Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Beekdaelen houdende regels omtrent de markt (Marktverordening gemeente Beekdaelen 2021)

1. Voor de weekmarkten stellen burgemeester en wethouders een inrichtingsplan vast, dat in elk geval bevat:

• a.

  aanduiding van de dagen en de uren waarop de markten worden gehouden (markttijd);

• b.

  kaarten van de markten waarop in ieder geval is aangegeven:

  • –

    het aantal standplaatsen;

  • –

    de afmetingen van de standplaatsen;

  • –

    de opstelling en indeling van de markt;

  • –

    voor zover van toepassing, de plaatsen of gebieden die bij voorrang zijn bestemd voor een of meer branches of artikelgroepen of combinaties daarvan kunnen worden afgegeven, met dien verstande dat er maximaal 1 standplaatsvergunning per branche of artikelgroep of combinaties daarvan wordt verleend;

• c.

  de mededeling dat het anciënniteitstelsel van toepassing is, waarvoor een anciënniteitlijst wordt bijgehouden waarop de houders van de standplaatsvergunning worden vermeld.

2. Het college is bevoegd nadere regels te stellen betreffende het inrichtingsplan.

3. De bevoegdheid tot het vaststellen van een inrichtingsplan kan niet worden gemandateerd.

1. Het is verboden, op een markt zonder standplaatsvergunning van burgemeester en wethouders een standplaats voor het uitoefenen van markthandel in te nemen.

2. Het in het eerste lid gestelde verbod geldt niet gedurende de proeftijd van vier weken, die voorafgaand aan de vergunningverlening wordt gegund aan een nieuwe standplaatshouder.

3. Een standplaatsvergunning geldt voor bepaalde tijd voor de duur van 10 jaren en voor de op de vergunning vermelde standplaats, tenzij de vergunning anders bepaalt. Burgemeester en wethouders kunnen in bijzondere gevallen een andere standplaats aanwijzen.

4. Aan een vergunning kunnen voorschriften en beperkingen worden verbonden.

5. Degene aan wie krachtens deze verordening een vergunning is verleend, is verplicht de daaraan verbonden voorschriften en beperkingen in acht te nemen.

6. Voor toewijzing van een standplaats komt uitsluitend in aanmerking een handelingsbekwaam natuurlijk persoon die de leeftijd van 18 jaar heeft bereikt en een aanvraag voor een vergunning heeft ingediend bij het college.

7. De bevoegdheid tot wijzigen, verlenen of intrekken van een standplaatsvergunning kan niet aan de marktmeester of een andere toezichthouder worden gemandateerd.

1. Burgemeester en wethouders trekken een standplaatsvergunning in:

• a.

  op schriftelijke aanvraag van de vergunninghouder; of

• b.

  twee maanden na diens overlijden of ondercuratelestelling, tenzij op grond van artikel 6 van deze verordening de vergunning wordt overgeschreven.

2. Burgemeester en wethouders kunnen voorts een standplaatsvergunning intrekken:

• a.

  als de vergunninghouder ter verkrijging van de vergunning onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt;

• b.

  als de vergunninghouder, degene die hem vervangt of een persoon die hem bijstaat zich op de markt schuldig heeft gemaakt aan wangedrag of bedrog of een bij of krachtens deze verordening gestelde bepaling heeft overtreden;

• c.

  als de vergunninghouder de voorschriften of beperkingen, zoals bedoeld in artikel 4, vierde lid, van deze Verordening dan wel de bepalingen in het Inrichtingsplan overtreedt, mits hieraan een schriftelijke waarschuwing is vooraf gegaan;

• d.

  als van de vergunning gedurende ten minste twee maanden geen gebruik is gemaakt;

• e.

  als degene op wie een vergunning ingevolge artikel 6 van deze verordening is overgeschreven, reeds vergunning heeft voor een andere standplaats op dezelfde markt, wordt laatstgenoemde vergunning ingetrokken of;

• f.

  als de vergunninghouder niet of niet tijdig het verschuldigde marktgeld voldoet dat wordt geheven op grond van de Marktgeldverordening gebaseerd op artikel 229 van de Gemeentewet.

3. In geval van intrekking voor bepaalde tijd kan tevens worden bepaald dat de toegewezen standplaats vervalt.

1. Burgemeester en wethouders kunnen een standplaatsvergunning overschrijven:

• a.

  In geval van overlijden, blijvende arbeidsongeschiktheid of ondercuratelestelling van de vergunninghouder, of;

• b.

  In geval van bedrijfsbeëindiging. De standplaatsvergunning dient dan binnen twee maanden te worden overgeschreven op de echtgenoot/echtgenote, de geregistreerde partner of een andere achterblijvende persoon met wie hij/zij duurzaam samenwoonde.

2. Indien er sprake is van een vergunning voor onbepaalde tijd, wordt deze in geval van overschrijving automatisch omgezet in een vergunning voor bepaalde tijd, zoals bedoeld in artikel 4, derde lid, van deze Verordening.

1. De Marktverordening gemeente Nuth 2011 en Marktverordening gemeente Onderbanken 2009 worden ingetrokken.

2. De krachtens de respectievelijk Marktverordening gemeente Nuth 2011 en Marktverordening gemeente Onderbanken 2009 vastgestelde anciënniteitlijsten gelden als lijsten krachtens deze Verordening.

3. Besluiten van burgemeester en wethouders die genomen zijn krachtens de Marktverordening gemeente Nuth 2011 en Marktverordening gemeente Onderbanken 2009 gelden als besluiten genomen krachtens deze verordening.

4. Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om vergunning op grond van de Marktverordening gemeente Nuth 2011 en Marktverordening gemeente Onderbanken 2009 is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening niet definitief op de aanvraag is beslist, wordt daarop deze verordening toegepast.

5. Degenen die daags voor het in werking treden van deze verordening beschikten over een vergunning voor onbepaalde tijd, behouden de rechten die daaruit volgens de op die dag geldende regels voortvloeiden tot het moment dat artikel 5 of 6 van deze Verordening van toepassing is.