dat het bevoegd gezag een handhavingsbeleid moet vaststellen. Hierin wordt gemotiveerd aangegeven welke doelen worden gesteld bij de handhaving en welke activiteiten worden uitgevoerd. Het bestuursorgaan moet regelmatig controleren of dit beleid nog voldoet. Voldoet het beleid niet meer, dan wordt het aangepast. Burgemeester en wethouders moeten het handhavingsbeleid bekend maken aan de gemeenteraad.

 

Verder staat in het Bor dat jaarlijks een uitvoeringsprogramma moet worden opgesteld. Hier moet in staan welke activiteiten in dat jaar worden uitgevoerd. Ook het uitvoeringsprogramma moet het college aan de gemeenteraad bekendmaken. In artikel 7.7 van het Bor staat dat het bestuursorgaan periodiek moet rapporteren over het bereiken van de gestelde doelen en de uitvoering van de activiteiten uit het uitvoeringsprogramma. Ook dit rapport wordt bekend gemaakt aan de gemeenteraad.

 

Doel van handhaven

Voordat het doel van handhaven wordt beschreven is het goed om te benadrukken waarom er gehandhaafd moet worden:

“handhaving zorgt voor de geloofwaardigheid en legitimiteit van beleid en regels, rechtsverwezenlijking, het beschermen van kwetsbare belangen en het realiseren van de achterliggende doelen die met wet- en regelgeving beoogd worden”.

In Nederland hebben we wetten en regels. Om te kunnen leven in een schone , hele en veilige omgeving, moet iedereen zich aan die regels houden. Doet men dat niet, dan moet het bevoegd gezag hiertegen optreden. Dit optreden is handhaven.

 

Door het niet goed uitvoeren van de handhavingstaak ontstaan er risico’s. Het gaat om de volgende risico’s:

-     bewust illegaal handelen van burgers en bedrijven wordt mogelijk gemaakt;

-     er ontstaat een gedoogsituatie. Gedogen van overtredingen wordt door de maatschappij en de rechterlijke macht steeds minder geaccepteerd.  Een gemeente heeft de plicht om te handhaven. Alleen in zeer bijzondere gevallen kan gekozen worden voor niet handhaven;

-     rechtsongelijkheid kan ontstaan. De burger zal bij bezwaar en beroep kunnen verwijzen naar vergelijkbare situaties waar niet tegen is opgetreden;

-     door de raad gewenste ruimtelijke ontwikkelingen kunnen worden aangetast. 

Deze risico’s geven de noodzaak en het nut van handhavingsbeleid aan. Van structurele handhaving gaat een preventieve werking uit.  Dat wil zeggen dat voorkomen wordt dat overtredingen gebeuren.

 

Doel

Met het handhaven van de wet- en regelgeving willen wij bereiken dat de regels worden nageleefd in Barendrecht, Albrandswaard en Ridderkerk. Zo proberen we de risico’s die kunnen ontstaan door niet te handhaven te voorkomen. Daarnaast zorgen we voor een veilige, leefbare, gezonde en duurzame leef-, woon- en werkomgeving voor de burgers en bedrijven binnen alle drie de gemeenten.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering.

handhavingsbeleidsplan wabo