Verordening instandhouding van kerkgebouwen Beek

Geldend van 28-12-2000 t/m heden

Intitulé

Verordening instandhouding van kerkgebouwen Beek

DE RAAD VAN DE GEMEENTE BEEK;

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 20 november 2000;

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet;

B E S L U I T :

vast te stellen de volgende:

Verordening "Instandhouding van kerkgebouwen Beek"

VERORDENING "INSTANDHOUDING VAN KERKGEBOUWEN BEEK"

Paragraaf 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • 1.

    In deze regeling wordt verstaan onder:

    • a.

      kerkgebouw: een in de gemeente Beek gelegen gebouw dat uitsluitend of hoofdzakelijk wordt gebruikt voor de openbare uitoefening van godsdienst;

    • b.

      monumentaal kerkgebouw: een in de gemeente Beek gelegen kerkgebouw dat is ingeschreven in het register van beschermde monumenten als bedoeld in artikel 6, lid 1 van de Monumentenwet 1988 en als zodanig cultuurhistorische waarden bezit;

    • c.

      buitengewoon herstel: werkzaamheden aan een kerkgebouw die voor de instandhouding van de bouwkundige structuur en voor zover van toepassing van de cultuurhistorische waarden van het bouwwerk noodzakelijk zijn en het normale onderhoud te boven gaan;

    • d.

      subsidiabele kosten voor buitengewoon herstel:

      kosten voor (sober en doelmatig) buitengewoon herstel. Tot buitengewoon herstel worden gerekend de werkzaamheden, die dienen ter opheffing van plotseling optredende mankementen, welke redelijkerwijs niet konden worden voorzien en die niet middels het gewone onderhoud konden worden bestreden. Hierbij -valt te denken aan reparaties ten gevolge van verzakkingen, constructiefouten, muurscheuringen, aantasting door houtworm of door chemische stoffen van buitenaf, alsmede van meer dan normale slijtage. ;

    • e.

      subsidie: bijdrage die de gemeente levert om buitengewoon herstel van kerkgebouwen te bevorderen en/ofte verwezenlijken;

    • f.

      bouwkundig inspectierapport: een rapport dat:

      • 1.

        de bouwtechnische staat van dat kerkgebouw beschrijft en

      • 2.

        opgesteld is door een terzake deskundige instantie;

    • g.

      eigenaar: de natuurlijke- of rechtspersoon die krachtens enig zakelijk recht het genot heeft van het kerkgebouw.

Artikel 2 Bijdrage grondslag

  • 1. Burgemeester en wethouders kunnen subsidie verlenen, voor zover door de gemeenteraad het benodigde budget beschikbaar is gesteld.

  • 2. Subsidie wordt slechts verleend aan de eigenaar van een kerkgebouw.

  • 3. Het subsidie kan niet meer bedragen dan het ongedekte tekort.

  • 4. Het subsidie wordt niet verleend voor zover de kosten van de werkzaamheden op grond van een verzekering worden gedekt, dan wel op grond van de Wet op de Omzetbelasting op verschuldigde belasting in aftrek kunnen worden gebracht.

Artikel 3 Algemene bepalingen omtrent de aanvraag en de beslissing

  • 1.

    De aanvraag om subsidie dient schriftelijk te worden ingediend bij burgemeester en wethouders, waarbij gebruik dient te worden gemaakt van de door of vanwege burgemeester en wethouders verstrekte aanvraagformulieren.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders beslissen op de aanvraag binnen 13 weken na ontvangst van de aanvraag.

  • 3.

    Burgemeester en wethouders kunnen de termijn met betrekking tot de gemeentesubsidie eenmalig met maximaal 13 weken verlengen. Aanvrager wordt hiervan schriftelijk in kennis gesteld voordat de eerste termijn van 13 weken is verstreken

  • 4.

    Indien de aanvrager niet heeft voldaan aan enig voorschrift voor het in behandeling nemen van de aanvraag of indien de verstrekte gegevens en bescheiden onvoldoende zijn voor de beoordeling van de aanvraag of voor de voorbereiding van de beschikking, zullen burgemeester en wethouders de aanvrager hiervan binnen een termijn van 4 weken na ontvangst van de aanvraag in kennis stellen en de aanvrager in de gelegenheid stellen om de aanvraag aan te vullen.

