Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR392258
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR392258/1
Regeling vervallen per 01-01-2017
Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten
Geldend van 06-01-2016 t/m 31-12-2016
Intitulé
Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechtenDe raad van de gemeente Barendrecht;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 13 oktober 2015;
gezien het advies van de commissie Planning en Control van 26 oktober 2015;
gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet en artikel 15.33 van de Wet milieubeheer;
BESLUIT:
Vast te stellen de
VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN AFVALSTOFFENHEFFING EN REINIGINGSRECHTEN
Hoofdstuk I Algemene bepalingen
Artikel 1 Inleidende bepaling
Krachtens deze verordening worden geheven:
- a.
een afvalstoffenheffing;
- b.
reinigingsrechten.
Artikel 2 Begripsomschrijvingen
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder grof bedrijfsafval: afvalstoffen, met uitzondering van autowrakken, afkomstig van bedrijven en instellingen, welke door aard, omvang of hoeveelheid niet periodiek worden ingezameld.
Hoofdstuk II Afvalstoffenheffing
Artikel 3 Aard van de belasting en belastbaar feit
-
1. Onder de naam ‘afvalstoffenheffing’ wordt een directe belasting geheven als bedoeld in artikel 15.33 van de Wet milieubeheer.
-
2. De afvalstoffenheffing als bedoeld in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van het gebruik van een perceel ten aanzien waarvan krachtens de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.
Artikel 4 Belastingplicht
-
1. De belasting wordt geheven van degene die naar de omstandigheden beoordeeld al dan niet krachtens een zakelijk of persoonlijk recht in de gemeente gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.
-
2. Voor de toepassing van het eerste lid wordt onder ‘gebruik maken’ verstaan gebruik maken in de zin van artikel 15.33 Wet milieubeheer.
Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief
De belasting wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in hoofdstuk 1 van de bij deze verordening behorende tarieventabel.
Artikel 6 Belastingtijdvak
Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.
Artikel 7 Wijze van heffing
De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.
Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
-
1. De belasting is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.
-
2. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
-
3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht nog volle kalendermaanden overblijven, tenzij het bedrag van de ontheffing minder bedraagt dan € 9,--.
-
4. Het tweede en het derde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist en aldaar een ander perceel in gebruik neemt.
-
5. Belastingbedragen van minder dan € 9,-- worden niet geheven.
-
6. Voor de toepassing van de bepalingen in het derde en het vijfde lid, wordt het totaal van op één aanslagbiljet verenigde verschuldigde bedragen aangemerkt als één belastingbedrag.
Artikel 9 Termijnen van betalen
-
1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet de aanslag worden betaald uiterlijk drie maanden na de dagtekening van het aanslagbiljet.
-
2. In afwijking van het eerste lid geldt, ingeval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan, minder is dan € 2.500,--, en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in tien gelijke termijnen.
De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
Hoofdstuk III Reinigingsrechten
Artikel 10 Belastbaar feit
Onder de naam “reinigingsrechten” worden rechten geheven zowel voor het genot van door het gemeentebestuur verstrekte diensten als voor het gebruik van voor de openbare dienst bestemde gemeentebezittingen, werken of inrichtingen die bij de gemeente in beheer of in onderhoud zijn.
Artikel 11 Belastingplicht
De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.
Artikel 12 Maatstaf van heffing en belastingtarief
-
1. De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in hoofdstuk 2 van de bij deze verordening behorende tarieventabel.
-
2. Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.
-
3. De tarieven, genoemd in dit hoofdstuk van de tarieventabel zijn exclusief BTW.
Artikel 13 Belastingtijdvak
-
1. Met betrekking tot de rechten die per jaar worden geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.
-
2. Voor de overige belastbare feiten genoemd in hoofdstuk 2 van de tarieventabel vindt de heffing afzonderlijk plaats per incident.
Artikel 14 Wijze van heffing/tijdstip van betaling
- 1.
De rechten als bedoeld in hoofdstuk 2.1 van de tarieventabel worden bij wege van aanslag geheven. De rechten moeten worden betaald uiterlijk binnen 3 maanden na dagtekening van het aanslagbiljet.
- 2.
In afwijking van het eerste lid geldt, ingeval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan, minder is dan € 2.500,--, en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in tien gelijke termijnen.
De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
- 3.
De overige rechten genoemd in hoofdstuk 2 van de tarieventabel worden geheven bij wege van een mondelinge of schriftelijke gedagtekende kennisgeving, waaronder ook wordt verstaan een nota of ander schriftuur. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving bekendgemaakt.
- 4.
De rechten als bedoeld in het derde lid moeten worden betaald ingeval de kennisgeving:
- a.
mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;
- b.
schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel ingeval van toezending daarvan, binnen 2 weken na dagtekening van de kennisgeving.
- a.
Artikel 15 Ontstaan van de belastingschuld en de heffing naar tijdsgelang voor de jaarlijks verschuldigde rechten
-
1. De rechten bedoeld in hoofdstuk 2.1 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.
-
2. Indien de belastingplicht voor de rechten bedoeld in hoofdstuk 2.1 van de tarieventabel in de loop van het belastingjaar aanvangt, zijn de rechten verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
-
3. Indien de belastingplicht voor de rechten bedoeld in hoofdstuk 2.1 van de tarieventabel in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht nog volle kalendermaanden overblijven, tenzij het bedrag van de ontheffing minder bedraagt dan € 9,--.
-
4. Het tweede en het derde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist en aldaar een ander perceel in gebruik neemt.
-
5. Ter zake van de belasting als bedoeld in hoofdstuk 2.1 van de tarieventabel worden belastingbedragen van minder dan € 9,-- niet geheven.
-
6. Voor de toepassing van de bepalingen in het derde en het vijfde lid, wordt het totaal van op één aanslagbiljet verenigde verschuldigde bedragen aangemerkt als één belastingbedrag.
Artikel 16 Ontstaan van de belastingschuld voor de overige rechten
De rechten bedoeld in hoofdstuk 2.2 en 2.2.1, van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.
Hoofdstuk IV Aanvullende bepalingen
Artikel 17 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de afvalstoffenheffing en reinigingsrechten.
Artikel 18 Inwerkingtreding en citeertitel
- 1.
De “Verordening reinigingsheffingen 2015” van 11 november 2014 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
- 2.
Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.
- 3.
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2016.
- 4.
Deze verordening wordt aangehaald als “Verordening reinigingsheffingen”.
Ondertekening
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl