Regeling vervallen per 01-07-2020

Beleidsregels artikel 40a Apv Sluiting van voor publiek openstaande gebouwen

Geldend van 05-02-2019 t/m 30-06-2020

Intitulé

Beleidsregels artikel 40a Apv Sluiting van voor publiek openstaande gebouwen

De burgemeester van de gemeente Barneveld;

Overwegende dat:

artikel 40a van de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Barneveld de burgemeester de bevoegdheid geeft om in het belang van de openbare orde, veiligheid, gezondheid of zedelijkheid of als er naar zijn oordeel sprake is van bijzondere omstandigheden, de gehele of gedeeltelijke sluiting te bevelen van een voor het publiek openstaand gebouw - niet zijnde een horeca-inrichting of seksinrichting - of een bij dat gebouw behorend erf.

Om in de toekomst op de (juridisch) juiste manier gebruik te kunnen maken van de mogelijkheid tot het sluiten van een voor het publiek openstaand gebouw, dienen beleidsregels hieromtrent vastgesteld te worden. Deze beleidsregels waarborgen de rechtszekerheid en rechtsgelijkheid.

gelet op artikel 4:81 Algemene wet bestuursrecht en artikel 40a van de Algemene plaatselijke verordening gemeente Barneveld;

besluit:

vast te stellen de Beleidsregels sluiting van voor publiek openstaande gebouwen

Doel sluitingsbevoegdheid artikel 40a lid 1

Het doel van deze sluitingsbevoegdheid is het herstel van de openbare orde, de veiligheid of zedelijkheid door het weren en terugdringen van criminaliteit in en vanuit voor publiek openstaande gebouwen, alsmede het beëindigen van aanhoudende en ontoelaatbare overlast die niet met andere middelen afdoende kan worden bestreden.

Relatie met andere bevoegdheden tot sluiting

In situaties van een ordeverstoring, die concreet voorzienbaar is en een actuele dreiging vormt voor de ordelijke gang van zaken, biedt de Gemeentewet (artikel 174) in eerste instantie uitkomst. Sluiting op grond van de Gemeentewet kan echter slechts voor een beperkte periode en bij (een dreiging van) ernstige verstoring van de openbare orde. Als langere sluiting is gewenst of wanneer sluiting op grond van de Gemeentewet niet mogelijk is, biedt artikel 40a van de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Barneveld (hierna: Apv) hiertoe de bevoegdheid.

Sluiting op deze grond is niet mogelijk voor zover dat reeds mogelijk is op een andere grond genoemd in de Apv of artikel 13b van de Opiumwet. Seksinrichtingen kunnen worden gesloten op grond van hoofdstuk 3 van de Apv. Horecagelegenheden kunnen worden gesloten op grond van hoofdstuk 2, afdeling 8 van de Apv. Als sprake is van drugs(handel) kunnen gebouwen worden gesloten op grond van artikel 13b Opiumwet.

Criminaliteit die openbare orde, veiligheid, gezondheid of zedelijkheid aantast.

De volgende criminele activiteiten zullen in ieder geval worden aangemerkt als een gevaar voor de openbare orde, veiligheid, gezondheid of zedelijkheid, wanneer zij in of vanuit een voor publiek toegankelijk gebouw plaatsvinden:

  • heling;

  • witwassen;

  • zedendelicten;

  • geweldsincidenten;

  • aantreffen vuurwapens;

  • handel in vuurwapens;

  • arbeidsuitbuiting;

  • (de aanwezigheid van slachtoffers van) mensenhandel;

  • illegale gokactiviteiten;

  • het faciliteren van criminele activiteiten

Doel van de sluiting is, naast het wegnemen van het gevaar voor de openbare orde, om de loop naar een pand voor criminele activiteiten (en het faciliteren daarvan) eruit te halen. De naamsbekendheid van een pand voor dergelijke activiteiten moet worden doorbroken. De activiteiten kunnen dan ook niet door een rechtsopvolger worden voortgezet. Door middel van een sluiting kan dit worden bereikt.

Zware overlast

Op grond van artikel 40a van de Apv kunnen gebouwen ook worden gesloten indien er sprake is van bijzondere omstandigheden. Benadrukt moet worden dat het gaat om gebouwen waarvoor geen vergunning op grond van andere regelgeving is verleend.

Bij bijzondere omstandigheden moet bijvoorbeeld worden gedacht aan gevallen van zware overlast. Daarvan is sprake bij aanhoudende en ontoelaatbare overlast. Deze overlast heeft tot gevolg dat het woon- en leefklimaat in de omgeving van het betreffende pand te zwaar onder druk staat.

Ontoelaatbare overlast moet los gezien worden van de effecten die redelijkerwijs van een voor publiek openstaand gebouw(en) mogen worden verwacht, zoals het geluid van het op normale wijze komen en gaan van bezoekers, al dan niet gebruik makend van (gemotoriseerde) vervoermiddelen. Met de aanwezigheid van bepaalde bedrijven is in planologisch opzicht al rekening gehouden. Op dit punt kunnen vaak maatregelen worden opgenomen via het stellen van een nadere eis aan de vergunning voor het bedrijf op grond van de milieuregelgeving dan wel horecaregelgeving.

