Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR27922
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR27922/1
Regeling vervallen per 15-01-2015
Subsidieverordening natuur en landschap Groesbeek 2005
Geldend van 14-09-2005 t/m 14-01-2015
Intitulé
Subsidieverordening natuur en landschap Groesbeek 2005De raad der gemeente G r o e s b e e k;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Groesbeek van 19 juli 2005;
overwegende de subsidieverordening natuur- en landschap Groesbeek 2005 te hebben gelezen
b e s l u i t :
de subsidieverordening natuur- en landschap Groesbeek 2005 vast te stellen.
Paragraaf 1. Algemene bepalingen
Artikel 1: Begripsomschrijvingen
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
- a.
de raad: de raad van de gemeente Groesbeek;
- b.
het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Groesbeek;
- c.
achterstallig onderhoud: maatregelen aan bestaande elementen met een cyclisch beheer, waarvoor niet eerder subsidie is verkregen en waarvan dit gebruikelijke reguliere beheer meer dan 2 maal niet is uitgevoerd;
- d.
landschappelijke betekenis: van visuele, cultuurhistorische of ecologische waarde;
- e.
natuur- en landschapselementen: elementen in het landschap met natuurwetenschappelijke en/of landschappelijke betekenis. Ook kleine wateren als bijvoorbeeld poelen, beken, kleine waterlopen en kleine hoogstamboomgaarden worden hiertoe gerekend. De bebouwde kommen ingevolge de Wegenverkeerswet worden niet tot het landschap gerekend;
- f.
landschapsontwikkelingsplan: het door de raden van de gemeenten Millingen aan de Rijn, Ubbergen en Groesbeek vastgestelde plan, dat richtlijnen geeft voor het landschapsbeleid- en beheer binnen de gemeenten.
Artikel 2: Reikwijdte
1.Deze subsidieverordening is van toepassing op activiteiten die worden uitgevoerd in het kader van het natuur- en landschapbeheer en in overeenstemming zijn met het geformuleerde beleid in het landschapsontwikkelingsplan en de nadere uitwerkingen daarvan.
Paragraaf 2. Subsidie natuur- en landschapselementen.
Artikel 3: Bevoegdheid, vaststellen subsidieplafond
-
1. Het college kan een subsidie verstrekken in de kosten van het uitvoeren van herstel, achterstallig onderhoud, aanleg en nazorg van natuur- en landschapselementen van particulieren of technische inrichtingsmaatregelen ten behoeve van bedreigde diersoorten.
-
2. Binnen de autorisatie van de programmabegroting stelt het college jaarlijks door middel van de gemeentebegroting een subsidieplafond vast voor de activiteiten waarvoor op grond van het eerste lid subsidie kan worden verstrekt. Het college is bevoegd het subsidieplafond tussentijds te wijzigen, indien daarvoor gegronde redenen bestaan.
Artikel 4: Rechthebbende
Subsidie als bedoeld in artikel 3.1 kan alleen worden verleend aan de natuurlijke of rechtspersoon die krachtens enig zakelijk recht het genot heeft van het natuur- en landschapselement of technische inrichtingsmaatregel ten behoeve van bedreigde diersoorten.
Artikel 5: Verplichting tot onderhoud
Subsidie als bedoeld in artikel 3.1 kan alleen worden verleend als de zakelijk gerechtigde zich middels een overeenkomst verplicht het betreffende natuur- en landschapselement gedurende ten minste 10 jaar na de uitvoering van de gesubsidieerde activiteit naar behoren te onderhouden.
Artikel 6: Overige eisen
Subsidie als bedoeld in artikel 3.1 kan alleen worden verleend als:
- a.
de uit te voeren werkzaamheden passen binnen de doelstellingen van het landschapsontwikkelingsplan.
- b.
de beplanting die deel uit maakt van het natuur- en landschapselement inheems, streekeigen is (zie bijlage).
- c.
het natuur- en landschapselement kan worden aangemerkt als een drager van het landschap.
Artikel 7: De aanvraag en het besluit tot subsidieverlening
-
1. De subsidieaanvraag als bedoeld in artikel 3.1 dient vóór 1 mei voorafgaand aan het winterseizoen waarin de te subsidiëren activiteiten zullen worden verricht, te worden ingediend.
-
2. Het besluit tot subsidieverlening vindt plaats vóór 1 december van het betreffende winterseizoen.
-
3. Het college kan van het in de leden 1 en 2 bepaalde afwijken, indien daarvoor gegronde redenen bestaan.
Artikel 8: Weigeringsgronden
De subsidie als bedoeld in artikel 3.1 kan worden geweigerd:
- a.
indien op basis van afweging van de voor het betreffende winterseizoen ingediende subsidieaanvragen en gelet op de doelstellingen van het landschapsontwikkelingsplan aan andere subsidieaanvragen meer prioriteit moet worden toegekend
- b.
indien de provincie Gelderland de gemeente geen of onvoldoende subsidie (cofinanciering) voor de betreffende activiteiten verleent.
- c.
indien het subsidieplafond is bereikt
Artikel 9: Verplichtingen subsidieontvanger
Het college kan met het oog op de voorwaarden die de provincie Gelderland in het kader van de subsidieverlening aan de gemeente (cofinanciering) stelt, nadere voorwaarden aan de subsidieverlening als bedoeld in artikel 3.1 stellen.
Artikel 10: Aanvraag tot vaststelling subsidie
-
1. De aanvraag tot vaststelling van de subsidie dient te worden ingediend vóór 1 mei volgend op het winterseizoen waarvoor de subsidie als bedoeld in artikel 3.1 is verleend. Het college kan hiervan afwijken indien daarvoor gegronde redenen bestaan.
-
2. De aanvraag bestaat uit een schriftelijke mededeling van de subsidieontvanger dat de werkzaamheden geheel zijn voltooid, voorzien van originele facturen en betaalbewijzen.
Paragraaf 3. Subsidie projecten landschapsontwikkelingsplan.
Artikel 11: Bevoegdheid
-
1. Het college kan een subsidie verstrekken in de kosten van het uitvoeren van projecten die passen binnen de doelstellingen van het landschapsontwikkelingsplan en die niet vallen onder de in artikel 3.1 bedoelde werkzaamheden.
-
2. Binnen de autorisatie van de programmabegroting stelt het college jaarlijks door middel van de gemeentebegroting een subsidieplafond vast voor de activiteiten waarvoor op grond van het eerste lid subsidie kan worden verstrekt. Het college is bevoegd het subsidieplafond tussentijds te wijzigen, indien daarvoor gegronde redenen bestaan.
Artikel 12: Aanvraag
De aanvrager dient het verzoek om subsidie als bedoeld in artikel 11.1 schriftelijk in. De aanvraag dient voorzien te zijn van een duidelijk beschreven projectplan.
Artikel 13: Weigeringsgronden
-
1. Het college weigert de subsidieverlening als bedoeld in artikel 11.1 in ieder geval indien:
- a.
de noodzaak van het project naar zijn oordeel niet is aangetoond;
- b.
het project naar haar oordeel onvoldoende doelmatig is;
- c.
de kosten van de werkzaamheden naar haar oordeel niet in redelijke verhouding staan tot het te verkrijgen resultaat;
- d.
de aanvraag in strijd is met het bij of krachtens deze verordening gestelde;
- e.
indien het subsidieplafond is bereikt.
- a.
-
2. Het college kan de subsidieverlening als bedoeld in artikel 11.1 in ieder geval weigeren indien reeds een begin is gemaakt met de werkzaamheden zonder haar toestemming.
Artikel 14: De gereedmelding
-
1. De subsidieontvanger meldt het project zo spoedig mogelijk na voltooiing van de werkzaamheden gereed doch uiterlijk voor 31 december van het jaar, volgend op het jaar, waarin de subsidie als bedoeld in artikel 11.1 verleend is.
-
2. Het college kan op aanvraag van de in het eerste lid genoemde termijn afwijken.
-
3. De gereedmelding als bedoeld in het eerste lid is tevens een aanvraag om vaststelling van de subsidie.
-
4. De gereedmelding als bedoeld in het eerste lid gaat vergezeld van:
- a.
een verklaring van de subsidieontvanger dat bij het realiseren van het project is voldaan aan de opgelegde verplichtingen;
- b.
een gespecificeerde opgave van de kosten van het project met daarop betrekking hebbende rekeningen en betaalbewijzen.
- a.
Artikel 15: De vaststelling van de subsidie
-
1. Het college kan de subsidie als bedoeld in artikel 11.1 lager vaststellen dan het bedrag uit de subsidieverlening indien de aanvrager het bij of krachtens deze verordening bepaalde niet heeft nageleefd.
-
2. Subsidievaststelling vindt plaats op basis van de goedgekeurde werkelijke kosten met als maximum het bij subsidieverlening toegekende bedrag.
Artikel 16: Het geven van voorschotten
Aan de subsidieontvanger kan een voorschot verleend worden van ten hoogste 70 % van de subsidie zoals bedoeld in artikel 11.1. Om hiervoor in aanmerking te komen moet hij facturen voor uitgevoerde werkzaamheden kunnen overleggen.
Paragraaf 4: Slotbepalingen
Artikel 17: Beleidsregels en bijzondere gevallen
-
1. Het college kan ter uitvoering van deze verordening nadere beleidsregels vaststellen.
-
2. In gevallen waarin deze verordening niet voorziet, treft het college de nodige voorzieningen en/of neemt zij de nodige beslissingen, één en ander mede in overleg met de belanghebbende, en onder mededeling aan de raad.
Artikel 18: Citeertitel en inwerkingtreding
-
1. Deze verordening kan worden aangehaald als "Subsidieverordening natuur en landschap Groesbeek 2005".
-
2. Deze verordening treedt in werking de dag na publicatie in het Groesbeeks Weekblad.
Ondertekening
Bijlage 1
Bijlage 1
Lijst Landschappelijke beplantingen gemeente Groesbeek
Soort Nederlandse naam
Acer campestre Spaanse aak/eldesdoorn
Acer pseudoplatanus gewone esdoorn
Alnus glutinosa zwarte els
Berberis vulgaris zuurbes
Betula pendula ruwe berk
Betula pubescens zachte berk
Carpinus betulus haagbeuk
Castanea sativa tamme kastanje
Cornus mas gele kornoelje
Cornus sanguinea rode kornoelje
Corylus avellana hazelaar
Crataegus laevigata tweestijlige meidoorn
Crataegus monogyna eenstijlige meidoorn
Cytisus scoparius brem
Euonymus europaeus wilde kardinaalsmuts
Fagus sylvatica beuk
Fraxinus excelsior gewone es
Ilex aquifolia hulst
Juglans regia walnoot
Juglans nigra okkernoot
Ligustrum vulgare wilde liguster
Malus sylvestris appel
Mespilus germanica mispel
Morus alba witte moerbei
Morus nigra zwarte moerbei
Myrica gale gagel
Populus x canescens grauwe abeel (witte abeel x ratelpopulier)
Populus nigra zwarte populier
Populus tremula ratelpopulier
Populus canadensis Canadese populier
Prunus avium zoete kers
Prunus padus vogelkers
Prunus spinosa sleedoorn
Quercus petraea wintereik
Quercus robur zomereik
Rhamnus catharticus wegedoorn
Rhamnus frangula sporkehout of vuilboom
Ribes nigrum zwarte bes
Ribes rubrum aalbes
Ribes spicatum trosbes
Ribes uva-crispa kruisbes
Robinia pseudoaccacia schijnaccacia
Rosa canina hondsroos
Rosa rubiginosa egelantier
Rosa tomentosa viltroos
Salix alba schietwilg
Salix aurita geoorde wilg
Salix caprea boswilg
Salix cinerea grauwe wilg
Salix fragilis kraakwilg
Salix pentandra laurierwilg
Salix purpurea bittere wilg
Salix repens ssp argentea kruipwilg
Salix triandra amandelwilg
Salix viminalis katwilg
Sorbus aucuparia wilde lijsterbes
Taxus baccata taxus
Tilia cordata winterlinde
Tila platyphyllos zomerlinde
Ulmus glabra ruwe iep
Ulmus laevis fladderiep of steeliep
Ulmus minor gladde iep
Viburnum lantana wollige sneeuwbal
Viburnum opulus Gelderse roos
Diverse peren, appels, pruimen, mispels en kersen. Uitsluitend aanplanten als hoogstamboom, bij voorkeur oude rassen toepassen.
Nota-toelichting Subsidieverordening natuur- en landschapsbeheer
Met de vaststelling van het landschapsbeleidsplan in 1998 is de gemeente begonnen met het subsidiëren van projecten ter uitvoering van het plan, waaronder het particuliere landschapsbeheer. Het aanleggen, herstel of achterstallig onderhoud van landschapselementen door particulieren werd door de gemeente gesubsidieerd, mits het in het landschapsbeleidsplan paste. De provincie droeg, bij achterstallig onderhoud, 75% van het subsidiebedrag.
Nu het landschapsbeleidsplan vervangen is door het landschapsontwikkelingsplan is het goed om stil te staan bij de toekomstige subsidiering van particulier landschapsbeheer, ook in relatie tot het op te richten landschapsfonds Via Natura. Tevens is het op grond van de Algemene wet bestuursrecht noodzakelijk een toegesneden subsidieverordening vast te stellen.
Voorgesteld wordt in de subsidieverordening onderscheid te maken tussen:
- 1.
incidentele subsidies natuur- en landschapsbeheer, en
- 2.
incidentele subsidies projecten volgens doelstelling landschapsontwikkelingsplan.
Ad 1) Incidentele subsidies natuur- en landschapsbeheer
Deze subsidies worden gegeven aan particulieren die bepaalde (kleinschalige) activiteiten willen uitvoeren op eigen grond, zoals het planten van een haag of het aanleggen van een poel. Voorwaarde is uiteraard dat de activiteiten passen binnen de doelstellingen van het landschapsontwikkelingsplan. Soms zal het gaan om een activiteit die niet door het landschapsfonds Via Natura wordt vergoed, omdat het landschapselement (nog) geen deel uit maakt van de gewenste groenblauwe dooradering, dus te incidenteel is, of omdat het aspect toegankelijkheid voor derden niet meegenomen wordt. Deze activiteiten die qua type landschapselement passen in het gebied zijn belangrijk genoeg om te subsidiëren, zolang er in het betreffende jaar voldoende budget is. De subsidie wordt alleen versterkt voor de eenmalige kosten (van aanplant, herstel etc.).
Ad 2) Incidentele subsidies projecten volgens doelstelling landschapsontwikkelingsplan
Deze subsidies worden gegeven voor andere projecten, zoals bloemrijke akkerranden of solitaire bomenregeling, waarvoor de gemeente zelf geen opdrachtgever is. In principe komen ook alle projecten uit het landschapsontwikkelingsplan, geen groen blauwe dooradering, in aanmerking voor een bijdrage door de gemeente. Indien andere overheden het betreffende project subsidiëren is vaak lokale cofinanciering een vereiste.
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl