Regeling vervallen per 21-03-2018

Verordening Leerlingenvervoer Barendrecht 2013

Geldend van 24-05-2013 t/m 20-03-2018

Intitulé

Verordening Leerlingenvervoer Barendrecht 2013

De raad van de gemeente Barendrecht;

gelet op de artikelen 4 van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra

en de Wet op het voortgezet onderwijs;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 2 april 2013;

gezien het advies van de commissie Samenleving van 16 april 2013

besluit

1. in te trekken de Verordening leerlingenvervoer Barendrecht 2011, d.d. 7 mei 2011,

2.vast te stellen de Verordening leerlingenvervoer Barendrecht 2013, inclusief de artikelsgewijze toelichting.

TITEL 1: Algemene bepalingen

Artikel 1. Begripsomschrijving

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    school:

    • -

      een basisschool of speciale school voor basisonderwijs als bedoeld in de Wet op het primair onderwijs (Stb. 1998, 495);

    • -

      een school voor speciaal onderwijs of speciaal en voortgezet speciaal onderwijs of voortgezet speciaal onderwijs als bedoeld in de Wet op de expertisecentra (Stb. 1998, 496);

    • -

      een school voor voortgezet onderwijs als bedoeld in de Wet op het voortgezet onderwijs (Stb. 1998, 512);

  • b.

    ouders: de ouders, voogden of verzorgers dan wel de wettelijke vertegenwoordiger(s) van de leerling;

  • c.

    leerling: een leerling van een school als bedoeld onder a;

  • d.

    ontwikkelingsleeftijd: is de leeftijd waarop de leerling functioneert;

  • e.

    woning: de plaats waar de leerling structureel en feitelijk verblijft;

  • f.

    afstand: de afstand tussen de woning en de school, gemeten langs de kortste voor de leerling voldoende begaanbare en veilige weg volgens een routeplanner;

  • g.

    vervoer: openbaar vervoer, aangepast vervoer of eigen vervoer tussen de woning dan wel de opstapplaats en de school dat plaatsvindt in aansluiting op het begin en einde van de schooldag volgens het schoolplan, tenzij de structurele beperking van een leerplichtige leerling die aansluiting onmogelijk maakt;

  • h.

    openbaar vervoer: voor eenieder openstaand personenvervoer volgens een dienstregeling per trein, metro, tram, bus, veerdienst of auto;

  • i.

    aangepast vervoer: (gecombineerd) vervoer per besloten (school) busvervoer, taxi, treintaxi of bustaxi;

  • j.

    eigen vervoer: vervoer per eigen auto, bromfiets of fiets;

  • k.

    reistijd: de totale tijdsduur die ligt tussen het verlaten van de woning en de aanvang van de schooldag volgens het schoolplan, minus maximaal 10 minuten indien en voor zover de leerling het schoolgebouw met bijbehorend terrein gewoonlijk eerder bereikt dan het schoolplan aangeeft, dan wel de totale tijdsduur die ligt tussen het einde van de schooldag volgens het schoolplan en de aankomst bij de woning;

    • 1.

      schooltijd: begin en einde van de schooldag volgens het algemene schoolplan;

  • m.

    schoolplan: jaarplan waarin opgenomen de onderwijskundige lessen en ondersteunendeactiviteiten;

  • n.

    toegankelijke school:

    • -

      voor wat betreft basisscholen en speciale scholen voor basisonderwijs:

    • -

      de basisschool van de verlangde godsdienstige of levensbeschouwelijke richting dan wel de openbare school of de speciale school voor basisonderwijs waarop de leerling is aangewezen van de verlangde godsdienstige of levensbeschouwelijke richting dan wel de openbare school;

    • -

      voor scholen voor (voortgezet) speciaal onderwijs en scholen voor voortgezet onderwijs: de school van de soort waarop de leerling is aangewezen van de verlangde godsdienstige of levensbeschouwelijke richting dan wel de openbare school van de soort waarop de leerling is aangewezen;

  • o.

    inkomen: volgens de Wet op de inkomstenbelasting 2001 is dit het vastgestelde belastbaar inkomen van de ouders. Gehanteerd wordt het belastbaar inkomen, van het tweede kalenderjaar voorafgaand aan het schooljaar waarvoor bekostiging wordt aangevraagd.

  • p.

    drempelbedrag: is een eigen bijdrage gebaseerd op de kosten van het openbaar vervoer;

  • q.

    inkomensafhankelijke bijdrage: is een bijdrage gebaseerd op het inkomen van ouders die wordt toegepast voor basisonderwijs waarvan de afstand 20 km of meer bedraagt;

  • r.

    opstapplaats: plaats waar vandaan de leerling, indien dit voor de leerling mogelijk is, gebruik kan maken van het aangepast vervoer;

  • s.

    commissie voor de begeleiding: de commissie die is ingesteld door het bevoegd gezag van een school als bedoeld in artikel Ivan de Wet op de expertisecentra. De commissie van begeleiding bestaat uit deskundigen en is zodanig samengesteld dat zij adequaat vanuit hun vakgebied kan adviseren vanuit zowel onderwijskundig als pedagogisch, psychologisch en medisch oogpunt, rekening houdend met de beperking van de leerling.

  • t.

    vervoersvoorziening: onder een vervoersvoorziening wordt verstaan:

    • -

      een voor de leerling passende voorziening voor het schoolbezoek. Hieronder kan worden verstaan een fietsvergoeding of vergoeding voor openbaar of eigen vervoer, zo nodig met begeleiding of bekostiging van het aangepast vervoer.

  • u.

    permanente commissie leerlingenzorg: de commissie als bedoeld in artikel 23 van de Wet op het primair onderwijs;

  • v.

    commissie voor de indicatiestelling: de commissie als bedoeld in artikel 28c van de Wet op de expertisecentra;

  • w.

    samenwerkingsverband: het samenwerkingsverband als bedoeld in artikel 18 van de Wet op het primair onderwijs;

  • x.

    opdc: orthopedagogisch en -didactisch centrum als bedoeld in artikel 10h, derde lid van de Wet op het voortgezet onderwijs;

  • y.

    ambulante begeleiding: de begeleiding door een personeelslid van een school of instelling als bedoeld in artikel Ivan de Wet op de expertisecentra van leerlingen die zijn geplaatst op een basisschool of leerlingendie zijn geplaatst op een school voor voortgezet onderwijs en naar het oordeel van het bevoegd gezag zonder die begeleiding zouden zijn aangewezen op het speciaal onderwijs of het voortgezet speciaal onderwijs:

  • z.

    begeleiding: indien begeleiding noodzakelijk is, zijn ouders verantwoordelijk voor het organiseren van deze begeleiding.

Artikel 2. Bekostiging van de door het college noodzakelijk te achten vervoerskosten

  • 1. Ten behoeve van het schoolbezoek kent het college aan de ouders van in de gemeente verblijvende leerlingen op aanvraag bekostiging van de noodzakelijk te achten vervoerskosten toe, met inachtneming van het bepaalde in deze verordening.

  • 2. Indien het college bekostiging van de vervoerskosten als bedoeld in het eerste lid verstrekt, kunnen ouders ingevolge het bepaalde in deze verordening een eigen bijdrage in de vervoerskosten verschuldigd zijn.

  • 3. De verschuldigde eigen bijdrage wordt indien mogelijk direct in mindering gebracht op de toegekende vergoeding, of wordt door middel van facturering aan de ouders opgelegd.

  • 4. Bij weigering tot of nalatigheid in de betaling van de verschuldigde eigen bijdrage vervalt de aanspraak op bekostiging.

  • 5. Ongeacht de bepalingen in deze verordening, blijven ouders verantwoordelijk voor het schoolbezoek van hun kinderen.

  • 6. Indien de leerling meerderjarig en handelingsbekwaam is, wordt de bekostiging op aanvraag verstrekt aan de leerling.

Artikel 3. Bekostiging naar de dichtstbijzijnde toegankelijke school

  • 1. Bekostiging van de vervoerskosten wordt toegekend over de afstand tussen de woning dan wel de opstapplaats en de dichtstbijzijnde voor de leerling toegankelijke school, tenzij vervoer naar een verder weggelegen school voor de gemeente minder kosten met zich mee zou brengen en de ouders met het vervoer naar die school schriftelijk instemmen.

  • 2. Indien ouders bekostiging van de vervoerskosten aanvragen voor het bezoeken van een school, die op grotere afstand van de woning is gelegen dan in artikel 8 of 13 is bepaald, terwijl een of meer scholen van dezelfde onderwijssoort dichterbij de woning zijn gelegen, ontstaat slechts aanspraak op bekostiging naar eerstgenoemde school als door de ouders schriftelijk wordt verklaard dat zij overwegende bezwaren hebben tegen het openbaar onderwijs dan wel tegen de richting van het onderwijs van alle bijzonderescholen, van de soort waarop de leerling is aangewezen, die dichterbij de woning zijn gelegen.

Artikel 4. Uitbetaling van de bekostiging

Het college bepaalt bij het verstrekken van bekostiging van vervoerskosten de wijze en het tijdstip van de uitbetaling, alsmede de periode van vergoeding, met dien verstande dat de tijdsduur, indien dit mogelijk is, voor meerdere jaren of de hele schoolperiode kan worden vastgesteld.

Artikel 5. Aanvraagprocedure

  • 1. Een aanvraag voor bekostiging van de vervoerskosten wordt gedaan door indiening bij het college van een volledig ingevuld aanvraagformulier, dat door het college is vastgesteld. Het aanvraagformulier dient ondertekend te zijn en voorzien van de op het formulier gevraagde gegevens.

  • 2. De aanvraag wordt, indien het een aanvraag voor het eerstvolgende schooljaar betreft, (uiterlijk) acht weken voor aanvang van het schooljaar ingediend.

  • 3. Indien dit voor een juiste beoordeling van de aanvraag noodzakelijk is, kan het college de ouders verzoeken aanvullende gegevens te verstrekken.

  • 4. Indien dit voor een juiste beoordeling noodzakelijk is, kan het college advies inwinnen bij onafhankelijke externe deskundigen.

  • 5. Het college besluit op de aanvraag binnen acht weken na ontvangst van alle benodigde gegevens.

  • 6. Het college kan de in het vorige lid bedoelde beslistermijn met ten hoogste vier weken verdagen. Zij stelt de ouders hiervan schriftelijk in kennis.

  • 7. Indien de bekostiging van de vervoerskosten wordt toegekend, wordt deze met ingang van:

    • a.

      het nieuwe schooljaar toegekend, als de aanvraag voor aanvang van de eerst volgende schoolvakantiediend;

    • b.

      b.de door de ouders verzochte datum toegekend, als het een aanvraag gedurende het schooljaar betreft mits de aanvraag binnen een redelijke termijn is ingediend waar tijdig op geanticipeerd kan worden. Toekenning van bekostiging vindt niet plaats met terugwerkende kracht.

Artikel 6. Doorgeven van wijzigingen

  • 1. De ouders zijn verplicht wijzigingen die van invloed kunnen zijn op de toegekende bekostiging, onder vermelding van de datum van wijziging, per direct schriftelijk mede te delen aan het college.

  • 2. Conform het eerste lid dienen incidentele wijzigingen, zoals ziekte, doktersbezoek of ander incidenteel verzuim, per direct schriftelijk of telefonisch gemeld te worden ;

    • a.

      Indien niet conform het tweede lid wordt gehandeld kunnen daar financiële gevolgen voor de aanvrager uit voortvloeien;

  • 3. Indien sprake is van een wijziging die van invloed is op de toegekende bekostiging, vervalt de aanspraak en verstrekt het college al dan niet opnieuw een bekostiging.

  • 4. Indien de ouders niet voldoen aan het bepaalde in het eerste lid, en het college een wijziging als bedoeld in het derde lid vaststelt, waardoor blijkt dat ten onrechte bekostiging van de vervoerskosten is verstrekt, vervalt de aanspraak per direct en verstrekt het college al dan niet opnieuw bekostiging van de vervoerskosten.

  • 5. De vervoersvoorziening kan worden gewijzigd, opgeschort of ingetrokken indien de bij de aanvraag verstrekte gegevens zodanig onjuist of onvolledig blijken, dat er op de aanvraag een andere beslissing zou zijn genomen als bij de beoordeling van de aanvraag de juiste omstandigheden volledig bekend waren geweest.

  • 6. Een ten onrechte genoten bekostiging kan van de ouders worden teruggevorderd, dan wel worden verrekend bij een eventuele nieuwe verstrekking van een bekostiging.

Artikel 7. Overige bepalingen

  • 1. De aanspraak op bekostiging wordt verminderd met de aanspraak op een toelage, voor zover die betrekking heeft op de reiskosten van de betreffende leerling.

  • 2. De verantwoordelijkheid voor het gedrag van de leerling gedurende het verblijf van de leerling in het aangepast vervoer berust bij de ouders. In geval van ernstig wangedrag door de leerling gedurende het verblijf in het aangepast vervoer, kan het college besluiten de verstrekte bekostiging van de vervoerskosten te wijzigen, op te schorten dan wel in te trekken.

TITEL 2: Bepalingen omtrent het vervoer van de (niet gehandicapte) leerlingenvan scholen voor primair onderwijs

Artikel 8. Algemene bepalingen omtrent het vervoer van de niet – gehandicapte leerlingen van scholen voor primair onderwijs

  • 1. Het college verstrekt aan de ouders van de leerling:

    • a.

      die een school voor basisonderwijs of een speciale school voor basisonderwijs bezoekt bekostiging van de vervoerskosten, indien de afstand van de woning naar de dichtstbijzijnde voor hem toegankelijke school zes kilometer of meer bedraagt.

  • 2. Met inachtneming van het bepaalde in artikel 3 wordt bekostiging verstrekt voor het vervoer over de afstand tussen de woning dan wel opstapplaats en:

    • a.

      de dichtstbijzijnde voor de leerling toegankelijke speciale school voor basisonderwijs in het samenwerkingsverband van de basisschool waarvan de leerling afkomstig is, of b. een andere speciale school voor basisonderwijs in het onder a. bedoelde samenwerkingsverband, indien het vervoer naar die school voor de gemeente minder kosten met zich mee brengt dan het vervoer naar de speciale school voor basisonderwijs, bedoeld onder a.

  • 3. De ontwikkelingsleeftijd van de leerling wordt bij de beoordeling van de aanvraag meegenomen en is medebepalend voor het toekennen van een passende voorziening.

  • 4. Indien het college de gevraagde bekostiging niet of slechts gedeeltelijk toekent, betrekt zij bij de beoordeling van de aanvraag een eventueel aanwezig (vervoers)advies van de permanente commissie leerlingenzorg of het advies van andere deskundigen die voor de beoordeling van die aanvraag van belang kan zijn.

Artikel 9. Bekostiging van de kosten van openbaar vervoer en vervoer per fiets

  • 1. Het college verstrekt aan de ouders van de leerling die een school voor basisonderwijs of een speciale school voor basisonderwijs bezoekt bekostiging op basis van de kosten van het openbaar vervoer, indien wordt voldaan aan de kilometergrens genoemd in artikel 8.

  • 2. In afwijking van het eerste lid, maar onverminderd het bepaalde in artikel 8 eerste lid verstrekt het college bekostiging op basis van de kosten van het vervoer per fiets (op basis van de Reisregeling binnenland), indien de leerling naar het oordeel van het college, al dan niet onder begeleiding, gebruik kan maken van het vervoer per fiets.

Artikel 10. Bekostiging van de kosten van vervoer ten behoeve van een begeleider

  • 1. Indien aanspraak bestaat op bekostiging zoals bedoeld in artikel 9, verstrekt het college tevens bekostiging van een begeleider, indien door de ouders ten behoeve van het college genoegzaam wordt aangetoond dat de leerling niet in staat is zelfstandig van het openbaar vervoer of de fiets gebruik te maken.

  • 2. Indien een begeleider meer dan één leerling tegelijk begeleidt, komen slechts de kosten van het vervoer ten behoeve van één begeleider voor bekostiging in aanmerking.

