Regeling vervallen per 24-09-2013

Verordening cliëntenparticipatie Wmo 2007

Geldend van 26-07-2007 t/m 23-09-2013

Intitulé

Verordening cliëntenparticipatie Wmo 2007(versie geldend sedert 26 juli 2007 )

De raad van de gemeente Beemster;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 22 mei 2007, nr. 27;

gelet op de artikelen 9, 11 en 12 van de Wet maatschappelijke ondersteuning ( Wmo ),

besluit;

vast te stellen de volgende verordeningVerordening cliëntenparticipatie Wmo 2007

Artikel 1 Begripsbepalingen

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • 1.

    cliëntenparticipatie Wmo: de gestructureerde wijze waarop de vier gemeenten Beemster, Graft-De Rijp, Schermer en Zeevang zelforganisaties en/of vertegenwoordigende organisaties van belanghebbenden betrekt in de beleidsvorming, uitvoering en evaluatie van de Wmo;

  • 2.

    Wmo-cliëntenraad: de door burgemeester en wethouders als zodanig aangewezen en in deze gemeente actief zijnde vertegenwoordigers van zelforganisaties van belanghebbenden en/of belanghebbende vertegenwoordigende organisaties op het gebied van de Wmo. De vertegenwoordigers zijn voor deze taak voorgedragen door de zelforganisaties, door een de belanghebbende vertegenwoordigende organisatie of door de Wmo-cliëntenraad.

Artikel 2 Doelstellingen

De cliëntenparticipatie Wmo heeft de volgende doelstellingen:

  • 1.

    het bewerkstelligen dat belanghebbenden bij de Wmo vanuit onafhankelijke positie optimaal betrokken zijn bij de voorbereiding, vaststelling, uitvoering en evaluatie van het Wmo-beleid;

  • 2.

    het bijdragen aan de totstandkoming en verbetering van het Wmo-beleid.

Artikel 3 Beleidsterreinen

  • 1. Het gemeentelijk beleid met betrekking tot de Wmo bestaande uit; beleidsvoorbereiding, vaststelling, uitvoering en evaluatie van het gemeentelijk beleid. Bovendien de bijbehorende procedures en regelingen met betrekking tot de Wmo.

  • 2. Advisering met betrekking tot gemeentelijk personeels- en organisatiebeleid in het kader van de Wmo en over klachten, bezwaarschriften en andere zaken die betrekking hebben op individuele cliënten, behoren niet tot het werkterrein van de Wmo-cliëntenraad.

Artikel 4 Werkwijze

  • 1. In het kader van de cliëntenparticipatie Wmo dienen burgemeester en wethouders de cliëntenraad om advies te vragen.

  • 2. De Wmo-cliëntenraad is ook gerechtigd uit eigen beweging advies uit te brengen aan burgemeester en wethouders.

  • 3. Burgemeester en wethouders vragen de Wmo-cliëntenraad in ieder geval om advies bij de onderwerpen als bedoeld in artikel 3, lid 1.

  • 4. Het advies wordt op een zodanig tijdstip gevraagd, dat het van wezenlijke invloed kan zijn op het te nemen besluit.

  • 5. Het advies van de Wmo-cliëntenraad wordt aan het college van burgemeester en wethouders gestuurd. In het geval burgemeester en wethouders in een voorstel aan de gemeenteraad afwijken van het advies van de Wmo-cliëntenraad, wordt in het betreffende voorstel aangegeven op welke gronden van het advies van de Wmo-cliëntenraad is afgeweken.

  • 6. Burgemeester en wethouders voorzien de Wmo-cliëntenraad van begrijpelijke informatie ten behoeve van het naar behoren kunnen functioneren van de Wmo-cliëntenraad. Het betreft hier alle informatie die noodzakelijk is om beleid en uitvoering te begrijpen en om te kunnen reageren op plannen voor ontwikkelingen en wijzigingen. De informatie wordt desgevraagd in speciale vorm aangeleverd.

  • 7. Tussen Burgemeester en wethouders en de Wmo-cliëntenraad vindt minimaal 1 keer per jaar een structureel overleg plaats, waarvoor beide partijen punten kunnen agenderen.

  • 8. Als één van beide partijen om een gesprek vraagt, geeft de andere partij daar gehoor aan.

