Regeling vervallen per 01-01-2014

REGELING GEBRUIK FPU-GEMEENTEN BAR-ORGANISATIE

Geldend van 18-07-2014 t/m 31-12-2013 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2014

Intitulé

REGELING GEBRUIK FPU-GEMEENTEN BAR-ORGANISATIE

REGELING GEBRUIK FPU-GEMEENTEN BAR-ORGANISATIE

Het Algemeen Bestuur van de Gemeenschappelijke Regeling BAR-organisatie

besluit:

  • -

    gelet op artikel 125 van de Ambtenarenwet;

  • -

    gelet op artikel 30 Wet gemeenschappelijke regelingen jo. Gemeenschappelijke regeling BAR-organisatie;

  • -

    gelet op 5a:7 van de CAR-UWO;

  • -

    gelet op overeenstemming met de vakbonden;

tot het vaststellen van de navolgende regeling en deze op te nemen in de arbeidsvoorwaardenregeling van de Gemeenschappelijke regeling BAR-organisatie,

REGELING GEBRUIK FPU-GEMEENTEN BAR-ORGANISATIE

Artikel 1 Begripsbepaling

Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:

FPU-Gemeenten

De regeling zoals opgenomen in hoofdstuk 5a van de CAR.

Medewerker

De ambtenaar in de zin van artikel 1:1 lid 1 sub a van de CAR.

Werkgever

Het Dagelijks Bestuur van de Gemeenschappelijke Regeling BAR-organisatie.

Artikel 2 Voorwaarden

Lid 1

Om voor de FPU-Gemeenten in aanmerking te komen, dient de medewerker:

  • -

    geboren te zijn vóór 1950;

  • -

    op 1 april 1997 ABP-deelnemer te zijn geweest en sindsdien te zijn gebleven;

  • -

    tien jaar voordat de medewerker gebruik wil maken van de FPU-Gemeenten, onafgebroken gewerkt te hebben bij (een) werkgever(s), die bij het ABP is/zijn aangesloten;

  • -

    ontslag te worden verleend op grond van artikel 8:11 van de CAR en

  • -

    nog geen gebruik te hebben gemaakt van een seniorenregeling uit CAR UWO.

Lid 2

Met ‘onafgebroken’ in lid 1 sub c wordt bedoeld, dat deze periode maximaal twee maanden onderbroken mag worden. De laatste 6 maanden voorafgaand aan de FPU mogen niet onderbroken worden.

Artikel 3 Beïnvloedende maatregelen

Lid 1

De werkgever kan de medewerker stimuleren, dan wel weerhouden om gebruik te maken van de FPU- Gemeenten, indien het dienstbelang met betrekking tot de datum van (gedeeltelijke) uittreding afwijkt van de wens van de medewerker.

Lid 2

Om de medewerker ervan te weerhouden met de FPU-Gemeenten te gaan, kunnen de volgende instrumenten ingezet worden:

  • -

    het toekennen van extra verlofuren;

  • -

    de medewerker in de gelegenheid stellen tot het volgen van een opleiding die niet past in het opleidingsplan met volledige toekenning van studieverlof en vergoeding van de opleidingskosten;

  • -

    de medewerker in staat stellen een opleiding te staken, zonder verdere consequenties;

  • -

    taakverlichting met behoud van bezoldiging;

  • -

    financiële vergoeding;

  • -

    aanpassing van de betrekkingsomvang;

  • -

    extra arbeidsvoorwaarden voor een periode van maximaal 3 of 4 jaar en/of ander door de werkgever met de medewerker gemaakte afspraken.

Lid 3

In principe stimuleert de BAR organisatie de medewerker niet om gebruik te maken van de FPU-Gemeenten regeling. Indien hier bij hoge uitzondering toch sprake van mocht zijn, dan kan het dagelijks bestuur hierover afspraken maken met de medewerker.

Artikel 4 Onvoorziene gevallen

In gevallen waarin deze regeling niet of niet in redelijkheid voorziet, kan de werkgever een bijzondere voorziening treffen.

Artikel 5 Citeertitel en inwerkingtreding

Deze regeling kan worden aangehaald als de “Regeling gebruik FPU-Gemeenten BAR-organisatie” en treedt in werking met ingang van 1 januari 2014.

Aldus besloten door het Algemeen Bestuur van de BAR-organisatie op 24 december 2013 en bekrachtigd op 21 januari 2014.