  • 5.

    De termijn voor het aanvullen van de aanvraag als bedoeld in artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht bedraagt 4 weken.

  • 6.

    De termijn voor het geven van de beschikking wordt opgeschort met ingang van de dag waarop de aanvrager overeenkomstig het bepaalde in lid 4 is verzocht om de aanvraag aan te vullen, tot de dag waarop de aanvraag is aangevuld of de termijn in lid 5 ongebruikt is verstreken.

Paragraaf 2 Buitengewoon herstel van monumentale kerkgebouwen.

Artikel 4 Specifieke bepalingen omtrent de subsidieaanvraag voor buitengewoon herstel van een monumentaal kerkgebouw

  • 1.

    De aanvraag, zoals bedoeld onder artikel 3, lid 1, dient vergezeld te gaan van kopieën van offertes of technische rapporten van de uit te voeren herstelwerkzaamheden waaruit de buitengewone herstelkosten blijken.

  • 2.

    De aanvraag, zoals bedoeld onder lid 1, dient vergezeld te gaan van:

    a) een bouwkundig inspectierapport, dat is opgesteld niet eerder dan twee jaar voorafgaande aan het jaar waarop de aanvraag betrekking heeft, doch voordat de herstelwerkzaamheden waarop de aanvraag betrekking heeft, zijn uitgevoerd;

    b) ter vaststelling van de subsidiabele buitengewone herstelkosten en ter controle van uit te voeren werkzaamheden kunnen burgemeester en wethouders aan de aanvrager verzoeken nadere gegevens te overleggen zoals bouwkundige tekeningen van het gebouw, een specificatie c.q. bestekomschrijving van de werkzaamheden, gegevens omtrent de aanbesteding van werkzaamheden en foto's waaruit de uit te voeren herstelwerkzaamheden blijken.

Artikel 5 De vaststelling en uitkering van het subsidie voor buitengewoon herstel van een monumentaal kerkgebouw

  • 1.

    Het te verlenen subsidie voor buitengewoon herstel van een monumentale kerk bedraagt 10% van de subsidiabele kosten;

  • 2.

    De beslissing op de aanvraag als bedoeld in artikel 3 omvat de vaststelling van de subsidiabele buitengewone herstelkosten en de vaststelling van het subsidie.

  • 3.

    Het subsidie wordt uitgekeerd binnen 4 weken na goedkeuring van een door burgemeester en wethouders over te leggen eindafrekening.

  • 4.

    Burgemeester en wethouders kunnen op verzoek van de aanvrager op basis van gedane uitgaven en daarbij over te leggen bewijsstukken een voorschot doen uitbetalen van maximaal 80% van het toegekende subsidie.

Paragraaf 3 Overige bepalingen

Artikel 6 Uitvoeringsbepalingen

  • 1. De aanvrager geeft aan door burgemeester en wethouders aangewezen personen en/of instellingen, die belast zijn met de uitvoering en controle van deze subsidieverordening, desgevraagd toegang tot het kerkgebouw.

  • 2. Aan de door burgemeester en wethouders aangewezen personen of instellingen worden door de eigenaar desgevraagd alle bescheiden getoond en alle inlichtingen verstrekt die noodzakelijk zijn voorde controle op de rechtmatige en doelmatige besteding van het subsidie.

  • 3. Burgemeester en wethouders zijn in bijzondere omstandigheden bevoegd om af te wijken van de bepalingen in deze verordening, indien als gevolg van strikte toepassing van deze verordening, onbillijkheden zouden ontstaan in relatie tot hetgeen met de verordening is beoogd.

Artikel 7 Sanctiebepalingen

Indien de eigenaar onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt of de voorschriften vastgesteld bij of krachtens deze verordening niet nakomt, kunnen burgemeester en wethouders het subsidie intrekken.

Artikel 8 Slotbepalingen

  • 1.

    Deze verordening kan worden aangehaald als de verordening "Instandhouding van kerkgebouwen Beek".

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking op de eerste dag volgende op die van de bekendmaking.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van de Raad, gehouden op 14 december 2000,
De raad voornoemd,
de secretaris, de voorzitter,
drs. J.H.M. Jurgens drs. A.M.J. Cremers

Officiele inhoudsopgave