Ontoelaatbare overlast is in veel gevallen afkomstig van komende en vertrekkende bezoekers. Voorbeelden van factoren bij ontoelaatbare overlast zijn o.a. het hard dichtslaan van portieren, geschreeuw, toeteren, wegscheurende gemotoriseerde voertuigen, geruzie, licht handgemeen, het bij herhaling ledigen van maag- of blaasinhoud in de omgeving van het gebouw of bedrijf. Daarnaast kan er sprake zijn van intimidatie van (de buurt)bewoners.

Wanneer dergelijke overlast vanuit een woning plaatsvindt, is dit gereguleerd in artikel 70a Apv en de beleidsregels Aanpak woonoverlast gemeente Barneveld.

Duur van de sluiting

Bij het bepalen van de duur van de sluiting zal onderscheid gemaakt worden tussen de sluiting als gevolg van criminele activiteiten en die als gevolg van overlast. Hieronder wordt daar nader op ingegaan.

Criminele activiteiten

De burgemeester kan een gebouw voor een bepaalde duur of gedeeltelijk sluiten. Hierbij wordt aansluiting gezocht bij de gang van zaken rond een sluiting van een horecabedrijf. Bij het intrekken van een horecavergunning, wat feitelijke sluiting van de horecazaak tot gevolg heeft, kan worden bepaald dat een nieuwe vergunning kan worden geweigerd. In het Drank- en Horecanalevingsbeleid gemeente Barneveld is deze termijn niet beperkt, echter afhankelijk van de criminele activiteiten is het proportioneel om voor zes maanden tot één jaar te sluiten.

Bij de duur van een sluiting van een voor publiek openstaand gebouw wordt onderscheid gemaakt tussen de ondernemer/ eigenaar die adequaat optreedt en degenen die dit niet doen. Dit betekent dat als de ondernemer/ eigenaar geen verwijt treft in principe een sluiting van zes maanden zal worden opgelegd. Indien er wel sprake is van een verwijt (de activiteiten zijn getolereerd, gefaciliteerd, aan deelgenomen etc.) is er sprake verzwarende omstandigheden. In die gevallen volgt een sluiting voor de duur van (maximaal) één jaar. Ook in het geval van excessen kan een langere termijn worden. Dit zal altijd gemotiveerd moeten worden.

Overlast

Aangezien bij overlast vaak subjectieve ‘gevoelens’ meespelen zal bij overlast een stappenplan worden gevolgd om alle partijen de voortgang in de aanpak van de overlast te kunnen laten zien. Het is dus niet zo dat bij overlast onmiddellijke sluiting volgt. Naar aanleiding van de bekende overlast zal in het algemeen eerst een gesprek en een (schriftelijke) waarschuwing volgen (stap 1). Als dit geen effect heeft, zal een sluitingstijd worden opgelegd (stap 2). Mochten al deze maatregelen geen effect sorteren, dan zal uiteindelijk een volledige sluiting voor bepaalde of onbepaalde duur worden geëffectueerd (stap 3).

Als er sprake is van verzwarende omstandigheden (bijv. verwijtbaarheid van de eigenaar/ondernemer) of excessen dan kunnen stappen uit het stappenplan worden overgeslagen (bijv. direct overgaan tot opleggen van sluitingstijden zonder voorafgaande waarschuwing) of kan een zwaardere maatregel worden genomen (bijv. verdubbeling van de sluitingstermijn).

De burgemeester kan op verzoek van belanghebbenden enkel een sluiting voor onbepaalde duur intrekken. Uit feiten en omstandigheden moet dan blijken dat er geen sprake is van (dreiging van) herhaling van de gedragingen die tot de sluiting hebben geleid. In zeer bijzondere gevallen (bijvoorbeeld bij wijziging van de bestemming van het pand) kan de burgemeester ambtshalve een tijdelijke sluiting opheffen.

Zaaks gebonden werking

Volledigheidshalve wordt opgemerkt dat de opgelegde maatregelen niet aan de persoon van de ondernemer kleven, maar aan het pand. Er is sprake van zogenaamde 'erfelijke belasting'. In veel gevallen is het doel van de sluiting namelijk ook om de ‘loop’ naar een pand voor die activiteiten eruit te halen. Zonder erfelijke belasting zou dit doel niet bereikt kunnen worden. Dit betekent bijvoorbeeld dat wanneer een ondernemer die sluitingstijden opgelegd heeft gekregen zijn zaak verkoopt, de sluitingstijden eveneens zullen gelden voor de nieuwe ondernemer. Een sluiting kan ook niet worden voorkomen of opgeheven door bijvoorbeeld het bedrijf te verkopen of in de Kamer van Koophandel over te schrijven.

Overtreding

Het negeren of overtreden van het sluitingsbevel is een strafbaar feit en wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste drie maanden of een geldboete van de tweede categorie als bedoeld in artikel 23 Wetboek van Strafrecht.

Citeertitel

Deze beleidsregel kan worden aangehaald als ‘Beleidsregels sluiting van voor het publiek openstaande gebouwen’.

Bekendmaking en inwerkingtreding

Deze beleidsregel treedt in werking de dag na die van de bekendmaking.

Ondertekening

Aldus vastgesteld op 6 november 2018.

De burgemeester van Barneveld,

dr. J.W.A. van Dijk.