Regeling vervallen per 26-04-2016

Nadere regels voor de uitvoering van de duurzaamheidslening

Geldend van 04-06-2010 t/m 25-04-2016

Intitulé

Nadere regels voor de uitvoering van de duurzaamheidslening

Het college van burgemeester en wethouders van Barneveld;

gelet op artikel 14 van de Verordening duurzaamheidslening Barneveld;

besluit:

tot vaststelling van de volgende nadere regels voor de uitvoering van de duurzaamheidslening. Deze nadere regels betreffen een nadere specificatie van de begrippen, het toepassingsbereik, de duurzaamheidsmaatregelen en de aanvraag.

I. Artikel 1 Begrippen

Deze verordening verstaat onder:

a) een aanvrager:

een meerderjarig natuurlijke persoon of een Vereniging van Eigenaren die een aanvraag doet.

Nadere uitwerking van Artikel 1 sub a:

Alleen meerderjarige natuurlijke personen, die eigenaar-bewoner zijn van een bestaande woning en verenigingen van eigenaren kunnen de duurzaamheidslening aanvragen.

II. Artikel 2 Toepassingsbereik

Deze verordening is uitsluitend van toepassing op:

Bestaande woonruimte in de gemeente Barneveld, die geschikt en bestemd is voor permanente bewoning.

Nadere uitwerking van Artikel 2 Toepassingsbereik

De regeling geldt voor bestaande eigen woningen in de gemeente Barneveld, die geschikt zijn voor permanente bewoning. Hieronder vallen ook woningen met een inpandige kantoorruimte van maximaal 135 kubieke meters.

Verder vallen onder deze regeling ook bedrijfswoningen, mits de duurzaamheidsmaatregelen uitsluitend betrekking hebben op de bedrijfswoning. In bijzondere gevallen (bijvoorbeeld monumenten) kan het college besluiten hiervan af te wijken.

In het geval van een verbouwing of aanbouw kan de lening aangevraagd worden voor het financieren van de energiebesparende maatregelen, die onderdeel zijn van de verbouwing of aanbouw, maar niet voor de verbouwing zelf.

III. Artikel 5 Duurzaamheidsmaatregelen

  • 1.

    Tot de duurzaamheidsmaatregelen worden gerekend:

    • a)

      Warmtepomp

    • b)

      Zonnepanelen

    • c)

      Zonneboiler

    • d)

      Kleinschalige windturbine

    • e)

      Gevelisolatie

    • f)

      Dakisolatie

    • g)

      Vloerisolatie

    • h)

      Raamisolatie

    • i)

      Verwarmingsinstallatie

  • 2.

    Het college kan de in het eerste lid vermelde lijst van duurzaamheidsmaatregelen uitbreiden en/of inkorten.

Nadere uitwerking van Artikel 5 Duurzaamheidsmaatregelen

a) Warmtepomp

Het betreft:

  • -

    Een warmtepompboiler voor het verwarmen van tapwater, bestaande uit een warmtepomp die warmte onttrekt aan ventilatielucht en een warmte opslagvat;

  • -

    Een gaswarmtepomp voor ruimteverwarming, die is gekoppeld aan een centraal verwarmingssysteem dat geschikt is voor een aanvoertemperatuur (Taanvoer) van maximaal 55° C;

  • -

    Een elektrische warmtepomp voor ruimteverwarming, die is gekoppeld aan een centraal verwarmingssysteem dat geschikt is voor een aanvoertemperatuur (Taanvoer) van maximaal 55° C.

b) Zonnepanelen

Het betreft:

Zonnepanelen met fotovoltaïsche zonnecellen en de daarbij behorende spanningsomvormer.

c) Zonneboiler

Het betreft:

Een zonneboiler voor het verwarmen van tapwater met behulp van zonlicht, bestaande uit één of meerdere zonnecollectoren en een warmte opslagvat;

d) Kleinschalige windturbine

Het betreft:

Kleinschalige windturbine die geschikt is voor de stedelijke omgeving.

e) Gevelisolatie

Het betreft:

Gevelisolatie met een Rc-waarde, die groter is dan of gelijk aan 3,00 m2K/W en Spouwmuurisolatie met een R-waarde, die groter is dan of gelijk aan 2,50 m2K/W.

f) Dakisolatie

Het betreft:

Dakisolatie met een Rc-waarde, die groter is dan of gelijk aan 3,50 m2K/W en de aanleg van een vegetatiedak.

g) Vloerisolatie

Het betreft:

Vloerisolatie met een Rc-waarde, die groter is dan of gelijk aan 3,00 m2K/W.

h) Raam isolatie

Het betreft:

  • -

    Raam isolatie door isolerende beglazing met een Ugl-waarde, die kleiner is dan 1,20 W/m2K (HR++ glas), of

  • -

    Raam met kozijn Uw kleiner of gelijk aan 2,2 of

  • -

    Geïsoleerde buitendeur met U-waarde die kleiner of gelijk is aan 2,0 W/m2K.

i) Verwarmingsinstallatie

Het betreft:

  • -

    Micro-warmtekrachtsysteem (met een minimaal rendement van 19%;)

  • -

    HR-ketels, Hre-ketels;

  • -

    Combi-zonneboiler voor het verwarmen van tapwater en voor ruimteverwarming met behulp van zonlicht, bestaande uit één of meerdere zonnecollectoren en een warmte opslagvat met een al dan niet geïntegreerde CV-brander;

  • -

    Pelletkachel;

  • -

    Pelletketel;

  • -

    Micro-warmtekrachtsysteem;

  • -

    Brandstofcel CV-ketel;

  • -

    Verwarmingssysteem dat geschikt is voor een aanvoertemperatuur (Taanvoer) van maximaal 55° C.

IV. Artikel 6 De aanvraag

  • 1.

    Een aanvraag wordt schriftelijk bij het college ingediend op een door de gemeente beschikbaar gesteld formulier en gaat vergezeld van:

    • a)

      een kopie van de samenvatting van het EPA-maatwerkadvies;

    • b)

      een opgave van de te treffen duurzaamheidsmaatregelen;

    • c)

      een opgave van de werkelijke kosten van het treffen van de duurzaamheidmaatregelen alsmede een financiële onderbouwing van deze opgave (op basis van offertes);

    • d)

      een planning van de uitvoering van de werkzaamheden.

  • 2.

    Het college handelt aanvragen in volgorde van binnenkomst af.

Nadere uitwerking van Artikel 6 De aanvraag

Per woning of vereniging van eigenaren kan de duurzaamheidslening maar één keer per vier jaar worden aangevraagd.

V.

Deze nadere regels treden in werking op 4 juni 2010.

Ondertekening

Barneveld,
Burgemeester en wethouders voornoemd,
D. Bakhuizen J.A.M.L. Houben
secretaris burgemeester