Artikel 11. Bekostiging op basis van de kosten van aangepast vervoer

  • 1. Het college verstrekt bekostiging op basis van de kosten van aangepast vervoer aan de ouders van de leerling die een school voor basisonderwijs of een speciale school voor basisonderwijs bezoekt, indien voldaan wordt aan het afstandscriterium van artikel 8, en

    • a.

      de leerling met gebruikmaking van openbaar vervoer naar school of terug meer dan anderhalf uur onderweg is en de reistijd met aangepast vervoer tot 50 % of minder van de reistijd per openbaar vervoer kan worden teruggebracht, of

    • b.

      openbaar vervoer ontbreekt, tenzij de leerling naar het oordeel van het college al dan niet onder begeleiding gebruik kan maken van het vervoer per fiets.

  • 2. Indien begeleiding in het aangepaste vervoer vereist is, vergoedt het college geen andere kosten dan de vervoerskosten, welke verbonden zijn aan de begeleiding van de leerling in het aangepaste vervoer.

Artikel 12. Bekostiging op basis van de kosten van eigen vervoer

  • 1. Indien aanspraak bestaat op bekostiging van de vervoerskosten, kan het college de ouders op aanvraag toestaan één of meer leerlingen zelf te vervoeren of te laten vervoeren. Het college kan in plaats daarvan besluiten tot bekostiging van een goedkopere wijze van vervoer;

  • 2. Indien toestemming ingevolge het eerste lid aan de ouders is verleend, verstrekt het college aan de ouders die een leerling zelf vervoeren, dan wel laten vervoeren:

    • a.

      de bekostiging van het openbaar vervoer, een bedrag op basis van de kosten van het openbaar vervoer, behoudens het bepaalde in het vijfde lid;

    • b.

      de bekostiging van aangepast vervoer, een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de kortste autoroute, afgeleid van de Reisregeling binnenland, met een maximum van de kosten voor het aangepast vervoer behoudens het bepaalde in het vierde lid.

  • 3. Indien toestemming ingevolge het eerste lid aan de ouders is verleend, verstrekt het college aan de ouders die meer dan één leerling tegelijk zelf vervoeren, dan wel laten vervoeren, een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de kortste autoroute afgeleid van de Reisregeling binnenland, behoudens het bepaalde in het vierde lid.

  • 4. Aan de ouders die één of meer leerlingen laten vervoeren door andere ouders die van gemeentewege voor het vervoer van een of meer leerlingen bekostiging ontvangen afgeleid van de Reisregeling binnenland, wordt door het college geen bekostiging verstrekt.

  • 5. Indien aanspraak bestaat op bekostiging en het college desgewenst toestaat, dan wel van oordeel is dat de leerling gebruik kan maken van het vervoer per fiets, verstrekt het college aan de ouders een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de fiets, afgeleid van de Reisregeling binnenland.

TITEL 3: Bepalingen omtrent het vervoer van de leerlingen van scholen voor (voortgezet) speciaal onderwijs

Artikel 13. Algemene bepalingen

  • 1. Het college verstrekt aan de ouders van de leerling die een school voor (voortgezet)speciaal onderwijs bezoekt, bekostiging van de vervoerskosten, indien :

    • a.

      de afstand van de woning naar de dichtstbijzijnde toegankelijke school meer dan zes kilometer bedraagt. en ;

    • b.

      met inachtneming van het bepaalde in artikel 3 geldt voor de leerling die een school voor (voortgezet) speciaal onderwijs uit cluster 4 bezoekt als dichtstbijzijnde toegankelijke school, de school die door de commissie voor de indicatiestelling is geadviseerd. Dit is van toepassing zolang de leerling zijn woonplaats heeft in het gebied van het regionale expertisecentrum waaraan voornoemde commissie is verbonden.

  • 2. Bij de beoordeling van de aanvraag voor een passende voorziening wordt rekening gehouden met de ontwikkelingsleeftijd van de leerling.

  • 3. Indien het college de gevraagde bekostiging niet of slechts gedeeltelijk verstrekt, betrekt zij bij de beoordeling van de aanvraag een eventueel aanwezig (vervoers)advies van de commissie voor de begeleiding of het advies van andere deskundigen die voor de beoordeling van die aanvraag van belang kan zijn.

Artikel 14: Bekostiging van de kosten van openbaar vervoer en vervoer per fiets

  • 1. Het college verstrekt aan de ouders van de leerling die een school voor (voortgezet) speciaal onderwijs bezoekt, bekostiging op basis van het openbaar vervoer, indien voldaan wordt aan artikel 13 eerste lid.

  • 2. In afwijking van het eerste lid, maar onverminderd het bepaalde in artikel 13 eerste lid, verstrekt het college een bekostiging op basis van de kosten van het vervoer per fiets dan wel bromfiets (op basis van de Reisregeling binnenland), indien de leerling naar het oordeel van het college, al dan niet onder begeleiding, gebruik kan maken van het vervoer per fiets, dan wel zelfstandig gebruik kan maken van het vervoer per bromfiets. Deze bekostiging is ten hoogste gelijk aan de kosten voor het openbaar vervoer.

Artikel 15. Bekostiging van de kosten van openbaar vervoer ten behoeve van eenbegeleider

  • 1. Indien aanspraak bestaat op bekostiging zoals bedoeld in artikel 14, verstrekt het college tevens de daarin bedoelde vervoerskosten ten behoeve van een begeleider, indien door de ouders ten behoeve van het college genoegzaam wordt aangetoond dat de leerling, vanwege zijn beperking, niet in staat is zelfstandig van het openbaar vervoer of de fiets gebruik te maken.

  • 2. Indien het college de in het vorige lid bedoelde aanvraag niet of slechts gedeeltelijk toekent, betrekt zij bij de beoordeling van de aanvraag een eventueel aanwezig (vervoers) advies van de commissie voor de begeleiding of het advies van andere deskundigen die voor de beoordeling van die aanvraag van belang kan zijn.

  • 3. Indien een begeleider meer dan één leerling tegelijk begeleidt, komen slechts de vervoerskosten van het openbaar vervoer ten behoeve van één begeleider voor bekostiging in aanmerking.

Artikel 16. Bekostiging op basis van de kosten van aangepast vervoer

  • 1. Het college verstrekt bekostiging op basis van de kosten van aangepast vervoer aan de ouders van de leerling die een school voor (voortgezet) speciaal onderwijs bezoekt indien voldaan wordt aan het afstandscriterium van artikel 13, en

    • a.

      de leerling, die naar het oordeel van het college, gelet op zijn beperking of ontwikkelingsleeftijd niet in staat is - ook niet onder begeleiding - van openbaar vervoer gebruik te maken, of;

    • b.

      de leerling met gebruikmaking van openbaar vervoer naar school of terug meer dan anderhalf uur onderweg is en de reistijd met aangepast vervoer tot 50% of minder van de reistijd per openbaar vervoer kan worden teruggebracht, of:

    • c.

      openbaar vervoer ontbreekt, tenzij de leerling naar het oordeel van het college al dan niet onder begeleiding gebruik kan maken van het vervoer per fiets, dan wel zelfstandig gebruik kan maken van het vervoer per bromfiets.

  • 2. Indien het college de in het vorige lid bedoelde aanvraag niet of slechts gedeeltelijk toekent, betrekt zij bij de beoordeling van de aanvraag een eventueel aanwezig (vervoers) advies van de commissie voor de begeleiding of het advies van andere deskundigen die voor de beoordeling van die aanvraag van belang kan zijn.

  • 3. Indien begeleiding in het aangepaste vervoer vereist is, vergoedt het college geen andere kosten dan de vervoerskosten, welke verbonden zijn aan de begeleiding van de leerling in het aangepaste vervoer.

Artikel 17. Bekostiging op basis van de kosten van eigen vervoer

  • 1. Indien aanspraak bestaat op bekostiging van de vervoerskosten, kan het college de ouders op aanvraag toestaan één of meer leerlingen zelf te vervoeren of te laten vervoeren. Het college kan in plaats daarvan besluiten tot vergoeding of bekostiging van een goedkopere wijze van vervoer;

  • 2. Indien toestemming als gevolg van het eerste lid aan de ouders is verleend, verstrekt het college aan de ouders die een leerling zelf vervoeren, dan wel laten vervoeren:

    • a.

      de kosten van het openbaar vervoer, een bedrag op basis van de kosten van het openbaar vervoer, behoudens het bepaalde in het vijfde lid;

    • b.

      bekostiging van aangepast vervoer, een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de kortste autoroute, afgeleid van de Reisregeling binnenland, met een maximum van de kosten voor het aangepast vervoer, behoudens het bepaalde in het vierde lid.

  • 3. Indien toestemming als gevolg van het eerste lid aan de ouders is verleend, verstrekt het college aan de ouders die meer dan één leerling tegelijk zelf vervoeren, dan wel laten vervoeren, een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de kortste autoroute, afgeleid van de Reisregeling binnenland, behoudens het bepaalde in het vierde lid.

  • 4. Aan de ouders die één of meer leerlingen laten vervoeren door andere ouders die van gemeentewege voor het vervoer van één of meer leerlingen een bekostiging ontvangen afgeleid van de Reisregeling binnenland, wordt door het college geen bekostiging verstrekt.

  • 5. Indien aanspraak bestaat op bekostiging en het college desgewenst toestaat, dan wel van oordeel is dat de leerling gebruik kan maken van het vervoer per fiets of bromfiets, verstrekt het college aan de ouders een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de fiets dan wel bromfiets, afgeleid van de Reisregeling binnenland.

Artikel 18. Bekostiging vervoerskosten

  • 1. Het college verstrekt eveneens bekostiging op basis van de kosten van aangepast vervoer aan de ouders van de leerling die een school voor (voortgezet) speciaal onderwijs bezoekt, in het geval de afstand van de woning naar de dichtstbijzijnde voor de leerling toegankelijke school minder bedraagt dan is bepaald in artikel 13, indien het college van oordeel is dat de lichamelijke, verstandelijke of zintuiglijke handicap van de leerling dat vereist.

  • 2. Indien het college de in het vorige lid bedoelde aanvraag niet of slechts gedeeltelijk toekent, betrekt zij bij de beoordeling van de aanvraag een eventueel aanwezig (vervoers)advies van de commissie voor de begeleiding of het advies van andere deskundigen die voor de beoordeling van die aanvraag van belang kan zijn.

  • 3. Indien aanspraak bestaat op bekostiging van de vervoerskosten zoals bedoeld in het eerste lid, is artikel 17 van toepassing.

TITEL 4: Bepalingen omtrent weekeinde- en vakantievervoer

Artikel 19. Bekostiging van de kosten van het weekeinde- en vakantievervoer aan de in de gemeente wonende ouders

Het college verstrekt desgewenst bekostiging van- de kosten van het weekeinde en vakantievervoer aan de in de gemeente wonende ouders van de leerling die, met het oog op het volgen van voor hem passend (voortgezet) speciaal onderwijs in een internaat of pleeggezin verblijft, volgens het bepaalde in deze titel.

Artikel 20. Bekostiging kosten weekeinde- en vakantievervoer

  • 1. Het college verstrekt aan de ouders bekostiging van het weekeinde vervoer van de leerling voor de, eenmaal per weekeinde gemaakte, reis van het internaat of het pleeggezin waar de leerling verblijft, naar de woning van de ouders en terug, voor zover de weekeinden niet vallen binnen de in het tweede lid bedoelde schoolvakanties.

  • 2. Het college verstrekt bekostiging van het vakantievervoer van de leerling voor de, eenmaal per schoolvakantie van twee dagen of meer, gemaakte reis van het internaat of het pleeggezin waar de leerling verblijft, naar de woning van de ouders en terug, voor zover de vakantie voorkomt in het schoolplan van de school die de leerling bezoekt.

  • 3. Titel 3 van deze verordening is van overeenkomstige toepassing, met uitzondering van artikel 15 tweede lid; artikel 16, eerste lid, onder b; artikel 16, tweede lid; en artikel 18.

TITEL 5: Drempelbedrag en inkomensafhankelijke bijdrage

Artikel 21. Drempelbedrag

  • 1. Aan de ouders van een leerling die een school voor basisonderwijs of een speciale school voor basisonderwijs bezoekt, van wie het gezinsinkomen meer bedraagt dan € 24.300,-, wordt slechts bekostiging verstrekt voor zover de kosten van het vervoer van die leerling de kosten van het openbaarvervoer over de in artikel 8 bepaalde afstand te boven gaan.

  • 2. In geval het college het vervoer laat verzorgen, betalen de ouders van een leerling die een school voor basisonderwijs of een speciale school voor basisonderwijs bezoekt, per leerling per schooljaar een drempelbedrag dat gelijk is aan de kosten van het openbaar vervoer over de in artikel 8 bepaalde afstand, indien het inkomen meer bedraagt dan € 24.300,-.

  • 3. De kosten voor openbaar vervoer, genoemd in het eerste en tweede lid, betreffen de kosten van openbaar vervoer die voor die afstand redelijkerwijs zouden worden gemaakt, ongeacht de aanwezigheid van openbaar vervoer of het daadwerkelijk gebruik ervan.

  • 4. Het bedrag genoemd in het eerste en tweede lid, wordt met ingang van januari 2014 jaarlijks aangepast aan de wijziging die het indexcijfer van de regelingslonen van volwassen werknemers heeft ondergaan ten opzicht van het voorafgaande jaar en rekenkundig afgerond op een veelvoud van €450.Het aangepaste bedrag treedt in plaats van het in het eerste en tweede lid genoemde bedrag.

  • 5. Deze bepaling is niet van toepassing op de leerling voor wie ingevolge Titel 6 een vervoersvoorziening is verstrekt.

Artikel 22. Inkomensafhankelijke bijdrage

  • 1. Indien de afstand van de woning naar de dichtstbijzijnde toegankelijke school voor basisonderwijs 20 kilometer of meer bedraagt wordt de vastgestelde bekostiging verminderd met een van de financiële draagkracht van de ouders afhankelijk bedrag.

  • 2. In geval het college in plaats van bekostiging in geld toe te kennen het vervoer zelf verzorgt dan wel doet verzorgen, en de afstand van de woning naar de dichtstbijzijnde toegankelijke school voor basisonderwijs 20 kilometer of meer bedraagt betalen de ouders een van de financiële draagkracht afhankelijke bijdrage tot ten hoogste het bedrag van de kosten van het vervoer.

  • 3. De hoogte van het bedrag als bedoeld in het eerste lid en de bijdrage als bedoeld in het tweede lid zijn afhankelijk van de hoogte van het belastbaar inkomen van de ouders en bedragen:

    Tabel

    Inkomen in euro'sEigen bijdragen in euro's

    • 0 - 32.500 Nihil

    • 32.500 - 39.000 130

    • 39.000 - 45.000 545

    • 45.000 - 51.000 1.015

    • 51.000 - 58.000 1.485

    • 58.000 - 64.000 1.955

    • 64.000 en verder Voor elke extra € 5.000 : €480 erbij

  • 4. De inkomensbedragen, genoemd in het derde lid, worden jaarlijks aangepast aan de wijziging die het indexcijfer van de regelingslonen van volwassen werknemers heeft ondergaan ten opzichte van 1 januari van het voorgaande jaar, en rekenkundig afgerond op een veelvoud van € 500.

  • 5. De bedragen van de eigen bijdrage, bedoeld in het derde lid, worden jaarlijks aangepast aan de wijziging die het consumentenprijsindexcijfer van de reeks alle huishoudens op het onderdeel vervoersdiensten heeft ondergaan ten opzichte van 1 januari van het voorafgaande jaar, en rekenkundig afgerond op een veelvoud van € 5.

  • 6. Deze bepaling is niet van toepassing op de leerling voor wie als gevolg van Titel 6 een vervoersvoorziening is verstrekt.

TITEL 6: Bepalingen betreffendehet vervoer van gehandicapte leerlingen vanscholen voor primair onderwijs en voortgezet onderwijs

Artikel 23. Bekostiging op basis van de kosten van openbaar vervoer met begeleiding

  • 1. Het college verstrekt op aanvraag bekostiging in de vervoerskosten op basis van de kosten van openbaar vervoer met begeleiding aan de ouders van de leerling die een basisschool, speciale school voor basisonderwijs of een school voor voortgezet onderwijs bezoekt en vanwege een lichamelijke, verstandelijke of zintuiglijke handicap niet zelfstandig van het openbaar vervoer gebruik kan maken. Ten aanzien van een leerling van een speciale school voor basisonderwijs neemt het college tevens artikel 8, lid 2 in acht.

  • 2. Indien het college de in het vorige lid bedoelde aanvraag niet of slechts gedeeltelijk toekent, betrekt het bij de beoordeling van de aanvraag een eventueel aanwezig (vervoers) advies van de permanente commissie leerlingenzorg, de ambulante begeleider of het advies van andere deskundigen.

  • 3. Indien een begeleider meer dan een leerling tegelijk begeleidt, komen slechts de kosten van het openbaar vervoer ten behoeve van een begeleider voor bekostiging in aanmerking.

  • 4. In afwijking van het eerste lid verstrekt het college de ouders bekostiging op basis van de kosten van het vervoer per fiets dan wel bromfiets, indien de leerling naar het oordeel van het college, al dan niet onder begeleiding, gebruik kan maken van het vervoer per fiets, dan wel zelfstandig gebruik kan maken van het vervoer per bromfiets.

Artikel 24. Bekostiging op basis van kosten van aangepast vervoer

  • 1. Het college verstrekt bekostiging op basis van de kosten van aangepast vervoer aan de ouders van de leerling die een basisschool, speciale school voor basisonderwijs of een school voor voortgezet onderwijs bezoekt, indien

    • a.

      de leerling, naar het oordeel van het college, gelet op zijn lichamelijke, verstandelijke of zintuiglijke handicap niet in staat is – ook niet onder begeleiding - van openbaar vervoer gebruik te maken. Ten aanzien van een leerling van een speciale school voor basisonderwijs neemt het college artikel 8, lid 2 in acht. Of:

    • b.

      aanspraak bestaat op bekostiging zoals bedoeld in artikel 23 en de leerling met gebruikmaking van openbaar vervoer naar school of terug, meer dan anderhalf uur onderweg is en de reistijd met aangepast vervoer tot 50% of minder van de reistijd per openbaar vervoer kan worden teruggebracht, of:

    • c.

      aanspraak bestaat op bekostiging zoals bedoeld in artikel 23 en openbaar vervoer ontbreekt, tenzij de leerling naar het oordeel van het college al dan niet onder begeleiding gebruik kan maken van het vervoerper fiets, dan wel zelfstandig gebruik kan maken van het vervoer per bromfiets.

  • 2. Indien het college de in het vorige lid bedoelde aanvraag niet of slechts gedeeltelijk toekent, betrekt het bij de beoordeling van de aanvraag een eventueel aanwezig (vervoers) advies van de permanente commissie leerlingenzorg, de ambulante begeleider of het advies van andere deskundigen.

Artikel 25. Bekostiging op basis van de kosten van eigen vervoer

  • 1. Indien aanspraak bestaat op bekostiging van de vervoerskosten, kan het college de ouders op aanvraag toestaan één of meer leerlingen zelf te vervoeren of laten vervoeren. Het college kan in plaats daarvan besluiten tot vergoeding of bekostiging van een goedkopere wijze van vervoer.

  • 2. Indien toestemming ingevolge het eerste lid aan de ouders is verleend, verstrekt het college aan de ouders die een leerling zelf vervoeren of laten vervoeren:

    • a.

      een bedrag op basis van de kosten van het openbaar vervoer indien aanspraak zou bestaan op bekostiging op basis van de kosten van het openbaar vervoer, behoudens het bepaald in het vijfde lid;

    • b.

      een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de auto, afgeleid van de Reisregeling binnenland, indien aanspraak zou bestaan op bekostiging van de kosten van aangepast vervoer, tot een maximum van het aangepast vervoer behoudens het bepaalde in het vierde lid.

  • 3. Indien toestemming ingevolge het eerste lid aan de ouders is verleend, verstrekt het college aan de ouders die meer dan een leerling tegelijk zelf vervoeren, dan wel laten vervoeren, bekostiging op basis van een kilometervergoeding voor de kortste autoroute, afgeleid van de Reisregeling binnenland, tot een maximum van het aangepast vervoer behoudens het bepaalde in het vierde lid.

  • 4. Aan de ouders die een of meer leerlingen laten vervoeren door andere ouders die van gemeentewege voor het vervoer van een of meer leerlingen bekostiging ontvangen afgeleid van de Reisregeling binnenland, wordt door het college geen bekostiging verstrekt.

  • 5. Indien aanspraak bestaat op bekostiging in de vervoerskosten en het college desgewenst toestaat dan wel van oordeel is dat de leerling gebruik kan maken van het vervoer per fiets of bromfiets, verstrekt het college aan de ouders bekostiging van een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de fiets of bromfiets, afgeleid van de Reisregeling binnenland.

TITEL 7: Slotbepalingen

Artikel 26. Beslissing college in gevallen waarin de regeling niet voorziet

In gevallen die de uitvoering van het leerlingenvervoer betreffen en waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college.

Artikel 27. Beleidsregels

Het college stelt nadere regels vast betreffende de uitvoering van deze verordening.

Artikel 28. Afwijkingen van bepalingen

In bijzondere gevallen, kan het college aangaande het vervoer voor onderwijs, ten gunste van de ouders afwijken van de bepalingen in deze verordening. Hierbij kan advies worden gevraagd aan de commissie voor de begeleiding en/of andere deskundigen.

Artikel 29. Inwerkintreding nieuwe verordening en intrekking oude verordening

  • a. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na de datum van bekendmaking.

  • b. De ~Verordening Leerlingenvervoer gemeente Barendrecht 2011~ wordt met ingang van de in lid 1 genoemde datum ingetrokken.

Artikel 30. Overgangsregeling

Voor leerlingen die in het schooljaar 2012-2013 gebruik maken van het leerlingenvervoer en waarvoor de vervoersvoorziening, op basis van deze verordening, in het nieuwe schooljaar 2013-2014 ongunstiger uitpakt, geldt een overgangsregeling tot 22 februari 2014, hetgeen inhoudt dat de bepalingen van de Verordening leerlingenvervoer 2011 tijdelijk nog van toepassing zijn.

Artikel 31. Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als: Verordening leerlingenvervoer Barendrecht

2013.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering
van de raad van de gemeente Barendrecht
van 7 mei 2013
De griffier De voorzitter
Mevrouw mr. G.E. Figge drs. J. van Belzen

Artikelsgewijze toelichting Verordening leerlingenvervoer Barendrecht 2013

Inleiding

Ieder kind heeft recht op passend onderwijs. In sommige gevallen kunnen kinderen niet zelfstandig naar

school, of kunnen ze niet door hun ouders gehaald en gebracht worden. Als aan bepaalde criteria is voldaan,

kunnen ouders een beroep doen op de verordening leerlingenvervoer. De verordening leerlingenvervoer gaat

over de bekostiging van een vervoersvoorziening. Het expliciete doel van de regeling is het verstrekken van een voorziening. Het is aan de gemeente om te beslissen in welke vorm de voorziening wordt verstrekt. Het

impliciete doel is het effectueren van het recht op onderwijs en de vrijheid van onderwijs.

Voor de toekenning van de vergoeding wordt uitgegaan van de kosten van het vervoer naar de dichtstbijzijnde toegankelijke school voor een leerling met een beperking. De ouders kunnen de gemeente ook vragen het vervoer van hun kind(eren) naar de dichtstbijzijnde school van de gewenste levensbeschouwelijke richting te verzorgen. Voor vervoer naar het primair onderwijs voor de niet gehandicapte leerling wordt een eigen bijdrage opgelegd. Dit is niet voor iedere leerling van toepassing. ( zie nadere uitwerking)

Artikel 4, eerste lid, van de Wet op het primair onderwijs (WPO), artikel 4, eerste lid, van de Wet op het

voortgezet onderwijs (WVO) en artikel 4, eerste lid van de Wet op de expertisecentra (WEC), verplichten de

gemeenteraad een regeling vast te stellen voor het leerlingenvervoer. De verordening geeft uitvoering aan de

taakstelling van de gemeentebesturen inzake de bekostiging van het vervoer van leerlingen van en naar

scholen voor basisonderwijs, speciale scholen voor basisonderwijs, of (voortgezet) speciaal onderwijs. Tevens

worden nadere regels gegeven voor de bekostiging van het weekeinde- en vakantievervoer.

Er is geen zorgplicht in het kader van leerlingenvervoer voor leerlingen die het reguliere voortgezet onderwijs

bezoeken, dus ook niet voor praktijkonderwijs en leerwegondersteunend onderwijs. Een uitzondering geldt

voor leerlingen die vanwege een handicap niet of niet zelfstandig van het openbaar vervoer gebruik kunnen

maken, zij hebben recht op leerlingenvervoer op basis van Titel 6 van de verordening. Dit moet per leerling

bekeken worden.

Naast procedurevoorschriften over de wijze waarop de aanvragen voor bekostiging door de ouders kunnen

worden ingediend, bevat deze verordening criteria aan de hand waarvan ouders aanspraak kunnen maken op bekostiging van de vervoerkosten. Centraal uitgangspunt is daarbij dat de verantwoordelijkheid voor het

schoolbezoek van de leerling bij de ouders blijft liggen (artikel 2 van de verordening).

Met het begrip ‘bekostiging’ wordt bedoeld dat de betaling aan de ouders niet het karakter heeft van een

‘kostendekkende betaling’. Dit neemt echter niet weg dat de bekostiging in een aantal gevallen kostendekkend kan zijn.

Wijze van vervoer

Het college bepaalt welke wijze van vervoer wordt bekostigd aan de ouders. Uitgangspunt van de regeling is

voor de leerling het meest passende vervoer.

De verordening onderscheidt een drietal wijzen van vervoer:

1. openbaar vervoer;

2. aangepast vervoer;

3. eigen vervoer, (brom) fiets of auto .

Bekostiging leerlingenvervoer

Soort vervoersvoorziening Titel 2 Titel 3 Titel 6

Fiets Artikel 9 Artikel 14 N.v.t.

Openbaar Vervoer Artikel 9 Artikel 14 Artikel 23

Begeleiding OV of fiets Artikel 10 Artikel 15 Artikel 23

Aangepast Vervoer Artikel 11 Artikel 16 Artikel 24

Eigen vervoer Artikel 12 Artikel 17 Artikel 25

Uitzondering in verband met handicap Titel 6 Artikel 18 N.v.t.