Subsidieverordening Bijzondere Houtopstanden Groesbeek 2014

Artikel 2 Reikwijdte

• 1. De activiteiten waarvoor subsidie wordt verstrekt betreffen:(achterstallig) onderhoud alsmede andere maatregelen, die noodzakelijk zijn voor het duurzaam in stand houden van de houtopstanden vermeld op de lijst ''Bijzondere houtopstanden Groesbeek 2013-2020''.

• 2. Onder duurzame maatregelen, als bedoeld in het eerste lid, zijn in elk geval begrepen:

  • a.

    het onderzoek naar de kwaliteit van de houtopstand en de groeiplaats;

  • b.

    structurele groeiplaatsverbetering;

  • c.

    bescherming van de groeiplaats;

  • d.

    kroonsnoei (herstel- en stabilisatiesnoei);

  • e.

    kroonverankering.

Artikel 3 Subsidievoorwaarden

• 1. De subsidie wordt verleend onder de voorwaarden dat:

  • a.

    de houtopstand nog minimaal 5 jaar instand wordt gehouden;

  • b.

    de maatregelen zijn uitgevoerd door een deskundig boomverzorger en gericht op het behoud van de houtopstand;

  • c.

    de maatregelen korter dan 6 maanden terug zijn uitgevoerd;

  • d.

    de houtopstand in alle opzichten behoorlijk in stand wordt gehouden.

  • e.

    in de afgelopen 15 jaar geen subsidie is verleend voor de houtopstand behoudens bij calamiteiten en ondanks deugdelijk onderhoud.

• 2. De subsidie wordt verleend aan de eigenaar van de grond waarop zich de houtopstand bevindt, of aan een natuurlijk of rechtspersoon die krachtens een persoonlijk of zakelijk recht het feitelijke gebruik heeft van de grond waarop zich de houtopstand bevindt.

• 3. De subsidie bedraagt 50% van de gemaakte onderhoudskosten tot een maximum van € 453, per aanvraag voor de uitgevoerde maatregelen aan een houtopstand.

• 4. Het college kan nadere regels stellen ter uitvoering van deze verordening.

Artikel 4. Bevoegdheid college

• 1. Het college is bevoegd te besluiten over het verstrekken van subsidies als bedoeld in deze verordening met in achtneming van de in de gemeentebegroting opgenomen financiële middelen.

• 2. Het college is bevoegd om voorwaarden aan de beschikking tot subsidieverlening te verbinden.

Artikel 5. Bij aanvraag in te dienen gegevens

• 1. De aanvraag voor een subsidie wordt schriftelijk ingediend bij het college met behulp van een door het college vastgesteld aanvraagformulier.

• 2. De aanvraag dient te worden ondertekend door zowel de eigenaar als de gebruiker van de grond waarop de houtopstand zich bevindt.

• 3. Bij een aanvraag om subsidie overlegt de aanvrager de volgende gegevens:

  • a.

    een beschrijving van de activiteiten die zijn uitgevoerd en waarvoor subsidie wordt aangevraagd;

  • b.

    de doelstellingen en resultaten, die daarmee werden nagestreefd, en hoe de activiteiten aan dat doel bij hebben gedragen;

  • c.

    de rekening van de boomverzorger;

  • d.

    een verklaring dat in de afgelopen 15 jaar voor betreffende houtopstand geen subsidie is verleend, behoudens het bepaalde in lid 4.

• 4. Indien al eerder in de afgelopen 15 jaar een subsidie is verleend voor een houtopstand kan uitsluitend in geval van calamiteiten en mits sprake is geweest van deugdelijk onderhoud een subsidie worden aangevraagd.

• 5. Het college is bevoegd ook andere dan, of slechts enkele van de in de voorgaande leden genoemde gegevens te verlangen, indien die voor het nemen van een beslissing op de aanvraag noodzakelijk, respectievelijk voldoende, zijn.

Artikel 8. Betaling en bevoorschotting

• 1. Het college neemt alleen een beschikking tot subsidievaststelling.

• 2. Het gehele subsidiebedrag wordt in één keer uitbetaald.

Artikel 10. Inwerkingtreding

• 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

• 2. Gelijkertijd wordt de bijdrageregeling bijzondere houtopstanden Groesbeek zoals vastgesteld op 30 september 1999 en de nadien vastgestelde wijzigingen, ingetrokken.