  • 9. Van overleg en afspraken met de Wmo-cliëntenraad doen burgemeester en wethouders binnen redelijke termijn schriftelijke rapportage aan de Wmo-cliëntenraad. Daarbij wordt in ieder geval aangegeven wat er met de door de Wmo-cliëntenraad gegeven adviezen is of wordt gedaan.

  • 10. De gemeenten wijzen een vaste contactambtenaar aan als aanspreekpunt voor de Wmo-cliëntenraad. De Wmo-cliëntenraad en de contactambtenaar hebben minimaal 4 keer per jaar structureel overleg.

  • 11. De samenwerking tussen de gemeente en de Wmo-cliëntenraad wordt jaarlijks geëvalueerd.

  • 12. Indien er geen Wmo-cliëntenraad binnen de gemeenten functioneert, zullen burgemeester en wethouders de totstandkoming van een Wmo-cliëntenraad actief bevorderen.

  • 13. De Wmo-cliëntenraad bewerkstelligt dat de doelgroepen die zij vertegenwoordigt regelmatig worden geraadpleegd en bij hun werkzaamheden worden betrokken.

Artikel 5 Samenstelling en benoeming

  • 1. De Wmo-cliëntenraad bestaat uit maximaal 12 en minstens 8 leden.

  • 2. De leden van de Wmo-cliëntenraad mogen zich bij verhindering laten vervangen.

  • 3. De Wmo-cliëntenraad heeft een voorzitter, die gekozen wordt door de leden van de Wmo-cliënten- raad.

  • 4. De leden van de Wmo-cliëntenraad en de voorzitter worden benoemd door het college.

  • 5. De Wmo-cliëntenraad en de daarin vertegenwoordigde organisaties doen een voordracht voor door het college te benoemen leden van de Wmo-cliëntenraad.

  • 6. Bij de samenstelling van de Wmo-cliëntenraad wordt gestreefd naar een vertegenwoordiging van alle in de Wet maatschappelijke ondersteuning genoemde doelgroepen en naar een evenredige vertegenwoordiging van de vier gemeenten.

Artikel 6 Zittingsduur

De leden en voorzitter van de Wmo-cliëntenraad worden benoemd voor een periode van 3 jaar.

De leden en voorzitter treden af volgens een rooster zoals vastgelegd in het huishoudelijk reglement.

Leden en voorzitter kunnen voor herbenoeming worden voorgedragen.

Artikel 7 Huishoudelijk reglement

De Wmo-cliëntenraad stelt een huishoudelijk reglement vast. In dit huishoudelijk reglement kunnen onder meer nadere regels worden opgenomen met betrekking tot stemprocedures, het aftreedschema, het aantal vergaderingen, de consultatie van de achterbannen/doelgroepen, de plaatsvervangende leden enz.

Artikel 8 Faciliteiten

  • 1. Burgemeester en wethouders stellen aan de Wmo-cliëntenraad zodanige middelen ter beschikking dat de Wmo-cliëntenraad redelijkerwijze in staat kan worden geacht om in het kader van de uitvoering van deze verordening haar taken uit te voeren. Hierbij zijn in ieder geval vergoedingen voor de volgende onkosten inbegrepen: speciale faciliteiten vanwege beperking, presentiegeld, deskundigheidsbevordering, documentatie, ondersteuning, kantoorkosten, overleg achterban, PR, overleg met andere doelgroepen.

  • 2. De middelen als bedoeld in het eerste lid worden jaarlijks toegekend op basis van een begroting en vastgesteld na indiening van een financieel jaarverslag.

  • 3. Voor niet reguliere activiteiten kan de Wmo-cliëntenraad bij burgemeester en wethouders een projectsubsidie aanvragen.

Artikel 9 Slotbepalingen

  • 1. In alle gevallen waarin deze verordening niet voorziet met betrekking tot de Wmo beslist het gemeentebestuur samen met de Wmo-cliëntenraad.

  • 2. Deze verordening kan worden aangehaald als Verordening cliëntenparticipatie Wmo 2007.

  • 3. Deze verordening treedt in werking 8 (acht) dagen na publicatie.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbarevergadering van de raad d.d. 28 juni 2007
H.N.G. Brinkman, voorzitter
C.J. Jonges, griffier